Besluit van de directeur-generaal Rijkswaterstaat van 26 april 2021 met kenmerk RWS-2021/13909 houdende verlening van mandaat en machtiging voor het Loodsplichtbesluit 2021, de Loodsplichtregeling 2021, het Besluit markttoezicht registerloodsen en het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren (Besluit mandaat en machtiging Rijkswaterstaat loodsplichtwetgeving 2021)

De directeur-generaal Rijkswaterstaat,

Gelet op de artikelen 2, aanhef en onder a, 6, aanhef en onder a, 14, aanhef en onder b, 22, tweede lid, 24, aanhef en onder b, 31, aanhef en onder b, en 39, tweede lid, van de Loodsplichtregeling 2021,

Besluit:

Artikel 1: Regionale autoriteit

  • 1. Voor het verrichten van de aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat, als regionale autoriteit in de zeehavenregio Noord-Nederland, in de artikelen 7, eerste, vijfde en zevende lid, 12, tweede en derde lid, 21, eerste lid, en 22, eerste lid, van het Loodsplichtbesluit 2021 toebedeelde taken, die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, wordt machtiging verleend aan de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Noord-Nederland.

  • 2. Van de in de lid 1 bedoelde taken kan door de hoofdingenieur-directeur machtiging worden verleend aan:

    • a. directeuren;

    • b. afdelingshoofden en districtshoofden.

Artikel 2: Bevoegde autoriteit

  • 1. De aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat als bevoegde autoriteit in de artikelen 3, derde lid, aanhef en onder f, 5, eerste lid, 6, eerste lid, 8, aanhef en onder d, 11, eerste en tweede lid, 13, eerste lid, 14, eerste lid en tweede lid, aanhef en onder a, 15, 16, 17, 18, tweede lid, aanhef en onder b, 20, 21, tweede lid, 22, tweede lid, van het Loodsplichtbesluit 2021, de artikelen 3, eerste, tweede, derde en vierde lid, 4, tweede en vierde lid, 11, aanhef en onder c, 19, aanhef en onder c, 29, aanhef en onder c, 34, vierde lid, 37, eerste en derde lid, en 38, aanhef en onder c, van de Loodsplichtregeling 2021, de artikelen 1.1, aanhef en onder rendez-vousreis, en 4.5, aanhef en onder a en c, van het Besluit markttoezicht registerloodsen en de artikelen 2.7, tweede en vijfde lid, en 2.8, vijfde lid, van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren toegekende bevoegdheden worden gemandateerd aan de hoofdingenieur-directeuren van de desbetreffende regionale organisatieonderdelen.

  • 2. De verlening van mandaat in lid 1 omvat tevens het opleggen van een bestuurlijke sanctie en het invorderen van een geldsom.

  • 3. De verlening van mandaat in lid 1 omvat tevens het beslissen op een bezwaarschrift, mits dit niet geschiedt door de functionaris die het besluit waartegen het bezwaar zich richt heeft genomen.

  • 4. Voor het verrichten van de aan de directeur-generaal als bevoegde autoriteit in de artikelen 7, eerste lid, tweede lid, aanhef en onder a, vijfde lid en zevende lid, 10, eerste, derde, vierde en vijfde lid, en 17 van het Loodsplichtbesluit 2021 en de artikelen 2.5, derde lid, 2.6, aanhef en onder b, 2.7, vierde lid, en 2.8, tweede en vierde lid, van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren toebedeelde taken, die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, wordt machtiging verleend aan de hoofdingenieur-directeuren van de desbetreffende regionale organisatieonderdelen.

  • 5. De verlening van machtiging in lid 4 omvat tevens de behandeling van beroep en hoger beroep.

  • 6. Van de in de leden 1 tot en met 5 bedoelde bevoegdheden en taken kunnen door de hoofdingenieur-directeuren ondermandaat en machtiging worden verleend aan:

    • a. directeuren;

    • b. afdelingshoofden en districtshoofden;

    • c. adviseurs voor juridische zaken en adviseurs voor scheepvaartzaken, voor zover het betreft de vertegenwoordiging bij geschillen, en

    • d. een niet onder het organisatieonderdeel ressorterende functionaris, mits de mate waarin en de wijze waarop de bevoegdheden en taken moeten worden uitgeoefend schriftelijk zijn vastgelegd.

Artikel 3: Verkeersaanwijzing

  • 1. Een mondelinge verkeersaanwijzing als bedoeld in artikel 17 van het Loodsplichtbesluit 2021 wordt namens de directeur-generaal Rijkswaterstaat als bevoegde autoriteit opgelegd door een functionaris van Rijkswaterstaat die de scheepvaart instrueert vanaf een post, meldpost, vuurtoren of patrouillevaartuig.

  • 2. Een schriftelijke bevestiging hiervan vindt plaats door een ingevolge artikel 2 bevoegde functionaris.

Artikel 4: Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013

Bij de uitoefening van bevoegdheden op grond van dit besluit zijn de artikelen 10, eerste lid, 11, tweede lid, en 12 tot en met 14 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013 en de daarbij gegeven instructies van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5: Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Artikel 6: Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging Rijkswaterstaat loodsplichtwetgeving 2021.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de in dit besluit genoemde functionarissen.

’s-Gravenhage, 26 april 2021

de directeur-generaal Rijkswaterstaat, M.C.A. Blom

Mededeling

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan door belanghebbenden tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekend gemaakt een bezwaarschrift worden ingediend bij de directeur-generaal Rijkswaterstaat, t.a.v. Rijkswaterstaat Corporate Dienst, Bestuurlijk-Juridische Zaken en Vastgoed, Postbus 2232, 3500 GE, Utrecht.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. datum en nummer of kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt; en

  • d. de opgave van de redenen waarom de indiener zich niet met het besluit kan verenigen.

TOELICHTING

Op 1 januari 2021 is de nieuwe loodsplichtwetgeving in werking getreden.

Daarin is voor de bij het Rijk in beheer zijnde loodsplichtige scheepvaartwegen veelal de directeur-generaal Rijkswaterstaat als bevoegde autoriteit aangewezen. Deze is tevens aangewezen als regionale autoriteit in de zeehavenregio Noord-Nederland.

Rijkswaterstaat is een sterk gedeconcentreerde dienst. Bevoegdheden worden in beginsel belegd bij de regionale organisatieonderdelen. Dit besluit sluit daarbij aan.

Niet gemandateerd wordt het vaststellen door de bevoegde autoriteit van de algemeen verbindende voorschriften bedoeld in artikel 5, tweede en vierde lid, van het Loodsplichtbesluit 2021. Het betreft hier de kennis die wordt verlangd om in aanmerking te komen voor (een toevoeging aan) een PEC.

’s-Gravenhage, 26 april 2021

de directeur-generaal Rijkswaterstaat, M.C.A. Blom

Naar boven