De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Justitie en Veiligheid
en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
en de Minister voor Medische Zorg;
Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;
Gelet op de artikelen 58e, eerste lid, 58f, vijfde lid, en 58h, eerste lid, van de
Wet publieke gezondheid;
Besluiten:
TOELICHTING
1. Algemeen
Strekking
Deze regeling wijzigt de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 en maakt mogelijk
dat bibliotheken, onder voorwaarden, volledig voor het publiek worden geopend. Tevens
wordt een omissie over het buitensporten met deze wijziging rechtgezet.
Deze regeling is gebaseerd op de ingevolge de Tijdelijke wet maatregelen covid-19
geldende bepalingen van de Wet publieke gezondheid (Wpg).
Pijlers van de bestrijding van de epidemie
Nederland bevindt zich nog middenin de pandemie van het virus SARS-CoV-2 (hierna:
het virus), die nog steeds tot besmettingen leidt. Vanwege het virus, golden over
de periode van ruim een jaar reeds ingrijpende maatregelen, die zijn gebaseerd op
drie pijlers:
-
– een acceptabele belastbaarheid van de zorg – ziekenhuizen moeten kwalitatief goede
zorg kunnen leveren aan zowel covid-19-patiënten als aan patiënten binnen de reguliere
zorg;
-
– het beschermen van kwetsbare mensen in de samenleving;
-
– het zicht houden op en het inzicht hebben in de verspreiding van het virus.
Deze pijlers zijn ook voor de maatregelen van deze regeling uitgangspunt, gelet op
de in de paragraaf 2 beschreven epidemiologische situatie.
2. Epidemiologische situatie
Voor een overzicht van de epidemiologische situatie en het verloop daarvan wordt verwezen
naar de regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister
van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
van 11 mei 2021, kenmerk 2349539-1007438, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling
maatregelen covid-19 in verband met het doorvoeren van stap 2 uit het openingsplan.
3. Hoofdlijnen van deze regeling
Met deze wijziging wordt in aanvulling op stap 2 uit het openingsplan mogelijk gemaakt
om bibliotheken, onder voorwaarden, volledig voor het publiek te openen. Voor een
toelichting op de voorwaarden wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.
In het Kamerdebat van 12 mei 2021 is de motie Paternotte c.s.1 ingediend, waarin is verzocht om bibliotheken volledig open te stellen voor het publiek.
Alhoewel de opening van bibliotheken is voorzien in stap 3 van het openingsplan, heeft
het kabinet naar aanleiding van deze motie deze keuze – ook in het licht van de epidemiologische
situatie en het verloop daarvan – heroverwogen. De bibliotheken hebben een bijzondere
plaats in onze samenleving, waarmee zij een belangrijke maatschappelijke, educatieve,
culturele en welzijnsfunctie vervullen. Zoals ook blijkt uit hetgeen het Sociaal en
Cultureel Planbureau aangeeft, staan ontspanning, ontplooiing, ontmoeting en ondersteuning
onder druk. De unieke positie van bibliotheken, maakt dat het kabinet van oordeel
is dat de volledige opening van bibliotheken, aanvullend op de reeds bestaande mogelijkheden
die bibliotheken nu al aan kunnen bieden, een bijdrage kunnen leveren aan de maatschappelijke,
culturele en welzijnsfunctie.
4. Regeldruk
Deze regeling heeft enige gevolgen voor de regeldruk voor burgers en beheerders van
bibliotheken. De bibliotheken mogen onder voorwaarden open voor het publiek, de beheerders
moeten de bezoekers informeren over de wijzigingen die gaan gelden. Dit levert enige
regeldruk op.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
Op grond van artikel 4.a1, eerste lid, onder s, waren bibliotheken voor het ophalen
en terugbrengen van bestelde of gereserveerde artikelen en bibliotheken die verbonden
zijn aan een instelling voor beroepsonderwijs of hoger onderwijs voor zelfstudie door
bij de instelling ingeschreven studenten reeds geopend voor publiek. Nu bibliotheken
onder voorwaarden weer volledig geopend mogen zijn voor publiek, kan deze uitzondering
op het verbod op het openstellen van publieke plaatsen, zoals neergelegd in artikel
4.a1, eerste lid, uitgebreid worden naar ‘bibliotheken’. Wel mogen bibliotheken alleen
geopend worden voor publiek als het publiek gereserveerd heeft voor groepsverbanden
van ten hoogste twee personen (met uitzondering van kinderen tot en met twaalf jaar
en personen die op hetzelfde adres woonachtig zijn) (onderdeel a). Verder moet een
gezondheidscheck uitgevoerd worden en vindt placering – waar mogelijk – plaats (onderdelen
b en c). Zitplaatsen moeten zo worden ingedeeld dat het publiek op de veilige afstand
van elkaar zit (onderdeel h). Ook mag ter plaatse geen oploop van publiek kunnen ontstaan
(onderdeel i). In totaal mogen niet meer personen als publiek worden toegelaten dan
één persoon per 25 m2 voor publiek toegankelijke oppervlakte (onderdeel j). In de bibliotheek mag niet
meer personeel aanwezig zijn dan strikt noodzakelijk is voor het uitoefenen van de
bibliotheekfunctie, zoals het uitlenen van boeken (onderdeel k).
Voor bibliotheken geldt verder dat de beheerders van deze locaties verplicht zijn
bezoekers in de gelegenheid te stellen hun contactgegevens beschikbaar te stellen
(onderdelen d). Zo kunnen mensen worden benaderd in het kader van bron- en contactonderzoek
indien er in een bepaalde periode een besmetting bij het personeel dan wel een bezoeker
geconstateerd is. Ook draagt dit bij aan effectief bron- en contactonderzoek door
de GGD, een essentieel onderdeel van de bestrijding van de epidemie.2 Registratie van gegevens vindt alleen plaats als de bezoeker toestemming geeft voor
de verwerking en overdracht van zijn gegevens voor de uitvoering van een eventueel
bron- en contactonderzoek door de GGD.
De gegevens moeten veertien dagen bewaard worden door de beheerder van de locatie
en daarna worden verwijderd.
Eventuele toestemming door bezoekers moet voldoen aan de eisen die de Algemene verordening
gegevensbescherming (AVG) aan een rechtsgeldige toestemming stelt, waaronder dat de
toestemming vrijelijk gegeven is, ondubbelzinnig en voorts dat de bezoeker vooraf
geïnformeerd wordt over het specifieke gebruik van de gegevens waar hij toestemming
voor geeft. Nu de toestemming vrij moet kunnen worden gegeven, mogen aan het enkele
weigeren ervan geen consequenties worden verbonden. Wanneer beheerders persoonsgegevens
van bezoekers verwerken, zijn zij daarbij gebonden aan de regels van de AVG.
In onderdeel e is geëxpliciteerd dat bij het vragen naar de gegevens moet worden gewezen
op de vrijwilligheid van het aanleveren van deze gegevens. Dat kan bijvoorbeeld mondeling
of door dit voor te drukken op de briefjes waarmee de gegevens worden aangeleverd.
Uit onderdeel f volgt dat de persoonsgegevens niet zichtbaar mogen zijn voor anderen.
Dit kan door bijvoorbeeld de gegevens te laten invullen op individuele briefjes die
dicht worden gevouwen of in een envelop worden gedaan voordat zij worden ingenomen.
Onderdeel B
Met het doorvoeren van stap 2 uit het openingsplan3, zijn de mogelijkheden voor buitensporten verruimd; het is personen buiten toegestaan
te sporten, waarbij een groepsgrootte van maximaal dertig personen geldt. Sport en
beweging zijn immers belangrijk voor de gezondheid van mensen, zowel fysiek als mentaal.
Voor personen vanaf zevenentwintig jaar geldt dat zij buiten mogen sporten op anderhalve
meter afstand van elkaar. Per abuis is de uitzondering op de veiligeafstandsnorm voor
jongeren van achttien tot en met zesentwintig jaar niet verruimd in lijn hiermee.
Jongeren van achttien tot en met zesentwintig jaar zijn tijdens de beoefening van
sport niet alleen vrijgesteld van de veiligeafstandsnorm in een sportaccommodatie
buiten of tijdens buitensportactiviteiten georganiseerd door of in opdracht van de
gemeente, maar tijdens alle sportactiviteiten in de buitenlucht. Dit onderdeel herstelt
dit.
Artikel II Inwerkingtreding
Deze ministeriële regeling moet op grond van artikel 58c, tweede lid, Wpg binnen twee
dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.
De regeling treedt ingevolge artikel 58c, tweede lid, Wpg niet eerder in werking dan
een week na deze overlegging en vervalt als de Tweede Kamer binnen die termijn besluit
niet in te stemmen met de regeling. Gelet op het belang van de volksgezondheid is
het de bedoeling dat de regeling op 19 mei 2021 in de Staatscourant wordt gepubliceerd
en dan de dag daarna, 20 mei 2021 (00.00 uur), in werking zal treden. Hierbij wordt
afgeweken van de zogeheten vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van
drie maanden.4
Op grond van artikel 8.1 Trm vervalt de Trm op het tijdstip waarop hoofdstuk Va Wpg
vervalt. Het gaat hier om een uiterste vervaldatum. Als de noodzaak al eerder ontvalt
aan deze regeling of onderdelen ervan, zal de regeling eerder worden ingetrokken of
aangepast. In artikel 58c, zesde lid, Wpg is immers geëxpliciteerd dat maatregelen
zo spoedig mogelijk worden gewijzigd of ingetrokken als deze niet langer noodzakelijk
zijn.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge