Verkeersbesluit N228

Logo Zuid-Holland

PZH-2020-761964261 / DOS-2020-0006847

Inleiding

Al enige tijd heeft de directe omgeving van de N228 hun zorgen geuit bij de provincie Zuid-Holland en aangedrongen op het nemen van aanvullende verkeersveiligheidsmaatregelen op en rond de provinciale weg N228 (hmp 0.0-hmp 9.6). De N228 vormt in dit deel van de Krimpenerwaard een hoofdverbinding, met een belangrijke functie in het wegennetwerk tussen Gouda en De Meern (A12). De N228 heeft een lengte van 26 kilometer, waarvan ongeveer 10 kilometer op Zuid-Hollands grondgebied ligt. Het overige deel van de N228 is in beheer en eigendom van de provincie Utrecht. De weg ligt op een dijklichaam en is, voor zover de beschikbare ruimte het mogelijk maakt, ingericht als gebiedsontsluitingsweg met buiten de bebouwde kom een maximumsnelheid van 80 km/h.

In 2012 is voor het Zuid-Hollandse deel van de N228 een grootschalige trajectaanpak uitgevoerd en zijn in dat kader ook verschillende verbetermaatregelen genomen, zoals het instellen van een inhaalverbod waarbij het inhalen van tractoren en brommobielen nog wel is toegestaan, het aanbrengen van geluidsreducerend asfalt en het deels vervangen van hagen tussen rijbaan en fietspad door een houten geleiderail.

De afgelopen jaren hebben er diverse ongevallen plaatsgevonden, waarvan drie met dodelijke afloop. Hierdoor wordt de weg als onveilig ervaart door omwonenden. Zij dringen dan ook aan op aanvullende maatregelen en worden daarbij gesteund door de politiek van de gemeente Krimpenerwaard waar in de gemeenteraad een motie is aangenomen om de provincie Zuid-Holland op te roepen de N228 veiliger te maken en de snelheid te verlagen. Eenzelfde motie is ook in de gemeenten Gouda en Oudewater (provincie Utrecht) aangenomen. Inmiddels hebben een tweetal omgevingssessies geresulteerd in een verzameling maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid op de N228. Vervolgens is bekeken op welke wijze de maatregelen daadwerkelijk vorm kunnen krijgen om zo toe te werken naar een pakket met maatregelen passend binnen de geldende richtlijnen. Het gewenste pakket bestaat uit een combinatie van maatregelen gericht op gedrag, handhaving en maatregelen aan de infrastructuur. Basisvoorwaarde voor maatregelen op het gebied van gedrag en handhaving is echter dat de infrastructuur op orde is en de weggebruiker verteld wat er van hem of haar verlangd wordt en wat hij of zij kan verwachten. Met dit verkeersbesluit worden de hierbij behorende nieuwe verkeersmaatregelen op de N228 vastgesteld (onder andere voor het verlagen van de snelheidslimiet naar 60 km/h en het instellen van een algeheel inhaalverbod). Dit verkeersbesluit heeft alleen betrekking op de nieuwe verkeersmaatregelen buiten de bebouwde kom. Binnen de bebouwde kom worden geen nieuwe verkeersmaatregelen toegepast waar een verkeersbesluit voor benodigd is.

De start van de werkzaamheden is gepland op 28 juni 2021.

 

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2021, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

 

Motivering

Uit het oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade;

is het gewenst om ten behoeve van de verkeersveiligheid diverse nieuwe verkeersmaatregelen in te stellen op de provinciale weg N228 (tussen hmp 0.0 en hmp 9.6, waaronder een snelheidslimiet van 60 km/h en een algeheel inhaalverbod.

 

Belangenafweging

Verlag ing snelheid s limiet

Gelet op de wegcategorisering van de N228 (gebiedsontsluitingsweg) en de in het verleden al getroffen maatregelen aan de infrastructuur is er een beperkt aantal oplossingen mogelijk om het veiligheidsgevoel in de huidige situatie te vergroten. Echter, de technische inpassing van deze maatregelen is vaak niet haalbaar. Dit komt door de beschikbare breedte op de dijk en ook door de ondergrond waardoor het aanbrengen van bijvoorbeeld drempels naar verwachting ongewenste invloed heeft op de woningen gelegen aan de N228 door mogelijke trillingoverlast en geluidhinder.

Behalve het feit dat het treffen van fysieke maatregelen beperkt mogelijk is in de huidige situatie zal dat ook geen verandering teweeg brengen in het gebruik van de N228. Naast de regionale verbindingsfunctie ontsluit de N228 ook een groot aantal erven van woningen langs de weg, rijdt het landbouwverkeer op de hoofdrijbaan omdat er geen alternatief beschikbaar is en zijn er veel oversteekbewegingen van fietsers. Ook moeten bussen en vuilophaaldiensten op de rijbaan stoppen.

In de huidige situatie geldt vanwege de functie als gebiedsontsluitingsweg een maximumsnelheid van 80km/h, met uitzondering van krappe bochten die vanwege de verkeersveiligheid noodzaken tot een adviessnelheid van 60km/h en in één bocht zelfs een maximumsnelheid van 60km/h. Het verlagen van de maximumsnelheid op het hele traject van de N228 buiten de bebouwde kom zal de kans op ongevallen verminderen. Bij een lagere snelheid heeft het verkeer meer tijd om te anticiperen op (onveilige) verkeerssituaties en zodoende ongevallen te voorkomen. Als er desondanks ongevallen plaatsvinden is er sprake van een lagere snelheid en zal de afloop minder ernstig zijn. Niet alleen de maximumsnelheid, maar ook verschillen in snelheid beïnvloeden de verkeersveiligheid. Wegen met een groot verschil tussen de snelheden van voertuigen onderling zijn over het algemeen onveiliger dan wegen met een kleine snelheidsvariatie.

Vanuit verkeersveiligheidsperspectief is er dus aanleiding om de snelheidslimiet op de N228 te verlagen naar een limiet van 60 km/h. Hieronder zijn een aantal overwegingen opgesomd:

  • De N228 heeft vele erfaansluitingen. Erfaansluitingen zijn potentiële conflictpunten. Het afslaande verkeer vergroot de kans op ongevallen. Uit ongevallenregistraties blijkt dat de meeste ongevallen op de N228 kop-staartongevallen zijn die hierdoor worden veroorzaakt. Bij 60 km/h wegen zijn de kansen op bovenstaande risico’s kleiner. Tevens zijn volgens de verkeerskundige richtlijnen erfaansluitingen op wegen met een snelheidslimiet van 60 km/h toegestaan, terwijl ze bij wegen met een hogere snelheidslimiet ongewenst zijn.

  • In de huidige situatie is er op diverse halteplaatsen geen ruimte voor een haltekom en moet er toch gehalteerd worden op de rijbaan, waar een snelheidslimiet geldt van 80 km/h. Halteren op de rijbaan is ongewenst bij deze snelheidslimiet. Op wegen met een snelheidslimiet van 60 km/h is halteren op de rijbaan vanuit het provinciaal beleid wel toegestaan.

  • Door een snelheidsverlaging zal het snelheidsverschil tussen het landbouwverkeer en overig wegverkeer kleiner worden. Naar verwachting zullen daardoor ook inhaalmanoeuvres in mindere mate noodzakelijk zijn.

  • Eenzijdige ongevallen doen zich na kop-staartongevallen het vaakst voor op de N228. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de weg een relatief smal en bochtig profiel heeft. Daarmee vraagt het wegprofiel extra aandacht aan de weggebruiker en is de wegomgeving minder vergevingsgezind dan de gemiddelde gebiedsontsluitingsweg. Met een snelheidsverlaging is er meer tijd om te anticiperen op eventuele stuurfouten of onverwachte uitwijkmanoeuvres.

  • In de Netwerkanalyse Wegen Zuid-Holland is de N228 gecategoriseerd als een ‘overige weg type 1’. De huidige snelheidslimiet van 80 km/h sluit hier op aan. De weginrichting straalt echter een lagere categorie uit vanwege onder andere de erfaansluitingen, halteren op de rijbaan en beperkte obstakelvrije ruimte. Aan de lagere categorieën (overige wegen type 2 en 3) is een snelheidslimiet van 60 km/h verbonden.

  • Sinds de realisatie van de Zuidwestelijke Randweg bij Gouda in 2012 is er voor het verkeer uit de Krimpenerwaard (vanaf de N207) richting Utrecht een alternatief om naar de A12 te rijden. Onder normale omstandigheden is dit ook een snellere route. Door deze verbinding is de functie voor doorgaand verkeer op de N228 minder belangrijk geworden.

De verlaging van de snelheidslimiet wordt ondersteund met infrastructurele maatregelen, zoals middengeleiders en verkeersplateaus, om een wegbeeld te creëren dat passend is bij een snelheidslimiet van 60 km/h. Daarbij is rekening gehouden met logische locaties voor de omgeving. Middengeleiders worden toegepast op locaties waar veel overgestoken wordt, zoals bij kruispunten. Bij de locaties van de verkeersplateaus is rekening gehouden met de afstand tot de woningen, om trillingoverlast en geluidhinder zoveel mogelijk te voorkomen. Bovendien zijn de maatregelen herkenbaar en logisch voor de weggebruiker en zullen daardoor naar verwachting geen nieuwe risico's introduceren. Daarnaast zal de tijdswinst voor gemotoriseerd verkeer bij de mogelijkheid om wel 80 km/h te rijden verwaarloosbaar zijn en daardoor een minder zwaarwegend belang zijn.

 

Inhaalverbod

Op het gehele weggedeelte van de N228 tussen de rotonde Stolwijkersluis (hmp 0.0) en de provinciegrens (hmp 9.6) is in het verleden al een inhaalverbod voor gemotoriseerd verkeer ingesteld, waarbij inhalen van tractoren en brommobielen wel is toegestaan op de rechtstanden. Gevaarlijke inhaalmanoeuvres veroorzaken echter regelmatig verkeersonveilige situaties die ongelukken tot gevolg kunnen hebben. Met het oog op de verkeersveiligheid is het gewenst een eenduidig verkeersbeeld te creëren. Dit kan door een inhaalverbod op de N228 zonder uitzonderingen in te stellen. Het eventuele tijdverlies door het niet kunnen inhalen is beperkt en heeft een minder zwaar wegend belang dan de verkeersveiligheidswinst.

 

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef.

 

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande besluiten:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor het in de gemeente Krimpenerwaard buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N228 de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden A1-60 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) een snelheidslimiet van 60 km/h in te stellen op de hoofdrijbaan van de N228;

    • b.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en door het aanbrengen van haaientanden op het wegdek, zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV, aan te geven dat verkeer uit de zijwegen van alle voorrangskruispunten voorrang dient te verlenen aan het kruisende verkeer op de hoofrijbaan en naastgelegen (brom)fietspad;

    • c.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en door het aanbrengen van haaientanden op het wegdek, zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV, bij de gefaciliteerde oversteeklocaties aan te geven dat het (brom)fietsverkeer dat de hoofrijbaan oversteekt voorrang dient te verlenen aan het kruisende verkeer op de hoofrijbaan;

    • d.

      Door plaatsing van bord D4 uit bijlage I van het RVV met onderbord vrachtverkeer (OB61), bij het oostelijke kruispunt met de Zuider IJsseldijk (t.h.v. hectometer 0.8) een gebod in te stellen tot het volgen van de recht doorgaande rijrichting die op het bord is aangegeven.

    • e.

      Door het verwijderen van de onderborden (OB 101) onder de borden F1 uit bijlage I van het RVV een algeheel verbod in te stellen voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen;

    • f.

      Door het aanbrengen van een dubbele doorgetrokken streep op de as van de weg, zoals bedoeld in artikel 76 van het RVV 1990, een inhaalverbod in te stellen;

  • 3.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 28 juni 2021;

  • 4.

    Dit besluit te publiceren in de Staatscourant.

Bezwaar en voorlopige voorziening

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit worden toegezonden, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven