TOELICHTING
1. Algemeen
Met deze regeling wordt bewerkstelligd dat de aanbieder van personenvervoer via lucht-
en scheepvaart alleen reizigers, uit door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport (hierna: VWS) vanwege de hoge mate van aanwezigheid van covid-19 aangewezen
gebieden, Europees Nederland en Bonaire (voor reizigers naar Saba of Sint Eustatius)
laat reizen die in het bezit zijn van een negatieve testuitslag voor besmetting met
covid-19. De betreffende reiziger dient hooguit 72 uur voor aankomst te zijn getest
met een PCR-test. De regel dat een reiziger moet zijn getest is niet van toepassing
op onder andere personen jonger dan dertien jaar.
De aanwijzing van de gebieden van herkomst die hiervan zijn uitgezonderd, geschiedt
door de Minister van VWS, na overleg met de gezaghebbers. Voor het Caribische deel
van het Koninkrijk geldt een apart afwegingskader op basis waarvan een gebied wordt
aangewezen. Voor elk eiland van Caribisch Nederland zal na overleg met de gezaghebber
(in Sint Eustatius: regeringscommissaris) de lijst met gebieden worden opgesteld.
Deze regeling is een aanvulling op reeds geldende adviezen en reeds geldend inreisbeleid.
Het testen van reizigers is dan ook geen vervanging voor quarantaine of andere maatregelen.
Het vliegverbod dat thans geldt voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: de BES-eilanden)
zal per 15 januari 2021 komen te vervallen.
Met deze regeling wordt aangesloten bij het 85e OMT-advies.1 Daarin wordt geadviseerd de mogelijkheid te verkennen voor het vereisen van een negatieve
testuitslag bij binnenkomst voor alle reizigers (ook voor terugkerende ingezetenen)
uit hoogrisicogebieden. Dit advies is urgenter geworden naar aanleiding van een variant
van SARS-CoV-2 die is gedetecteerd in het Verenigd Koninkrijk. Deze variant lijkt
zich sneller te verspreiden dan de tot heden bekende varianten van het virus. Met
deze regeling wordt beoogd eraan bij te dragen dat nieuwe varianten van het virus
zich niet via de betreffende reizigers naar de BES-eilanden kunnen verspreiden wat
een sterke toename in het aantal besmettingen op de BES-eilanden tot gevolg kan hebben.
De wetgever heeft in artikel 58p, tweede lid, eerste zin, Wpg bepaald dat bij ministeriële
regeling regels kunnen worden gesteld over het aanbieden van, de toegang tot en het
gebruik van voorzieningen voor personenvervoer. In het derde lid is gespecificeerd
dat die regels betrekking kunnen hebben op een verplichting voor de aanbieder van
personenvervoer ervoor zorg te dragen dat aan een reiziger die vertrekt vanuit een
door de Minister van VWS, na overleg met de gezaghebbers, aangewezen gebied in het
buitenland of reist tussen het Europese deel van Nederland, Bonaire, Sint Eustatius
of Saba uitsluitend vervoer wordt aangeboden, toegang daartoe wordt verschaft en gebruik
daarvan wordt toegestaan, indien de reiziger een testuitslag kan tonen aan de aanbieder
van personenvervoer en een toezichthouder, waaruit blijkt dat hij op het moment van
testen niet was geïnfecteerd met SARS-CoV-2.
2. Hoofdlijnen van de regeling
Op grond van deze regeling worden maatregelen genomen die zien op de aanbieders van
overig bedrijfsmatig personenvervoer via internationale lucht- en scheepvaart. Vervoerders
dienen te zorgen dat passagiers die via het door hen aangeboden vervoer willen inreizen,
over een negatieve testuitslag beschikken. Deze moeten zij dus bij toegang en tijdens
de reis kunnen tonen aan de vervoerder. Dit geldt voor reizigers komend uit door de
Minister van VWS aangewezen gebieden, aan te wijzen na overleg met de gezaghebbers,
reizigers komend uit het Europees deel van Nederland en reizigers van Bonaire naar
Sint Eustatius of Saba, die toegang willen tot of gebruik willen maken van (inter)nationaal
vervoer om Bonaire, Sint Eustatius of Saba in te reizen per luchtvaartuig of schip.
Curaçao, Sint Maarten en Aruba worden voor de toepassing van deze regeling beschouwd
als ware het buitenland.2
De plicht van de vervoerder geldt, behoudens de hierna te noemen uitzonderingen, voor
alle reizigers die van het vervoer gebruikmaken, ongeacht nationaliteit. Reizigers
met de Nederlandse nationaliteit zijn hiervan dan ook niet uitgezonderd. Dit is conform
het eerdergenoemde advies van het OMT en het discriminatieverbod uit artikel 21 van
het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Wel geldt artikel 58p, vijfde
lid, Wpg: de regeling geldt niet ten aanzien van degenen die het grondgebied van Bonaire,
Sint Eustatius of Saba als het eigen land willen betreden en die niet kunnen – wat
blijkens de wetsgeschiedenis iets anders is dan niet willen – beschikken over een
testuitslag waaruit blijkt dat zij op het moment van testen niet waren geïnfecteerd
met het virus SARS-CoV-2.
Met deze maatregel wordt beoogd dat er geen reizigers uit hoogrisicogebieden de BES-eilanden
binnenkomen zonder negatieve testuitslag. Op deze hoofdregel is – naast artikel 58p,
vijfde lid, Wpg – een aantal uitzonderingen gemaakt te weten:
-
– regionaal grensoverschrijdend personenvervoer in verband met een medische corridor;
-
– personen tot en met 12 jaar;
-
– houders van een door het Ministerie van Buitenlandse Zaken verstrekte diplomatieke
identiteitskaart;
-
– houders van diplomatieke paspoorten;
-
– staatshoofden en leden van een buitenlandse regering;
-
– zeevarenden op andere schepen dan commerciële jachten en pleziervaart in het bezit
van een monsterboekje als zij in uitoefening van hun functie reizen of als zij van
of naar hun werkzaamheden reizen;
-
– personen op een vlucht die de BES-eilanden niet als eindbestemming hebben, maar wegens
onvoorziene omstandigheden naar een luchthaven op één van de eilanden moeten uitwijken
of die het luchtvaartuig niet verlaten;
-
– passagiers met een NATO Travel Order of een NATO-2-visum;
-
– personen werkzaam in het transport van goederen en ander transportpersoneel voor zover
noodzakelijk.
Onder de laatste uitzondering vallen personen die werken op containerschepen, bulkschepen
(bijvoorbeeld erts of steenkool), tankers (brandstoffen en chemicaliën) en visserijschepen.
Daarnaast vallen hieronder ook personen werkzaam in de energiesector, zoals olie-
en gasplatformen en windmolenparken, offshorebedrijven die diensten verlenen aan deze
sector, en air-, cruise- en ferrycrew als zij in uitoefening van hun functie reizen.
Houders van een door het Ministerie van Buitenlandse Zaken verstrekte diplomatieke
identiteitskaart;
houders van diplomatieke paspoorten; en staatshoofden en leden van een buitenlandse
regering zijn uitgezonderd vanwege internationale diplomatieke afspraken.
De uitzonderingen voor reizigers die gebruik maken van regionaal grensoverschrijdend
personenvervoer en voor grenswerkers, grensstudenten en grensscholieren, zoals die
bestaan voor Europees Nederland, zijn niet van toepassing op de BES-eilanden vanwege
het insulaire karakter van de eilanden. Deze zijn daarom niet opgenomen in de uitzonderingsgronden.
De BES-eilanden hebben een medische corridor geopend voor degenen die tussen de eilanden
moeten reizen om medische redenen. Het gaat om patiënten en medische specialisten.
Deze mensen worden tussen het vliegveld en het ziekenhuis vervoerd. Hierbij kan gedacht
worden aan dialysebehandelingen of acute zorg na een ongeval. In sommige gevallen
wordt binnen een aantal uur een vliegtuig ingezet om patiënten over te brengen naar
een ander eiland. In verband met de grote tijdsdruk en de genomen voorzorgsmaatregelen,
waardoor de kans op besmettingen klein is, hoeft deze groep personen geen negatieve
testuitslag te kunnen tonen.
De negatieve testuitslag, die reizigers aan de vervoerder dienen te tonen, moet aan
een aantal eisen voldoen. Het moet onder andere gaan om een PCR-test, de testuitslag
moet in het Nederlands, Engels, Duits, Frans, Spaans, Portugees of Italiaans duidelijk
maken dat de reiziger niet besmet is met SARS-CoV-2 en moet gegevens bevatten waarmee
de test herleidbaar is tot de reiziger. Voor de PCR-test is gekozen omdat die onder
meer door de Europese Commissie wordt gezien als de ‘gouden standaard’ voor betrouwbare
testen.3 De betreffende vervoerder zal reizigers hier bij vertrek naar Bonaire, Sint Eustatius
of Saba of tijdens de reis op controleren. Als de vervoerder hier niet op controleert
is hij in overtreding.
Het uitgangspunt is dat de test maximaal 72 uur oud mag zijn bij binnenkomst in Bonaire,
Sint Eustatius of Saba. Hierop wordt een uitzondering gemaakt indien een reiziger
buiten zijn schuld om vertraging oploopt. Dan mag de testafname maximaal 96 uur oud
zijn bij aankomst.
3. Verhouding tot andere regelgeving
Wet publieke gezondheid (Wpg)
De grondslag voor deze regeling is artikel 58p Wpg. Het tweede lid biedt de grondslag
om regels te stellen over het aanbieden van en de toegang tot en het gebruik van voorzieningen
voor personenvervoer. Het derde lid bepaalt expliciet dat die regels betrekking kunnen
hebben op het verlangen van een negatieve testuitslag.
Wet bescherming persoonsgegevens BES
Met deze maatregel worden bij het opvragen en aflezen van de testuitslag geen persoonsgegevens
opgenomen in een bestand of op een andere wijze verwerkt in de zin van artikel 1 van
de Wet bescherming persoonsgegevens BES. Bij een positieve of ontbrekende testuitslag
dient slechts de toegang tot en het gebruik van de voorzieningen voor het personenvervoer
te worden geweigerd.
4. Noodzaak en evenredigheid
Het doel van de maatregel is de bestrijding van het virus, nu dat zich onder meer
via het personenvervoer snel kan verspreiden. Een maatregel van een verplichte negatieve
testuitslag draagt eraan bij om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Daarnaast
wordt een influx van nieuwe varianten van het virus voorkomen. De maatregel heeft
gevolgen voor de bewegingsvrijheid, de lichamelijke integriteit (door het testen),
en (bij het tonen van de testuitslag) de privacy van de personen die Bonaire, Sint
Eustatius of Saba in willen reizen (vastgelegd in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet,
artikel 8 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mensen en
de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) en artikel 2 van het Vierde Protocol bij
het EVRM). Beperkingen van deze rechten zijn in principe toegestaan, als dit bij (of
krachtens) wet geregeld is en de beperkingen noodzakelijk, proportioneel en effectief
zijn om het doel van bescherming van de gezondheid te bereiken. Het gevolg voor personen
die geen negatieve testuitslag krijgen of kunnen krijgen, is dat de mogelijkheid tot
inreizen wordt belemmerd.
De beperkingen die deze regeling stelt worden gerechtvaardigd vanuit het belang van
de volksgezondheid. Zoals hiervoor onder verwijzing naar het 85ste OMT-advies uiteen
is gezet, is er een (dringende) noodzaak om de verdere verspreiding van het virus
op de BES-eilanden ook door (mogelijk) besmette passagiers die naar de BES-eilanden
reizen, zoveel mogelijk tegen te gaan. Door alleen reizigers vanuit het buitenland,
het Europees deel van Nederland of van de andere BES-eilanden, toe te staan die een
negatieve testuitslag kunnen laten zien, kan instroom van mogelijke nieuwe varianten
van het virus met een hoger besmettingsrisico worden tegengaan.
Een negatieve testuitslag wordt ook verlangd van reizigers uit Europees Nederland
die naar de BES-eilanden reizen en van reizigers die van Bonaire naar Sint Eustatius
en Saba reizen. Voor de BES-eilanden mogen andere regels of specifieke maatregelen
gelden met het oog op bijzondere omstandigheden waardoor de openbare lichamen zich
wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland (artikel 132a, vierde
lid, van de Grondwet). Daar is volgens de regering sprake van. De epidemiologische
situaties in Europees en Caribisch Nederland verschillen sterk, alleen al door de
grote geografische afstand, tussen Europees en Caribisch Nederland en tussen de eilanden
van Caribisch Nederland onderling. Ook vanwege het insulaire karakter en de bijzondere
kleinschaligheid van de eilanden worden er in Bonaire, Sint Eustatius en Saba ten
opzichte van Europees Nederland verschillende maatregelen getroffen, die ook per eiland
weer verschillen. Dit verschil komt ook tot uiting in de aparte advisering door het
Outbreak Management Team voor Caribisch Nederland. Gezien de medische beperkingen
op de eilanden en de daarmee samenhangende kwetsbaarheid van het zorgsysteem is het
streven naar het indammen (containment) en buitenhouden van het virus tot nu toe het
doel geweest. De mogelijkheid tot differentiatie bij de maatregelen ter bestrijding
van de epidemie is tevens opgenomen in artikel 58e, eerste lid, onder a, Wpg.
Ten slotte bepaalt artikel 3, tweede lid, van het Vierde Protocol bij het EVRM dat
aan niemand het recht mag worden ontnomen het grondgebied te betreden van de Staat,
waarvan hij onderdaan is. Artikel 12, vierde lid, van het Internationaal Verdrag inzake
Burgerrechten en Politieke Rechten (hierna: IVBPR) bepaalt dat niemand willekeurig
het recht mag worden ontnomen naar zijn eigen land terug te keren. Hieruit vloeit
geen absoluut recht voort om zonder enige voorwaarden het grondgebied te betreden
van de Staat waarvan een persoon onderdaan is, respectievelijk van het eigen land.
Van het ontnemen van dit recht is met deze regeling in beginsel geen sprake. Het betreft
een voorwaarde die wordt gesteld voor vervoer. Dit laat echter onverlet dat de te
stellen voorwaarden niet zodanig vergaand mogen zijn dat het recht om te reizen feitelijk
onder geen enkele omstandigheid meer kan worden uitgeoefend als degene voor wie dit
geldt, in het buitenland is en om welke reden dan ook niet kan beschikken over de
vereiste testuitslag. Daarom bepaalt artikel 58p, vijfde lid, Wpg dat een negatieve
testuitslag niet verplicht is als het een persoon betreft die niet kan beschikken over een negatieve testuitslag.
5. Uitvoering, toezicht en handhaving
De verplichting zoals die is opgenomen in de nieuwe artikelen 6.11 voor Bonaire en
Saba en 6.12 voor Sint Eustatius is gericht tot de vervoerders. De verplichting rust
voor luchtvaart op vervoerders die verplicht zijn te beschikken over de exploitatievergunning
voor luchtvervoer op basis van artikel 8 van de Luchtvaartwet BES. Voor scheepvaart
is bepaald dat het veerboten en passagiersschepen betreft. Deze vervoerders dienen
er dus zorg voor te dragen dat reizigers een negatieve testuitslag aan hen tonen.
Hieraan wordt in de eerste plaats voldaan door te controleren of de reizigers de negatieve
testuitslag bij zich dragen. Daarnaast zullen vervoerders (voorzorgs)maatregelen nemen
om te zorgen dat reizigers voor en tijdens hun reis op de hoogte zijn van deze eis,
bijvoorbeeld door dit op hun website en bij de ticketverkoop aan te geven.
De controle of reizigers een negatieve testuitslag bij zich hebben kunnen vervoerders
uitvoeren door bij het instappen aan de reiziger te vragen de negatieve testuitslag
te tonen. Het is noodzakelijk dat deze controle dan wel gebeurt voordat de BES-eilanden
wordt bereikt. Op Nederlands grondgebied moet de vervoerder er immers voor zorgen
dat alle reizigers de negatieve testuitslag hebben en overtreding vermijden.
Een eerste controle op de negatieve testuitslag zal dus door de aanbieder van het
vervoer in het land van vertrek plaats moeten vinden. Personen zonder negatieve testuitslag
zullen hierdoor – in beginsel – niet meer naar de BES-eilanden kunnen reizen. Een
tweede controle, in ieder geval op de door de reiziger ingevulde en ondertekende testverklaring,
vindt bij aankomst op de BES-eilanden plaats door de Dienst Publieke Gezondheid. Indien
tijdens deze controle blijkt dat de negatieve testuitslag ontbreekt of niet voldoet,
wordt deze persoon door de Dienst Publieke Gezondheid verzocht om terug te keren naar
de locatie van vertrek of kan een op de individu gerichte alternatieve maatregel worden
aangeboden.
Anders dan bij luchtvaart kunnen rederijen niet verplicht worden deze controle al
in het land van vertrek te verrichten. Op grond van het VN Zeerechtverdrag (UNCLOS)
kan deze maatregel niet buiten de Nederlandse territoriale zee worden opgelegd. Wel
kan hen opgelegd worden de controle op de negatieve testverklaring te verrichten voordat
de passagiers van boord mogen. Ook hier kan de Dienst Publieke Gezondheid een tweede
controle uitvoeren op de testuitslag en de door de reiziger ingevulde en ondertekende
testverklaring.
De verplichting voor de vervoerder houdt ook in dat in het aanbod van de vervoerder
aan de passagier besloten moet liggen dat rechtmatig aan de passagier vervoer kan
worden geweigerd, als deze niet over een negatieve testuitslag beschikt. Voor de handhaving
van een situatie waarin vervoer aan een passagier geweigerd moet worden, wordt aangesloten
bij de bestaande regelgeving op dat terrein.
Op de wijze waarop vervoerders uitvoering geven aan de nieuwe artikelen 6.11 voor
Bonaire en Saba en 6.12 voor Sint Eustatius wordt toezicht gehouden en zo nodig handhavend
opgetreden. De overtreding van deze artikelen is strafbaar gesteld op grond van artikel
68bis van de Wpg. Een dergelijke overtreding kan onder andere beboet worden met een
geldboete van de eerste categorie. Dit bedraagt voor een natuurlijk persoon maximaal
435 euro en kan voor een rechtspersoon maximaal 4.350 euro bedragen. Op de naleving
wordt toezicht gehouden door onder andere de politie en aangewezen buitengewone opsporingsambtenaren.
Ook kan zo nodig bestuursdwang of een last onder dwangsom toegepast worden in het
geval de Minister van VWS of een door hem aangewezen toezichthouder een bevel heeft
gegeven over de uitvoering van de artikelen 6.11 voor Bonaire en Saba en 6.12 voor
Sint Eustatius.
6. Regeldruk
De nieuwe artikelen brengen regeldruk met zich voor vervoerders en voor reizigers
die gehouden zijn een negatieve testuitslag te tonen. Deze regeldruk is noodzakelijk
gezien het belang van de volksgezondheid. De negatieve testuitslag draagt er immers
aan bij dat het aantal besmettingen niet toeneemt en dat varianten van het virus zich
niet via de betreffende reizigers naar de BES-eilanden kunnen verspreiden. De reiziger
draagt de kosten voor het laten afnemen van een PCR-test. De kosten van deze test
zijn niet exact te benoemen omdat de kosten hiervoor verschillen per land, daarom
wordt voor de berekening van de regeldruk een schatting gemaakt van de gemiddelde
kosten van een test. Ook de vervoerder zal door deze regeling een beperkte mate van
regeldruk ervaren. De vervoerder moet namelijk controleren of de reiziger in het bezit
is van een negatieve testuitslag.
In 2019 deden zo’n 650.000 reizigers Bonaire, Sint Eustatius of Saba aan per boot
of vliegtuig.4 Door een afname in het reisverkeer door het coronavirus wordt uitgegaan van zo’n
400.000 reizigers die verplicht zijn een test af te nemen. Naar schatting zijn daarvan
100.000 personen uit Nederland afkomstig. De prijs van test wordt gemiddeld geschat
op € 90. De gevolgen voor de regeldruk zijn als volgt:
Regeldruk
|
P
|
Q
|
Totaal
|
Afnemen test
|
€ 90
|
100.000
|
€ 9.000.000
|
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor
een formeel advies, omdat de gevolgen voor de regeldruk in de toelichting toereikend
in beeld zijn gebracht
7. Parlementaire zeggenschap
Gelet op artikel 58c, derde lid, Wpg treedt deze ministeriële regeling de dag na publicatie
in werking, aangezien sprake is van een zeer dringende omstandigheid waarin ter beperking
van gevaar direct moet worden gehandeld. Wegens het aflopen van het vliegverbod op
15 januari 2021, het grote aantal besmettingen op Bonaire, in Europees Nederland en
in het buitenland, door de in het buitenland gevonden varianten van het virus en wegens
het feit dat Sint Eustatius en Saba op dit moment geen besmettingen met het virus
kennen, is het noodzakelijk om direct reizigers te controleren op een negatieve testuitslag.
Daarom is toepassing gegeven aan de spoedprocedure van artikel 58c, derde lid, Wpg.
De regeling wordt binnen twee dagen na vaststelling aan beide Kamers der Staten-Generaal
overgelegd. De regeling vervalt van rechtswege indien de Tweede Kamer binnen een week
na de toezending besluit niet in te stemmen met de regeling.
8. Inwerkingtreding
De onderhavige regeling treedt in werking op de dag na publicatie in de Staatscourant.
Vanwege de vereiste spoed wordt daarbij afgeweken van de zogeheten vaste verandermomenten
en de minimuminvoeringstermijn van drie maanden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge