TOELICHTING
1. Inleiding
De Regeling technische eisen en gebruikersinformatie over de infrastructuur van alternatieve
brandstoffen (hierna: de regeling) stelt nadere regels ter uitvoering van het Besluit
infrastructuur alternatieve brandstoffen (hierna: het besluit). De regeling ziet op
technische specificaties met betrekking tot oplaadpunten voor elektrische motorvoertuigen,
walstroomvoorzieningen, waterstoftankpunten, connectoren voor het tanken van gasvormige
waterstof en connectoren of aansluitpunten voor gecomprimeerd aardgas. Daarnaast stelt
de regeling eisen aan informatievoorziening door houders van tank- en oplaadpunten
en door fabrikanten, importeurs en dealers van motorvoertuigen aan de consument.
Het besluit en de regeling strekken tot implementatie van Richtlijn 2014/94/EU van
het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur
voor alternatieve brandstoffen (PbEU 2014, L 307) (hierna: richtlijn 2014/94/EU).
Met onderhavige wijziging wordt de regeling aangevuld met regels over gebruikersinformatie
met betrekking tot publiek toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen.
Hierna worden de specifieke wijzigingen van de regeling toegelicht.
2. Inhoud van de wijzigingsregeling
2.1 Algemeen
Voor de transitie naar emissieloos vervoer is het belangrijk dat gebruikers van elektrische
voertuigen goede toegang hebben tot informatie over publiek toegankelijke oplaadpunten.
Het gaat dan om statische informatie, zoals de geografische locatie van oplaadpunten
en om dynamische oplaadinformatie, zoals de ad-hoc tarieven voor opladen en de actuele
toegankelijkheid en bezettingsstatus van publiek toegankelijke oplaadpunten. In artikel
7, zevende lid, van richtlijn 2014/94/EU is vastgelegd dat lidstaten erop toezien
dat die informatie, indien deze beschikbaar is, op een open en niet-discriminerende
wijze voor alle gebruikers toegankelijk is.
Om te garanderen dat gebruikers kunnen beschikken over de juiste en actuele informatie
over oplaadpunten, wordt in deze regeling met een nieuw artikel 7a geëxpliciteerd
welke gegevens door de houders (d.w.z. de exploitanten) van oplaadpunten beschikbaar
moeten worden gesteld aan verschillende typen gebruikers (individuele gebruikers van
oplaadpunten en professionele gebruikers die de gegevens gebruiken om informatie-
en navigatiediensten te ontwikkelen voor de gebruikers van oplaadpunten), op welke
wijze en onder welke randvoorwaarden. Een wettelijke verplichting tot het beschikbaar
stellen van laadpuntgegevens zorgt voor de noodzakelijke continuïteit en volledigheid
in de beschikbaarheid van de gegevens. Houders van publiek toegankelijke oplaadpunten
pakken de beschikbaarstelling van gegevens al gedeeltelijk zelf op via (eigen) websites
en apps, maar dit biedt onvoldoende zekerheid. Een volledige, actuele en accurate
digitale informatievoorziening over alle publiek toegankelijke oplaadpunten ontbreekt
vooralsnog. Niet alle houders van publiek toegankelijke oplaadpunten stellen momenteel
alle gegevens beschikbaar die nodig zijn om gebruikers effectief gebruik te kunnen
laten maken van de oplaadpunten, zoals informatie over de actuele bezetting of ad-hoc
prijs. Gebruikers zijn daarom onvolledig geïnformeerd. Ook professionele partijen
die werken met laadpuntdata, zoals serviceproviders en navigatieproviders, beschikken
nog over onvoldoende informatie om individuele gebruikers via hun diensten optimaal
te informeren over publiek toegankelijke oplaadpunten. Die informatievoorziening is
echter wel essentieel voor de transitie naar emissieloze mobiliteit. Rijders van elektrische
voertuigen zijn grotendeels afhankelijk van digitale informatievoorziening over oplaadpunten.
