Burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen
Overwegingen ten aanzien van het besluit
dat het eenrichtingsverkeer in dit gedeelte van de Dorpsstraat met grote regelmaat werd genegeerd;
dat vanwege het eenrichtingsverkeer er in de Bartokstraat sprake was van sluipverkeer;
dat de Bartokstraat een rustige erftoegangsweg is waar een maximum rijsnelheid geldt van 30 km p/u;
dat dit omwille van de verkeersveiligheid, het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade en de instandhouding van de weg alsmede het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan ongewenst is;
dat hierdoor zowel in de Dorpsstraat als in de Bartokstraat verkeersonveilige situaties ontstonden;
dat ingevolge de Wegenverkeerswet 1994 is mogelijk zonder verkeersbesluit een tijdelijke verkeermaatregel te effectueren;
dat bij wijze van proef de inrichting van dit deel van de Dorpsstraat tijdelijk is heringericht;
dat deze inrichting heeft geleid tot een grotere verkeersveiligheid ter plaatse;
dat slechts één klacht is ontvangen met betrekking tot de verkeerssituatie ter plaatse;
dat de problematiek met betrekking tot het sluipverkeer in de Bartokstraat is opgelost;
dat besloten is om de tijdelijke inrichting van de Dorpsstraat definitief te maken;
dat hiervoor een verkeersbesluit noodzakelijk is;dat gelet op de verkeersveiligheid het instellen van tweerichtingsverkeer in de Dorpsstraat tussen Sportparkstraat en Monseigneur van Rooijstraat gewenst is;
dat gelet op de verkeersveiligheid het instellen van een voorrangsregeling in de Dorpsstraat tussen Sportparkstraat en Monseigneur van Rooijstraat gewenst is;
dat de aanwezige betonblokken in dit gedeelte van de Dorpsstraat gehandhaafd blijven om het parkeren te reguleren;