Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 mei 2021, nr. WJZ/ 21094527 , houdende wijziging van de Regeling houders van dieren in verband met de aanwijzing van nieuwe natuurterreinen paarden

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 60, eerste lid, van gedelegeerde verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren (PbEU L 314) en artikel 1.58 van het Besluit houders van dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan de tabel in bijlage 7 bij de Regeling houders van dieren worden de volgende rijen toegevoegd:

Afferdense en Deestse uiterwaarden

Laarstraat 7

6654 KJ Afferden

Herperduin

Schaijkseweg 5

5373 KL Herpen

Maashorst

Slabroekseweg 5

5388 PX Nistelrode

Keent

Zuijdenhoutstraat 2

5359 NB Ravenstein

Huis ter Heide Zuid

Vossenbergseweg 101-109

5048 SP Tilburg

Huis ter Heide Noord

Middelstraat 1

5176 NH De Moer

Witte Veen

Markslagweg 7

7481 RE Haaksbergen

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 14 mei 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Op basis van artikel 60 van gedelegeerde verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren (PbEU L 314) is in artikel 5b.40 van de Regeling houders van dieren een uitzondering gemaakt op de reguliere identificatie- en registratieverplichting van paarden die in terreinen leven die zijn opgenomen in bijlage 7 bij die regeling. Het gaat hier om paarden die, aldus de verordening, ‘half in het wild leven’. Deze paarden worden pas geïdentificeerd als deze:

  • a. van dergelijke populaties worden gescheiden, tenzij deze onder officieel toezicht van een gespecificeerde populatie naar een andere gespecificeerde populatie worden overbracht; of

  • b. in gevangenschap worden gebracht om te worden gedomesticeerd.

Deze wijzigingsregeling voorziet in de toevoeging van nieuwe terreinen aan bijlage 7.

Aangezien de paardachtigen in deze terreinen vooralsnog niet hoeven te worden geïdentificeerd en geregistreerd, zijn er geen gevolgen voor de regeldruk.

Met de inwerkingtreding met ingang van 1 juni 2021 wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten. Deze afwijking vormt echter geen bezwaar nu het om een voor de praktijk wenselijke afwijking gaat.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven