Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 14 april 2021, nr. IENW/BSK-2021/109104 tot wijziging van de Regeling vierde tijdelijk verbod burgerluchtverkeer luchtruim Nederland en BES in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 5.10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet luchtvaart en artikel 24 van de Luchtvaartwet BES;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling vierde tijdelijk verbod burgerluchtverkeer luchtruim Nederland en BES in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 3, tweede lid, wordt ‘geldt tot 15 april 2021, 00.01 uur plaatselijke tijd’ vervangen door ‘geldt tot 1 mei 2021 00.01 uur plaatselijke tijd’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 14 april 2021 op het tijdstip waarop daarvan mededeling wordt gedaan door de verlener van luchtverkeersdiensten door middel van luchtvaartpublicaties zijnde Notice to Airmen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

Onderhavige regeling wijzigt de Regeling vierde tijdelijk verbod burgerluchtverkeer luchtruim Nederland en BES in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt (hierna: de regeling). De regeling is vastgesteld om de instroom in Europees Nederland, Bonaire, Sint Eustatius en Saba van mensen die mogelijk het virus bij zich dragen dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, zoveel mogelijk te beperken.

Het RIVM heeft een advies gegeven over de noodzaak van het in standhouden van de regeling. De beschikbare informatie over de epidemiologische situatie in de verschillende landen in Zuid-Amerika wijst op een toenemend voorkomen van de P.1-variant (oorsprong in Brazilië) in verschillende landen in de regio. In de landen waarvan de meeste informatie beschikbaar is, is er een duidelijke toename van verspreiding van de P.1-variant. De incidentie van de P.1-variant is in Zuid- en Midden-Amerika hoger dan in Europa. Om import van VOC’s te voorkomen uit landen met een aanzienlijk hogere incidentie daarvan dan in Nederland, adviseert het RIVM om de huidige vliegverboden in stand te houden, zolang de VOC’s hier weinig voorkomen.

Op basis van dit advies heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht de vliegverboden te verlengen. Het RIVM adviseert, dat de regeling kan worden heroverwogen als de verplichte quarantaine wordt nageleefd.

Gelet op het voorgaande is de regeling verlengd tot en met 1 mei 2021, 00.01 uur plaatselijke tijd, tenzij voor dat tijdstip tot verlenging of intrekking van deze regeling is besloten.

Onderhavige regeling is op grond van artikel 5.10, vierde lid, van de Wet luchtvaart via een Notice to Airmen (NOTAM) bekendgemaakt en wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven