Regeling van de Minister voor Medische Zorg en Sport van 12 mei 2021, kenmerk 2352849-1007845-GMT, houdende wijziging Regeling maximumprijzen geneesmiddelen i.v.m. tussentijdse wijziging

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 2 van de Wet geneesmiddelenprijzen;

Besluit:

ARTIKEL I

In de bijlage bij de Regeling maximumprijzen geneesmiddelen vervallen de regels beginnend met EU/1/07/405/013, EU/1/07/405/031, EU/1/07/405/032 en EU/1/07/405/033.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

TOELICHTING

1. Inhoud regeling

Op grond van de Wet geneesmiddenprijzen (Wgp) zijn bij ministeriële regeling maximumprijzen voor geneesmiddelen vastgesteld. De laatste reguliere wijziging van de Regeling maximumprijzen geneesmiddelen (Rmg) zag op de 48e herijking van deze regeling, die op 1 april 2021 in werking is getreden.

Na publicatie van deze regeling heeft een eerder ontvangen zienswijze mij alsnog aanleiding gegeven de vaststelling van de maximumprijs voor een specifiek geneesmiddel te heroverwegen. Dit heeft geleid tot het intrekken van de maximumprijs, omdat in de eerdere berekening een op de voor Noorwegen aangewezen prijslijst vermeld geneesmiddel was betrokken. In Noorwegen is dit geneesmiddel niet meer in de handel, waardoor het geneesmiddel nog maar voor één referentieland met een prijs is vermeld in de aangewezen prijslijst. De Wgp bepaalt dat vaststelling van een maximumprijs achterwege moet blijven als voor slechts één referentieland een prijs is vermeld in een aangewezen prijslijst.

2. Inwerkingtreding

Ingevolge het kabinetsbeleid op het gebied van vaste verandermomenten treedt een ministeriële regeling in werking op een van de vier vaste momenten in het jaar en wordt de regeling ten minste twee maanden daarvoor gepubliceerd. Hierop kunnen uitzonderingen worden gemaakt, onder meer indien sprake is van reparatieregelgeving. Omdat hiervan in dit geval sprake is, wordt afgeweken van de vaste verandermomenten.

3. Beroepsmogelijkheid

Degene wiens belang rechtstreeks is betrokken bij deze regeling tot wijziging van de Rmg kan daartegen binnen zes weken na de dag waarop deze in de Staatscourant is geplaatst, beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), te Den Haag. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en dient ten minste te bevatten de naam en adres van de indiener, de dagtekening, de omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden waarop het beroep berust.

Van de indiener van een beroepschrift wordt griffierecht geheven. Nadere informatie over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betalen wordt door de griffie van het CBb verstrekt.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

Naar boven