Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 13 april 2021, nr. WJZ/ 21081980, tot het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat en de inspecteur-generaal Inspectie Leefomgeving en Transport inzake de uitvoering en handhaving van de Wet bescherming Antarctica (Besluit mandaat, volmacht en machtiging inzake de Wet bescherming Antarctica)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gezien de schriftelijke instemming van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, de directeur-generaal Rijkswaterstaat en de inspecteur-generaal Inspectie Leefomgeving en Transport;

Gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van feitelijke handelingen die verband houden met de uitvoering van de Wet bescherming Antarctica, met uitzondering van paragraaf 7 van de Wet bescherming Antarctica.

  • 2. Aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat wordt tevens mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in het eerste lid, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van (hoger) beroep.

Artikel 2

  • 1. Aan de inspecteur-generaal Inspectie Leefomgeving en Transport wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van feitelijke handelingen die verband houden met handhaving van de Wet bescherming Antarctica als bedoeld in paragraaf 7 van de Wet bescherming Antarctica.

  • 2. Aan de inspecteur-generaal Inspectie Leefomgeving en Transport wordt tevens mandaat en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in het eerste lid, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van (hoger) beroep.

Artikel 3

  • 1. De directeur-generaal Rijkswaterstaat kan voor de in artikel 1 bedoelde aangelegenheden ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

  • 2. De directeur-generaal Rijkswaterstaat kan bij het verlenen van ondermandaat, volmacht en machtiging, als bedoeld in het eerste lid, bepalen dat de hoofdingenieur-directeur voor de aan hem gemandateerde aangelegenheden ondermandaat, volmacht en machtiging verleent aan onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 4

De inspecteur-generaal Inspectie Leefomgeving en Transport kan voor de in artikel 2 bedoelde aangelegenheden ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 5

  • 1. Het verlenen van ondermandaat, volmacht en machtiging, alsmede wijziging daarvan, geschiedt schriftelijk en wat de formulering betreft in overeenstemming met de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

  • 2. Een afschrift van besluiten inzake ondermandaat en machtiging als bedoeld in de artikelen 3 en 4 wordt gezonden aan de secretaris-generaal en de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en aan degenen aan wie krachtens het besluit ondermandaat of machtiging is verleend.

Artikel 6

Het krachtens mandaat, volmacht of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

namens deze:

(handtekening)

(naam functionaris)

(functie)

Artikel 7

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging directeur-generaal Rijkswaterstaat inzake de uitvoering van de Wet bescherming Antarctica (Stcrt. 2013, nr. 35184) wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging inzake de Wet bescherming Antarctica 2021.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 april 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag

TOELICHTING

Dit besluit vervangt het Besluit mandaat, volmacht en machtiging directeur-generaal Rijkswaterstaat inzake de uitvoering van de Wet bescherming Antarctica uit 2013. In dat besluit waren er geen bevoegdheden gemandateerd aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT). Sinds de instelling van ILT in juni 2019 is de handhaving van de Wet bescherming Antarctica op het terrein van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu door ILT verricht op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport. Vanwege een efficiënte verdeling en uitvoering van taken aangaande de Wet bescherming Antarctica wordt in dit besluit geregeld dat de werkzaamheden betreffende de handhaving van deze wet ook namens de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit voortaan worden verricht door ILT.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven