Mededeling in het kader van de uitvoering van het project RijnlandRoute, Rijkswaterstaat

Besluit Watervergunning

Ten behoeve van de realisatie van de RijnlandRoute heeft de toenmalige Minister van Infrastructuur en Milieu op 17 december 2015 de Tracébesluiten A4 en A44 vastgesteld. Voor de provinciale weggedeelten van de RijnlandRoute is een provinciaal inpassingsplan opgesteld door provinciale staten van Zuid-Holland.

De RijnlandRoute is een nieuwe wegverbinding van Katwijk, via de A44, naar de A4 bij Leiden. De weg lost huidige knel­punten op en garandeert de doorstroming in de regio Holland Rijnland, met name rondom Leiden en Katwijk.

Ten aanzien van de Tracébesluiten A4 en A44 bevordert de Minister van Infrastructuur en Waterstaat op grond van artikel 20 van de Tracéwet een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten op de aanvragen om vergunningen en van de overige ambtshalve te nemen besluiten met het oog op de uitvoering van een Tracébesluit. Op deze besluiten is de Crisis- en herstelwet van toepassing.

In het kader van deze coördinatie geeft de Minister van Infra­structuur en Waterstaat kennis van het feit dat het volgende besluit is genomen, overeenkomstig de procedure van artikel 20, lid 4, van de Tracéwet in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Welk besluit is genomen en ligt ter inzage?

Het besluit voor een watervergunning (kenmerk: 2020-025849), ten name van Comol 5 V.O.F., is op 13 april 2021 afgegeven namens dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Het betreft werkzaamheden aan de waterhuishouding ten westen van de Veenwatering ter weers­zijden van de Rijksweg A44 ter hoogte van knooppunt Ommedijk te Leiden.

De werkzaamheden worden uitgevoerd in het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Als gevolg van dit project worden diverse ingrepen in het watersysteem verricht, te weten:

Stevenshofjespolder en Polder Zuidwijk (oostzijde Rijksweg A44):

  • a. het aanbrengen, vervangen en hebben van duikers;

  • b. het verwijderen, aanbrengen en hebben van extra verhard oppervlak afwaterend naar polderwater, het dempen van 6.195 m2 en het graven van 15.809 m2 primair en overig polderwater waarvan 6.195 m2 ter compensatie van het dempen, 2.674 m2 als mitigerende maatregel in verband met de samenvoeging van het zuidelijk deel van de Stevenshofjespolder peilvak 1.2 met Polder Zuidwijk en 1.190 m2 ter compensatie van de toename aan verhard oppervlak;

  • c. het binnen het zuidelijke deel van de Stevenshofjespolder peilvak 1.2 verhogen van het peil naar NAP -1,12 m (zomerpeil)/NAP -1,22 m (winterpeil);

  • d. het binnen polder Zuidwijk vervangen van een vaste stuw door een drijverstuw.

Ommedijksepolder (westzijde Rijksweg A44):

  • e. het aanbrengen, vervangen en hebben van duikers;

  • f. het verwijderen, aanbrengen en hebben van verhard oppervlak afwaterend naar polderwater, het dempen van 7.642 m2 en het graven van 12.164 m2 primair en overig polderwater waarvan 7.642 m2 ter compensatie van het dempen en 3.807 m2 ter compensatie van de toename aan verhard oppervlak.

Boezem (oostzijde Rijksweg A44 en Rhijnhofweg):

  • g. het aanbrengen, vervangen en hebben van duikers;

  • h. het verwijderen, aanbrengen en hebben van verhard oppervlak afwaterend naar boezemwater, het dempen van 4.083 m2 en het ter compensatie graven van 1.177 m2 overig boezemwater en het gebruikmaken van 8.174 m2 van de BRC Provincie Zuid-Holland, waarvan 5.268 m2 ter compensatie van de toename aan verhard oppervlak.

Regionale keringen (oostzijde Rijksweg A44):

  • i. het graven van water en het aanleggen van duikers binnen de kern- en beschermingszone van regionale keringen;

  • j. het verleggen van regionale keringen;

  • k. het aanbrengen en hebben van een fietspad (ter plaatse van de Rijksstraatweg en Veenwatering) en een weg met wegfundering (ter plaatse van Rijksstraatweg 167) binnen de kern- en beschermingszone van regionale keringen;

  • l. het aanbrengen en hebben van een sifonconstructie binnen de kern- en beschermingszone van een regionale kering;

  • m. het aanbrengen en hebben van inlaten binnen de kern- en beschermingszone van regionale keringen;

  • n. het aanleggen en hebben van persleidingen binnen de kern- en beschermingszone van regionale keringen.

De aanvraag met de bijbehorende stukken en de ontwerpbeschikking hebben van donderdag 25 februari 2021 tot en met woensdag 7 april 2021 voor het naar voren brengen van zienswijzen ter inzage gelegen. Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking zijn geen zienswijzen naar voren gebracht. Hierdoor wordt de vergunning ongewijzigd vastgesteld ten opzichte van het ontwerp.

Waar en wanneer kunt u de stukken inzien?

Het besluit en de bijbehorende stukken liggen met ingang van donderdag 29 april 2021 tot en met woensdag 9 juni 2021 ter inzage in het kantoor van het Hoogheemraadschap van Rijnland, Archimedesweg 1 te Leiden. U kunt het besluit tijdens kantooruren inzien. Hiervoor dient telefonisch een afspraak gemaakt te worden via telefoonnummer 071 – 306 30 63.

Hoe kunnen belanghebbenden beroep indienen?

Van donderdag 29 april 2021 tot en met woensdag 9 juni 2021 staat voor belanghebbenden beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het instellen van beroep tegen het besluit geschiedt door indiening van een beroepschrift.

Het beroepschrift moet worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift kan door burgers tevens digitaal worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State middels deze website: https://digitaalloket.raadvanstate.nl.

Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en dient ten minste te bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en, zo mogelijk, de datum en het kenmerk van het besluit;

  • een opgave van de redenen waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen.

Tevens dient ten behoeve van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het beroep is gericht te worden overgelegd.

Op deze besluiten is hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke zijn beroepsgronden zijn. Na afloop van de beroepstermijn kunnen deze gronden niet meer worden aangevuld. In het beroepschrift dient tevens te worden vermeld dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

Het instellen van beroep schorst de werking van het besluit niet.

Indien beroep is ingesteld, kan een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening, bijvoorbeeld inhoudende een schorsing van het besluit. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden ingediend bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag of (door burgers) digitaal middels deze website: https://digitaalloket.raadvanstate.nl.

Bij het verzoek moet een afschrift van het beroepschrift worden overgelegd.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en dient ten minste het volgende te bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de datum en het nummer of kenmerk van het besluit;

  • de gronden van het verzoek (motivering).

Voor het indienen van een beroepschrift en/of een verzoekschrift om een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Meer informatie?

Voor nadere informatie met betrekking tot het besluit kunt u contact opnemen met de heer P. Dukker, telefoon 071 – 306 34 60.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, namens deze, het hoofd van de afdeling BJV-Projectadvisering bij de Corporate Dienst van Rijkswaterstaat, W. Warmerdam

Naar boven