Rectificatie van WBV 2021/7

In de Staatscourant van 4 juni 2021, nr. 28439, is het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 21 mei 2021, nummer WBV 2021/7, houdende wijzigingen van de Vreemdelingencirculaire 2000, paragraaf C1/2 gepubliceerd. Abusievelijk is met het wijzigingsbesluit paragraaf C1/2.13 verwijderd. Om deze reden wordt paragraaf C1/2.13 Vreemdelingencirculaire 2000 opnieuw gepubliceerd.

A

Paragraaf C1/2.13 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt toegevoegd en komt te luiden:

2.13. Het geven van de beschikking

Beslistermijn

De IND neemt binnen 6 maanden na indiening van de aanvraag voor verlening of verlenging van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd een beslissing op de aanvraag. Deze termijn kan op grond van artikel 42 Vw worden verlengd.

Met de inwerkingtreding van WBV 2020/12 maakt de IND gebruik van de in artikel 42, vierde lid, onder b, Vw neergelegde bevoegdheid om in individuele zaken de termijn met 6 maanden te verlengen. Dat betekent dat van alle aanvragen voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd waarvan de wettelijke beslistermijn nog niet is verstreken op datum inwerkingtreding van WBV 2020/12 de wettelijke beslistermijn met 6 maanden wordt verlengd. Blijkens de op 16 april 2020 gepubliceerde Richtsnoeren Asiel en Migratie van de Europese Commissie is een dergelijke verlenging gerechtvaardigd.

Daarnaast blijft de IND gebruikmaken van de mogelijkheid om, in de gevallen waarin dat nodig is, de beslistermijnen te verlengen op grond van artikel 42, vierde lid, onder a of c, Vw.

Er is sprake van een nog niet verstreken wettelijke beslistermijn bij:

  • Asielaanvragen ingediend minder dan zes maanden voor de inwerkingtreding van WBV 2020/12; of

  • Asielaanvragen die minder dan zes maanden voor de inwerkingtreding van WBV 2020/12 zijn opgenomen in de nationale procedure;

  • Asielaanvragen die langer dan zes maanden geleden zijn ingediend of opgenomen in de nationale procedure en ten aanzien waarvan op andere gronden verlenging op grond van artikel 42, vierde lid, Vw, artikel 43 Vw of opschorting van de beslistermijn op grond van artikel 4:15, tweede lid, onder c, Awb heeft plaatsgevonden, waardoor de beslistermijn nog niet is verlopen.

De verlenging van de termijn vindt plaats op grond van de algemene kennisgeving in onderhavige paragraaf en de publicatie daarvan in de Staatscourant. De IND stuurt geen individuele kennisgevingen om de beslistermijn op grond van artikel 42, vierde lid, onder b, Vw te verlengen.

Onder complexe feitelijke en juridische kwesties zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, onder a, Vw kan in ieder geval worden verstaan dat onderzoek moet worden gedaan door of advies moet worden gevraagd aan:

  • een Nederlands ministerie;

  • het Openbaar Ministerie;

  • de autoriteiten van derde landen;

  • de UNHCR;

  • het BMA, voor zover zij voor het onderzoek gebruik maakt van externe deskundigen;

  • Team Onderzoek en Expertise Land en Taal (Toelt), voor zover zij voor het onderzoek gebruik maakt van externe deskundigen; en

  • het NFI.

Er is ook sprake van een complexe feitelijke en juridische kwestie zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, onder a, Vw als er 1F-indicaties zijn.

De IND neemt in de verlengde asielprocedure in ieder geval aan dat de vertraging van de behandeling van de aanvraag aan de vreemdeling is toe te schrijven als bedoeld in artikel 42, vierde lid, onder c, Vw, wanneer:

  • het (eventuele) aanvullend gehoor op verzoek of door toedoen van de vreemdeling verzet wordt;

  • er bepaalde omstandigheden in het leven van de vreemdeling spelen, zoals langdurige ziekte;

  • de vreemdeling een contra-expertise laat uitvoeren;

  • of de vreemdeling kort voor het verstrijken van de beslistermijn met omvangrijke nieuwe stukken komt.

Wijze van bekendmaken

In de beschikking vermeldt de IND naast de wettelijk vereiste gegevens, de termijn waarin de vreemdeling Nederland moet verlaten (indien van toepassing).

Als de IND de beschikking aan de vreemdeling bekend maakt vermeldt de IND in de verzendopdracht in INDIGO of op het bij de beschikking gevoegde aanbiedingsformulier:

  • de datum en het tijdstip van bekend maken; en

  • de naam van de ambtenaar die de beschikking uitreikt (indien van toepassing).

De beschikking in de algemene asielprocedure

De IND zendt de beschikking aan de gemachtigde van de vreemdeling.

In de volgende situaties reikt de IND de beschikking aan de vreemdeling uit:

  • van de vreemdeling is geen gemachtigde bekend;

  • indien het een afwijzing van een tweede of volgende aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd betreft die binnen de ééndagstoets asiel wordt behandeld, geen gemachtigde van de vreemdeling bekend is en de vreemdeling aanwezig is op het aanmeldcentrum (zie paragraaf C1/2.9);

  • in de afwijzende beschikking wordt tevens een inreisverbod uitgevaardigd met de rechtsgevolgen van artikel 66a, zesde lid, Vw;

  • de DT&V, COA, Vreemdelingenpolitie, Koninklijke Marechaussee en/of IND hebben wanneer dit nodig is in onderlinge samenspraak vastgesteld dat uitreiking in persoon aangewezen is, bijvoorbeeld omdat onmiddellijk vertrek uit Nederland wordt aangezegd.

Als bij de IND geen gemachtigde van de vreemdeling bekend is, en het niet mogelijk is de beschikking in persoon aan de vreemdeling uit te reiken, wordt op de daarvoor bestemde plek in het aanmeldcentrum een melding van terinzagelegging opgehangen. De IND stelt een rapport van bevindingen op waarin wordt vastgelegd welke handelingen zijn verricht om de beschikking bekend te maken.

De beschikking in de verlengde asielprocedure

De IND stuurt de beschikking aan de gemachtigde van de vreemdeling. Als er bij de IND geen gemachtigde van de vreemdeling bekend is, stuurt de IND de beschikking aangetekend naar het laatst bekende adres van de vreemdeling.

Als de IND er niet in slaagt de beschikking aan de vreemdeling kenbaar te maken, geeft de IND in een rapport van bevindingen aan welke handelingen zijn verricht om de beschikking aan de vreemdeling kenbaar te maken.

De inwilliging

Als de IND de aanvraag inwilligt op grond van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw, motiveert de IND waarom niet is ingewilligd op grond van artikel 29, eerste lid, onder a, Vw. Als de IND de aanvraag inwilligt op grond van artikel 29, tweede lid, Vw, motiveert de IND waarom niet is ingewilligd op grond van artikel 29, eerste lid, onder a en b, Vw. De IND beperkt deze motivering tot het benoemen van de (on)geloofwaardige relevante elementen en, indien van toepassing, de redenen waarom deze niet kwalificeren voor vluchtelingenstatus en/of de subsidiaire beschermingsstatus. De IND brengt in deze situatie geen voornemen uit, maar motiveert dit in de inwilligende beschikking.

Als de vreemdeling uitsluitend een adres in het buitenland heeft, stuurt de IND de beschikking door tussenkomst van de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in dat land naar het buitenlandse adres van de vreemdeling.

Naar boven