Betrouwbare en actuele digitale informatie over oplaadpunten is noodzakelijk, gezien
de duur van oplaadsessies (en daarmee de bezetting van oplaadpunten), het feit dat
nog niet overal in Nederland oplaadpunten nabij zijn en deze in veel gevallen geen
display met prijsinformatie bevatten.
Hierna wordt nader ingegaan op de reikwijdte van de verplichting tot het ter beschikking
stellen van informatie over oplaadpunten, de te delen gegevens, de randvoorwaarden
waaronder gegevensdeling plaatsvindt en de wijze van gegevensverstrekking aan gebruikers.
2.2 Reikwijdte verplichting ter beschikking stellen van informatie
Alleen gegevens over publiek toegankelijke oplaadpunten dienen beschikbaar te worden
gesteld. Dit zijn volgens richtlijn 2014/94/EU oplaadpunten die op niet-discriminerende
basis toegankelijk zijn voor gebruikers in de gehele Europese Unie en waarbij toegang
op niet-discriminerende basis verschillende vormen van authenticatie, gebruik en betaling
kan inhouden. Hieronder vallen ook publiek toegankelijke oplaadpunten op private locaties
van bedrijven of instellingen die zijn opengesteld voor publiek gebruik, zoals oplaadpunten
bij parkeergarages of bij winkel- en horecalocaties. Hoewel voor het gebruik van deze
oplaadpunten gebruiksvoorwaarden of beperkingen kunnen gelden, zoals toegangstijden
of het vereiste om bepaalde producten of diensten af te nemen, zijn ze voor alle gebruikers
publiek toegankelijk. Het is van groot belang dat gegevens over deze oplaadpunten
ook beschikbaar worden gesteld aan de gebruiker, omdat publiek toegankelijke oplaadpunten
op private locaties, zoals bij winkels, een steeds grotere rol spelen in het totale
aanbod van laadvoorzieningen.
De verplichtingen voor oplaadpunten op private locaties gelden echter alleen indien
de exploitatie wordt uitgevoerd door een professionele oplaadpuntexploitant die reeds
beschikt over (back-office)systemen die digitale gegevensuitwisseling over oplaadpunten
mogelijk maken. Zo wordt voorkomen dat eigenaren van oplaadpunten op private locaties
(bijvoorbeeld kleine ondernemers) disproportionele investeringen zouden moeten doen
in backoffice- en data-uitwisselingssystemen, waarover zij mogelijk nog niet beschikken.
Ook gelden de verplichtingen bij oplaadpunten op privaat terrein alleen wanneer de
eigenaar ervan deze oplaadpunten vrijwillig openstelt voor publiek gebruik en bereid
is om de laadpunten vindbaar te maken op publieke websites, mobiele apps en andere
informatiebronnen. Voor deze afbakening wordt gekozen, om te voorkomen dat eigenaren
van oplaadpunten op private locaties er, uit angst voor te grote toestroom van derden,
voor kiezen hun oplaadpunten niet langer open te stellen voor publiek gebruik.
In het geval van publiek toegankelijke laadpunten op private locaties geldt géén verplichting
om gegevens beschikbaar te stellen over de stroomleverancier, over het geleverde stroomproduct
en over het percentage van de bij het oplaadpunt en oplaadtarief geleverde stroom
dat is opgewekt uit hernieuwbare en fossiele bronnen. Daarmee wordt een oplossing
geboden voor de situatie waarin exploitanten niet zelf over deze gegevens beschikken,
omdat niet de exploitant maar de eigenaar van het laadpunt op het privéterrein de
bezitter van het stroomcontract is.
De nieuwe verplichtingen gelden ook niet voor privé-oplaadpunten op eigen terrein
van particulieren bij de woning, die deze oplaadpunten openstellen voor publiek gebruik.
Kwaadwillende personen zouden anders bijvoorbeeld uit de gegevens kunnen afleiden
of een bewoner thuis is of niet.
