Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 17 mei 2021, nr. IENW/BSK-2021/126377, houdende vaststelling van een tijdelijke subsidieregeling voor activiteiten van detailhandelaren die vuurwerk verkopen in verband met een tijdelijk vuurwerkverbod vanwege COVID-19 (Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 detailhandel)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onderdeel b, 4, eerste en tweede lid, en 5 van de Kaderwet subsidies I en M en de artikelen 2, eerste lid, 4, eerste en tweede lid, 6, tweede lid, onderdeel b, 8, eerste en tweede lid, 10, tweede en vierde lid, 15, eerste en vijfde lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

consumentenvuurwerk:

consumentenvuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit;

detailhandelaar:

degene die ten behoeve van de verkoop van vuurwerk aan particulieren een inrichting drijft als bedoeld in artikel 2.2.1 van het Vuurwerkbesluit, niet zijnde een vuurwerkbedrijf;

eindejaarsverkoop:

het ter beschikking stellen van eindejaarsvuurwerk aan particulieren als bedoeld in artikel 2.3.2, tweede lid, van het Vuurwerkbesluit;

eindejaarsvuurwerk:

consumentenvuurwerk met uitzondering van fop- en schertsvuurwerk zoals aangewezen bij de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk;

fop- en schertsvuurwerk:

fop- en schertsvuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit;

inkoopwaarde:

prijs exclusief btw die door de detailhandelaar is betaald of verschuldigd is voor de inkoop van vuurwerk;

Kaderbesluit:

Kaderbesluit subsidies I en M;

minister:

Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

omzet van de eindejaarsverkoop 2019:

inkoopwaarde van in 2019 ingekocht eindejaarsvuurwerk vermenigvuldigd met een factor twee;

RVO:

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

tijdelijk vuurwerkverbod:

de wijziging van het Vuurwerkbesluit van 10 december 2020 (Stb. 2020, 520) waardoor in 2020 geen eindejaarsvuurwerk mocht worden verkocht aan particulieren en zij bij de jaarwisseling geen eindejaarsvuurwerk tot ontbranding mochten brengen;

verkooplocatie:

pand met verkoopruimte als bedoeld in artikel 2.3.4 van het Vuurwerkbesluit;

vestigingsadres:

adres waarop volgens de inschrijving van de Kamer van Koophandel het bedrijf van aanvrager is gevestigd;

vuurwerkbedrijf:

fabrikant, importeur of distributeur als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit niet zijnde een detailhandelaar.

Artikel 2 Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel subsidie te verstrekken voor activiteiten van detailhandelaren in verband met het tijdelijk vuurwerkverbod vanwege COVID-19.

Artikel 3 Verdelingsregime

  • 1. De beschikbare subsidiebedragen worden evenredig verdeeld over de tijdig en volledig ingediende aanvragen.

  • 2. In afwijking van het verdelingsregime, bedoeld in het eerste lid, worden aanvragen ten minste tot een bedrag van € 3.500 toegewezen, tenzij het subsidieplafond, bedoeld in artikel 8 daardoor zou worden overschreden, in welk geval het beschikbare subsidiebedrag evenredig wordt verdeeld over deze aanvragen.

Artikel 4 Algemene voorwaarden

Gedurende de looptijd van deze regeling kan een aanvrager slechts eenmaal in aanmerking komen voor een subsidie op grond van deze regeling.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt bij de minister ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier dat beschikbaar is via de website van RVO.

  • 2. Een aanvraag kan worden ingediend vanaf 21 mei 2021, 9.00 uur tot en met 21 juni 2021, 17.00 uur.

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten

De minister kan aan detailhandelaren op aanvraag subsidie verstrekken voor activiteiten die zijn ondernomen ten behoeve van de voorbereiding van de eindejaarsverkoop 2020 alsmede naar aanleiding van de annulering van de eindejaarsverkoop 2020.

Artikel 7 Subsidiehoogte

De subsidie voor de activiteiten bedoeld in artikel 6 bedraagt € 3.500 vermeerderd met 6% van de omzet van de eindejaarsverkoop 2019.

Artikel 8 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de activiteiten, bedoeld in artikel 6 bedraagt € 9.400.000.

Artikel 9 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 6 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de aanvrager is als detailhandelaar ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

  • b. de aanvrager heeft één of meerdere verkooplocaties in Nederland;

  • c. de aanvrager heeft in 2019 eindejaarsvuurwerk verkocht; en

  • d. de aanvrager heeft de eindejaarsverkoop 2020 aantoonbaar voorbereid.

Artikel 10 Subsidieaanvraag

  • 1. Bij de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 6 worden de volgende gegevens en verklaringen verstrekt:

    • a. de naam, het vestigingsadres en het adres van de verkooplocatie(s) van de aanvrager;

    • b. het inschrijvingsnummer van de aanvrager bij de Kamer van Koophandel;

    • c. de inkoopwaarde van in 2019 ingekocht eindejaarsvuurwerk aan de hand van inkoopfacturen uit 2019;

    • d. de totale omzet per verkooplocatie over de vierde kwartalen van 2019 en 2020 aan de hand van de aangiftes omzetbelasting;

    • e. een verklaring dat de eindejaarsverkoop 2020 is voorbereid;

    • f. een verklaring voor akkoord dat de gegevens, bedoeld in artikel 19, derde lid, van het Kaderbesluit tot vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling worden bewaard en dat wordt meegewerkt aan een op basis van een steekproef uit te voeren controle; en

    • g. een verklaring de-minimissteun.

  • 2. Artikel 10, vierde lid, onderdelen a tot en met e, van het Kaderbesluit is niet van toepassing.

Artikel 11 Subsidieverplichtingen

De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een door de minister of in opdracht van de minister uit te voeren steekproefsgewijze controle.

Artikel 12 Subsidievaststelling

Bij de subsidieverstrekking als bedoeld in artikel 6 wordt een beschikking tot subsidieverlening gegeven, met vermelding van de datum waarop de subsidie uiterlijk ambtshalve wordt vastgesteld.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 21 mei 2021 en vervalt met ingang van 1 januari 2022 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op voor die datum ingediende aanvragen van subsidies.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 detailhandel.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

I Inleiding

Het kabinet kondigde op 13 november 2020 een verbod aan voor de jaarwisseling 2020/2021 op het verkopen en afsteken van eindejaarsvuurwerk naar aanleiding van de grote druk op de zorg en de handhaving als gevolg van de COVID-19-pandemie. Met het verbod wilde het kabinet eraan bijdragen dat de druk op de zorg en de handhaving tijdens de jaarwisseling niet nog verder zou oplopen en wilde het voorkomen dat het virus zich tijdens de jaarwisseling verder zou verspreiden. Het vuurwerkverbod is vormgegeven door een tijdelijke wijziging van het Vuurwerkbesluit die op 15 december 2020 in werking is getreden. Met ingang van 2 januari 2021 is dit verbod weer vervallen.

Omdat het vuurwerkverbod voor ondernemers in de vuurwerkbranche grote financiële gevolgen heeft, heeft het kabinet specifieke steunmaatregelen voor deze branche toegezegd bovenop de algemene steunmaatregelen in het kader van COVID-19 waarop ook ondernemers in deze branche aanspraak kunnen maken.1

Deze regeling vormt de basis voor het verstrekken van specifieke steun aan detailhandelaren in de vuurwerkbranche. Zij voorziet in subsidies voor detailhandelaren voor activiteiten ter voorbereiding van de geannuleerde eindejaarsverkoop 2020 – zoals de inrichting van de website en de winkel en het drukken en verspreiden van folders – alsmede voor activiteiten naar aanleiding van die annulering, zoals het annuleren van bestellingen en het retourneren van betalingen.

II Aanleiding en noodzaak

Aanleiding

Door de ontwikkelingen rond de verspreiding van COVID-19 en in verband daarmee de grote druk op de zorg en handhaving is eind 2020 door verschillende maatschappelijke partijen de oproep gedaan om tijdens de jaarwisseling 2020/2021 het afsteken van eindejaarsvuurwerk2 eenmalig te verbieden. Zowel de voorzitters van de veiligheidsregio’s, de SEH-artsen en vertegenwoordigers uit de zorg en hulpverlening, als de politie en de politie- en boabonden hebben zich uitgesproken voor een dergelijk verbod. Ook de Tweede Kamer heeft de wens geuit om de druk voor artsen en verpleegkundigen in de ziekenhuizen te ontlasten.3 Mede naar aanleiding hiervan heeft het kabinet besloten om eenmalig de verkoop en het afsteken van eindejaarsvuurwerk te verbieden, voor de jaarwisseling 2020/2021.

Gelet op het specifieke karakter van de vuurwerkbranche, met kosten voor opslag- en verkoopruimtes die aan strenge eisen moeten voldoen en slechts drie verkoopdagen per jaar waarin de gehele jaaromzet wordt gerealiseerd, heeft het kabinet besloten tot extra steunmaatregelen speciaal voor de vuurwerksector.

Probleembeschrijving

De vuurwerkbranche heeft als gevolg van het tijdelijke vuurwerkverbod in 2020 geen gelegenheid gekregen voor de jaarlijkse verkoop van eindejaarsvuurwerk in de laatste drie dagen van december. De vuurwerkbranche is gehouden aan deze wettelijk bepaalde verkoopdagen.4 Dit levert extra financieel nadeel op voor de vuurwerkbranche ten opzichte van andere sectoren die als gevolg van COVID-19-maatregelen tijdelijk hun activiteiten deels of geheel hebben moeten stilleggen. Waar andere sectoren na opheffing van de COVID-19-maatregelen hun bedrijvigheid direct weer kunnen uitvoeren, geldt dit voor de vuurwerksector niet vanwege de voorgeschreven verkoopdagen.

Als gevolg daarvan hebben detailhandelaren van eindejaarsvuurwerk tevergeefs kosten gemaakt met het oog op de verkoop in 2020, zoals voor het inrichten van de winkel in verband met COVID-19 voor veilig kunnen verkopen van vuurwerk, websites, reclamedrukwerk en dergelijke. Na bekendmaking van het vuurwerkverbod zijn opnieuw kosten gemaakt voor het informeren van klanten, voor het annuleren van reeds geplaatste bestellingen van klanten en voor het, waar mogelijk, afbestellen van de eigen bestellingen bij vuurwerkbedrijven (groothandels, importeurs).

Het kabinet acht extra steun voor de vuurwerksector nodig naast het generieke coronasteunpakket. Doel van de steun is het verminderen van de financiële gevolgen van het verbod op eindejaarsvuurwerk voor detailhandelaren en vuurwerkbedrijven. De steun betreft alleen het vuurwerk dat onder het tijdelijke verbod viel, dus ‘eindejaarsvuurwerk’: consumentenvuurwerk met uitzondering van fop- en schertsvuurwerk.

Motivering instrumentkeuze

Na overleg met het Ministerie van Financiën is besloten dat de steun voor de vuurwerksector als volgt wordt opgebouwd:

  • Het generieke coronasteunpakket voor zaken als vaste lasten (zoals de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19, hierna: TVL), loonkosten (zoals de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid, hierna: NOW) en financieringsconstructies;

  • Twee nieuwe subsidieregelingen voor vergoeding van kosten voor:

    • activiteiten van detailhandelaren, zowel ten behoeve van de voorbereiding van de eindejaarsverkoop 2020 als naar aanleiding van de annulering van die eindejaarsverkoop (deze regeling);

    • opslag gedurende een jaar van eindejaarsvuurwerk dat in 2020 niet aan particulieren mocht worden verkocht en vervoer van dit vuurwerk, voor zover nodig om het vuurwerk veilig te kunnen opslaan (afzonderlijke regeling).

Het generieke coronasteunpakket

Aan de financiële steun voor de vuurwerkbranche wordt deels invulling gegeven met de bestaande generieke coronasteunmaatregelen. Detailhandelaren en vuurwerkbedrijven kunnen gebruik maken van het generieke coronasteunpakket voor zaken als vaste lasten (zoals TVL), loonkosten (NOW) en financieringsconstructies. Deze regelingen zijn beschikbaar voor alle sectoren die geraakt worden door de overheidsmaatregelen voor de aanpak van het coronavirus, en bewegen mee met de mate waarin voor de onderneming sprake is van extra kosten als gevolg daarvan. Voor de generieke coronasteun wordt verwezen naar de daarvoor opgestelde regelingen en informatiekanalen. In deze toelichting wordt hier verder niet op ingegaan.

De nieuwe subsidieregelingen

De financiële steun op basis van de generieke coronasteunmaatregelen wordt aangevuld, omdat de vuurwerkbranche specifieke extra kosten maakt (zie hierboven bij de Probleembeschrijving). Met subsidieregelingen wordt voorzien in de basis voor deze extra steun. De onderhavige regeling heeft betrekking op de extra kosten voor detailhandelaren in relatie tot de annulering van de eindejaarsverkoop van 2020. De Kaderwet subsidies I en M geeft de mogelijkheid om subsidies te verstrekken voor activiteiten die passen in het beleid inzake milieubeheer. Een subsidie kan worden verstrekt met het oog op het verrichten van bepaalde activiteiten door de aanvrager, anders dan geleverde goederen of diensten (artikel 4:21, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht). Deze regeling voorziet in subsidies voor activiteiten ten behoeve van de voorbereiding van de geannuleerde eindejaarsverkoop 2020 en activiteiten naar aanleiding van die annulering. Met een subsidieregeling kan dus invulling worden gegeven aan de benodigde extra steun.

Het kabinet is verder voornemens met een afzonderlijke subsidieregeling de extra steun te regelen voor extra benodigde opslag en transport van vuurwerk. Het niet verkochte vuurwerk moet immers een jaar langer worden opgeslagen, en extra transport was nodig naar de daarvoor geschikte locaties. Omdat voor deze subsidie de EU-staatssteunregels van toepassing zijn, wordt onderzocht onder welke voorwaarden zij kan worden verstrekt. Op deze regeling wordt in deze toelichting verder niet ingegaan.

III Hoofdlijnen van de subsidieregeling

Deze subsidieregeling betreft zowel activiteiten ten behoeve van de voorbereiding van de eindejaarsverkoop 2020 als activiteiten naar aanleiding van de annulering van die verkoop. Voor deze activiteiten wordt een subsidie toegekend van € 3.500, vermeerderd met 6% van de in 2019 gerealiseerde omzet in eindejaarsvuurwerk van de aanvrager.

Voor deze subsidie moet de aanvrager aan twee eisen voldoen. Ten eerste moet hij voldoen aan de voorwaarden van artikel 9. Ten tweede moet hij voldoen aan de voorwaarden voor het ontvangen van de-minimissteun. Hieronder wordt op beide kort ingegaan.

In artikel 9 worden vier voorwaarden genoemd: de aanvrager is als detailhandelaar ingeschreven bij de Kamer van Koophandelaar; heeft een of meer verkooplocaties in Nederland; heeft in 2019 eindejaarsvuurwerk verkocht; en heeft de eindejaarsverkoop 2020 aantoonbaar voorbereid. De verkoop van eindejaarsvuurwerk in 2019 kan bij een eventuele controle worden aangetoond met inkoopfacturen en eventueel betaalbewijzen. Om aan te tonen dat de eindejaarsverkoop van 2020 is voorbereid, kan bijvoorbeeld worden gedacht aan facturen voor voorbereidingen zoals hierboven genoemd en ingevulde bestellijsten voor de inkoop van eindejaarsvuurwerk bij de leverancier. Tevens moeten voor controledoeleinden de omzetgegevens per verkooplocatie van de laatste kwartalen van 2019 en 2020 worden overgelegd.

De voor deze regeling relevante voorwaarden voor de-minimissteun staan in het Kaderbesluit subsidies IenM. Op basis van de Europese de-minimisverordening (1407/2013/EU) kan de overheid namelijk ondernemingen over een periode van drie belastingjaren tot € 200.000 aan steun verstrekken zonder dat dit onder de EU-regelgeving als staatssteun wordt aangemerkt. Om na te gaan of en in hoeverre binnen dit bedrag op basis van de onderhavige subsidieregeling nog steun aan de onderneming kan worden verstrekt, vermeldt de aanvrager in een de-minimisverklaring welke de-minimissteun de onderneming vanaf 1 januari 2019 heeft ontvangen. Mocht uit de verklaring de-minimissteun blijken dat met de aangevraagde steun het de-minimisplafond zou worden overschreden, dan wordt de hoogte van de subsidie bijgesteld. Meer informatie over de voorwaarden voor de-minimissteun is te vinden op: https://europadecentraal.nl/onderwerp/staatssteun/de-minimissteun/voorwaarden-de-minimis/ .

De omzet over 2019 wordt bij het bepalen van het subsidiebedrag geschat door de inkoopwaarde (exclusief BTW) van het in 2019 ingekochte eindejaarsvuurwerk te vermenigvuldigen met een factor twee. Deze formule is mede gebaseerd op informatie van de sector zelf, verkregen via brancheverenigingen (zie ook hieronder in hoofdstuk VII).

Er is een plafond bepaald (artikel 8) voor de subsidie. Als het beschikbare bedrag ontoereikend is, worden (op basis van artikel 3) aanvragen tot een bedrag van € 3.500 toegewezen en wordt het resterende bedrag evenredig verdeeld. In het geval dat het beschikbare bedrag niet voldoende is om aan alle aanvragers € 3.500 uit te keren, wordt het beschikbare bedrag evenredig verdeeld over deze aanvragen.

IV Wettelijk kader

Het tijdelijke vuurwerkverbod is gerealiseerd door wijziging van het Vuurwerkbesluit. De subsidieregeling is gebaseerd op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, de Kaderwet subsidie I en M en het Kaderbesluit subsidies I en M.

V Uitvoering

Beoogd uitvoerder voor de regeling is RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). RVO voert in opdracht van ministeries beleid uit dat is gericht op ondernemers en beschikt over de hiervoor benodigde expertise. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is de opdrachtgever voor deze subsidieregeling.

RVO zal voorzien in een digitaal loket voor het indienen van aanvragen, zal de aanvragen beoordelen en zo nodig nadere controles uitvoeren. RVO zorgt voor het vaststellen en uitkeren van subsidiebedragen.

Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 21 mei 2021; aanvragen kunnen vanaf indiening ervan worden beoordeeld. Na de sluiting van het digitale loket op 21 juni 2021 kan RVO beoordelen of een subsidieplafond wordt overschreden en een of meer subsidiebedrag(en) moet(en) worden bijgesteld. Daarna start RVO met het uitkeren van voorschotten op basis van de ingediende aanvragen.

Eventuele gebleken onjuistheden in de aanvraag kunnen aanleiding zijn tot afwijzing van subsidie of tot terugvordering van subsidie na toekenning.

De uitvoering van deze subsidieregeling verloopt als volgt.

  • Elke aanvrager ontvangt, na goedkeuring van de aanvraag, een vast bedrag van € 3.500,– en een bedrag van 6% van de omzet in eindejaarsvuurwerk in 2019 mits het subsidieplafond en de de-minimisruimte dit toelaten.

  • Het volledige subsidiebedrag wordt als voorschot verstrekt. De vaststelling vindt automatisch (ambtshalve) plaats.

  • De aanvrager dient ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel, heeft een of meerdere verkooplocaties, heeft in 2019 eindejaarsvuurwerk verkocht en heeft aantoonbaar voorbereidingen getroffen voor de eindejaarsverkoop van 2020.

  • Bij aanvraag moet (naast de bedrijfsgegevens) het bedrag van de inkoopwaarde van de in 2019 gerealiseerde verkoop van eindejaarsvuurwerk per verkooplocatie worden opgegeven. Ook moet een de-minimisverklaring worden verstrekt.

  • RVO controleert steekproefsgewijs of het opgegeven bedrag klopt door het opvragen van afschriften van inkoopfacturen 2019.

  • RVO controleert tevens steekproefsgewijs of aangetoond kan worden dat voorbereidingen zijn getroffen voor de eindejaarsverkoop 2020.

VI Gevolgen

Financiële gevolgen rijksoverheid

Voor het verminderen van de financiële gevolgen van het vuurwerkverbod voor de sector (detailhandelaren en vuurwerkbedrijven) is een bedrag van € 40 miljoen geraamd, inclusief de verstrekte steun uit het generieke coronasteunpakket en de uitvoeringskosten van de subsidieregeling.5

Om te voorkomen dat het totale subsidiebedrag het beschikbare budget overstijgt, is in de onderhavige regeling een subsidieplafond opgenomen van € 9,4 miljoen. Als het totaalbedrag van de aanvragen hoger blijkt dan het subsidieplafond, worden de aangevraagde subsidies verminderd (art. 3, zie ook hierboven).

Administratieve lasten burgers, bedrijven en anderen

De administratieve lasten bij deze subsidieregeling bestaan uit de kosten van de informatieverplichtingen aan de overheid. Deze informatieverplichtingen zijn vooraf besproken met belangenverenigingen voor de vuurwerkbranche.

Bij de berekening van de administratieve lasten wordt de Rijksbrede methodiek voor regeldrukeffecten voorgeschreven, waarin wordt uitgegaan van € 50 aan kosten per uur per bedrijf aan administratieve lasten.

Voor een aanvrager die is geselecteerd voor een steekproef (circa 10% van de aanvragers) zullen de administratieve lasten hoger uitvallen. Hoeveel werk dit is, is onder meer afhankelijk van de omvang van de aanvraag en kan niet vooraf worden bepaald.

Deze kosten doen zich alleen voor bij een detailhandelaar die besluit subsidie aan te vragen. Er is geen sprake van een verplichting en de inspanning levert subsidie op.

De bij de aanvraag in te leveren gegevens zijn bedrijfsgegevens, een opgave van de inkoopwaarde van het in 2019 ingekochte eindejaarsvuurwerk en een opgave van de totale omzet per verkooplocatie over de vierde kwartalen van 2019 en 2020 aan de hand van de aangiftes omzetbelasting. Deze gegevens zijn bij elke ondernemer beschikbaar en hoeven slechts te worden overgenomen in het webformulier. Naar schatting kost het verzamelen van gegevens maximaal 1 uur en het indienen van de aanvraag 1 of 2 uur tijd. Daarnaast moeten, met het oog op de mogelijkheid van een steekproef, bepaalde bescheiden gedurende vijf jaar worden bewaard. Daarvoor benodigde extra tijd is verwaarloosbaar.

Voor detailhandelaren die onder deze regeling subsidie aanvragen voor activiteiten in relatie tot de eindejaarsverkoop 2020 komt dit neer op gemiddeld € 125 in totaal per aanvrager. Het totaal aan administratieve lasten bedraagt maximaal circa € 175.000 op basis van maximaal 1.400 verwachte verkooplocaties.

VII Advies en consultatie

Inbreng externe partijen

De doelgroep voor de regeling zijn detailhandelaren die vuurwerk verkopen. Gedurende de voorbereiding van de besluitvorming heeft overleg plaatsgevonden met de vuurwerkbranche, vertegenwoordigd door de BPN (Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland), de SVNC (Stichting Vuurwerkdealers Nederlands Consumentenvuurwerk), Vuurwerkcheck en meerdere detailhandelsbranches zoals de Tuinbranche Nederland en Inretail. De vuurwerkbranche heeft informatie geleverd ter onderbouwing van de verwachte extra kosten en inbreng geleverd met betrekking tot de uitvoeringsaspecten van deze subsidieregeling. De SVNC heeft gepleit voor een regeling die zou voorzien in een volledige vergoeding van de schade van de ondernemers.

Publieke consultatie

Het ontwerp voor de subsidieregeling heeft via internetconsultatie opengestaan van 19 februari 2021 tot en met 14 maart 2021. In totaal zijn er 212 reacties ingediend, waarvan 124 openbaar. Een aantal reacties heeft geleid tot aanpassing van bepalingen van de regeling en/of deze toelichting. Voor een verdere reflectie op de ingediende reacties wordt verwezen naar het verslag van de consultatie: Overheid.nl | Consultatie Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID19 (internetconsultatie.nl).

Advies ATR

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

VIII Evaluatie

De effecten van de subsidieregeling worden na afronding bekend gemaakt. Het gaat daarbij om geanonimiseerde gegevens van detailhandelaren die gebruik hebben gemaakt van subsidie en de hoogte van de subsidies.

IX nwerkingtreding

De regeling treedt in werking op 21 mei 2021. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en vaste publicatiemomenten. Hierdoor is het echter mogelijk om snel, dat wil zeggen vanaf juli 2021, te starten met het uitkeren van voorschotten.

Het tijdschema voor inwerkingtreding en uitvoering van de regeling is besproken met de branche. Door overleg met de belangenverenigingen is er tevens voor gezorgd dat potentiële aanvragers ruim voor publicatie op de hoogte zijn van de regeling en de periode waarbinnen zij een aanvraag voor subsidie kunnen indienen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstukken II 2020/21, 28 684, nrs. 640 en 643.

X Noot
2

De term eindejaarsvuurwerk wordt gebruikt voor consumentenvuurwerk met uitzondering van fop- en schertsvuurwerk als vermeld in bijlage I bij de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk (Ract). Daarbij is van belang dat de Ract met ingang van 1 december 2020 is gewijzigd waarbij een aantal categorieën eindejaarsvuurwerk is komen te vervallen. Dit brengt met zich dat de precieze betekenis van de term eindejaarsvuurwerk in enige bepaling van deze regeling afhangt van het voor de betreffende bepaling relevante moment. Zo dient de term eindejaarsvuurwerk in artikel 9, onderdeel c, te worden uitgelegd aan de had van de Ract zoals die gold vóór 1 december 2020 en dient dezelfde term in onderdeel d te worden uitgelegd aan de hand van de Ract zoals die geldt met ingang van 1 december 2020.

X Noot
3

Onder meer met een (aangehouden) motie van Kröger (GroenLinks) en Wassenberg (PvdD): Kamerstukken II 2020/21, 28 684, nr. 635.

X Noot
4

Artikel 2.3.2 van het Vuurwerkbesluit.

X Noot
5

Kamerstukken II 2020/21, 28 684, nr. 643.

Naar boven