Besluit verlenen opsporingsvergunning aardwarmte Drachten 2, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Besluit 20 april 2021

Procesverloop:

  • In de Staatscourant van 17 september 2018 (Staatscourant 2018, nr. 51804), is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen op de aanvraag om een opsporingsvergunning van Vermilion Energy B.V. voor aardwarmte voor het gebied genaamd Friesland-Midden. Binnen de termijn van dertien weken is een concurrerende aanvraag ingediend;

  • DDH Energy B.V. heeft per bericht van 11 december 2018 een concurrerende aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied genaamd Drachten 2, ligt in de provincie Friesland, in de gemeente Smallingerland. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 9,23 km2. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vijf jaar;

  • bij bericht van 14 april 2021 heeft Vermilion Energy B.V. afstand gedaan van het deel van het door Vermilion aangevraagde opsporingsgebied waarop de aanvraag van DDH Energy B.V. concurreert. Hierdoor is de concurrentie van de aanvraag voor opsporingsvergunning aardwarmte Drachten 2 op Friesland Midden opgeheven;

  • TNO-AGE (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: Minister van EZK) op 6 juni 2019 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 19-10.043);

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 2 april 2019 advies uitgebracht (kenmerk: 19058201/ADV-56);

  • het College van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân (hierna: GS) heeft op grond van artikel 16 van de Mbw op 12 november 2019 advies uitgebracht (kenmerk: 01704615);

de Mijnraad heeft, op grond van artikel 105, derde lid Mbw, per brief van 4 juni 2020 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/20159184).

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, eerste lid, 13, 15, 16, 17, eerste lid en 105, derde lid, Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan DDH Energy B.V. wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Drachten 2.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het gebied dat ligt in de provincie Friesland, in de gemeente Smallingerland en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de punten zoals weergegeven in onderstaande tabel.

Punt

X

Y

1

201234,376

570654,944

2

202658,000

567952,000

3

206599,000

568129,000

4

205623,929

566271,064

5

202011,196

566022,594

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte van het gebied 9,23 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 11 december 2018 ingediende aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarde in acht: zes maanden voorafgaand aan de uitvoering van fysieke activiteiten overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat, een geactualiseerde organisatiestructuur en -invulling, conform de dan geldende technische standaarden, welke aan de inspecteur-generaal der mijnen wordt voorgelegd.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot drie jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven