Regeling van de Minister van Financiën van 7 april 2021 (2021-65762), houdende periodieke wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Financiën 2020 en het Mandaatbesluit Ministerie van Financiën 2020 wegens een organisatorische wijziging

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht,

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatiebesluit Ministerie van Financiën 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel b wordt ‘het directoraat-generaal Belastingdienst’ vervangen door ‘de directoraten-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane’;

b. Onder vernummering van de onderdelen c tot en met i tot d tot en met j wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

c. de Belastingdienst:

de directoraten-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane van het Ministerie van Financiën;

B

1. In artikel 4, derde lid, onder i, artikel 8, tweede lid, onder f, artikel 43, derde lid, en artikel 44, eerste lid, wordt ‘hoofddirecteur Financieel-Economische Zaken’ steeds vervangen door ‘directeur Financieel-Economische Zaken’.

2. In artikel 12, eerste lid, onder g en de aanhef van het eerste en het tweede lid van artikel 19, wordt ‘hoofddirectie Financieel-Economische Zaken’ steeds vervangen door ‘directie Financieel-Economische Zaken’.

3. In de titel van artikel 19 wordt ‘Hoofddirectie Financieel-Economische Zaken’ vervangen door ‘Directie Financieel-Economische Zaken’.

4. In artikel 14, zevende lid, onder c, wordt ‘hoofddirectie FEZ’ vervangen door ‘directie FEZ’.

5. In de titel van artikel 19 en in artikel 46, tweede lid, wordt ‘HDFEZ’ steeds vervangen door ‘DFEZ’.

6. In artikel 44, derde lid, wordt ‘hoofddirecteur FEZ’ vervangen door ‘directeur FEZ’.

C

In artikel 10, onder c, wordt ‘DGT’ vervangen door ‘DGTSL’.

D

Artikel 11, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 3. De SG kan de directeuren-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane ieder afzonderlijk toestemming verlenen om, met inachtneming van de structuur van respectievelijk het DGBD, het DGTSL en het DGD, en de taken genoemd in het Organisatiebesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021, tijdelijke organisatieonderdelen in te stellen.

E

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, onderdeel i, wordt voor de puntkomma ingevoegd ‘en van de directoraten-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane’;

b. Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het einde van onderdeel j, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • k. adviseren over en besluiten op verzoeken op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

F

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De directeur-generaal Belastingdienst is verantwoordelijk voor de taken en verantwoordelijkheden van de organisatieonderdelen genoemd in artikel 4 van het Organisatiebesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021.

b. In het derde lid wordt ‘Mandaatbesluit Directoraat-Generaal Belastingdienst 2020’ vervangen door ‘Mandaatbesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021’.

G

Artikel 23 vervalt.

H

Artikel 23a komt te luiden:

Artikel 23a. Directeur-generaal Toeslagen

  • 1. De directeur-generaal Toeslagen is verantwoordelijk voor de taken en verantwoordelijkheden van de organisatieonderdelen genoemd in artikel 7 van het Organisatiebesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021.

  • 2. De directeur-generaal Toeslagen geeft leiding aan de onder hem ressorterende directeuren en voorziet daartoe in de nodige ondermandaten van die directeuren zoals geregeld in het Mandaatbesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021.

I

Artikel 23b komt te luiden:

Artikel 23b. Directeur-generaal Douane

  • 1. De directeur-generaal Douane is verantwoordelijk voor de taken en verantwoordelijkheden van de organisatieonderdelen genoemd in artikel 9 van het Organisatiebesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021.

  • 2. De directeur-generaal Douane geeft leiding aan de onder hem ressorterende directeuren en voorziet daartoe in de nodige ondermandaten van die directeuren zoals geregeld in het Mandaatbesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021.

J

In artikel 26, onder d, wordt ‘de Belastingdienst.’ vervangen door ‘het DGTSL;’.

ARTIKEL II

Het Mandaatbesluit Ministerie van Financiën 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel b wordt ‘het directoraat-generaal Belastingdienst’ vervangen door ‘de directoraten-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane’.

b. In onderdeel f vervalt ‘en de directeur-generaal Belastingdienst (DGBD)’.

B

Artikel 3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 2. De SG stelt, in overeenstemming met de DGBD, de DGTSL en de DGD, een mandaatbesluit voor de directoraten-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane vast.

C

Artikel 7, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 2. In afwijking van het eerste lid, gaan de directeuren-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane verplichtingen ten aanzien waarvan het toezicht FEZ geldt, als bedoeld in bijlage 1, slechts aan in overeenstemming met respectievelijk de directeur Control en Financiën van het DGBD, de aangewezen controller van het DGTSL, de aangewezen controller van het DGD dan wel de directeur Financieel-Economische Zaken.

D

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9. Instemming van de directeur FEZ

Instemming van de directeur Financieel-Economische Zaken is vereist:

  • a. voor zover voorgenomen besluiten met financiële consequenties niet passen binnen de door de SG vastgestelde budgetten;

  • b. voor de benoeming van de directeuren control van het DGBD, het DGTSL en het DGD.

E

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt na ‘DGBD’ ingevoegd ‘, DGTSL en DGD’;

2. De zinssnede ‘hoofdstukken 1.2 en 2.1 van de’ vervalt.

F

In artikel 12, onder f, wordt ‘Organisatiebesluit DGBD 2020’ vervangen door ‘Organisatiebesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021’.

G

In artikel 13, onder b, het opschrift en de aanhef van artikel 14 en artikel 16, eerste lid, wordt ‘het DGBD’ vervangen door ‘het DGBD, het DGTSL en het DGD’.

H

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel u door een puntkomma, wordt aan artikel 13 het volgende onderdeel toegevoegd:

  • v. het ten aanzien van onder hem ressorterende medewerkers geven van toestemming op verzoeken om systemen te mogen raadplegen naar aanleiding van vermoedens van niet integer gedrag door medewerkers.

I

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een puntkomma, wordt aan artikel 14 het volgende onderdeel toegevoegd:

  • k. tot het geven van toestemming op verzoeken om systemen te mogen raadplegen naar aanleiding van vermoedens van niet integer gedrag door medewerkers.

J

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het opschrift wordt na ‘DGBD’ ingevoegd ‘, DGTSL en DGD’;

b. In de aanhef wordt ‘het DGBD’ vervangen door ‘het DGBD, het DGTSL en het DGD’;

c. In onderdeel g wordt ‘leden drie tot en met vijf’ vervangen door ‘onderdelen c, d en e’;

d. Onder verlettering van onderdeel i tot h en de onderdelen l tot en met o tot i tot en met l, vervallen de onderdelen h, j en k.

K

Bijlage 1 komt als volgt te luiden:

BIJLAGE 1. TOEZICHT FEZ

De toepasselijkheid van het toezicht FEZ, bedoeld in artikel 7, tweede lid, wordt beoordeeld aan de hand van de hierna genoemde criteria.

Algemene criteria toezicht FEZ

  • De directeur Financieel-Economische Zaken (DFEZ) van het kernministerie beoordeelt aan te gane verplichtingen van het DG Belastingdienst (DGBD), het DG Toeslagen (DGTSL) en het DG Douane (DGD). Uitgangspunt hierbij is een drempelbedrag van € 500.000,- inclusief BTW. Voor de verplichtingen tussen de € 500.000,- en € 1.000.000,- geldt dat FEZ in 20% van deze gevallen beoordeelt (bij wijze van steefproef). Boven de € 1.000.000,- vervalt het steekproefprincipe en beoordeelt FEZ integraal.

  • Verplichtingen van of boven de € 50.000,- exclusief BTW worden alleen aangegaan mits er goedkeuring is van de (concern)controller van het DG of, ten aanzien van het DGBD, de (concern)directie Control & Financiën.

  • De werking van de criteria zal periodiek worden geëvalueerd en de criteria kunnen waar nodig worden bijgesteld indien daartoe aanleiding bestaat.

  • Het is niet toegestaan om een aan te gane verplichting of opdracht te knippen in meerdere verplichtingen of opdrachten om daarmee onder het drempelbedrag te komen.

  • Voor aanbestedingen die boven het drempelbedrag uitkomen moet voorafgaand aan het publicatiemoment toestemming worden gevraagd. De verplichting die voortvloeiend uit de aanbesteding met de voorkeursleverancier wordt aangegaan, behoeft ook voorafgaande goedkeuring.

  • Bij de uitwerking van de criteria is gebruikt gemaakt van de indeling van de budgettaire tabel van het beleidsartikel 1 Belastingen en de rijksbrede kostensoortentabel zoals opgenomen in de Rijksbegrotingsvoorschriften:

    • Eigen personeel

      • Eigen personeel wordt niet voorgelegd aan het toezicht FEZ.

      • De personele exploitatie-uitgaven zoals representatie, reiskosten, studie en opleidingen, contributies, personeelsevenementen en sociaal flankerend beleid vallen wel onder het toezicht FEZ.

    • Externe inhuur

      • Voor de definitie van externe inhuur wordt aangesloten op de Rijksbegrotingsvoorschriften externe inhuur: ‘Externe inhuur is het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht van een bij de rijksoverheid in dienst zijnde opdrachtgever, door een private organisatie met winstoogmerk, middels het tegen betaling inzetten van personele capaciteit en deskundigheid, waarop door de opdrachtgever mede gestuurd wordt.’

      • Verlenging van een aflopend inhuurcontract geldt als een nieuwe verplichting. Indien het totaalbedrag van het aflopende contract(en) en het nieuwe contract tezamen het drempelbedrag overschrijdt, valt de verlenging onder het toezicht FEZ.

      • Externe inhuur op basis van mantelcontracten (zoals Randstad) valt bij overschrijding van het drempelbedrag onder het toezicht FEZ.

      • Voor de goede orde: in lijn met de motie De Pater-Van der Meer is externe inhuur boven een uurprijs van 225 euro slechts in uitzonderlijke gevallen toegestaan, volgens het principe ‘comply or explain’.

    • ICT

      • Hieronder vallen o.a. licenties, aanschaf van hard- en software en uitbesteedwerk op het terrein van ICT.

    • Bijdragen aan SSO’s

      • Hieronder vallen bijvoorbeeld de bijdragen aan de SSO’s zoals P-Direkt, FMHaaglanden, Rijksvastgoedbedrijf, Doc-Direkt, Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR), SSC-ICT (allen BZK), Dictu (EZK), Paresto en IVENT/DTO (DEF). Verplichtingen boven het drempelbedrag zijn vaak langlopend en vaak vastgesteld in rijksbrede overleggen. Goedkeuring van de directeur FEZ is nodig voordat het DGBD, het DGTSL of het DGD zich in rijksbrede gremia kan committeren aan nieuwe verplichtingen boven het drempelbedrag.

    • Overig materieel

      • De overige materiële uitgaven vallen onder het toezicht FEZ. Voorbeelden van overige materiële uitgaven zijn betalingen aan het wagenpark en de schepen van Douane, huisvesting en facilitaire diensten voorzover deze niet vallen onder de bijdragen aan SSO’s, voorlichting, portokosten, dienstkleding, kosten Kamer van Koophandel en Kadaster, betalingsverkeer en betalingen aan Logius.

Wat valt niet onder toezicht FEZ?

  • Tussentijdse verlengingen (zowel stilzwijgend als actief) van mantelcontracten hoeven niet voorgelegd te worden. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat aan de verlenging van een mantelcontract een expliciet overwegingskader ten grondslag ligt. Enkel de aanbesteding van een mantelcontract en de uitnutting van het mantelcontract (boven de € 500.000,-) dient voorgelegd te worden aan het toezicht FEZ.

  • Contracten i.v.m. kantoorruimte (huur, schoonmaak, beveiliging) die stilzwijgend verlengd worden (de mogelijkheid om het contract op te zeggen wordt niet benut) hoeven niet voorgelegd te worden. Indien het contract opgehoogd wordt door specifieke beslissingen (bijvoorbeeld extra m2) moet de verplichting wel worden voorgelegd aan toezicht FEZ.

  • De volgende verplichtingen met betrekking tot de uitgaven van het DGBD, het DGTSL of het DGD zoals begroot op de beleidsartikelen 1, 9 en 13 van de begroting vallen niet onder verplichtingenstop:

    • Verplichtingen inzake betalingen van belasting- en invorderingsrente aan belastingplichtigen;

    • Verplichtingen inzake betalingen van proceskostenvergoeding, indien belastingplichtigen in het gelijk zijn gesteld bij een bezwaar of beroepsprocedure;

    • Verplichtingen inzake bekostigingsbijdragen aan de Waarderingskamer en de Douaneraad;

    • Ontvangsten (belastingontvangsten en apparaatsontvangsten).

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In de brief van 11 januari 2020 aan de Tweede Kamer heeft de Minister van Financiën aangekondigd dat de onderdelen Toeslagen en Douane worden ontvlochten vanuit de Belastingdienst om deze als bestuurlijk zelfstandige onderdelen te positioneren binnen het Ministerie van Financiën. De bedoeling van deze ontvlechting is dat Toeslagen en Douane dan niet meer via de Belastingdienst worden aangestuurd, maar dat zij als zelfstandige entiteiten fungeren. Die keuze is nodig geacht om doelgerichter aan de slag te gaan met de uitvoeringsopgaven van de Belastingdienst, Toeslagen en Douane.

De eerste stap is geweest om de ambtelijke sturing van de drie organisatieonderdelen te versterken door drie directeuren-generaal (DG’s) aan te stellen die elk verantwoordelijk worden voor een van deze onderdelen. De drie DG’s hebben de opdracht gekregen om de ontvlechting op verantwoorde wijze ter hand te nemen en de organisatorische consequenties uit te werken. Er zijn eerder drie afzonderlijke directoraten-generaal gecreëerd. Voor die drie afzonderlijke directoraten-generaal gezamenlijk gaat met ingang van 1 januari 2021 het Organisatiebesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021 en het Mandaatbesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021 gelden. Daarbij is er in afwachting van de noodzakelijke aanpassing van de fiscale wet- en regelgeving voorlopig nog sprake van de overkoepelende naam ‘Belastingdienst’ voor de onderdelen van de rijksbelastingdienst, die wordt gevormd door de drie directoraten-generaal.

De drie directoraten-generaal zijn dienstonderdelen van de hoofdstructuur van het ministerie van Financiën. In verband met de verdere ontvlechting van de Belastingdienst in de drie directoraten-generaal, is het ook nodig om het Organisatiebesluit Ministerie van Financiën 2020 en het Mandaatbesluit Ministerie van Financiën 2020 te wijzigen. Deze wijzigingsregeling voorziet daarin en zorgt ervoor dat de beide organisatiebesluiten en mandaatbesluiten op elkaar aansluiten.

Verder wordt dit wijzigingsmoment gebruikt om een aantal onvolkomenheden, die geen verband houden met de ontvlechting van de Belastingdienst, te wijzigen.

Artikelsgewijs

Artikel I

Op verschillende plaatsen in het Organisatiebesluit Ministerie van Financiën 2020 wordt de verwijzing naar het directoraat-generaal Belastingdienst (of DGBD) gewijzigd in een verwijzing naar de drie directoraten-generaal waarin het DGBD wordt gesplitst, te weten het DGBD, het directoraat-generaal Toeslagen (DGTSL) en het directoraat-generaal Douane (DGD).

