Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 7 april 2021, nr. WJZ/ 21050234, houdende wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019 in verband met het mandaat van de inspecteur-generaal van de NVWA

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 6, zevende lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019, wordt ‘beleidsregels’ vervangen door ‘beleidsregels, met uitzondering van beleidsregels omtrent de uitleg van wettelijke voorschriften’.

ARTIKEL II

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2021.

  • 2. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 maart 2021, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 1 april 2021.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 7 april 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Met deze wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019 is het mandaat van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: de NVWA) voor het vaststellen van beleidsregels aangepast. De inspecteur-generaal is bevoegd tot het vaststellen van beleidsregels voor de afweging van belangen en het vaststellen van feiten. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is exclusief bevoegd om beleidsregels vast te stellen over de uitleg van wettelijke voorschriften. Voor het vaststellen van dit type beleidsregels is de inspecteur-generaal niet langer gemandateerd.

De aanleiding voor deze wijziging is het rapport 'De NVWA: bewaker, ook beleidsmaker?'1 en de gezamenlijke reactie op dit rapport van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister voor Medische Zorg en Sport in de kamerbrief van 19 november 2020.2 Het rapport en de kamerbrief gaan over de taakverdeling voor wat betreft het maken van beleid door de kerndepartementen enerzijds en de handhaving van dat beleid door de NVWA anderzijds.

In de kamerbrief is aangegeven dat er op grond van de definitie in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht drie typen beleidsregels zijn, namelijk beleidsregels voor:

  • 1. de afweging van belangen;

  • 2. het vaststellen van feiten, en

  • 3. de uitleg van wettelijke voorschriften.

Bij beleidsregels uit categorie 3 gaat het om een nadere invulling van de wettelijke normen waarop de NVWA toezicht houdt. In feite betreft het hier dus een nadere invulling van de wetgeving waarvoor de minister verantwoordelijk is. Het vaststellen van beleidsregels die deze open normen invullen, hoort dan ook door de minister te worden gedaan. Daarom is de mandaatverlening aan de inspecteur-generaal van de NVWA aangepast.

De mandaatverlening aan de inspecteur-generaal van de NVWA door de Minister voor Medische Zorg en Sport wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Bijlage bij Kamerstukken II, 2018/19, 33 835, nr. 121.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2020/21, 33 835, nr. 175.

Naar boven