Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 26 april 2021, nr. WJZ/ 21106599, tot wijziging van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong in verband met het schrappen van de controleprotocollen

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikelen 77 van de Elektriciteitswet 1998, 66l van de Gaswet en 29 van de Warmtewet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 11, derde lid, vervalt ‘middels het formulier dat is opgenomen in bijlage 3A’.

B

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt ‘en dat is opgesteld met inachtneming van het controleprotocol Assurance rapport biomassa dat:

  • a. voor duurzame elektriciteit en warmte uit hernieuwbare energie bronnen is opgenomen in bijlage 3A en,

  • b. voor gas uit hernieuwbare energiebronnen is opgenomen in bijlage 3B’.

2. In het vierde lid wordt ‘een juiste toepassing is gegeven aan’ vervangen door ‘de producent beschikt over de benodigde documentatie voor de onderbouwing van het gebruik van’.

C

Bijlage 3A en Bijlage 3B vervallen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 april 2021

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, B. van ‘t Wout

TOELICHTING

1. Vervallen verplichting controleprotocollen

In artikel 17 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong (hierna: de regeling) wordt aan verschillende producenten die biomassa gebruiken voor de productie van hernieuwbare energie de eis gesteld dat zij uiterlijk vier maanden na afloop van het kalenderjaar een assurancerapport van een externe accountant overleggen. Uit dit assurancerapport moet blijken dat sprake is van productie van hernieuwbare energie door verwerking van biomassa door middel van een uitgevoerde controle overeenkomstig artikel 17, derde tot en met vijfde lid, van de regeling. Indien producenten het assurancerapport niet of te laat indienen dan volgt uit artikel 28 van de regeling dat het aantal garanties van oorsprong wordt verminderd.

In artikel 17, tweede lid, van de regeling was bepaald dat het assurancerapport moest worden opgesteld met inachtneming van een ‘controleprotocol Assurance rapport biomassa’. Dit was bedoeld als handreiking aan de accountant voor specifieke aandachtspunten bij de inrichting van het onderzoek. Er waren twee van dergelijke controleprotocollen op grond van de regeling opgesteld: een voor duurzame elektriciteit en warmte uit hernieuwbare energiebronnen (bijlage 3A) en een voor gas uit hernieuwbare energiebronnen (bijlage 3B).

De werkgroep Controleprotocollen van de Nederlandse Beroepsgroep voor Accountants (NBA) heeft aangegeven dat de controleprotocollen op punten uitgebreider zijn dan op grond van artikel 17, derde tot en met vijfde lid, van de regeling wordt verlangd. Deze incongruentie maakte de controle in een aantal situaties moeilijker uitvoerbaar, terwijl dit niet leidde tot extra zekerheid omtrent de betrouwbaarheid van de gegevens.

Met deze wijzigingsregeling is daarom de verplichting om een controleprotocol te gebruiken vervallen; het gebruik van een controleprotocol wordt daarmee facultatief. De accountantscontrole dient wel net als voorheen plaats te vinden conform artikel 17 van de regeling. Deze wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de waarborgen rondom de duurzaamheid van biomassa; de verplichtingen daaromtrent zijn vastgelegd in het Besluit conformiteitsbeoordeling vaste biomassa voor energietoepassingen.

Ingevolge deze wijzigingsregeling is in artikel 17, vierde lid, van de regeling tevens verhelderd dat de accountant met betrekking tot de geëigende methode, bedoeld in artikel 16, eerste en tweede lid, van de regeling (inzake de vaststelling dat de producent aan de hand van bemonstering per partij heeft vastgesteld dat het materiaal waaruit de energie is opgewekt is aan te merken als zuivere of niet-zuivere biomassa of het biologische afbreekbare gedeelte van niet-zuivere biomassa) controleert of de producent beschikt over de juiste documentatie.

Ook de verwijzing in artikel 11, derde lid, van de regeling naar het formulier in bijlage 3A is vervallen, omdat gebruik van dit formulier (welk betrekking had op het controleprotocol) ingevolge deze wijzigingsregeling niet meer verplicht is.

2. Regeldruk

Met deze wijzigingsregeling vervalt de bepaling dat het assurancerapport met inachtneming van een ‘controleprotocol Assurance rapport biomassa’ moet worden opgesteld. Dit controleprotocol was echter slechts bedoeld als handreiking aan de accountant. De accountantscontrole dient net als voorheen plaats te vinden conform de inhoudelijke eisen van artikel 17 van de regeling. Deze blijven ongewijzigd. De wijzigingsregeling leidt daarmee niet tot aanvullende administratieve lasten. ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

3. Inwerkingtreding

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de bekendmaking en inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Doordat het hier gaat om een wijziging die in het belang is van de producenten is op grond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel c, van de Aanwijzingen voor de regelgeving afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten gerechtvaardigd.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, B. van ‘t Wout

Naar boven