Omdat de directie Financieel-Economische Zaken (FEZ) niet langer een hoofddirectie meer is, en dus ook geen hoofddirecteur meer heeft, worden met onderdeel B alle verwijzingen naar de hoofddirectie FEZ, hoofddirecteur FEZ en HDFEZ gewijzigd.

In onderdeel E wordt geregeld dat de directie Juridische Zaken met ingang van 1 januari 2021 ook de regelgeving op het gebied van het Organisatiebesluit en het Mandaatbesluit voor de directoraten-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane voorbereid. Dit is ook opgenomen in het Organisatiebesluit directoraten-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021.

In de onderdelen F, H en I worden de taken en bevoegdheden van respectievelijk de DGBD, de DGTSL en de DGD vastgelegd. In dat kader wordt de koppeling gemaakt met de corresponderende hoofdstukken in het Organisatiebesluit en het Mandaatbesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021.

Artikel II

Ook in het Mandaatbesluit Ministerie van Financiën 2020 wordt op verschillende plaatsen de verwijzing naar het directoraat-generaal Belastingdienst (of DGBD) gewijzigd in een verwijzing naar de drie directoraten-generaal waarin de DGBD wordt gesplitst, te weten het DGBD, het directoraat-generaal Toeslagen (DGTSL) en het directoraat-generaal Douane (DGD).

In onderdeel B wordt geregeld dat niet langer de DGBD in overeenstemming met de SG, maar de SG in overeenstemming met de DGBD, de DGTSL en de DGD, een mandaatbesluit vaststelt voor de directoraten-generaal DGBD, DGTSL en DGD.

In onderdeel C wordt geregeld dat er vanaf 1 januari 2021 niet langer sprake is van Verscherpt Toezicht op het DGBD, het DGTSL en het DGD, maar Toezicht FEZ. De uitwerking van wat dat Toezicht FEZ inhoudt, is opgenomen in de in onderdeel H opgenomen gewijzigde Bijlage 1. Onderdeel van de afspraak om het Verscherpt Toezicht om te zetten naar Toezicht FEZ is ook dat de directeur FEZ moet instemmen met de benoeming van de directeuren control van het DGBD, het DGTSL en het DGD. Dit wordt met onderdeel D toegevoegd aan artikel 9.

Met de onderdelen E, H en I wordt het Mandaatbesluit in overeenstemming gebracht met het Mandaatbesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021 voor wat betreft het mandaat om te beslissen over afwijkingen van en uitzonderingen op aanbestedingsprocedures en het mandaat om toestemming te geven om systemen te raadplegen naar aanleiding van vermoedens van niet integer gedrag van medewerkers.

Bij een vorige wijziging van het Mandaatbesluit is de nummering in artikel 15 vervangen door een lettering. De verwijzing naar de leden drie tot en met vijf in onderdeel g, klopt daardoor niet meer. Met onderdeel J wordt dat hersteld, zodat naar de juiste geletterde onderdelen wordt verwezen. Daarnaast komen de onderdelen h, j en k in artikel 15 te vervallen, omdat deze bevoegdheden in het Mandaatbesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021 op een lager niveau dan het niveau van de algemene leiding worden belegd.

Ten slotte wordt met onderdeel K een gewijzigde Bijlage 1 aan het Mandaatbesluit toegevoegd. Ook hiermee wordt de wijziging van Verscherpt Toezicht naar Toezicht FEZ verwerkt. Ook wordt een aantal andere wijzigingen doorgevoerd die verband houden met de ontvlechting, waaronder de verwijzing naar de DG’s.

Artikel III

De (verdere) ontvlechting van de Belastingdienst vindt plaats per 1 januari 2021. Omdat deze regeling niet per die datum in werking kon treden, treedt deze regeling in werking de dag na publicatie in de Staatscourant en werkt zij terug tot 1 januari 2021. Daarmee wordt aangesloten bij de inwerkingtreding van het Organisatiebesluit en het Mandaatbesluit Directoraten-Generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven