De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Justitie en Veiligheid
en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister
en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport;
Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;
Gelet op de artikelen 58e, eerste lid, 58g, eerste lid, 58i en 58p, tweede lid en
derde lid, onder a, van de Wet publieke gezondheid;
Besluiten:
ARTIKEL I
Artikel 6.11 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire wordt als volgt
gewijzigd:
1. Aan het derde lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
l door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
ARTIKEL II
De Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.2, opschrift en eerste lid, wordt ‘dertig personen’ telkens vervangen
door ‘vijftig personen’.
B
Aan artikel 5.1, derde lid, onder a, wordt toegevoegd ‘of ten hoogste tweehonderdvijftig
deelnemers aanwezig zijn op een locatie waar ten minste duizend personen geplaceerd
kunnen worden’.
C
In artikel 6.7d, zesde lid, wordt ‘verbleven en’ vervangen door ‘verbleven of’.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
1. Algemeen
Deze regeling wijzigt in de eerste plaats de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19
Bonaire. Op grond van artikel 6.11 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19
Bonaire (Trm Bonaire) geldt een testverplichting voor personen die inreizen vanuit
hoogrisicogebieden naar Bonaire per luchtvaartuig, veerboot, passagiersschip of vrachtschip.
Met deze wijziging van de Trm Bonaire wordt bewerkstelligd dat de aanbieder van personenvervoer
via lucht- en scheepvaart niet langer wordt verplicht uitsluitend vervoer aan te bieden
aan reizigers die vanuit Curaçao of Aruba naar Bonaire reizen die een negatieve uitslag
van een NAAT-test kunnen tonen aan de vervoerder wanneer zij op een van de drie eilanden
zijn gevaccineerd.
Artikel 6.11 regelt dat de aanbieder van personenvervoer via lucht- en scheepvaart
alleen vervoer aanbiedt aan reizigers uit een zogenoemd hoogrisicogebied die een negatieve
NAAT-testuitslag kunnen tonen aan de vervoerder. De negatieve uitslag van een NAAT-test
mag niet ouder zijn dan tweeënzeventig uur op het moment van aankomst in Bonaire.
Alle eilanden in het Caribische deel van het Koninkrijk worden door Europees Nederland
als veilige landen beschouwd. Europees Nederland wordt door Bonaire als hoogrisicogebied
beschouwd. Omdat er veel interinsulaire reisbewegingen plaatsvinden, beschouwen de
eilanden elkaar nog niet als veilig. Zo blijft de NAAT-testverplichting voor reizigers
tussen de eilanden in stand en wordt overdracht van het virus voorkomen. Omdat op
de eilanden de incidentiewaarde dermate laag is en de vaccinatiegraad toeneemt, willen
Aruba, Bonaire en Curaçao graag meer mogelijkheden bieden om onderlinge reizen mogelijk
te maken. Het RIVM acht het onverstandig om de reisbeperkingen tussen Aruba, Bonaire
en Curaçao volledig op te heffen, maar adviseert positief over het opheffen van reisbeperkingen
voor volledig gevaccineerde reizigers. Deze reizigers vormen gezien de lage incidentie
en hoge vaccinatiegraad op alle drie de eilanden (op Aruba en Curaçao heeft ruim 60%
van de volwassen bevolking minimaal één vaccin toegediend gekregen en op Bonaire meer
dan 70%) geen groot risico. Om die reden is in deze regeling een uitzondering op de
negatieve NAAT-testverplichting opgenomen voor reizigers tussen Bonaire, Curaçao of
Aruba die volledig gevaccineerd zijn op een van deze eilanden voor het reisverkeer
vanuit Curaçao of Aruba naar Bonaire. Reizigers dienen om uitgezonderd te kunnen worden
van de testverplichting aan te kunnen tonen dat zij gevaccineerd zijn, bijvoorbeeld
middels het tonen van een vaccinatiebewijs. De vervoerder controleert in dat geval
of een reiziger – naast de gezondheidsverklaring – een testbewijs of een vaccinatiebewijs
heeft. De vervoerders zullen voor de uitvoering de beschikking hebben over voorbeelden
van de bewijzen. De vervoerder is niet verantwoordelijk voor het controleren van de
echtheid van het vaccinatiebewijs. Bij aankomst op Bonaire is er een luchthaventeam
van de dienst Publieke Gezondheid aanwezig dat de echtheid van het vaccinatiebewijs
controleert. Indien men twijfelt aan de echtheid, zal het luchtvaartteam contact opnemen
met collega’s op Aruba of Curaçao. Als de reiziger onvoldoende aan kan tonen dat de
uitzondering op hem van toepassing is, dient de reiziger zich alsnog te laten testen.
De uitzondering op de testplicht is alleen van toepassing op reizigers die tussen
Aruba of Curaçao en Bonaire reizen en ook op een van deze drie eilanden (volledig)
zijn gevaccineerd. Dit is mogelijk wegens de bubbel die hiermee wordt gecreëerd tussen
de drie Caribische eilanden, die allen een lage incidentiewaarde en hoge vaccinatiegraad
hebben. De uitzondering is dus niet van toepassing op reizigers die elders zijn gevaccineerd
of die op een van de eilanden zijn gevaccineerd en (terug)reizen vanuit een ander
hoogrisicogebied. Deze eilanden hebben onderling afspraken gemaakt over de uitvoering,
waaronder de wijze waarop de (voltooide) vaccinatie aangetoond en geverifieerd kan
worden bij binnenkomst. Er zijn op dit moment bovendien nog geen geldende afspraken
over internationale vaccinatiebewijzen en de inzet hiervan. Het verifiëren van de
echtheid van vaccinatiebewijzen van andere landen is daarom vooralsnog niet mogelijk.
Daarnaast herstelt deze regeling enkele punten in de Tijdelijke regeling maatregelen
covid-19 (Trm). In de Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
van 28 mei 2021, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19
in verband met het doorvoeren van stap 3 uit het openingsplan en het inzetten van
coronatoegangsbewijzen is per abuis een tweetal zaken niet goed geregeld. In de eerste
plaats is het per 5 juni 2021 toegestaan vijftig personen toe te laten tot een plaats,
in plaats van dertig personen. Deze wijziging was niet doorgevoerd in artikel 3.2,
eerste lid, Trm. Met deze regeling gebeurt dat alsnog. In de tweede plaats is voor
locaties met een (zaal)capaciteit groter dan duizend plaatsen een uitzondering gemaakt
op het maximale aantal personen per zelfstandige ruimte (vijftig). Op deze plaatsen
geldt een maximum van tweehonderdvijftig bezoekers per zelfstandige ruimte, mits de
bezoekers geplaceerd worden en de veiligeafstandsnorm door hen in acht kan worden
genomen. Gezien de capaciteit en faciliteiten van deze plaatsen, is het verhoogde
maximumaantal verantwoord. Dit geldt voor grote theaterzalen, poppodia en bijvoorbeeld
evenementenhallen. Gedacht moet worden aan locaties als Carré, Ahoy, AFAS en het Concertgebouw.
De grens is daarbij op duizend plaatsen gesteld, omdat enerzijds vanaf duizend met
recht gesproken kan worden over grote locaties, en anderzijds om het aantal locaties
waar tweehonderdvijftig bezoekers toegestaan wordt, zo beperkt mogelijk te houden.
Deze uitzondering voor grote locaties is met de regeling van 28 mei 2021 wel doorgevoerd
in artikel 4.2, tweede lid, Trm maar niet in artikel 5.1, derde lid, onder a, Trm.
Hierdoor is het toegestaan tweehonderdvijftig personen toe te laten tot de publieke
plaats, maar mag een evenement enkel georganiseerd worden voor vijftig personen, waardoor
het in feite onmogelijk blijft meer personen toe te laten in veel van deze locaties.
Met deze regeling wordt dit rechtgetrokken. In artikel 6.7d, zesde lid, is een redactionele
wijziging doorgevoerd, niet ‘en’, maar ‘of’ was bedoeld.
2. Regeldruk
Deze regeling heeft enige gevolgen voor de regeldruk voor burgers, bedrijven/instellingen
of professionals. De testverplichting komt te vervallen voor gevaccineerde personen
van Curaçao of Aruba, hetgeen een vermindering van de regeldruk betekent voor hen.
Wel moeten deze reizigers aantonen dat zij gevaccineerd zijn. Dit brengt enige regeldruk
met zich. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd
voor een formeel advies, omdat het wel gevolgen voor de regeldruk heeft, maar die
toereikend in beeld zijn gebracht.
Artikelsgewijs
Artikel I
Reizigers tussen Aruba of Curaçao en Bonaire hoeven geen negatieve uitslag van een
NAAT-test te tonen indien zij een voltooide vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2
hebben gehad op het moment van het aan boord gaan. Het moet dus gaan om een voltooide
vaccinatie tegen het coronavirus. Een vaccinatie kan op verschillende manieren voltooid
zijn. Een vaccinatie kan met één toediening volledig zijn. De meeste vaccinaties bestaan
uit twee toedieningen en in dat geval is de vaccinatie dan pas voltooid. Er kan met
één toediening volstaan worden wanneer men niet meer dan honderdtachtig dagen eerder
geïnfecteerd was met het coronavirus blijkend uit een positieve uitslag van een NAAT-test
of een antigeentest.
Reizigers met een voltooide vaccinatie zijn alleen uitgezonderd, voor zover zij een
vaccinatie tegen het coronavirus hebben gehad met een vaccin dat is goedgekeurd door
het College ter beoordeling van geneesmiddelen (CBG) of het Europees Medicijn Agentschap
(EMA).
Artikel II
Dit artikel wijzigt de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19. Voor een toelichting
wordt verwezen naar het algemene deel van deze toelichting.
Artikel III Inwerkingtreding
Deze ministeriële regeling moet op grond van artikel 58c, tweede lid, Wpg binnen twee
dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.
De regeling treedt ingevolge artikel 58c, tweede lid, Wpg niet eerder in werking dan
een week na deze overlegging en vervalt als de Tweede Kamer binnen die termijn besluit
niet in te stemmen met de regeling. Gelet op het belang van de volksgezondheid is
het de bedoeling dat de regeling op 9 juni 2021 in de Staatscourant wordt gepubliceerd
en dan de dag daarna, 10 juni 2021, in werking zal treden. Hierbij wordt afgeweken
van de zogeheten vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van drie maanden.1
Op grond van artikel 8.1 Trm vervalt de Trm op het tijdstip waarop hoofdstuk Va Wpg
vervalt. Het gaat hier om een uiterste vervaldatum. Als de noodzaak al eerder ontvalt
aan deze regeling of onderdelen ervan, zal de regeling eerder worden ingetrokken of
aangepast. In artikel 58c, zesde lid, Wpg is immers geëxpliciteerd dat maatregelen
zo spoedig mogelijk worden gewijzigd of ingetrokken als deze niet langer noodzakelijk
zijn.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge