Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 17 april 2021, nr. IENW/BSK-2021/15609, tot wijziging van de Regeling technische eisen en gebruikersinformatie over de infrastructuur van alternatieve brandstoffen in verband met het verstrekken van informatie over publiek toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (PbEU 2014, L 307) en artikel 6, tweede lid, van het Besluit infrastructuur alternatieve brandstoffen;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling technische eisen en gebruikersinformatie over de infrastructuur van alternatieve brandstoffen wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a

  • 1. De houder van een publiek toegankelijk oplaadpunt voor elektrische voertuigen stelt op een open, niet-discriminerende en eenvoudige wijze, rechtstreeks of via een derde partij, aan alle gebruikers de volgende gegevens ter beschikking:

    • a. statische gegevens, zijnde:

      • 1⁰: de locatie van een oplaadpunt;

      • 2⁰: het stroomtype;

      • 3⁰: de laadsnelheden;

      • 4⁰: de typen stekkers en contactdozen;

      • 5⁰: de stroomleverancier;

      • 6⁰: het geleverde stroomproduct;

      • 7⁰: het percentage van de bij het oplaadpunt en oplaadtarief geleverde stroom dat is opgewekt uit hernieuwbare en fossiele bronnen;

      • 8⁰: de openingstijden;

      • 9⁰: de betaalmethoden;

      • 10⁰: de contactinformatie van de houder;

      • 11⁰: de volledige ID-code van het oplaadpunt; en

    • b. dynamische gegevens, zijnde:

      • 1⁰: de actuele toegankelijkheid en bezettingsstatus van een laadpunt;

      • 2⁰: de actueel gehanteerde ad-hoc prijs of gegevens die nodig zijn om de ad-hoc prijs voor een oplaadsessie te berekenen.

  • 2. Onverminderd het eerste lid zorgt de houder van een oplaadpunt, rechtstreeks of via een derde partij, dat de online vindplaats van een directe koppeling naar de gegevens, bedoeld in het eerste lid, inclusief een beschrijving van de metagegevens en gestelde voorwaarden aan de toegang tot en het gebruik van de gegevens, voor professionele gebruikers kenbaar wordt gemaakt op het Nationaal Toegangspunt ITS.

  • 3. Onverminderd het eerste lid, worden de gegevens, bedoeld in het eerste lid, voor professionele gebruikers beschikbaar gesteld in open dataformats en via open data-uitwisselingsprotocollen.

  • 4. Wijzigingen van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, sub a, worden binnen een dag bekendgemaakt aan gebruikers en wijzigingen van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, sub b, binnen een minuut.

  • 5. Dit artikel is niet van toepassing op de houder van een publiek toegankelijk oplaadpunt op een privéterrein, indien:

    • a. de houder geen professionele exploitant is, met beschikking over systemen voor digitale gegevensuitwisseling over oplaadpunten;

    • b. de eigenaar van het laadpunt op het privéterrein niet instemt met het ter beschikking stellen van de gegevens over het oplaadpunt, bedoeld in het eerste lid, of

    • c. het oplaadpunt is gelegen op het privéterrein bij een woning.

  • 6. Het eerste lid, sub a, onderdelen 5, 6 en 7, is niet van toepassing op de houder van een publiek toegankelijk oplaadpunt op een privéterrein.

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2021.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt de verplichting tot het ter beschikking stellen van de gegevens, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, sub a, onderdelen 5, 6, 7 en 8, in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris voor Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

1. Inleiding

De Regeling technische eisen en gebruikersinformatie over de infrastructuur van alternatieve brandstoffen (hierna: de regeling) stelt nadere regels ter uitvoering van het Besluit infrastructuur alternatieve brandstoffen (hierna: het besluit). De regeling ziet op technische specificaties met betrekking tot oplaadpunten voor elektrische motorvoertuigen, walstroomvoorzieningen, waterstoftankpunten, connectoren voor het tanken van gasvormige waterstof en connectoren of aansluitpunten voor gecomprimeerd aardgas. Daarnaast stelt de regeling eisen aan informatievoorziening door houders van tank- en oplaadpunten en door fabrikanten, importeurs en dealers van motorvoertuigen aan de consument.

Het besluit en de regeling strekken tot implementatie van Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (PbEU 2014, L 307) (hierna: richtlijn 2014/94/EU).

Met onderhavige wijziging wordt de regeling aangevuld met regels over gebruikersinformatie met betrekking tot publiek toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen.

Hierna worden de specifieke wijzigingen van de regeling toegelicht.

2. Inhoud van de wijzigingsregeling

2.1 Algemeen

Voor de transitie naar emissieloos vervoer is het belangrijk dat gebruikers van elektrische voertuigen goede toegang hebben tot informatie over publiek toegankelijke oplaadpunten. Het gaat dan om statische informatie, zoals de geografische locatie van oplaadpunten en om dynamische oplaadinformatie, zoals de ad-hoc tarieven voor opladen en de actuele toegankelijkheid en bezettingsstatus van publiek toegankelijke oplaadpunten. In artikel 7, zevende lid, van richtlijn 2014/94/EU is vastgelegd dat lidstaten erop toezien dat die informatie, indien deze beschikbaar is, op een open en niet-discriminerende wijze voor alle gebruikers toegankelijk is.

Om te garanderen dat gebruikers kunnen beschikken over de juiste en actuele informatie over oplaadpunten, wordt in deze regeling met een nieuw artikel 7a geëxpliciteerd welke gegevens door de houders (d.w.z. de exploitanten) van oplaadpunten beschikbaar moeten worden gesteld aan verschillende typen gebruikers (individuele gebruikers van oplaadpunten en professionele gebruikers die de gegevens gebruiken om informatie- en navigatiediensten te ontwikkelen voor de gebruikers van oplaadpunten), op welke wijze en onder welke randvoorwaarden. Een wettelijke verplichting tot het beschikbaar stellen van laadpuntgegevens zorgt voor de noodzakelijke continuïteit en volledigheid in de beschikbaarheid van de gegevens. Houders van publiek toegankelijke oplaadpunten pakken de beschikbaarstelling van gegevens al gedeeltelijk zelf op via (eigen) websites en apps, maar dit biedt onvoldoende zekerheid. Een volledige, actuele en accurate digitale informatievoorziening over alle publiek toegankelijke oplaadpunten ontbreekt vooralsnog. Niet alle houders van publiek toegankelijke oplaadpunten stellen momenteel alle gegevens beschikbaar die nodig zijn om gebruikers effectief gebruik te kunnen laten maken van de oplaadpunten, zoals informatie over de actuele bezetting of ad-hoc prijs. Gebruikers zijn daarom onvolledig geïnformeerd. Ook professionele partijen die werken met laadpuntdata, zoals serviceproviders en navigatieproviders, beschikken nog over onvoldoende informatie om individuele gebruikers via hun diensten optimaal te informeren over publiek toegankelijke oplaadpunten. Die informatievoorziening is echter wel essentieel voor de transitie naar emissieloze mobiliteit. Rijders van elektrische voertuigen zijn grotendeels afhankelijk van digitale informatievoorziening over oplaadpunten. Betrouwbare en actuele digitale informatie over oplaadpunten is noodzakelijk, gezien de duur van oplaadsessies (en daarmee de bezetting van oplaadpunten), het feit dat nog niet overal in Nederland oplaadpunten nabij zijn en deze in veel gevallen geen display met prijsinformatie bevatten.

Hierna wordt nader ingegaan op de reikwijdte van de verplichting tot het ter beschikking stellen van informatie over oplaadpunten, de te delen gegevens, de randvoorwaarden waaronder gegevensdeling plaatsvindt en de wijze van gegevensverstrekking aan gebruikers.

2.2 Reikwijdte verplichting ter beschikking stellen van informatie

Alleen gegevens over publiek toegankelijke oplaadpunten dienen beschikbaar te worden gesteld. Dit zijn volgens richtlijn 2014/94/EU oplaadpunten die op niet-discriminerende basis toegankelijk zijn voor gebruikers in de gehele Europese Unie en waarbij toegang op niet-discriminerende basis verschillende vormen van authenticatie, gebruik en betaling kan inhouden. Hieronder vallen ook publiek toegankelijke oplaadpunten op private locaties van bedrijven of instellingen die zijn opengesteld voor publiek gebruik, zoals oplaadpunten bij parkeergarages of bij winkel- en horecalocaties. Hoewel voor het gebruik van deze oplaadpunten gebruiksvoorwaarden of beperkingen kunnen gelden, zoals toegangstijden of het vereiste om bepaalde producten of diensten af te nemen, zijn ze voor alle gebruikers publiek toegankelijk. Het is van groot belang dat gegevens over deze oplaadpunten ook beschikbaar worden gesteld aan de gebruiker, omdat publiek toegankelijke oplaadpunten op private locaties, zoals bij winkels, een steeds grotere rol spelen in het totale aanbod van laadvoorzieningen.

De verplichtingen voor oplaadpunten op private locaties gelden echter alleen indien de exploitatie wordt uitgevoerd door een professionele oplaadpuntexploitant die reeds beschikt over (back-office)systemen die digitale gegevensuitwisseling over oplaadpunten mogelijk maken. Zo wordt voorkomen dat eigenaren van oplaadpunten op private locaties (bijvoorbeeld kleine ondernemers) disproportionele investeringen zouden moeten doen in backoffice- en data-uitwisselingssystemen, waarover zij mogelijk nog niet beschikken.

Ook gelden de verplichtingen bij oplaadpunten op privaat terrein alleen wanneer de eigenaar ervan deze oplaadpunten vrijwillig openstelt voor publiek gebruik en bereid is om de laadpunten vindbaar te maken op publieke websites, mobiele apps en andere informatiebronnen. Voor deze afbakening wordt gekozen, om te voorkomen dat eigenaren van oplaadpunten op private locaties er, uit angst voor te grote toestroom van derden, voor kiezen hun oplaadpunten niet langer open te stellen voor publiek gebruik.

In het geval van publiek toegankelijke laadpunten op private locaties geldt géén verplichting om gegevens beschikbaar te stellen over de stroomleverancier, over het geleverde stroomproduct en over het percentage van de bij het oplaadpunt en oplaadtarief geleverde stroom dat is opgewekt uit hernieuwbare en fossiele bronnen. Daarmee wordt een oplossing geboden voor de situatie waarin exploitanten niet zelf over deze gegevens beschikken, omdat niet de exploitant maar de eigenaar van het laadpunt op het privéterrein de bezitter van het stroomcontract is.

De nieuwe verplichtingen gelden ook niet voor privé-oplaadpunten op eigen terrein van particulieren bij de woning, die deze oplaadpunten openstellen voor publiek gebruik. Kwaadwillende personen zouden anders bijvoorbeeld uit de gegevens kunnen afleiden of een bewoner thuis is of niet.

De verplichting om de in de regeling genoemde gegevens beschikbaar te stellen aan alle gebruikers geldt voor de houders van oplaadpunten. Met houders worden de exploitanten van oplaadpunten bedoeld. Deze verplichting voor exploitanten om gegevens beschikbaar te stellen geldt boven eventuele contractuele afspraken tussen de eigenaar van oplaadpunten en de exploitant van deze oplaadpunten om alleen gegevens beschikbaar te stellen met toestemming van de eigenaar.

De gegevens dienen beschikbaar te worden gesteld aan alle gebruikers voor wie deze gegevens van belang zijn. Dat zijn in de eerste plaats de individuele gebruikers van publiek toegankelijke oplaadpunten (rijders). Zij dienen goed geïnformeerd te worden over onder andere de locatie, toegankelijkheid, bezettingsstatus van oplaadpunten en de ad-hoc oplaadprijs. Voor deze individuele gebruikers dient dit te gebeuren via bijvoorbeeld apps of websites waarop voor alle oplaadpunten van een (of meer) exploitanten de vereiste statische en dynamische gegevens worden getoond in een geografische kaart. Dit zorgt ervoor dat zij goed inzicht krijgen in het beschikbare aanbod van publiek toegankelijke oplaadpunten in Nederland.

Onder gebruikers voor wie de gegevens van belang zijn vallen ook professionele gebruikers. Dit zijn partijen die de gegevens gebruiken om diensten of beleid te ontwikkelen, gericht op het stimuleren van het gebruik van emissieloze voertuigen en het informeren van de gebruikers van oplaadpunten. Hierbij kan worden gedacht aan serviceproviders, navigatieproviders, aanbieders van reisinformatiediensten, vervoersexploitanten, infrastructuurbeheerders- en exploitanten en overheden. Voor deze professionele gebruikers dient gegevensuitwisseling mogelijk gemaakt te worden, waarbij de gegevens in open dataformats en via open data-uitwisselingsprotocollen aan hen beschikbaar worden gesteld. Zo kunnen deze professionele gebruikers de gegevens gebruiken voor het ontwikkelen van goede informatie- en navigatiediensten voor individuele gebruikers van oplaadpunten, met daarin informatie over publiek toegankelijke oplaadpunten.

2.3 De te delen gegevens

De ter beschikking te stellen gegevens kunnen in zijn algemeenheid worden onderscheiden in statische en dynamische gegevens en worden hieronder toegelicht. Gedetailleerde beschrijvingen van de verplicht te stellen gegevens zullen vindbaar zijn op het Nationaal Toegangspunt ITS (zie: https://nt.ndw.nu), dat wordt beheerd door het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (hierna: NDW). De exploitanten dienen deze beschrijvingen van de genoemde gegevens te volgen bij het beschikbaar stellen ervan.

  • statische gegevens (artikel 7a, eerste lid, sub a)

    Gebruikers moeten weten op welke locatie zich oplaadpunten bevinden. Hiertoe dienen de juiste geografische coördinaten en adresgegevens beschikbaar gesteld te worden.

    Daarnaast moeten gebruikers weten welk stroomtype (gelijkstroom (AC) of wisselstroom (DC)), welke minimale en maximale laadsnelheden onder normale omstandigheden (uitgedrukt in kW) en welke typen stekkers, contactdozen of andere aansluitopties (zoals Type 2 Mennekes, of de Combo Type 2 DC, of een inductieplaat) er zijn bij een oplaadpunt.

    Gebruikers dienen inzicht te krijgen in de stroomleverancier, het door deze stroomleverancier geleverde stroomproduct en het percentage van de bij het betreffende oplaadpunt en oplaadtarief geleverde stroom dat is opgewekt uit hernieuwbare en/of fossiele bronnen. De term ‘stroomproduct’ slaat op de naam die een stroomleverancier geeft aan een door hem geleverd product, zoals ‘Windstroom’, of ‘Zakelijk’ van aanbieder ‘X’, dat een bepaalde samenstelling kent van duurzame en of fossiele energiebronnen waaruit de stroom voor dat stroomproduct is opgewekt. De percentages uit hernieuwbare en fossiele bronnen opgewekte stroom kunnen bijvoorbeeld een weergave zijn van het meest recente jaargemiddelde van de geleverde stroom (zoals elke stroomleverancier in zijn jaarlijkse ‘stroometiket’ weergeeft), of een weergave van de actuele percentages op het moment van laden. Zo weten gebruikers in hoeverre zij hun voertuig kunnen laden met duurzaam opgewekte stroom.

    Gegevens over de openingstijden en de beschikbare betaalmogelijkheden moeten beschikbaar gesteld worden, zodat gebruikers weten wanneer en hoe ze een oplaadsessie kunnen starten en hoe ze ervoor kunnen betalen.

    Contactgegevens van de eigenaar of exploitant van het oplaadpunt zijn nodig, zodat gebruikers bijvoorbeeld in geval van een verstoring hulp kunnen inschakelen.

    Ten slotte moet ook de volledige unieke ID-code van het oplaadpunt beschikbaar gesteld worden, zodat gebruikers zeker weten bij welk uniek oplaadpunt ze zich bevinden en vervolgens bij de afrekening van een oplaadsessie kunnen verifiëren welke kosten voor het opladen bij een bepaald oplaadpunt in rekening zijn gebracht.

  • dynamische gegevens (artikel 7a, eerste lid, sub b)

    Voor oplaadpunten dienen gegevens over de actuele toegankelijkheid ervan beschikbaar te worden gemaakt, zodat duidelijk is of een oplaadpunt in bedrijf of buiten bedrijf is, bijvoorbeeld vanwege een defect of onderhoud.

    Ook dienen gegevens over de actuele bezettingsstatus beschikbaar te worden gesteld, zodat gebruikers weten of er al iemand staat op te laden of niet.

    Voor oplaadpunten moeten de gehanteerde ad-hoc prijsgegevens beschikbaar worden gesteld. Met de ad-hoc prijs wordt de prijs bedoeld die een gebruiker betaalt aan de exploitant voor gebruik van diens oplaadpunt, zonder dat deze gebruiker gebruik maakt van een voorregistratie, contract of abonnement bij een stroomleverancier, exploitant van een oplaadpunt of een serviceprovider. Dit wordt ook wel het exploitantentarief genoemd.

    Het bieden van de mogelijkheid tot ad-hoc betaling voor opladen is voor alle publiek toegankelijke oplaadpunten verplicht gesteld in het besluit. Ad-hoc prijsinformatie is daarmee voor alle gebruikers relevant. Elke gebruiker kan er immers te allen tijde voor kiezen om ad-hoc te betalen voor het opladen bij een publiek toegankelijk oplaadpunt. Daarom moeten ad-hoc prijsgegevens over alle publiek toegankelijke oplaadpunten op een eenvoudige wijze voor alle gebruikers vindbaar en beschikbaar zijn. De meerwaarde van deze aanvulling op bestaande wet- en regelgeving is vooral dat de ad-hoc prijsinformatie nu ook beschikbaar wordt voor professionele gebruikers, zoals app-ontwikkelaars en navigatieproviders. Zij kunnen hiermee apps ontwikkelen waarin de ad-hoc prijs en andere gebruikersinformatie over álle openbare laadpalen in Nederland wordt getoond. Rijders zijn zodoende niet afhankelijk van de informatievoorziening door verschillende exploitanten en kunnen eenvoudiger ad-hoc prijzen bij verschillende laadpunten opzoeken en vergelijken.

    Wanneer er geen sprake is van een vaste ad-hoc prijs, maar van meerdere componenten die de ad-hoc prijs bepalen, dan dienen de prijsgegevens te worden verstrekt die nodig zijn om de ad-hoc prijs voor een oplaadsessie te berekenen (zoals een prijs per KWh, een starttarief en administratiekosten).

    De regeling heeft geen betrekking op het beschikbaar stellen van gegevens over de prijzen die serviceproviders rekenen. Serviceproviders bieden oplaadcontracten en bijbehorende identificatie- en betaalmethoden aan (zoals laadpasjes en mobiele applicaties), waarmee de gebruiker tegen bepaalde tarieven gebruik kan maken van oplaadpunten. Hierin bestaan vele varianten, zoals een vast bedrag per maand voor onbeperkt opladen, een vast bedrag per oplaadsessie of per kWh of een opslag per opgeladen kWh bovenop de ad-hoc prijs. Er kan dus sprake zijn van een opslag of juist een korting op een bepaalde oplaadsessie ten opzichte van de ad-hoc prijs. Omdat deze tarieven van de serviceproviders alleen relevant zijn voor hun eigen klanten, hoeven zij deze alleen naar hen te communiceren. Er wordt in deze regeling dan ook geen verplichting ingesteld om digitale gegevens over de prijzen van serviceproviders aan alle gebruikers ter beschikking te stellen.

    Serviceproviders hebben, evenals exploitanten van oplaadpunten, wel de wettelijke plicht om de door hen gehanteerde prijzen via hun eigen kanalen op transparante wijze aan hun klanten te tonen, zoals vastgelegd in reeds bestaande wet- en regelgeving. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) houdt toezicht op een juiste uitvoering daarvan. De verplichting in deze regeling om gegevens over de ad-hoc prijs aan alle gebruikers beschikbaar te stellen en de vindplaats van deze gegevens kenbaar te maken via een nationaal toegangspunt, is een toevoeging hierop.

Kwaliteit en actualiteit van de gegevens

De houders van publiek toegankelijke oplaadpunten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit en actualiteit van de gegevens. Hierbij geldt dat de gegevens zo vaak worden geactualiseerd als nodig is om de gebruikers van de oplaadpunten goed te informeren en zij zo min mogelijk voor verrassingen komen te staan.

Dynamische gegevens dienen zo kort mogelijk, of in elk geval niet later dan een minuut nadat de toegankelijkheid, bezetting of ad-hoc prijs is gewijzigd, te worden geactualiseerd. Dit kan bijvoorbeeld door het verzenden van ‘push-berichten’, direct nadat de status van een oplaadpunt wijzigt, of door periodiek verversen van de gegevens. Statische gegevens dienen niet later dan een dag nadat de status ervan is gewijzigd te worden geactualiseerd.

2.4 Randvoorwaarden en wijze van gegevensverstrekking (artikel 7a, eerste en derde lid)

De gegevens moeten op een niet-discriminerende, open en eenvoudige wijze aan alle gebruikers beschikbaar worden gesteld. Niet-discriminerend betekent dat houders van oplaadpunten verplicht zijn om de gegevens aan alle gebruikers onder dezelfde voorwaarden ter beschikking te stellen. Beschikbaar stellen houdt in dat de gegevens te allen tijde door gebruikers op te vragen, te raadplegen en te verkrijgen zijn. Dit mag – zoals zij dit momenteel al ten dele doen – rechtstreeks via hun eigen kanalen (websites, apps) of via de kanalen van derde partijen die de gegevens van verschillende houders aggregeren en vervolgens namens hen ter beschikking stellen aan individuele en professionele gebruikers.

Voor individuele gebruikers (dat wil zeggen: de rijders van elektrische voertuigen, gebruikers van oplaadpunten) moeten de gegevens eenvoudig te raadplegen zijn. Dit betekent dat zij via apps of websites de vereiste statische en dynamische informatie over publiek toegankelijke oplaadpunten van een (of meerdere) exploitant(en) moeten kunnen raadplegen. Hierbij valt te denken aan apps en websites waarop laadpunten en de bijbehorende gebruikersinformatie worden getoond op geografische kaarten.

Voor professionele gebruikers (zoals serviceproviders, navigatieproviders, aanbieders van reisinformatiediensten) dient gegevensuitwisseling mogelijk gemaakt te worden, zodat zij de gegevens kunnen gebruiken voor de ontwikkeling van informatie- en navigatiediensten voor individuele gebruikers van oplaadpunten, met daarin informatie over publiek toegankelijke oplaadpunten. Hiertoe dienen de gegevens op een open wijze, dat wil zeggen in open dataformats en via open data-uitwisselingsprotocollen, beschikbaar te worden gesteld. Het gebruik van open dataformats en open data-uitwisselingsprotocollen zorgt ervoor dat professionele gebruikers niet noodgedwongen diverse aanbieder-gebonden dataformats en -protocollen hoeven te implementeren. Dit maakt het gebruik van de gegevens voor de ontwikkeling van informatie- en navigatiediensten eenvoudiger.

Op eenvoudige wijze beschikbaar stellen betekent ook dat door de houders van oplaadpunten, rechtstreeks of via een derde partij, de online vindplaats (weblinks/URL) van een directe koppeling naar de laadpuntgegevens, aan professionele gebruikers kenbaar moet worden gemaakt op de website van het Nationaal Toegangspunt ITS (zie paragraaf 2.5). Daarbij dient ook een beschrijving van de metagegevens te worden gegeven, zodat de gebruiker eenvoudig inzicht krijgt krijgen in de inhoud van de gegevenssets. Daarnaast dienen daarbij de eventueel gestelde voorwaarden aan de toegang tot en het gebruik van gegevens duidelijk kenbaar gemaakt te worden aan alle gebruikers.

2.5 De rol van het Nationaal Toegangspunt ITS (artikel 7a, tweede lid)

Het op eenvoudige wijze beschikbaar stellen betekent (naast dat de gegevens voor individuele gebruikers eenvoudig te raadplegen moeten zijn via apps en of websites) dat de gegevens ook voor professionele gebruikers eenvoudig vindbaar moeten zijn met het oog op gebruik van de gegevens voor de ontwikkeling van informatie- en navigatiediensten voor gebruikers van oplaadpunten. Het kenbaar maken van de online vindplaatsen van de gegevens via een nationaal toegangspunt zorgt ervoor dat professionele gebruikers één portaal hebben waar alle vindplaatsen van gegevens over alle publiek toegankelijke oplaadpunten in Nederland samenkomen. Het voorkomt dat professionele gebruikers de gegevens moeten zoeken bij vele verschillende houders van oplaadpunten en hierdoor gegevens mislopen. Naarmate het aantal aanbieders groeit, wordt een centraal nationaal toegangspunt steeds belangrijker. Doordat alle houders van oplaadpunten op een niet-discriminerende, open en eenvoudige wijze dezelfde wettelijk vastgestelde set van basisgegevens ter beschikking stellen, hebben professionele gebruikers een solide en betrouwbare ingang voor gegevens.

Het Nationaal Toegangspunt ITS, dat wordt beheerd door het NDW, zal fungeren als het nationaal toegangspunt voor gegevens over oplaadpunten. Het NDW is een samenwerkingsverband van Nederlandse overheden die de krachten hebben gebundeld om verkeersgegevens te verzamelen en te benutten. De partners in het NDW zijn het Rijk (Rijkswaterstaat), alle provincies, alle stadsregio’s en de vier grote gemeenten. De essentie van het Nationaal Toegangspunt ITS is dat alle beschikbare verkeersgegevens op één plaats worden samengebracht. Het Nationaal Toegangspunt ITS bevat reeds diverse categorieën van weg- en verkeersgegevens, veiligheidsinformatie en multimodale reisinformatie, waarbij het NDW in regelgeving is aangewezen als beheerder daarvan.1 Het ligt daarom in de rede om ook de online vindplaatsen van gegevens over oplaadpunten die op basis van onderhavige wijzigingsregeling beschikbaar moeten worden gesteld, kenbaar te maken via het Nationaal Toegangspunt ITS, dat beheerd wordt door het NDW. De verplichting houdt in dat op de website van het Nationaal Toegangspunt ITS de online vindplaats (weblinks/URL) van een directe koppeling naar de laadpuntgegevens wordt geboden, met daarbij een omschrijving van de gegevenssets op metaniveau, zodat de professionele gebruiker eenvoudig inzicht kan krijgen in de inhoud van de beschikbaar gestelde gegevenssets. Het Nationaal Toegangspunt ITS heeft daarmee voor de laadpuntgegevens de vorm van een online register van koppelingen naar de desbetreffende gegevenssets. Het NDW is zelf geen marktpartij en wordt ook geen eigenaar of verstrekker van de gegevens. Het Nationaal Toegangspunt ITS fungeert enkel als het centrale doorverwijsportaal naar de vindplaatsen van de gegevenssets. Met behulp van de gepubliceerde informatie over de online vindplaatsen van directe koppelingen naar de gegevenssets kunnen professionele gebruikers contact opnemen met de houders van oplaadpunten, of derde partijen die namens hen gegevens beschikbaar stellen, met het verzoek om de gegevensuitwisseling tot stand te brengen.

De gegevensuitwisseling en eventuele afspraken over de voorwaarden daarvan, lopen tussen de houders van oplaadpunten en de professionele gebruikers. Houders kunnen in plaats van zelf rechtstreeks de gegevens beschikbaar te stellen ook via een derde partij gegevens beschikbaar (laten) stellen. In dat geval dient deze derde partij namens de betreffende houder(s) de online vindplaats van een directe koppeling naar de laadpuntgegevens van een (of meer) houder(s), aan professionele gebruikers kenbaar te maken op de website van het Nationaal Toegangspunt ITS. Het staat houders vrij voorwaarden te stellen aan de toegang tot en het gebruik van de gegevens en hierover bijvoorbeeld afspraken vast te leggen in een gebruikersovereenkomst. De gegevens dienen wel voor elke professionele gebruiker onder dezelfde voorwaarden toegankelijk te zijn en de gebruiksvoorwaarden mogen niet onredelijk of onnodig beperkend zijn. Hierbij kan gedacht worden aan een prijs voor het leveren van gegevens die niet in verhouding staat tot de kosten die gemaakt moeten worden voor het beschikbaar stellen van de gegevens, of aan het stellen van voorwaarden die aan het feitelijk gebruik van de gegevens voor het informeren van individuele gebruikers van oplaadpunten in de weg staan. Eventuele voorwaarden aan de toegang tot en het (her)gebruik van gegevens dienen duidelijk kenbaar gemaakt te worden aan alle gebruikers.

3. Gevolgen

Gevolgen voor bedrijven, overheden en burgers

Het is de verwachting dat regels over het verstrekken van gegevens die vallen onder de gegevenscategorieën zoals beschreven in artikel 7, zevende lid, van richtlijn 2014/94/EU, nauwelijks extra administratieve of financiële lasten met zich meebrengen. Houders van oplaadpunten beschikken reeds over de ter beschikking te stellen gegevens en wisselen deze veelal ook al (via apps en websites) in meer of mindere mate rechtstreeks of via derde partijen uit met gebruikers van oplaadpunten en ook (via onderlinge data-koppeling en -uitwisseling) met professionele gebruikers die op basis van deze gegevens informatie- en navigatiediensten ontwikkelen voor gebruikers.

Alle houders van oplaadpunten hebben hiertoe reeds open data-uitwisselingsprotocollen geïmplementeerd (vrijwel altijd het open charge point interface protocol). Hun systemen zijn hierdoor klaar voor het beschikbaar stellen van gegevens aan gebruikers. De gegevensuitwisseling kan via dezelfde open data-uitwisselingsprotocollen verlopen die zij reeds gebruikten om laadpuntengegevens uit te wisselen met professionele gebruikers. Voor een deel van de houders van oplaadpunten zal de verplichting uit deze regeling er mogelijk toe leiden dat ze een of meer extra gegevenscategorieën moeten uitwisselen dan ze al deden en dat ze hiertoe een nieuwe module of een versie-update van het door hen gebruikte data-uitwisselingsprotocol moeten implementeren. De inschatting van experts is dat dit met een relatief kleine en eenmalige inspanning door hen te realiseren is. Bovendien betreft het grotendeels updates waarvan de implementatie door de houders van oplaadpunten ook zonder de nieuwe verplichtingen binnen afzienbare tijd zou gaan plaatsvinden.

Het bieden van een online doorverwijzing op de website van het Nationaal Toegangspunt ITS naar de vindplaats van de gegevens, is eenvoudig te realiseren en vergt een geringe inspanning. De houder dient enkel de juiste weblink, een omschrijving van de metadata en eventuele gebruiksvoorwaarden aan te leveren bij de beheerder van het Nationaal Toegangspunt ITS, namelijk het NDW. Indien een derde partij de gegevens van een houder namens deze verstrekt aan gebruikers, dan kan worden volstaan met een verwijzing naar de vindplaats van de gegevens bij deze derde partij.

Een ontwerp van de onderhavige wijzigingsregeling is voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Het ATR heeft hierop aangegeven geen aanleiding te zien om het dossier te selecteren voor een formeel advies, mede gelet op de analyse dat er naar verwachting geen omvangrijke regeldrukeffecten aan de orde zijn als gevolg van het voorstel.

4. Toezicht en handhaving

Bestuursrechtelijk toezicht en handhaving op artikel 7a, eerste lid, van bijgevoegde wijzigingsregeling berust bij de ACM. De toezichtstaak komt neer op een controle op de daadwerkelijke terbeschikkingstelling van de in artikel 7a, eerste lid, genoemde gegevens door houders van oplaadpunten aan gebruikers. Onderzoek door de toezichthouder kan plaatsvinden naar aanleiding van signalen van gebruikers. De toezichthouder kan daarnaast ook op eigen initiatief, los van signalen van gebruikers, besluiten om een sector-breed onderzoek in te stellen naar de naleving van de verplichtingen.

De ontwerp-wijzigingsregeling is voorgelegd aan de ACM. De ACM heeft aangegeven de wijzigingsregeling uitvoerbaar en handhaafbaar te achten, daar deze aansluit bij het bredere toezicht van de ACM op de naleving van de informatieverplichtingen uit het consumentenrecht. De wijziging van de regeling brengt voor de ACM geen additionele uitvoeringslasten met zich mee.

5. Internetconsultatie

Een ontwerp van deze wijzigingsregeling is van 24 februari tot en met 24 maart 2021 onderwerp geweest van een openbare internetconsultatie (www.internetconsultatie.nl/wijzigingsregeling_gebruikersinformatie_oplaadpunten). Er zijn in totaal dertien reacties ingediend, waarbij tien reacties kwamen van marktpartijen op het gebied van laadinfrastructuur en drie reacties van belangenorganisaties.

Het grootste deel van de reacties betrof opmerkingen over het beschikbaar stellen van gegevens over de stroomleverancier, het geleverde stroomproduct en het percentage van de bij het oplaadpunt en oplaadtarief geleverde stroom dat is opgewekt uit hernieuwbare en fossiele bronnen. Met betrekking tot publiek toegankelijke oplaadpunten op private locaties wezen indieners op de moeilijkheden voor exploitanten om de bovengenoemde gegevens beschikbaar te stellen. Ook werden ten aanzien van andere gegevenscategorieën of in algemene zin verzoeken gedaan om gegevens niet, pas op een later moment of minder frequent beschikbaar te stellen. Er zijn vragen gesteld over het gebruik van open data-uitwisselingsprotocollen en over de inrichting en functie van het nationale toegangspunt voor gegevens over oplaadpunten. Ook stelden enkele indieners vragen over de toegestane wijze van het beschikbaar stellen van gegevens en over verschillen daarin bij respectievelijk de individuele en de professionele gebruikers. Door enkele indieners werd gevraagd om nadere toelichting, voorbeelden of andere naamgeving van bepaalde gegevenscategorieën.

De reacties hebben geleid tot een aantal aanpassingen in de artikelen van de wijzigingsregeling en de toelichting daarop. De ingangsdatum voor de plicht om gegevens te verstrekken over de stroomleverancier, het geleverde stroomproduct en het percentage van de bij het oplaadpunt en oplaadtarief geleverde stroom dat is opgewekt uit hernieuwbare en fossiele bronnen is aangepast naar 1 januari 2022. Bovendien is in het artikel en de toelichting aangepast dat deze drie gegevenscategorieën niet hoeven te worden aangeleverd over publiek toegankelijke oplaadpunten op private locaties. Ook is ten aanzien van oplaadpunten op private locaties in het artikel en de toelichting aangepast in de toelichting dat hierover geen gegevens beschikbaar hoeven te worden gesteld indien de private eigenaar van een dergelijk oplaadpunt niet wenst dat de laadpunten vindbaar worden via publieke websites, mobiele apps of andere informatiebronnen. De ingangsdatum voor de verplichting om gegevens over de openingstijden beschikbaar te stellen is aangepast naar 1 januari 2022. Met bovenstaande aanpassingen is tegemoetgekomen aan de moeilijkheden voor exploitanten om bepaalde gegevens (reeds per 1 juli 2021) beschikbaar te kunnen stellen en actueel te houden. Ten aanzien van statische gegevens is in het artikel en de toelichting toegevoegd dat deze geactualiseerd moeten worden binnen één dag nadat de status ervan is gewijzigd.

Om te verduidelijken dat de houders van oplaadpunten hun gegevens over oplaadpunten ook via een derde partij beschikbaar mogen stellen, is dit aan het nieuwe artikel toegevoegd. Ook is in het artikel en de toelichting duidelijker aangegeven hoe het beschikbaar stellen van gegevens richting respectievelijk de individuele en de professionele gebruikers dient plaatst te vinden. Ten slotte is de gegevenscategorie ‘identificatiewijzen’ vanwege de overlap met ‘betaalmethoden’ verwijderd uit de verplichting. De gegevenscategorie ‘laadopties’ heeft de nieuwe benaming ‘stroomtype’ gekregen en de categorie ‘aansluitmogelijkheden’ heeft als nieuwe benaming ‘type stekker of contactdoos’. Ook is in de toelichting uitgelegd wat wordt bedoeld met de categorie ‘het geleverde stroomproduct’.

6. Inwerkingtreding

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2021, overeenkomstig het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten. Op voornoemde inwerkingtredingsdatum wordt echter een uitzondering gemaakt voor de in artikel 7a, eerste lid, sub a, onderdelen 5, 6, 7 en 8, genoemde statische gegevens. Deze treden in werking met ingang van 1 januari 2022.

De Staatssecretaris voor Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 26 maart 2015, nr. IENM/BSK-2014/160572, houdende uitvoering van richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PbEU 2010, L 207) en die richtlijn aanvullende gedelegeerde verordeningen (ITS-Regeling).

Naar boven