Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 mei 2021, nr. WJZ/ 21130239, houdende wijziging van de Beleidsregel Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB in verband met de Diergezondheidsverordening

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 4.8 van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB;

Gelet op artikel 4.8 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2, tweede lid, onderdelen e, f, g, h en i komen te luiden:

  • e. artikel 84, eerste en tweede lid, van Verordening (EU) 2016/429 en artikel 5a.3 van de Regeling houders van dieren voor zover de houder geen veeteelt bedrijft;

  • f. artikelen 102, eerste lid, a tot en met d, tweede en derde lid, en 115, onderdeel b, van Verordening (EU) 2016/429, artikelen 22, 23 en 57 van Verordening (EU) 2019/2035 en artikel 5b.4, tweede lid, van de Regeling houders van dieren voor zover het register in geringe mate onvolledig is of zover de houder geen veeteelt bedrijft;

  • g. artikelen 38 en 81 van Verordening (EU) 2019/2035, artikelen 9, eerste en derde lid, 13 en 17 van Verordening (EU) 2021/520 jo artikelen 5b.6, eerste lid, 5b.17 en 5b.22 van de Regeling houders van dieren in het geval van het verlies van één oormerk bij maximaal 10 procent van de runderen tot het absolute aantal van 20 runderen en de identiteit van de runderen kan worden aangetoond;

  • h. artikelen 102, eerste lid, a tot en met d, tweede en derde lid en artikel 112, onder d van Verordening (EU) 2016/429, artikel 3, eerste lid, van Verordening (EU) 2021/520 jo artikelen 22 en 23, eerste lid, van Verordening 2019/2035, voor zover het bedrijfsregister onvolledig is bijgehouden ten aanzien van maximaal 10 procent van de runderen tot het absolute aantal van 20 runderen, voor zover maximaal 3 mutaties niet of niet tijdig zijn gemeld en de identiteit van de runderen kan worden aangetoond;

  • i. artikelen 45, 46 en 81 van Verordening (EU) 2019/2035, artikelen 14 en 17 van Verordening (EU) 2021/520 en artikelen 5b.6, eerste lid, 5b.28 en 5b.29 van de Regeling houders van dieren, in het geval van verlies van één identificatiemiddel bij maximaal 10 procent van de schapen of geiten tot het absolute aantal van 20 schapen en geiten;.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 21 april 2021

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 mei 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

In verband met de nieuwe Europese Diergezondheidsverordening die vanaf 21 april 2021 in werking is getreden en die doorwerkt in de randvoorwaarden van het GLB wordt een viertal beheerseisen aangepast.

De Diergezondheidsverordening bevat o.a. (nieuwe) regels voor de identificatie en registratie van dieren. Om aan te sluiten bij deze nieuwe regelgeving worden in de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB de randvoorwaarden RBE 6, 7 en 8 die gaan over I&R gewijzigd. De aanpassingen gaan met name over wetstechnische verbeteringen en/of gewijzigde verwijzing naar nationale regelgeving zodat deze in lijn gebracht wordt met de (nieuwe) Europese regelgeving.

In deze beleidsregel wordt het artikel betreffende de randvoorwaarden waarvoor een waarschuwing geldt vanwege geringe ernst, omvang en duur, hierop aangepast.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven