ARTIKEL I
De Regeling subsidiëring Versnellingsprogramma informatie-uitwisseling Langdurige
Zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt op alfabetische volgorde een onderdeel ingevoegd, luidende:
- – Basisgegevensset Zorg (BgZ):
-
de minimale set van patiëntgegevens die specialisme-, ziektebeeld- en beroepsgroep-overstijgend
relevant is en van belang is voor de continuïteit van zorg, gedefinieerd met behulp
van de zorginformatiebouwstenen;
B
In artikel 2, tweede lid, onderdeel d, vervalt het subonderdeel ‘• het opstellen van
een geïntegreerd plan van aanpak van het samenwerkingsverband aan de hand van de plannen
van aanpak van de deelnemende zorginstellingen;’.
C
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, onderdeel h, komt te luiden:
-
h. De subsidieaanvrager kan de zib’s van de informatiestandaard eOverdracht die overlappen
met de Basisgegevensset Zorg ingebouwd versturen, ontvangen en verwerken en kan de
overige gegevens uit de informatiestandaard eOverdracht ongestructureerd als opgemaakte
tekst versturen, ontvangen en tonen;
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
3. In afwijking van het tweede lid, onderdeel h, geldt voor een subsidieaanvrager die
zorg levert op grond van de Wlz, of wijkverpleging op grond van de Zvw of Wmo 2015,
dat de informatiestandaard eOverdracht ongestructureerd als opgemaakte tekst naar
de zorginstellingen in het samenwerkingsverband die zorg leveren op grond van de Zvw,
niet zijnde een organisatie die wijkverpleging levert, verstuurd mag worden. De zorginstellingen
in het samenwerkingsverband die zorg leveren op grond van de Zvw, niet zijnde een
organisatie die wijkverpleging levert, mogen de gegevens uit de informatiestandaard
eOverdracht ongestructureerd als opgemaakte tekst ontvangen.
D
In artikel 6, vijfde lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
E
Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a. Bevoorschotting
In afwijking van artikel 6.1, tweede lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW
en VWS wordt een voorschot van 50 procent betaald bij aanvang van de activiteiten
waarvoor subsidie is verleend, dan wel op het moment van de subsidieverlening indien
deze subsidieverlening na aanvang van de activiteiten heeft plaatsgevonden, en worden
de resterende voorschotten gelijkmatig betaald over het aantal maanden waarvoor de
subsidie wordt verleend.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021,
met uitzondering van onderdeel E, dat in werking treedt met ingang van de dag na de
datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
De Regeling subsidiering Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Langdurige
Zorg (hierna: de regeling) is een subsidieregeling op basis waarvan zorgorganisaties
subsidie kunnen aanvragen voor het digitaliseren van de gegevensuitwisseling in de
langdurige zorg.
Op basis van signalen uit het veld is het wenselijk om de resultaatverplichting voor
de module eOverdracht aan te passen. Door middel van deze aanpassing is het voor het
veld haalbaar om aan de regeling te voldoen en worden er tevens grote stappen gezet
om tot volledig gestructureerde uitwisseling van gegevens te komen.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
In artikel 1 is de definitie van de Basisgegevensset Zorg (BgZ) toegevoegd in verband
met de gewijzigde resultaatverplichting voor de module eOverdracht, zie onderdeel
C.
Onderdeel B
In artikel 2, tweede lid, is verwijderd dat het opstellen van een geïntegreerd plan
van aanpak van het samenwerkingsverband door de projectleider een subsidiabele activiteit
is. Dit is namelijk een subsidievoorwaarde om deel te nemen aan deze regeling (artikel
6, vijfde lid, onder a) en daarmee geen subsidiabele activiteit.
Onderdeel C
In artikel 5 is voor de module eOverdracht een resultaatverplichting aangepast. In
de vorige regeling was het verplicht om alle gegevens in de informatiestandaard gestructureerd
(d.w.z. in zib’s) uit te wisselen. Op basis van signalen uit het veld is het niet
haalbaar om vast te houden aan deze resultaatverplichting. Het aantal gegevens dat
gestructureerd (d.w.z. in zib’s) moet kunnen worden verstuurd, ontvangen en verwerkt
wordt aangepast naar de zib’s die overlappen met de Basisgegevensset Zorg (BgZ). De
resterende gegevens uit de informatiestandaard mogen ongestructureerd als opgemaakte
tekst (zoals (X)HTML) worden verstuurd, ontvangen en getoond.
Deze verplichting geldt niet voor uitwisseling tussen ‘care’ en ‘cure’ organisaties
in het samenwerkingsverband. Onder ‘care’ worden organisaties verstaan die zorg leveren
op grond van de Wlz of wijkverpleging op grond van de Zvw of Wmo 2015 en onder ‘cure’
worden organisaties verstaan die zorg leveren op grond van de Zvw, niet zijnde een
organisatie die wijkverpleging levert. Voor deze uitwisseling geldt de uitzondering
dat de gegevens uit de informatiestandaard eOverdracht ongestructureerd als opgemaakte
tekst (zoals (X)HTML) worden verstuurd door ‘care’ organisaties en ontvangen en getoond
door ‘cure’ organisaties.
Onderdeel D
Er wordt voor de module eOverdracht een intentieverklaring gevraagd bij de aanvraag.
Deze verklaring is getekend door de subsidieaanvrager en geeft aan dat de subsidieaanvrager
gedurende de looptijd van de regeling de inspanning gaat leveren om meer informatie
gestructureerd (d.w.z. ‘verzibt’) te versturen, ontvangen en verwerken, dan op grond
van de regeling verplicht is.
Onderdeel E
In het nieuwe artikel 6a is een van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS afwijkend
bevoorschottingsregime opgenomen. De subsidieaanvrager zal bij aanvang van de activiteiten,
waarvoor subsidie is verleend, 50 procent van het verleende subsidiebedrag ontvangen.
Indien de subsidieverlening heeft plaatsgevonden na de aanvang van de gesubsidieerde
activiteiten, zal de bevoorschotting van 50 procent van het verleende subsidiebedrag
zo spoedig mogelijk na de subsidieverlening plaatsvinden. De resterende 50 procent
van het verleende subsidiebedrag wordt gelijkmatig verdeeld over het aantal maanden
van de subsidieperiode. Voor dit afwijkend bevoorschottingsregime is gekozen omdat
de uitgaven bij aanvang van de gesubsidieerde activiteiten in sommige situaties een
gelijkmatige verdeling van een maandelijkse bevoorschotting overstijgen.
Artikel II
De regeling treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2021. Hierdoor
geldt de nieuwe resultaatverplichting ook voor de inschrijvers die vanaf die datum
hun aanvraag bij het ministerie hebben ingediend. Dit is mogelijk, omdat het een versoepeling
betreft en er geen aanvragen zijn die vóór 1 januari 2021 ingediend zijn waarop al
besloten is. Alle subsidieaanvragen worden daarmee gelijk behandeld.
Een uitzondering hierop vormt onderdeel E, inzake de bevoorschotting van de subsidie.
Dit onderdeel treedt zonder terugwerkende kracht in werking met ingang van de dag
na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst,
om te voorkomen dat eerdere subsidieverleningen dienen te worden gewijzigd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge