De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onderdeel b, 4, eerste en tweede lid, en 5 van
de Kaderwet subsidies I en M en de artikelen 2, eerste lid, 4, eerste en tweede lid,
6, tweede lid, onderdeel b, 8, eerste en tweede lid, 10, tweede en vierde lid, 15,
eerste en vijfde lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;
BESLUIT:
TOELICHTING
I Inleiding
Het kabinet kondigde op 13 november 2020 een verbod aan voor de jaarwisseling 2020/2021
op het verkopen en afsteken van eindejaarsvuurwerk naar aanleiding van de grote druk
op de zorg en de handhaving als gevolg van de COVID-19-pandemie. Met het verbod wilde
het kabinet eraan bijdragen dat de druk op de zorg en de handhaving tijdens de jaarwisseling
niet nog verder zou oplopen en wilde het voorkomen dat het virus zich tijdens de jaarwisseling
verder zou verspreiden. Het vuurwerkverbod is vormgegeven door een tijdelijke wijziging
van het Vuurwerkbesluit die op 15 december 2020 in werking is getreden. Met ingang
van 2 januari 2021 is dit verbod weer vervallen.
Omdat het vuurwerkverbod voor ondernemers in de vuurwerkbranche grote financiële gevolgen
heeft, heeft het kabinet specifieke steunmaatregelen voor deze branche toegezegd bovenop
de algemene steunmaatregelen in het kader van COVID-19 waarop ook ondernemers in deze
branche aanspraak kunnen maken.1
Deze regeling vormt de basis voor het verstrekken van specifieke steun aan detailhandelaren
in de vuurwerkbranche. Zij voorziet in subsidies voor detailhandelaren voor activiteiten
ter voorbereiding van de geannuleerde eindejaarsverkoop 2020 – zoals de inrichting
van de website en de winkel en het drukken en verspreiden van folders – alsmede voor
activiteiten naar aanleiding van die annulering, zoals het annuleren van bestellingen
en het retourneren van betalingen.
II Aanleiding en noodzaak
Aanleiding
Door de ontwikkelingen rond de verspreiding van COVID-19 en in verband daarmee de
grote druk op de zorg en handhaving is eind 2020 door verschillende maatschappelijke
partijen de oproep gedaan om tijdens de jaarwisseling 2020/2021 het afsteken van eindejaarsvuurwerk2 eenmalig te verbieden. Zowel de voorzitters van de veiligheidsregio’s, de SEH-artsen
en vertegenwoordigers uit de zorg en hulpverlening, als de politie en de politie-
en boabonden hebben zich uitgesproken voor een dergelijk verbod. Ook de Tweede Kamer
heeft de wens geuit om de druk voor artsen en verpleegkundigen in de ziekenhuizen
te ontlasten.3 Mede naar aanleiding hiervan heeft het kabinet besloten om eenmalig de verkoop en
het afsteken van eindejaarsvuurwerk te verbieden, voor de jaarwisseling 2020/2021.
Gelet op het specifieke karakter van de vuurwerkbranche, met kosten voor opslag- en
verkoopruimtes die aan strenge eisen moeten voldoen en slechts drie verkoopdagen per
jaar waarin de gehele jaaromzet wordt gerealiseerd, heeft het kabinet besloten tot
extra steunmaatregelen speciaal voor de vuurwerksector.
Probleembeschrijving
De vuurwerkbranche heeft als gevolg van het tijdelijke vuurwerkverbod in 2020 geen
gelegenheid gekregen voor de jaarlijkse verkoop van eindejaarsvuurwerk in de laatste
drie dagen van december. De vuurwerkbranche is gehouden aan deze wettelijk bepaalde
verkoopdagen.4 Dit levert extra financieel nadeel op voor de vuurwerkbranche ten opzichte van andere
sectoren die als gevolg van COVID-19-maatregelen tijdelijk hun activiteiten deels
of geheel hebben moeten stilleggen. Waar andere sectoren na opheffing van de COVID-19-maatregelen
hun bedrijvigheid direct weer kunnen uitvoeren, geldt dit voor de vuurwerksector niet
vanwege de voorgeschreven verkoopdagen.
Als gevolg daarvan hebben detailhandelaren van eindejaarsvuurwerk tevergeefs kosten
gemaakt met het oog op de verkoop in 2020, zoals voor het inrichten van de winkel
in verband met COVID-19 voor veilig kunnen verkopen van vuurwerk, websites, reclamedrukwerk
en dergelijke. Na bekendmaking van het vuurwerkverbod zijn opnieuw kosten gemaakt
voor het informeren van klanten, voor het annuleren van reeds geplaatste bestellingen
van klanten en voor het, waar mogelijk, afbestellen van de eigen bestellingen bij
vuurwerkbedrijven (groothandels, importeurs).
Het kabinet acht extra steun voor de vuurwerksector nodig naast het generieke coronasteunpakket.
Doel van de steun is het verminderen van de financiële gevolgen van het verbod op
eindejaarsvuurwerk voor detailhandelaren en vuurwerkbedrijven. De steun betreft alleen
het vuurwerk dat onder het tijdelijke verbod viel, dus ‘eindejaarsvuurwerk’: consumentenvuurwerk
met uitzondering van fop- en schertsvuurwerk.
Motivering instrumentkeuze
Na overleg met het Ministerie van Financiën is besloten dat de steun voor de vuurwerksector
als volgt wordt opgebouwd:
-
• Het generieke coronasteunpakket voor zaken als vaste lasten (zoals de Regeling subsidie
financiering vaste lasten MKB COVID-19, hierna: TVL), loonkosten (zoals de Tijdelijke
noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid, hierna: NOW) en financieringsconstructies;
-
• Twee nieuwe subsidieregelingen voor vergoeding van kosten voor:
-
○ activiteiten van detailhandelaren, zowel ten behoeve van de voorbereiding van de eindejaarsverkoop
2020 als naar aanleiding van de annulering van die eindejaarsverkoop (deze regeling);
-
○ opslag gedurende een jaar van eindejaarsvuurwerk dat in 2020 niet aan particulieren
mocht worden verkocht en vervoer van dit vuurwerk, voor zover nodig om het vuurwerk
veilig te kunnen opslaan (afzonderlijke regeling).
Het generieke coronasteunpakket
Aan de financiële steun voor de vuurwerkbranche wordt deels invulling gegeven met
de bestaande generieke coronasteunmaatregelen. Detailhandelaren en vuurwerkbedrijven
kunnen gebruik maken van het generieke coronasteunpakket voor zaken als vaste lasten
(zoals TVL), loonkosten (NOW) en financieringsconstructies. Deze regelingen zijn beschikbaar
voor alle sectoren die geraakt worden door de overheidsmaatregelen voor de aanpak
van het coronavirus, en bewegen mee met de mate waarin voor de onderneming sprake
is van extra kosten als gevolg daarvan. Voor de generieke coronasteun wordt verwezen
naar de daarvoor opgestelde regelingen en informatiekanalen. In deze toelichting wordt
hier verder niet op ingegaan.
De nieuwe subsidieregelingen
De financiële steun op basis van de generieke coronasteunmaatregelen wordt aangevuld,
omdat de vuurwerkbranche specifieke extra kosten maakt (zie hierboven bij de Probleembeschrijving).
Met subsidieregelingen wordt voorzien in de basis voor deze extra steun. De onderhavige
regeling heeft betrekking op de extra kosten voor detailhandelaren in relatie tot
de annulering van de eindejaarsverkoop van 2020. De Kaderwet subsidies I en M geeft
de mogelijkheid om subsidies te verstrekken voor activiteiten die passen in het beleid
inzake milieubeheer. Een subsidie kan worden verstrekt met het oog op het verrichten
van bepaalde activiteiten door de aanvrager, anders dan geleverde goederen of diensten
(artikel 4:21, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht). Deze regeling voorziet
in subsidies voor activiteiten ten behoeve van de voorbereiding van de geannuleerde
eindejaarsverkoop 2020 en activiteiten naar aanleiding van die annulering. Met een
subsidieregeling kan dus invulling worden gegeven aan de benodigde extra steun.
Het kabinet is verder voornemens met een afzonderlijke subsidieregeling de extra steun
te regelen voor extra benodigde opslag en transport van vuurwerk. Het niet verkochte
vuurwerk moet immers een jaar langer worden opgeslagen, en extra transport was nodig
naar de daarvoor geschikte locaties. Omdat voor deze subsidie de EU-staatssteunregels
van toepassing zijn, wordt onderzocht onder welke voorwaarden zij kan worden verstrekt.
Op deze regeling wordt in deze toelichting verder niet ingegaan.
III Hoofdlijnen van de subsidieregeling
Deze subsidieregeling betreft zowel activiteiten ten behoeve van de voorbereiding
van de eindejaarsverkoop 2020 als activiteiten naar aanleiding van de annulering van
die verkoop. Voor deze activiteiten wordt een subsidie toegekend van € 3.500, vermeerderd
met 6% van de in 2019 gerealiseerde omzet in eindejaarsvuurwerk van de aanvrager.
Voor deze subsidie moet de aanvrager aan twee eisen voldoen. Ten eerste moet hij voldoen
aan de voorwaarden van artikel 9. Ten tweede moet hij voldoen aan de voorwaarden voor
het ontvangen van de-minimissteun. Hieronder wordt op beide kort ingegaan.
In artikel 9 worden vier voorwaarden genoemd: de aanvrager is als detailhandelaar
ingeschreven bij de Kamer van Koophandelaar; heeft een of meer verkooplocaties in
Nederland; heeft in 2019 eindejaarsvuurwerk verkocht; en heeft de eindejaarsverkoop
2020 aantoonbaar voorbereid. De verkoop van eindejaarsvuurwerk in 2019 kan bij een
eventuele controle worden aangetoond met inkoopfacturen en eventueel betaalbewijzen.
Om aan te tonen dat de eindejaarsverkoop van 2020 is voorbereid, kan bijvoorbeeld
worden gedacht aan facturen voor voorbereidingen zoals hierboven genoemd en ingevulde
bestellijsten voor de inkoop van eindejaarsvuurwerk bij de leverancier. Tevens moeten
voor controledoeleinden de omzetgegevens per verkooplocatie van de laatste kwartalen
van 2019 en 2020 worden overgelegd.
De voor deze regeling relevante voorwaarden voor de-minimissteun staan in het Kaderbesluit
subsidies IenM. Op basis van de Europese de-minimisverordening (1407/2013/EU) kan
de overheid namelijk ondernemingen over een periode van drie belastingjaren tot € 200.000
aan steun verstrekken zonder dat dit onder de EU-regelgeving als staatssteun wordt
aangemerkt. Om na te gaan of en in hoeverre binnen dit bedrag op basis van de onderhavige
subsidieregeling nog steun aan de onderneming kan worden verstrekt, vermeldt de aanvrager
in een de-minimisverklaring welke de-minimissteun de onderneming vanaf 1 januari 2019
heeft ontvangen. Mocht uit de verklaring de-minimissteun blijken dat met de aangevraagde
steun het de-minimisplafond zou worden overschreden, dan wordt de hoogte van de subsidie
bijgesteld. Meer informatie over de voorwaarden voor de-minimissteun is te vinden
op: https://europadecentraal.nl/onderwerp/staatssteun/de-minimissteun/voorwaarden-de-minimis/ .
De omzet over 2019 wordt bij het bepalen van het subsidiebedrag geschat door de inkoopwaarde
(exclusief BTW) van het in 2019 ingekochte eindejaarsvuurwerk te vermenigvuldigen
met een factor twee. Deze formule is mede gebaseerd op informatie van de sector zelf,
verkregen via brancheverenigingen (zie ook hieronder in hoofdstuk VII).
Er is een plafond bepaald (artikel 8) voor de subsidie. Als het beschikbare bedrag
ontoereikend is, worden (op basis van artikel 3) aanvragen tot een bedrag van € 3.500
toegewezen en wordt het resterende bedrag evenredig verdeeld. In het geval dat het
beschikbare bedrag niet voldoende is om aan alle aanvragers € 3.500 uit te keren,
wordt het beschikbare bedrag evenredig verdeeld over deze aanvragen.
IV Wettelijk kader
Het tijdelijke vuurwerkverbod is gerealiseerd door wijziging van het Vuurwerkbesluit.
De subsidieregeling is gebaseerd op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, de
Kaderwet subsidie I en M en het Kaderbesluit subsidies I en M.
V Uitvoering
Beoogd uitvoerder voor de regeling is RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland).
RVO voert in opdracht van ministeries beleid uit dat is gericht op ondernemers en
beschikt over de hiervoor benodigde expertise. Het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat is de opdrachtgever voor deze subsidieregeling.
RVO zal voorzien in een digitaal loket voor het indienen van aanvragen, zal de aanvragen
beoordelen en zo nodig nadere controles uitvoeren. RVO zorgt voor het vaststellen
en uitkeren van subsidiebedragen.
Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 21 mei 2021; aanvragen kunnen vanaf indiening
ervan worden beoordeeld. Na de sluiting van het digitale loket op 21 juni 2021 kan
RVO beoordelen of een subsidieplafond wordt overschreden en een of meer subsidiebedrag(en)
moet(en) worden bijgesteld. Daarna start RVO met het uitkeren van voorschotten op
basis van de ingediende aanvragen.
Eventuele gebleken onjuistheden in de aanvraag kunnen aanleiding zijn tot afwijzing
van subsidie of tot terugvordering van subsidie na toekenning.
De uitvoering van deze subsidieregeling verloopt als volgt.
-
• Elke aanvrager ontvangt, na goedkeuring van de aanvraag, een vast bedrag van € 3.500,–
en een bedrag van 6% van de omzet in eindejaarsvuurwerk in 2019 mits het subsidieplafond
en de de-minimisruimte dit toelaten.
-
• Het volledige subsidiebedrag wordt als voorschot verstrekt. De vaststelling vindt
automatisch (ambtshalve) plaats.
-
• De aanvrager dient ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel, heeft een of
meerdere verkooplocaties, heeft in 2019 eindejaarsvuurwerk verkocht en heeft aantoonbaar
voorbereidingen getroffen voor de eindejaarsverkoop van 2020.
-
• Bij aanvraag moet (naast de bedrijfsgegevens) het bedrag van de inkoopwaarde van de
in 2019 gerealiseerde verkoop van eindejaarsvuurwerk per verkooplocatie worden opgegeven.
Ook moet een de-minimisverklaring worden verstrekt.
-
• RVO controleert steekproefsgewijs of het opgegeven bedrag klopt door het opvragen
van afschriften van inkoopfacturen 2019.
-
• RVO controleert tevens steekproefsgewijs of aangetoond kan worden dat voorbereidingen
zijn getroffen voor de eindejaarsverkoop 2020.
VI Gevolgen
Financiële gevolgen rijksoverheid
Voor het verminderen van de financiële gevolgen van het vuurwerkverbod voor de sector
(detailhandelaren en vuurwerkbedrijven) is een bedrag van € 40 miljoen geraamd, inclusief
de verstrekte steun uit het generieke coronasteunpakket en de uitvoeringskosten van
de subsidieregeling.5
Om te voorkomen dat het totale subsidiebedrag het beschikbare budget overstijgt, is
in de onderhavige regeling een subsidieplafond opgenomen van € 9,4 miljoen. Als het
totaalbedrag van de aanvragen hoger blijkt dan het subsidieplafond, worden de aangevraagde
subsidies verminderd (art. 3, zie ook hierboven).
Administratieve lasten burgers, bedrijven en anderen
De administratieve lasten bij deze subsidieregeling bestaan uit de kosten van de informatieverplichtingen
aan de overheid. Deze informatieverplichtingen zijn vooraf besproken met belangenverenigingen
voor de vuurwerkbranche.
Bij de berekening van de administratieve lasten wordt de Rijksbrede methodiek voor
regeldrukeffecten voorgeschreven, waarin wordt uitgegaan van € 50 aan kosten per uur
per bedrijf aan administratieve lasten.
Voor een aanvrager die is geselecteerd voor een steekproef (circa 10% van de aanvragers)
zullen de administratieve lasten hoger uitvallen. Hoeveel werk dit is, is onder meer
afhankelijk van de omvang van de aanvraag en kan niet vooraf worden bepaald.
Deze kosten doen zich alleen voor bij een detailhandelaar die besluit subsidie aan
te vragen. Er is geen sprake van een verplichting en de inspanning levert subsidie
op.
De bij de aanvraag in te leveren gegevens zijn bedrijfsgegevens, een opgave van de
inkoopwaarde van het in 2019 ingekochte eindejaarsvuurwerk en een opgave van de totale
omzet per verkooplocatie over de vierde kwartalen van 2019 en 2020 aan de hand van
de aangiftes omzetbelasting. Deze gegevens zijn bij elke ondernemer beschikbaar en
hoeven slechts te worden overgenomen in het webformulier. Naar schatting kost het
verzamelen van gegevens maximaal 1 uur en het indienen van de aanvraag 1 of 2 uur
tijd. Daarnaast moeten, met het oog op de mogelijkheid van een steekproef, bepaalde
bescheiden gedurende vijf jaar worden bewaard. Daarvoor benodigde extra tijd is verwaarloosbaar.
Voor detailhandelaren die onder deze regeling subsidie aanvragen voor activiteiten
in relatie tot de eindejaarsverkoop 2020 komt dit neer op gemiddeld € 125 in totaal
per aanvrager. Het totaal aan administratieve lasten bedraagt maximaal circa € 175.000
op basis van maximaal 1.400 verwachte verkooplocaties.
VII Advies en consultatie
Inbreng externe partijen
De doelgroep voor de regeling zijn detailhandelaren die vuurwerk verkopen. Gedurende
de voorbereiding van de besluitvorming heeft overleg plaatsgevonden met de vuurwerkbranche,
vertegenwoordigd door de BPN (Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland), de SVNC
(Stichting Vuurwerkdealers Nederlands Consumentenvuurwerk), Vuurwerkcheck en meerdere
detailhandelsbranches zoals de Tuinbranche Nederland en Inretail. De vuurwerkbranche
heeft informatie geleverd ter onderbouwing van de verwachte extra kosten en inbreng
geleverd met betrekking tot de uitvoeringsaspecten van deze subsidieregeling. De SVNC
heeft gepleit voor een regeling die zou voorzien in een volledige vergoeding van de
schade van de ondernemers.
Publieke consultatie
Het ontwerp voor de subsidieregeling heeft via internetconsultatie opengestaan van
19 februari 2021 tot en met 14 maart 2021. In totaal zijn er 212 reacties ingediend,
waarvan 124 openbaar. Een aantal reacties heeft geleid tot aanpassing van bepalingen
van de regeling en/of deze toelichting. Voor een verdere reflectie op de ingediende
reacties wordt verwezen naar het verslag van de consultatie: Overheid.nl | Consultatie Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID19 (internetconsultatie.nl).
Advies ATR
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor
een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk
heeft.
VIII Evaluatie
De effecten van de subsidieregeling worden na afronding bekend gemaakt. Het gaat daarbij
om geanonimiseerde gegevens van detailhandelaren die gebruik hebben gemaakt van subsidie
en de hoogte van de subsidies.
IX nwerkingtreding
De regeling treedt in werking op 21 mei 2021. Hiermee wordt afgeweken van de vaste
verandermomenten en vaste publicatiemomenten. Hierdoor is het echter mogelijk om snel,
dat wil zeggen vanaf juli 2021, te starten met het uitkeren van voorschotten.
Het tijdschema voor inwerkingtreding en uitvoering van de regeling is besproken met
de branche. Door overleg met de belangenverenigingen is er tevens voor gezorgd dat
potentiële aanvragers ruim voor publicatie op de hoogte zijn van de regeling en de
periode waarbinnen zij een aanvraag voor subsidie kunnen indienen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer