Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 22 april 2021, kenmerk ACM/UIT/550794 definitieve besluit tot wijziging van de tariefstructuren en voorwaarden als bedoeld in artikelen 27 en 31 van de Elektriciteitswet 1998 en 12a en 12b van de Gaswet betreffende de wijziging naar aanleiding van de wijziging van de besluiten leveringszekerheid

Zaaknummer: ACM/19/036115

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op artikel 12f, eerste lid, van de Gaswet en artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit

ARTIKEL I

De Tarievencode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3.2.2a. wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 3.2.2a. sub f. wordt ‘als’ ingevoegd na ‘garantstelling’

In artikel 3.2.2a. sub g. wordt ‘11.2., derde lid, van de Netcode’ vervangen door ‘11.1., vierde lid van de Netcode’.

B

Artikel 5.1.2. wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 5.1.2. sub a wordt na ‘Staatscourant’ ingevoegd ‘; of, indien dit eerder is, drie maanden voorafgaand aan de datum waarop de beschikking tot intrekking van de vergunning is genomen’.

In artikel 5.1.2. sub b wordt ‘verklaard, of’ vervangen door ‘verklaard of,’.

C

Artikel 5.1.3 komt te luiden:

  • 5.1.3. De te verrekenen gederfde tariefinkomsten bedragen ten hoogste de overeenkomstig paragraaf 8.2 van de Informatiecode elektriciteit en gas vastgestelde verplichting over de overeenkomstig artikel 5.1.2 vastgestelde periode minus de over die periode door regionale netbeheerders van de in artikel 5.1.1 bedoelde leverancier ontvangen afdrachten.

D

Artikel 5.1.4 komt te luiden:

  • 5.1.4. Het moment van de in artikel 5.1.1 bedoelde verrekening is twee jaar na het jaar waarin de vergunninghouder in staat van faillissement is verklaard. De netbeheerder dient dit verzoek tot correctie voor gederfde transporttariefinkomsten te doen met het tariefvoorstel voor het betreffende jaar. Daarbij moet de netbeheerder aan de Autoriteit Consument en Markt een overzicht overleggen, voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring, van de gederfde tariefinkomsten.

E

Artikel 5.1.5 komt te luiden:

  • 5.1.5. Indien een netbeheerder, als bedoeld in artikel 5.1.1, gederfde inkomsten verrekent, dient deze netbeheerder in het jaar van het einde van het faillissement van de betreffende vergunninghouder een verklaring van de curator bij de Autoriteit Consument en Markt te overleggen van de uitkomsten van het faillissement. Het einde van een faillissement is de dag waarop het einde van een faillissement wordt gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant.

F

Na artikel 5.1.5 wordt een artikel toegevoegd, luidend:

  • 5.1.6. Inkomsten die de netbeheerder alsnog heeft kunnen verhalen op de failliete boedel worden op gelijke wijze als bij de verrekening onder artikel 5.1.1 gezamenlijk in mindering gebracht op de tarieven twee jaar na het jaar van het einde van het faillissement.

ARTIKEL II

De Tarievencode gas wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 2.41 wordt na ‘Staatscourant’ ingevoegd: ‘;of, indien dit eerder is, drie maanden voorafgaand aan de datum waarop de beschikking tot intrekking van de vergunning is genomen’.

B

Artikel 2.43 komt te luiden:

  • 2.43 De te verrekenen gederfde tariefinkomsten bedragen ten hoogste de overeenkomstig paragraaf 8.2 van de Informatiecode elektriciteit en gas vastgestelde verplichting over de overeenkomstig artikel 2.41 vastgestelde periode minus de over die periode door regionale netbeheerders van de in artikel 2.40 bedoelde leverancier ontvangen afdrachten.

C

Na artikel 2.43 worden twee artikelen toegevoegd, luidend:

  • 2.44 Indien een netbeheerder, als bedoeld in artikel 2.40, gederfde inkomsten verrekent, dient deze netbeheerder in het jaar van het einde van het faillissement van de betreffende vergunninghouder een verklaring van de curator bij de Autoriteit Consument en Markt te overleggen van de uitkomsten van het faillissement. Het einde van een faillissement is de dag waarop het einde van een faillissement wordt gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant.

  • 2.45 Inkomsten die de regionale netbeheerders alsnog hebben kunnen verhalen op de failliete boedel worden op gelijke wijze als bij de verrekening onder artikel 2.40 gezamenlijk in mindering gebracht op de tarieven twee jaar na het jaar van het einde van het faillissement.

ARTIKEL III

De Netcode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 10.4 komt te luiden:

Artikel 10.4

  • 1. Tot het uitoefenen van balanceringsverantwoordelijkheid voor een aansluiting laat een netbeheerder slechts natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen toe aan wie de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet overeenkomstig artikel 10.2 een erkenning als BRP heeft verleend.

  • 2. Een aangeslotene die de balanceringsverantwoordelijkheid voor zijn aansluiting niet zelf uitoefent, draagt die balanceringsverantwoordelijkheid over aan een BRP.

  • 3. Een aangeslotene die de balanceringsverantwoordelijkheid voor zijn aansluiting niet zelf uitoefent, laat de beoogde BRP aan de netbeheerder op wiens net hij is aangesloten overeenkomstig het proces uit paragraaf 4.5 van de Informatiecode elektriciteit en gas melden aan welke BRP hij zijn balanceringsverantwoordelijkheid heeft overgedragen.

  • 4. Een aangeslotene die het voornemen heeft zijn balanceringsverantwoordelijkheid over te dragen aan een andere BRP dan de BRP die tot dan toe balanceringsverantwoordelijkheid voor hem heeft uitgeoefend, laat de beoogde BRP aan de netbeheerder die het aangaat overeenkomstig het proces uit paragraaf 4.5 van de Informatiecode elektriciteit en gas melden aan welke BRP hij zijn balanceringsverantwoordelijkheid heeft overgedragen.

  • 5. In afwijking van het gestelde in het derde en vierde lid geldt dat in het geval een leverancier, daartoe gemachtigd, voor een aangeslotene balanceringsverantwoordelijkheid regelt, de leverancier de in het derde en het vierde lid bedoelde melding doet overeenkomstig de processen uit hoofdstuk 4 van de Informatiecode elektriciteit en gas.

  • 6. Een netbeheerder doet overeenkomstig hoofdstuk 4 van de Informatiecode elektriciteit en gas aan de BRP die tot aan de in het vierde lid bedoelde overdracht de balanceringsverantwoordelijkheid van de aangeslotene uitoefent, onverwijld mededeling van het feit dat hem een kennisgeving als bedoeld in het vierde lid heeft bereikt en door hem is aanvaard.

B

Artikel 10.6 komt te luiden:

Artikel 10.6

  • 1. Indien een BRP die door middel van een overeenkomst met een leverancier balanceringsverantwoordelijkheid draagt voor een grootverbruikaansluiting die overeenkomst wenst te beëindigen, stelt hij de grootverbruiker en de Ieverancier en de netbeheerder die het aangaat tenminste twintig werkdagen voor de beoogde ingangsdatum schriftelijk in kennis.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde in kennis stelling van de grootverbruiker vindt plaats bij aangetekende brief en de in dat lid bedoelde termijn van twintig werkdagen vangt aan op het moment van ontvangst van deze aangetekende brief.

  • 3. De grootverbruiker laat de beoogde BRP of de leverancier, daartoe gemachtigd overeenkomstig artikel 10.4, vijfde lid, tenminste vijf werkdagen voor de in het eerste lid bedoelde ingangsdatum aan de netbeheerder die het aangaat overeenkomstig het proces uit paragraaf 4.5 van de Informatiecode elektriciteit en gas melden welke BRP vanaf die datum voor de aansluiting balanceringsverantwoordelijkheid draagt.

  • 4. Indien de grootverbruiker of de leverancier, daartoe gemachtigd overeenkomstig artikel 10.4, vijfde lid, niet tijdig aan zijn in het derde lid bedoelde verplichting voldoet, treedt artikel 11.8 voor de betreffende aansluiting in werking. De netbeheerder die het aangaat, verwittigt onverwijld de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de Autoriteit Consument en Markt.

C

Artikel 10.10 komt te luiden:

Artikel 10.10

  • 1. De erkenning van een BRP wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet hiertoe besluit overeenkomstig artikel 10.35, eerste en tweede lid, rekening houdend met een eventueel besluit tot opschorting overeenkomstig artikel 11.1, tweede lid, ongeacht of de betreffende BRP op die datum is uitgeschreven uit het BRP-register en de intrekking van zijn erkenning is gepubliceerd, een en ander als bedoeld in het tweede en derde lid.

  • 2. Wanneer de erkenning van een BRP is ingetrokken, stelt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de andere netbeheerders en BRP's daarvan onverwijld in kennis en schrijft hij de desbetreffende BRP uit het BRP-register uit.

  • 3. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet publiceert de intrekking van een erkenning van een BRP zo spoedig mogelijk in de Staatscourant, onder vermelding van naam, adres en woonplaats van de betrokken natuurlijke of rechtspersoon alsmede van de datum waarop de erkenning is ingetrokken en van de datum waarop de BRP uit het BRP-register is uitgeschreven.

D

Hoofdstuk 11 komt te luiden:

HOOFDSTUK 11. LEVERINGSZEKERHEID

Artikel 11.1
  • 1. Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voorziet dat een BRP niet langer in staat zal zijn, zijn verplichtingen na te komen of voor een BRP de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is uitgesproken, surséance van betaling is verleend, respectievelijk faillissement is uitgesproken, pleegt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet overleg met de Autoriteit Consument en Markt.

  • 2. In het in het eerste lid bedoelde overleg wordt bepaald of en zo ja onder welke voorwaarden de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de BRP of diens curator of bewindvoerder het volgende kan respectievelijk moet aanbieden:

    • a. de intrekking van de erkenning als BRP op te schorten, en

    • b. voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor het borgen van de economische stabiliteit van het systeem garant te staan voor de kosten van inkoop van de elektriciteit en balancering en eventuele andere aan deze opschorting gerelateerde kosten tegen de door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet te stellen voorwaarden voor de garantstelling tijdens deze tijdelijke voortzetting.

  • 3. Afhankelijk van het resultaat van het in het eerste lid bedoelde overleg treedt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in overleg met de betreffende BRP of diens curator of bewindvoerder en kan hij een aanbod doen tot het afgeven van een garantie als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet staat maximaal tien werkdagen garant voor de kosten als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b.

  • 4. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet neemt de te zijnen laste blijvende kosten, gemaakt ter uitvoering van de in het tweede lid, onderdeel b, bedoelde garantstelling, op in zijn tarieven.

Artikel 11.2
  • 1. Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet overeenkomstig artikel 10.10, eerste lid, besluit tot intrekking van de erkenning van een BRP en tevens, overeenkomstig artikel 11.1, tweede lid, besluit tot opschorting van deze intrekking, stelt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, in afwijking van artikel 10.10, tweede lid, onverwijld na het besluit tot opschorting de overige netbeheerders, BRP's en de Autoriteit Consument en Markt daarvan in kennis, onder vermelding van de tijdstippen waarop de opschorting eindigt en de kennisgeving als bedoeld in artikel 11.3, eerste lid, onderdeel a en b, uiterlijk plaatsvindt.

  • 2. In geval van toepassing van het eerste lid, communiceren de netbeheerders de in het eerste lid bedoelde opschorting en intrekking onverwijld aan:

    • a. de betreffende leveranciers, indien deze overeenkomstig artikel 10.4, vijfde lid, zijn gemachtigd de balanceringsverantwoordelijkheid voor grootverbruikers te regelen;

    • b. de leveranciers die de balanceringsverantwoordelijheid hebben geregeld op grond van artikel 95a, eerste lid of artikel 95n van de Elektriciteitswet 1998;

    • c. de betreffende grootverbruikers, indien geen sprake is van machtiging van een leverancier voor het regelen van de balanceringsverantwoordelijkheid.

  • 3. De in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde gemachtigde leveranciers stellen de grootverbruikers die hen gemachtigd hebben onverwijld in kennis van de in het eerste lid bedoelde opschorting en intrekking.

Artikel 11.3
  • 1. Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet overeenkomstig artikel 10.10, eerste lid, besluit tot intrekking van de erkenning van een BRP en tevens overeenkomstig artikel 11.1, tweede lid, besluit tot opschorting van deze intrekking, verdeelt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de balanceringsverantwoordelijkheid voor de aansluitingen waarvoor deze BRP op dat moment in het aansluitingenregister vermeld staat als volgt over de andere BRP's:

    • a. de aansluitingen waarvoor de leverancier, daartoe gemachtigd overeenkomstig artikel 10.4, vijfde lid, dan wel op grond van artikel 95a, eerste lid of artikel 95n van de Elektriciteitswet 1998, de balanceringsverantwoordelijkheid heeft geregeld en heeft ondergebracht bij een andere rechtspersoon dan hijzelf, worden toegewezen aan de BRP die de leverancier onverwijld schriftelijk opgeeft aan de netbeheerder die het aangaat;

    • b. voor de aansluitingen van grootverbruikers waarbij geen sprake is van machtiging van een leverancier voor het regelen van de balanceringsverantwoordelijkheid, geeft de grootverbruiker schriftelijk aan de betreffende netbeheerder op wie de balanceringsverantwoordelijkheid over gaat nemen;

    • c. de aansluitingen van kleinverbruikers waarvoor de overdracht van de balanceringsverantwoordelijkheid niet tijdig is geregeld overeenkomstig onderdeel a, worden verdeeld over de overige BRP's naar rato van het aantal aangesloten kleinverbruikers waarvoor een BRP balanceringsverantwoordelijkheid draagt;

    • d. de aansluitingen van grootverbruikers waarvoor de overdracht van de balanceringsverantwoordelijkheid niet tijdig is geregeld overeenkomstig onderdeel a of b, worden verdeeld naar rato van het totaal van de gecontracteerde transportvermogens in deze categorie waarvoor een BRP balanceringsverantwoordelijkheid draagt.

  • 2. Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet overeenkomstig artikel 10.10, eerste lid, besluit tot intrekking van de erkenning van een BRP, maar niet overeenkomstig artikel 11.1, tweede lid, besluit tot opschorting van deze intrekking, wordt de balanceringsverantwoordelijkheid voor de aansluitingen waarvoor deze BRP op dat moment in het aansluitingenregister vermeld staat door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet over de andere BRP’s verdeeld overeenkomstig de onderdelen c en d van het eerste lid.

  • 3. De schriftelijke mededeling, genoemd in het eerste lid, onderdelen a en b, bevat tevens een bevestiging van die BRP dat hij de balanceringsverantwoordelijkheid op zich neemt.

  • 4. De verdeling, genoemd in het eerste lid, onderdelen c en d, wordt uitgevoerd in tienden van procenten.

  • 5. Bij verdeling van grootverbruikaansluitingen met een gecontracteerd transportvermogen boven de 10 MW, of bij substantiële hoeveelheden aansluitingen, kan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vooraf in contact treden met betrokken BRP's ten aanzien van het aanpassen van de verdeling.

  • 6. De BRP's die op grond van het eerste lid, onderdeel c of d, aansluitingen toegewezen hebben gekregen, informeren zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie werkdagen na de verdeling, de betrokken aangeslotenen of hun leverancier, indien deze overeenkomstig artikel 10.4, vijfde lid, is gemachtigd de balanceringsverantwoordelijkheid te regelen, over deze toewijzing en over de bij hen geldende voorwaarden en de opzeggingsmogelijkheden.

  • 7. De in het zesde lid bedoelde gemachtigde leveranciers stellen de grootverbruikers die hen gemachtigd hebben onverwijld in kennis van de in het eerste lid, onderdeel d, bedoelde toewijzing.

  • 8. Indien op grond van dit artikel de balanceringsverantwoordelijkheid van groepen aangeslotenen wijzigt, zorgt de netbeheerder die het aangaat ervoor dat de wisseling van balanceringsverantwoordelijkheid binnen één werkdag in het aansluitingenregister is verwerkt.

  • 9. De grootverbruiker wiens aansluiting via de in dit artikel bedoelde verdeling een andere BRP heeft toegewezen gekregen, heeft gedurende twee maanden het recht zonder opzegtermijn van BRP te wisselen.

  • 10. Een BRP die op grond van dit artikel de balanceringsverantwoordelijkheid voor aansluitingen toegewezen heeft gekregen, weigert deze toewijzing niet, tenzij hij voordat toewijzing plaatsvindt schriftelijk de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet heeft gemeld niet voor deze toewijzing in aanmerking te willen komen en daarbij tevens tijdig gezamenlijk met een ontvangende BRP heeft aangegeven dat die ontvangende BRP alsdan zijn aandeel overneemt.

  • 11. De verwerkingstermijn van een melding, als bedoeld in het tiende lid, bedraagt maximaal twee weken.

  • 12. De ontvangende BRP, als bedoeld in het tiende lid, kan met toepassing van artikel 10.6, eerste lid, de balanceringsverantwoordelijkheid opzeggen.

Artikel 11.4

In bijlage 7 is de leidraad opgenomen voor een machineleesbaar en interoperabel formaat van de gegevens, ten behoeve van de uitvoering door de vergunninghouders van artikel 3, derde lid, van het Besluit vergunning levering elektriciteit aan kleinverbruikers.

Artikel 11.5
  • 1. Een vergunninghouder meldt, voor het geval hem, op grond van artikel 2, zesde lid, van het Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet 1998, de levering aan kleinverbruikers wordt toegewezen, aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet welke BRP voor de desbetreffende kleinverbruikers balanceringsverantwoordelijke dient te worden.

  • 2. De verwerkingstermijn van een melding als bedoeld in het eerste lid, bedraagt maximaal twee weken.

  • 3. Indien op grond van artikel 2, zesde lid, van het Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet 1998 de leverancier van groepen kleinverbruikers wijzigt, zorgt de netbeheerder die het aangaat ervoor dat de wisseling van leverancier binnen één werkdag in het aansluitingenregister is verwerkt.

Artikel 11.6
  • 1. Als de situatie als bedoeld in artikel 2 van het Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet 1998 gevolgen heeft voor de levering aan grootverbruikers of kleinverbruikers, zoals bedoeld in artikel 95n van de Elektriciteitswet 1998, door de desbetreffende vergunninghouder, of een leverancier, niet zijnde een vergunninghouder, dan:

    • a. treedt de BRP die de balanceringsverantwoordelijkheid voor die aangeslotenen draagt, in de plaats van de leverancier tot het moment waarop de betreffende aangeslotenen een nieuwe leveringsovereenkomst hebben gesloten dan wel de levering aan die aangeslotenen is beëindigd;

    • b. stelt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de betreffende BRP onverwijld van deze situatie op de hoogte;

    • c. stelt de betreffende BRP de betrokken aangeslotenen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie werkdagen na het in de plaats treden schriftelijk op de hoogte van de ontstane situatie en de thans geldende voorwaarden, inclusief de opzeggingsmogelijkheden;

    • d. wordt de aangeslotene geacht een leveringscontract te hebben met de BRP die in de plaats van de leverancier treedt;

    • e. heeft de aangeslotene twee maanden het recht het leveringscontract zonder opzegtermijn te beëindigen;

    • f. kan de BRP, voor zover dat niet al is overeengekomen, redelijke afspraken maken ten aanzien van de balanceringsverantwoordelijkheid voor de aansluiting.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde BRP die in de plaats van de leverancier treedt, brengt aan de aangeslotene een tarief voor de geleverde energie in rekening dat overeenkomt met de uurlijkse day-aheadclearingprijs, tenzij de aangeslotene met deze BRP anders is overeengekomen.

  • 3. Indien op grond van dit artikel de leverancier van groepen aangeslotenen wijzigt, zorgt de netbeheerder die het aangaat ervoor dat de wisseling van leverancier binnen één werkdag in het aansluitingenregister is verwerkt.

Artikel 11.7

In geval van samenloop van het dreigen weg te vallen dan wel wegvallen van een leverancier en een BRP voor aansluitingen die door beide partijen bediend worden, gelden in aanvulling op de artikelen 11.2 tot en met 11.6 de volgende bepalingen:

  • a. bij het gelijktijdig nemen van het besluit om een vergunning en een erkenning in te trekken, wordt het besluit waarmee de vergunning wordt ingetrokken geacht eerder te zijn genomen dan de beslissing tot het intrekken van de erkenning als BRP;

  • b. als binnen de opschortingsperiode van de intrekking van de erkenning van de BRP de vergunning van de leverancier bij besluit ingetrokken wordt, kan, indien noodzakelijk, de opschortingsperiode van de BRP verlengd worden;

c de in onderdeel b bedoelde verlenging loopt ten hoogste tot het einde van de tijdelijke voortzettingsperiode die geldt voor de betreffende leverancier en geldt alleen voor de aansluitingen die onder deze vergunninghouder vallen.

Artikel 11.8
  • 1. In de situatie als bedoeld in artikel 10.6, vierde lid:

    • a. treedt de BRP die de balanceringsverantwoordelijkheid voor die grootverbruiker draagt in de plaats van de leverancier tot het moment waarop de grootverbruiker een nieuwe leveringsovereenkomst heeft gesloten dan wel de levering aan die grootverbruiker is beëindigd;

    • b. switcht de betreffende BRP daartoe de betreffende grootverbruiker overeenkomstig paragraaf 4.1 van de Informatiecode elektriciteit en gas naar zich toe;

    • c. stelt de betreffende BRP de betrokken grootverbruiker zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie werkdagen na de effectuering van de switch schriftelijk op de hoogte van de ontstane situatie en de thans geldende voorwaarden, inclusief de opzeggingsmogelijkheden;

    • d. wordt de grootverbruiker geacht een leveringscontract te hebben met de BRP die in de plaats van de leverancier treedt;

    • e. heeft de grootverbruiker twee maanden het recht het leveringscontract zonder opzegtermijn te beëindigen;

    • f. kan de BRP, voor zover niet reeds overeengekomen, redelijke afspraken maken ten aanzien van balanceringsverantwoordelijkheid voor de aansluiting.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde BRP die in de plaats van de leverancier treedt, brengt aan de grootverbruiker een tarief voor de geleverde energie in rekening dat overeenkomt met de uurlijkse day-aheadclearingprijs, tenzij de grootverbruiker met deze BRP anders is overeengekomen.

E

Aan de Netcode elektriciteit wordt een bijlage toegevoegd, luidend:

BIJLAGE 7 BIJ ARTIKEL 11.4: LEIDRAAD VOOR EEN MACHINELEESBAAR EN INTEROPERABEL FORMAAT VAN DE GEGEVENS

ARTIKEL IV

De Takencode gas LNB wordt gewijzigd als volgt:

A

In paragraaf 2.2. wordt na artikel 2.2.2c het volgende artikel toegevoegd:

2.2.2d

In bijlage 1 is de leidraad opgenomen voor een machineleesbaar en interoperabel formaat van de gegevens ten behoeve van de uitvoering door de vergunninghouders van artikel 3, vijfde lid, van het Besluit vergunning levering gas aan kleinverbruikers.

B

Aan de Takencode gas wordt bijlage 1 toegevoegd, luidend:

BIJLAGE 1 BIJ ARTIKEL 2.2.2D: LEIDRAAD VOOR EEN MACHINELEESBAAR EN INTEROPERABEL FORMAAT VAN DE GEGEVENS

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking met ingang van [datum / de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst].

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 april 2021

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. van Leijten, bestuurslid

Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u tegen dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het postadres is: College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift moet binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt zijn ontvangen. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden.

TOELICHTING

1 Samenvatting

  • 1. Met dit besluit stelt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) een wijziging van de Tarievencode elektriciteit, de Netcode elektriciteit, de Tarievencode gas en de Takencode Gas vast. Deze wijziging actualiseert deze codes naar aanleiding van de wijziging per 1 oktober 2018 van het Besluit Leveringszekerheid Elektriciteit en het Besluit Leveringszekerheid Gas. Het besluit is vastgesteld met inachtneming van het gewijzigde codewijzigingsvoorstel van Netbeheer Nederland van 3 maart 2020. Deze Besluiten Leveringszekerheid en de nadere uitwerking daarvan in de codes borgen de leveringszekerheid in het geval van een faillissement van een leverancier.

  • 2. De door Netbeheer Nederland voorgestelde codewijziging is gesplitst in een deel dat tot dit besluit heeft geleid en in een deel dat door de ACM is afgewezen en dat tot een wijzigingsopdracht heeft geleid. Het afgewezen deel betreft de regeling voor de uitwisseling van data ter voorbereiding van de toepassing van de regeling leveringszekerheid. Dat deel zal tot een separaat codewijzigingsbesluit leiden.

  • 3. Tot slot bevat dit codewijzigingsbesluit bepalingen tot wijziging van de Tarievencode elektriciteit en de Tarievencode gas. Het gaat om een technische wijziging van de onlangs inhoudelijk gewijzigde regeling voor het verwerken van gederfde inkomsten van netbeheerders bij het faillissement van een leverancier. Deze wijziging zorgt ervoor dat niet alleen de gederfde inkomsten, maar ook de alsnog verhaalde inkomsten worden verdeeld over alle kleinverbruikers en een paar onvolkomenheden worden gerepareerd.

2 Aanleiding en gevolgde procedure

  • 4. De ACM stelt op grond van artikel 12f van de Gaswet en artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 regelgeving vast voor de energiemarkt. Dit besluit is tot stand gekomen naar aanleiding van een codewijzigingsvoorstel van Netbeheer Nederland dat de ACM op 16 juli 2019 heeft ontvangen en een gewijzigd codewijzigingsvoorstel dat de ACM op 3 maart 2020 heeft ontvangen. Met het gewijzigde codewijzigingsvoorstel wil Netbeheer Nederland de voorwaarden als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 12b, eerste lid, van de Gaswet wijzigen.

  • 5. Het codewijzigingsvoorstel betreft voor elektriciteit wijziging van hoofdstuk 10 en 11 van de Netcode elektriciteit naar aanleiding van het per 1 oktober 2018 gewijzigde Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet 1998. Voor gas betreft het een wijziging van paragraaf 2.2 van de Takencode gas LNB naar aanleiding van de overeenkomstige wijziging in het Besluit leveringszekerheid Gaswet.

  • 6. Daarnaast worden in dit besluit enkele bepalingen van de Tarievencode elektriciteit en de Tarievencode gas gerepareerd. Deze wijzigingen zijn deels gebaseerd op het codewijzigingsvoorstel van Netbeheer Nederland dat de ACM op 16 juli 2019 heeft ontvangen en is deels ambtshalve tot stand gekomen na overleg met Netbeheer Nederland.

  • 7. De ACM is akkoord met de meeste door Netbeheer Nederland voorgestelde wijzigingen in de Netcode elektriciteit en de Takencode gas. Deze wijzigingen zorgen ervoor dat de codes beter aansluiten bij de Besluiten Leveringszekerheid. De ACM is ook akkoord met de aanpassingen in het oorspronkelijke codewijzigingsvoorstel ter voorkoming van begripsverwarring. Het gaat om het gebruik van de begrippen aangeslotene, grootverbruiker en kleinverbruiker. De laatste wijzigingen op dat punt zijn tot stand gekomen na overleg met Netbeheer Nederland.

  • 8. De ACM is niet akkoord met het door Netbeheer Nederland voorgestelde artikel over de gegevensuitwisseling ter voorbereiding op en bij uitvoering van de regeling leveringszekerheid. De ACM had Netbeheer Nederland opgedragen haar codewijzigingsvoorstel op dit punt te wijzigen. Netbeheer Nederland heeft op 3 maart 2020 een gewijzigd codewijzigingsvoorstel ingediend. Dit beantwoordde echter op dit punt nog steeds niet aan het verzoek van de ACM. Daarom heeft de ACM na overleg met Netbeheer Nederland besloten dit onderdeel af te splitsen en voor dit onderdeel opnieuw een wijzigingsopdracht verzonden aan Netbeheer Nederland. Dat betekent dat het ontwerp codewijzigingsbesluit geen bepaling bevat over het testen van het uitwisselen van data. Op termijn zal dit onderwerp worden geregeld in een separaat codewijzigingsbesluit.

  • 9. Als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft de ACM het ontwerp codewijzigingsbesluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. De terinzagelegging is gemeld in de Staatscourant van [datum]. De ACM heeft belanghebbenden in de gelegenheid gesteld binnen zes weken hun zienswijzen op het ontwerp codewijzigingsbesluit kenbaar te maken.

  • 10. De ACM is van mening dat het codewijzigingsbesluit geen technische voorschriften bevat bedoeld in Richtlijn 2015/1535. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.

3 Beoordeling

3.1 Procedureel

  • 11. De ACM constateert dat het oorspronkelijke codewijzigingsvoorstel in het overleg van 20 juni 2019 met representatieve organisaties is besproken. In het voorstel is een verslag opgenomen van dit overleg en de indieners hebben in het voorstel aangegeven welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen die organisaties naar voren hebben gebracht.

  • 12. Uit het verslag blijkt dat tussen de netbeheerders en de representatieve organisaties geen overeenstemming bestaat over cruciale punten van de uitvoering van de regeling met betrekking tot het uitwisselbaar houden van gegevens en de wijze waarop de gegevensuitwisseling zal worden geregeld in de Netcode elektriciteit en de Takencode gas. Het gewijzigde codewijzigingsvoorstel is, overigens in overeenstemming met staande praktijk bij codewijzigingsvoorstellen, niet besproken in het Gebruikersplatform elektriciteits- en gastransportnetten (hierna: GEN). Daardoor bestaat ook bij het gewijzigde codewijzigingsvoorstel op cruciale punten geen overeenstemming over de uitvoering van de regeling.

  • 13. De leveranciers zijn zo weinig bij het proces betrokken dat niet kan worden gesproken van een gedragen en met de sector afgestemd voorstel voor het uitwisselen van gegevens. Dat is niet conform de bedoeling van de gewijzigde Besluiten Leveringszekerheid. In de toelichting bij de wijziging van de Besluiten Leveringszekerheid wordt weliswaar de verwachting uitgesproken dat de netbeheerders het initiatief zullen nemen voor het ontwerpen van een regeling voor het uitwisselen van gegevens, er staat ook dat het de bedoeling is om te komen tot een gedragen voorstel dat is afgestemd met de sector.

  • 14. Naar het oordeel van de ACM voldoet het codewijzigingsvoorstel op dit punt niet aan de vereisten zoals bedoeld in artikel 12d van de Gaswet en artikel 33, eerste en tweede lid van de Elektriciteitswet 1998 voor zover het testen van het uitwisselbaar houden van gegevens betreft. Dit onderdeel van het codewijzigingsvoorstel heeft daarom niet tot een wijziging van de Netcode elektriciteit en de Takencode gas geleid maar tot splitsing in een deel dat heeft geleid tot dit ontwerp codewijzigingsbesluit en een deel dat onderwerp is van een hernieuwde wijzigingsopdracht.

3.2 Inhoudelijk

  • 15. De ACM is het eens met de gezamenlijke netbeheerders dat het noodzakelijk is om de codes te actualiseren als gevolg van de wijziging van de Besluiten leveringszekerheid. De ACM is akkoord met de meeste voorgestelde wijzigingen, die procedureel van aard zijn.

  • 16. Ter voorkoming van de begripsverwarring is er voor gekozen om de codes zo aan te passen dat het begrip aangeslotene alleen wordt gebruikt als binnen het artikel volstrekt duidelijk is welke aangeslotenen daarmee worden bedoeld, of als zowel grootverbruikers als kleinverbruikers worden bedoeld. De begrippen kleinverbruiker en grootverbruiker worden alleen gebruikt daar waar een regel specifiek op de ene dan wel op de andere groep van toepassing is.

  • 17. Voor zover de voorgestelde bepalingen het doel hadden begripsverwarring te voorkomen, werd dat doel niet geheel bereikt met de gekozen terminologie in het oorspronkelijke codewijzigingsvoorstel. Vandaar dat de ACM op dit punt Netbeheer Nederland heeft verzocht om het voorstel te wijzigen. De ACM is akkoord met de gekozen terminologie in het gewijzigde codewijzigingsvoorstel en heeft de terminologie in overleg met Netbeheer Nederland waar nodig nog iets verder aangescherpt in het ontwerp codewijzigingsbesluit.

  • 18. De ACM is niet akkoord met het voorstel om in de Netcode elektriciteit en in de Takencode gas vast te leggen dat de landelijke netbeheerder nadere voorwaarden mag stellen aan de (ontvangende) vergunninghouder dan wel de bewindvoerder en de vergunninghouder gezamenlijk, onderscheidenlijk de curator over de garantstelling. Er ontbreekt een wettelijke grondslag om dit onderwerp nader te reguleren in een codebesluit van de ACM.

  • 19. De ACM is akkoord met het voorstel om in de Netcode elektriciteit en in de Takencode gas het proces op te nemen om gegevens uitwisselbaar te houden ter uitvoering van de Besluiten Vergunningverlening en Besluiten Leveringszekerheid. De ACM is ook akkoord met het voorstel de bijbehorende Leidraad op te nemen als bijlage bij deze codes. De Leidraad vormt de nadere invulling van de vereisten voor een machineleesbaar en interoperabel formaat van de klantgegevens. Deze vereisten zijn afgestemd met de leveranciers en kunnen onder hen ook op draagvlak rekenen. In NEDU-verband is immers dit formaat op 26 september 2018 vastgesteld.1

  • 20. De ACM is niet akkoord met het voorgestelde artikel voor wat betreft de wijze van testen van de uitwisseling van gegevens omdat dit verder gaat dan strikt noodzakelijk en vereist is volgens de Besluiten Leveringszekerheid en Besluiten Vergunningverlening. Daarom heeft de ACM ten aanzien van dat onderwerp opnieuw een wijzigingsopdracht verstuurd aan Netbeheer Nederland. Dit codewijzigingsbesluit gaat daarom verder niet op dit aspect in.

  • 21. In dit codewijzigingsbesluit zijn voorts enkele artikelen opgenomen tot wijziging van de Tarievencode elektriciteit en de Tarievencode gas met betrekking tot de wijze waarop regionale netbeheerders gemiste inkomsten als gevolg van het faillissement van een leverancier mogen verwerken in de tarieven voor kleinverbruikers. Deze codes waren daartoe in oktober 2020 inhoudelijk gewijzigd. Daarna zijn er echter enkele onvolkomenheden geconstateerd, die na overleg met Netbeheer Nederland worden gerepareerd. Het gaat om technische wijzigingen, zoals een weggevallen zinsnede en de toevoeging van een verwijzing naar de Informatiecode.

  • 22. De ACM heeft grammatica, spelling en interpunctie in het codewijzigingsvoorstel waar nodig gecorrigeerd. Daarnaast heeft de ACM enkele kleine tekstuele aanpassingen gedaan om de codebepalingen waar nodig verder te verduidelijken. Ten opzichte van het ontwerpbesluit zijn nog enkele kleine foutjes uit het besluit gehaald.

4 Reactie op ontvangen zienswijzen

  • 23. Er zijn geen formele zienswijzen ontvangen. Informeel heeft Netbeheer Nederland de ACM laten weten dat 2 jaar na het einde van het faillissement volstaat om de verrekening in de tarieven plaats te kunnen laten vinden. Ten opzichte van het ontwerpbesluit is daarom de volgende zinsnede verwijderd uit art. 5.1.6 Tarievencode elektriciteit en 2.45 Tarievencode gas: ‘Indien de afwikkeling langer dan twee jaar duurt, worden de inkomsten die de netbeheerder alsnog heeft kunnen verhalen een jaar na afloop van de afwikkeling van het faillissement op gelijke wijze gezamenlijk in mindering gebracht op de tarieven.’

5 Artikelsgewijze toelichting

  • 24. In aanvulling op de algemene toelichting, volgt voor enkele artikelen een nadere toelichting. Ten opzichte van het gewijzigde codewijzigingsvoorstel van Netbeheer Nederland van 3 maart 2020 zijn enkele artikelen na overleg met Netbeheer Nederland opnieuw aangepast. De terminologie in artikel 10.4 van de Netcode elektriciteit maakt nu duidelijk dat dit artikel niet gaat over kleinverbruikers. Een andere kleine verandering is dat zowel artikel 11.2, tweede lid, als artikel 11.3, eerste lid, onderdeel a, van de Netcode elektriciteit zijn aangepast om de leesbaarheid te vergroten. Het voorgestelde artikel 11.4 is grotendeels geschrapt op een lid na. Dat geldt ook voor de vergelijkbare bepaling 2.2.2d in de Takencode gas.

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. van Leijten, bestuurslid


X Noot
1

ALV NEDU 20180926-008.3.1.

Naar boven