Algemene wet inzake rijksbelastingen. Inkomstenbelasting. Tegemoetkoming belastingrente vanwege verlenging aangiftetermijn 2020

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 4 mei 2021, nr. 2021-9389

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit voorziet in een tegemoetkoming in de berekening van belastingrente in verband met de verlenging van de termijn voor het indienen van de aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2020 van 1 mei 2021 tot 8 mei 2021.

1. Inleiding

Door een technische storing was het aantal belastingplichtigen dat vanaf 1 maart 2021 tegelijkertijd de aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2020 (hierna: de aangifte) kon invullen enige tijd beperkt. Deze verstoring is voor de Belastingdienst aanleiding geweest om de termijn voor het indienen van de aangifte met een week te verlengen van 1 mei 2021 tot 8 mei 2021.

Dit besluit bevat een tegemoetkoming in de berekening van belastingrente die voorkomt dat belastingplichtigen die de aangifte na 1 mei 2021, maar vóór 8 mei 2021, indienen, met belastingrente worden geconfronteerd.

2. Belastingrente

Uit de wet volgt dat als een (voorlopige) aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: de belastingaanslag) met een te betalen bedrag aan belasting wordt vastgesteld daarbij in beginsel belastingrente in rekening wordt gebracht (artikel 30f e.v. van de Algemene wet inzake rijksbelastingen). Belastingrente blijft achterwege als de belastingaanslag is vastgesteld overeenkomstig een voor 1 mei ingediende aangifte.

Vanwege een storing heeft de Belastingdienst de termijn voor het indienen van de aangifte met een week verlengd van 1 mei 2021 tot 8 mei 2021. Belastingplichtigen die de aangifte na 1 mei 2021, maar voor 8 mei 2021, indienen kunnen met belastingrente worden geconfronteerd. Dit acht ik ongewenst. Daarom keur ik het volgende goed met toepassing van artikel 63 AWR (hardheidsclausule).

Goedkeuring

Ik keur goed dat geen belastingrente in rekening wordt gebracht als de belastingaanslag is vastgesteld overeenkomstig een na 1 mei 2021, maar vóór 8 mei 2021, ingediende aangifte.

Dit betekent dat geen belastingrente in rekening wordt gebracht bij belastingaanslagen die zijn vastgesteld overeenkomstig een voor 8 mei 2021 ingediende aangifte.

3. Inwerkingtreding en vervaldatum

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2021.

Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2023.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 4 mei 2021,

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken

Naar boven