De verplichting om de in de regeling genoemde gegevens beschikbaar te stellen aan
alle gebruikers geldt voor de houders van oplaadpunten. Met houders worden de exploitanten
van oplaadpunten bedoeld. Deze verplichting voor exploitanten om gegevens beschikbaar
te stellen geldt boven eventuele contractuele afspraken tussen de eigenaar van oplaadpunten
en de exploitant van deze oplaadpunten om alleen gegevens beschikbaar te stellen met
toestemming van de eigenaar.
De gegevens dienen beschikbaar te worden gesteld aan alle gebruikers voor wie deze
gegevens van belang zijn. Dat zijn in de eerste plaats de individuele gebruikers van
publiek toegankelijke oplaadpunten (rijders). Zij dienen goed geïnformeerd te worden
over onder andere de locatie, toegankelijkheid, bezettingsstatus van oplaadpunten
en de ad-hoc oplaadprijs. Voor deze individuele gebruikers dient dit te gebeuren via
bijvoorbeeld apps of websites waarop voor alle oplaadpunten van een (of meer) exploitanten
de vereiste statische en dynamische gegevens worden getoond in een geografische kaart.
Dit zorgt ervoor dat zij goed inzicht krijgen in het beschikbare aanbod van publiek
toegankelijke oplaadpunten in Nederland.
Onder gebruikers voor wie de gegevens van belang zijn vallen ook professionele gebruikers.
Dit zijn partijen die de gegevens gebruiken om diensten of beleid te ontwikkelen,
gericht op het stimuleren van het gebruik van emissieloze voertuigen en het informeren
van de gebruikers van oplaadpunten. Hierbij kan worden gedacht aan serviceproviders,
navigatieproviders, aanbieders van reisinformatiediensten, vervoersexploitanten, infrastructuurbeheerders-
en exploitanten en overheden. Voor deze professionele gebruikers dient gegevensuitwisseling
mogelijk gemaakt te worden, waarbij de gegevens in open dataformats en via open data-uitwisselingsprotocollen
aan hen beschikbaar worden gesteld. Zo kunnen deze professionele gebruikers de gegevens
gebruiken voor het ontwikkelen van goede informatie- en navigatiediensten voor individuele
gebruikers van oplaadpunten, met daarin informatie over publiek toegankelijke oplaadpunten.
2.3 De te delen gegevens
De ter beschikking te stellen gegevens kunnen in zijn algemeenheid worden onderscheiden
in statische en dynamische gegevens en worden hieronder toegelicht. Gedetailleerde
beschrijvingen van de verplicht te stellen gegevens zullen vindbaar zijn op het Nationaal
Toegangspunt ITS (zie: https://nt.ndw.nu), dat wordt beheerd door het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (hierna: NDW). De exploitanten
dienen deze beschrijvingen van de genoemde gegevens te volgen bij het beschikbaar
stellen ervan.
-
– statische gegevens (artikel 7a, eerste lid, sub a)
Gebruikers moeten weten op welke locatie zich oplaadpunten bevinden. Hiertoe dienen
de juiste geografische coördinaten en adresgegevens beschikbaar gesteld te worden.
Daarnaast moeten gebruikers weten welk stroomtype (gelijkstroom (AC) of wisselstroom
(DC)), welke minimale en maximale laadsnelheden onder normale omstandigheden (uitgedrukt
in kW) en welke typen stekkers, contactdozen of andere aansluitopties (zoals Type
2 Mennekes, of de Combo Type 2 DC, of een inductieplaat) er zijn bij een oplaadpunt.
Gebruikers dienen inzicht te krijgen in de stroomleverancier, het door deze stroomleverancier
geleverde stroomproduct en het percentage van de bij het betreffende oplaadpunt en
oplaadtarief geleverde stroom dat is opgewekt uit hernieuwbare en/of fossiele bronnen.
De term ‘stroomproduct’ slaat op de naam die een stroomleverancier geeft aan een door
hem geleverd product, zoals ‘Windstroom’, of ‘Zakelijk’ van aanbieder ‘X’, dat een
bepaalde samenstelling kent van duurzame en of fossiele energiebronnen waaruit de
stroom voor dat stroomproduct is opgewekt. De percentages uit hernieuwbare en fossiele
bronnen opgewekte stroom kunnen bijvoorbeeld een weergave zijn van het meest recente
jaargemiddelde van de geleverde stroom (zoals elke stroomleverancier in zijn jaarlijkse
‘stroometiket’ weergeeft), of een weergave van de actuele percentages op het moment
van laden. Zo weten gebruikers in hoeverre zij hun voertuig kunnen laden met duurzaam
opgewekte stroom.
Gegevens over de openingstijden en de beschikbare betaalmogelijkheden moeten beschikbaar
gesteld worden, zodat gebruikers weten wanneer en hoe ze een oplaadsessie kunnen starten
en hoe ze ervoor kunnen betalen.
Contactgegevens van de eigenaar of exploitant van het oplaadpunt zijn nodig, zodat
gebruikers bijvoorbeeld in geval van een verstoring hulp kunnen inschakelen.
Ten slotte moet ook de volledige unieke ID-code van het oplaadpunt beschikbaar gesteld
worden, zodat gebruikers zeker weten bij welk uniek oplaadpunt ze zich bevinden en
vervolgens bij de afrekening van een oplaadsessie kunnen verifiëren welke kosten voor
het opladen bij een bepaald oplaadpunt in rekening zijn gebracht.
-
– dynamische gegevens (artikel 7a, eerste lid, sub b)
Voor oplaadpunten dienen gegevens over de actuele toegankelijkheid ervan beschikbaar
te worden gemaakt, zodat duidelijk is of een oplaadpunt in bedrijf of buiten bedrijf
is, bijvoorbeeld vanwege een defect of onderhoud.
Ook dienen gegevens over de actuele bezettingsstatus beschikbaar te worden gesteld,
zodat gebruikers weten of er al iemand staat op te laden of niet.
Voor oplaadpunten moeten de gehanteerde ad-hoc prijsgegevens beschikbaar worden gesteld.
Met de ad-hoc prijs wordt de prijs bedoeld die een gebruiker betaalt aan de exploitant
voor gebruik van diens oplaadpunt, zonder dat deze gebruiker gebruik maakt van een
voorregistratie, contract of abonnement bij een stroomleverancier, exploitant van
een oplaadpunt of een serviceprovider. Dit wordt ook wel het exploitantentarief genoemd.
Het bieden van de mogelijkheid tot ad-hoc betaling voor opladen is voor alle publiek
toegankelijke oplaadpunten verplicht gesteld in het besluit. Ad-hoc prijsinformatie
is daarmee voor alle gebruikers relevant. Elke gebruiker kan er immers te allen tijde
voor kiezen om ad-hoc te betalen voor het opladen bij een publiek toegankelijk oplaadpunt.
Daarom moeten ad-hoc prijsgegevens over alle publiek toegankelijke oplaadpunten op
een eenvoudige wijze voor alle gebruikers vindbaar en beschikbaar zijn. De meerwaarde
van deze aanvulling op bestaande wet- en regelgeving is vooral dat de ad-hoc prijsinformatie
nu ook beschikbaar wordt voor professionele gebruikers, zoals app-ontwikkelaars en
navigatieproviders. Zij kunnen hiermee apps ontwikkelen waarin de ad-hoc prijs en
andere gebruikersinformatie over álle openbare laadpalen in Nederland wordt getoond.
Rijders zijn zodoende niet afhankelijk van de informatievoorziening door verschillende
exploitanten en kunnen eenvoudiger ad-hoc prijzen bij verschillende laadpunten opzoeken
en vergelijken.
Wanneer er geen sprake is van een vaste ad-hoc prijs, maar van meerdere componenten
die de ad-hoc prijs bepalen, dan dienen de prijsgegevens te worden verstrekt die nodig
zijn om de ad-hoc prijs voor een oplaadsessie te berekenen (zoals een prijs per KWh,
een starttarief en administratiekosten).
De regeling heeft geen betrekking op het beschikbaar stellen van gegevens over de
prijzen die serviceproviders rekenen. Serviceproviders bieden oplaadcontracten en
bijbehorende identificatie- en betaalmethoden aan (zoals laadpasjes en mobiele applicaties),
waarmee de gebruiker tegen bepaalde tarieven gebruik kan maken van oplaadpunten. Hierin
bestaan vele varianten, zoals een vast bedrag per maand voor onbeperkt opladen, een
vast bedrag per oplaadsessie of per kWh of een opslag per opgeladen kWh bovenop de
ad-hoc prijs. Er kan dus sprake zijn van een opslag of juist een korting op een bepaalde
oplaadsessie ten opzichte van de ad-hoc prijs. Omdat deze tarieven van de serviceproviders
alleen relevant zijn voor hun eigen klanten, hoeven zij deze alleen naar hen te communiceren.
Er wordt in deze regeling dan ook geen verplichting ingesteld om digitale gegevens
over de prijzen van serviceproviders aan alle gebruikers ter beschikking te stellen.
Serviceproviders hebben, evenals exploitanten van oplaadpunten, wel de wettelijke
plicht om de door hen gehanteerde prijzen via hun eigen kanalen op transparante wijze
aan hun klanten te tonen, zoals vastgelegd in reeds bestaande wet- en regelgeving.
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) houdt toezicht op een juiste uitvoering daarvan.
De verplichting in deze regeling om gegevens over de ad-hoc prijs aan alle gebruikers
beschikbaar te stellen en de vindplaats van deze gegevens kenbaar te maken via een
nationaal toegangspunt, is een toevoeging hierop.
Kwaliteit en actualiteit van de gegevens
De houders van publiek toegankelijke oplaadpunten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit
en actualiteit van de gegevens. Hierbij geldt dat de gegevens zo vaak worden geactualiseerd
als nodig is om de gebruikers van de oplaadpunten goed te informeren en zij zo min
mogelijk voor verrassingen komen te staan.
Dynamische gegevens dienen zo kort mogelijk, of in elk geval niet later dan een minuut
nadat de toegankelijkheid, bezetting of ad-hoc prijs is gewijzigd, te worden geactualiseerd.
Dit kan bijvoorbeeld door het verzenden van ‘push-berichten’, direct nadat de status
van een oplaadpunt wijzigt, of door periodiek verversen van de gegevens. Statische
gegevens dienen niet later dan een dag nadat de status ervan is gewijzigd te worden
geactualiseerd.
2.4 Randvoorwaarden en wijze van gegevensverstrekking (artikel 7a, eerste en derde
lid)
De gegevens moeten op een niet-discriminerende, open en eenvoudige wijze aan alle
gebruikers beschikbaar worden gesteld. Niet-discriminerend betekent dat houders van
oplaadpunten verplicht zijn om de gegevens aan alle gebruikers onder dezelfde voorwaarden
ter beschikking te stellen. Beschikbaar stellen houdt in dat de gegevens te allen
tijde door gebruikers op te vragen, te raadplegen en te verkrijgen zijn. Dit mag –
zoals zij dit momenteel al ten dele doen – rechtstreeks via hun eigen kanalen (websites,
apps) of via de kanalen van derde partijen die de gegevens van verschillende houders
aggregeren en vervolgens namens hen ter beschikking stellen aan individuele en professionele
gebruikers.
Voor individuele gebruikers (dat wil zeggen: de rijders van elektrische voertuigen,
gebruikers van oplaadpunten) moeten de gegevens eenvoudig te raadplegen zijn. Dit
betekent dat zij via apps of websites de vereiste statische en dynamische informatie
over publiek toegankelijke oplaadpunten van een (of meerdere) exploitant(en) moeten
kunnen raadplegen. Hierbij valt te denken aan apps en websites waarop laadpunten en
de bijbehorende gebruikersinformatie worden getoond op geografische kaarten.
Voor professionele gebruikers (zoals serviceproviders, navigatieproviders, aanbieders
van reisinformatiediensten) dient gegevensuitwisseling mogelijk gemaakt te worden,
zodat zij de gegevens kunnen gebruiken voor de ontwikkeling van informatie- en navigatiediensten
voor individuele gebruikers van oplaadpunten, met daarin informatie over publiek toegankelijke
oplaadpunten. Hiertoe dienen de gegevens op een open wijze, dat wil zeggen in open
dataformats en via open data-uitwisselingsprotocollen, beschikbaar te worden gesteld.
Het gebruik van open dataformats en open data-uitwisselingsprotocollen zorgt ervoor
dat professionele gebruikers niet noodgedwongen diverse aanbieder-gebonden dataformats
en -protocollen hoeven te implementeren. Dit maakt het gebruik van de gegevens voor
de ontwikkeling van informatie- en navigatiediensten eenvoudiger.
Op eenvoudige wijze beschikbaar stellen betekent ook dat door de houders van oplaadpunten,
rechtstreeks of via een derde partij, de online vindplaats (weblinks/URL) van een
directe koppeling naar de laadpuntgegevens, aan professionele gebruikers kenbaar moet
worden gemaakt op de website van het Nationaal Toegangspunt ITS (zie paragraaf 2.5).
Daarbij dient ook een beschrijving van de metagegevens te worden gegeven, zodat de
gebruiker eenvoudig inzicht krijgt krijgen in de inhoud van de gegevenssets. Daarnaast
dienen daarbij de eventueel gestelde voorwaarden aan de toegang tot en het gebruik
van gegevens duidelijk kenbaar gemaakt te worden aan alle gebruikers.
2.5 De rol van het Nationaal Toegangspunt ITS (artikel 7a, tweede lid)
Het op eenvoudige wijze beschikbaar stellen betekent (naast dat de gegevens voor individuele
gebruikers eenvoudig te raadplegen moeten zijn via apps en of websites) dat de gegevens
ook voor professionele gebruikers eenvoudig vindbaar moeten zijn met het oog op gebruik
van de gegevens voor de ontwikkeling van informatie- en navigatiediensten voor gebruikers
van oplaadpunten. Het kenbaar maken van de online vindplaatsen van de gegevens via
een nationaal toegangspunt zorgt ervoor dat professionele gebruikers één portaal hebben
waar alle vindplaatsen van gegevens over alle publiek toegankelijke oplaadpunten in
Nederland samenkomen. Het voorkomt dat professionele gebruikers de gegevens moeten
zoeken bij vele verschillende houders van oplaadpunten en hierdoor gegevens mislopen.
Naarmate het aantal aanbieders groeit, wordt een centraal nationaal toegangspunt steeds
belangrijker. Doordat alle houders van oplaadpunten op een niet-discriminerende, open
en eenvoudige wijze dezelfde wettelijk vastgestelde set van basisgegevens ter beschikking
stellen, hebben professionele gebruikers een solide en betrouwbare ingang voor gegevens.
Het Nationaal Toegangspunt ITS, dat wordt beheerd door het NDW, zal fungeren als het
nationaal toegangspunt voor gegevens over oplaadpunten. Het NDW is een samenwerkingsverband
van Nederlandse overheden die de krachten hebben gebundeld om verkeersgegevens te
verzamelen en te benutten. De partners in het NDW zijn het Rijk (Rijkswaterstaat),
alle provincies, alle stadsregio’s en de vier grote gemeenten. De essentie van het
Nationaal Toegangspunt ITS is dat alle beschikbare verkeersgegevens op één plaats
worden samengebracht. Het Nationaal Toegangspunt ITS bevat reeds diverse categorieën
van weg- en verkeersgegevens, veiligheidsinformatie en multimodale reisinformatie,
waarbij het NDW in regelgeving is aangewezen als beheerder daarvan.1 Het ligt daarom in de rede om ook de online vindplaatsen van gegevens over oplaadpunten
die op basis van onderhavige wijzigingsregeling beschikbaar moeten worden gesteld,
kenbaar te maken via het Nationaal Toegangspunt ITS, dat beheerd wordt door het NDW.
De verplichting houdt in dat op de website van het Nationaal Toegangspunt ITS de online
vindplaats (weblinks/URL) van een directe koppeling naar de laadpuntgegevens wordt
geboden, met daarbij een omschrijving van de gegevenssets op metaniveau, zodat de
professionele gebruiker eenvoudig inzicht kan krijgen in de inhoud van de beschikbaar
gestelde gegevenssets. Het Nationaal Toegangspunt ITS heeft daarmee voor de laadpuntgegevens
de vorm van een online register van koppelingen naar de desbetreffende gegevenssets.
Het NDW is zelf geen marktpartij en wordt ook geen eigenaar of verstrekker van de
gegevens. Het Nationaal Toegangspunt ITS fungeert enkel als het centrale doorverwijsportaal
naar de vindplaatsen van de gegevenssets. Met behulp van de gepubliceerde informatie
over de online vindplaatsen van directe koppelingen naar de gegevenssets kunnen professionele
gebruikers contact opnemen met de houders van oplaadpunten, of derde partijen die
namens hen gegevens beschikbaar stellen, met het verzoek om de gegevensuitwisseling
tot stand te brengen.
De gegevensuitwisseling en eventuele afspraken over de voorwaarden daarvan, lopen
tussen de houders van oplaadpunten en de professionele gebruikers. Houders kunnen
in plaats van zelf rechtstreeks de gegevens beschikbaar te stellen ook via een derde
partij gegevens beschikbaar (laten) stellen. In dat geval dient deze derde partij
namens de betreffende houder(s) de online vindplaats van een directe koppeling naar
de laadpuntgegevens van een (of meer) houder(s), aan professionele gebruikers kenbaar
te maken op de website van het Nationaal Toegangspunt ITS. Het staat houders vrij
voorwaarden te stellen aan de toegang tot en het gebruik van de gegevens en hierover
bijvoorbeeld afspraken vast te leggen in een gebruikersovereenkomst. De gegevens dienen
wel voor elke professionele gebruiker onder dezelfde voorwaarden toegankelijk te zijn
en de gebruiksvoorwaarden mogen niet onredelijk of onnodig beperkend zijn. Hierbij
kan gedacht worden aan een prijs voor het leveren van gegevens die niet in verhouding
staat tot de kosten die gemaakt moeten worden voor het beschikbaar stellen van de
gegevens, of aan het stellen van voorwaarden die aan het feitelijk gebruik van de
gegevens voor het informeren van individuele gebruikers van oplaadpunten in de weg
staan. Eventuele voorwaarden aan de toegang tot en het (her)gebruik van gegevens dienen
duidelijk kenbaar gemaakt te worden aan alle gebruikers.
3. Gevolgen
Gevolgen voor bedrijven, overheden en burgers
Het is de verwachting dat regels over het verstrekken van gegevens die vallen onder
de gegevenscategorieën zoals beschreven in artikel 7, zevende lid, van richtlijn 2014/94/EU,
nauwelijks extra administratieve of financiële lasten met zich meebrengen. Houders
van oplaadpunten beschikken reeds over de ter beschikking te stellen gegevens en wisselen
deze veelal ook al (via apps en websites) in meer of mindere mate rechtstreeks of
via derde partijen uit met gebruikers van oplaadpunten en ook (via onderlinge data-koppeling
en -uitwisseling) met professionele gebruikers die op basis van deze gegevens informatie-
en navigatiediensten ontwikkelen voor gebruikers.
Alle houders van oplaadpunten hebben hiertoe reeds open data-uitwisselingsprotocollen
geïmplementeerd (vrijwel altijd het open charge point interface protocol). Hun systemen zijn hierdoor klaar voor het beschikbaar stellen van gegevens aan
gebruikers. De gegevensuitwisseling kan via dezelfde open data-uitwisselingsprotocollen
verlopen die zij reeds gebruikten om laadpuntengegevens uit te wisselen met professionele
gebruikers. Voor een deel van de houders van oplaadpunten zal de verplichting uit
deze regeling er mogelijk toe leiden dat ze een of meer extra gegevenscategorieën
moeten uitwisselen dan ze al deden en dat ze hiertoe een nieuwe module of een versie-update
van het door hen gebruikte data-uitwisselingsprotocol moeten implementeren. De inschatting
van experts is dat dit met een relatief kleine en eenmalige inspanning door hen te
realiseren is. Bovendien betreft het grotendeels updates waarvan de implementatie
door de houders van oplaadpunten ook zonder de nieuwe verplichtingen binnen afzienbare
tijd zou gaan plaatsvinden.
Het bieden van een online doorverwijzing op de website van het Nationaal Toegangspunt
ITS naar de vindplaats van de gegevens, is eenvoudig te realiseren en vergt een geringe
inspanning. De houder dient enkel de juiste weblink, een omschrijving van de metadata
en eventuele gebruiksvoorwaarden aan te leveren bij de beheerder van het Nationaal
Toegangspunt ITS, namelijk het NDW. Indien een derde partij de gegevens van een houder
namens deze verstrekt aan gebruikers, dan kan worden volstaan met een verwijzing naar
de vindplaats van de gegevens bij deze derde partij.
Een ontwerp van de onderhavige wijzigingsregeling is voorgelegd aan het Adviescollege
Toetsing Regeldruk (ATR). Het ATR heeft hierop aangegeven geen aanleiding te zien
om het dossier te selecteren voor een formeel advies, mede gelet op de analyse dat
er naar verwachting geen omvangrijke regeldrukeffecten aan de orde zijn als gevolg
van het voorstel.
4. Toezicht en handhaving
Bestuursrechtelijk toezicht en handhaving op artikel 7a, eerste lid, van bijgevoegde
wijzigingsregeling berust bij de ACM. De toezichtstaak komt neer op een controle op
de daadwerkelijke terbeschikkingstelling van de in artikel 7a, eerste lid, genoemde
gegevens door houders van oplaadpunten aan gebruikers. Onderzoek door de toezichthouder
kan plaatsvinden naar aanleiding van signalen van gebruikers. De toezichthouder kan
daarnaast ook op eigen initiatief, los van signalen van gebruikers, besluiten om een
sector-breed onderzoek in te stellen naar de naleving van de verplichtingen.
De ontwerp-wijzigingsregeling is voorgelegd aan de ACM. De ACM heeft aangegeven de
wijzigingsregeling uitvoerbaar en handhaafbaar te achten, daar deze aansluit bij het
bredere toezicht van de ACM op de naleving van de informatieverplichtingen uit het
consumentenrecht. De wijziging van de regeling brengt voor de ACM geen additionele
uitvoeringslasten met zich mee.
5. Internetconsultatie
Een ontwerp van deze wijzigingsregeling is van 24 februari tot en met 24 maart 2021
onderwerp geweest van een openbare internetconsultatie (www.internetconsultatie.nl/wijzigingsregeling_gebruikersinformatie_oplaadpunten). Er zijn in totaal dertien reacties ingediend, waarbij tien reacties kwamen van
marktpartijen op het gebied van laadinfrastructuur en drie reacties van belangenorganisaties.
Het grootste deel van de reacties betrof opmerkingen over het beschikbaar stellen
van gegevens over de stroomleverancier, het geleverde stroomproduct en het percentage
van de bij het oplaadpunt en oplaadtarief geleverde stroom dat is opgewekt uit hernieuwbare
en fossiele bronnen. Met betrekking tot publiek toegankelijke oplaadpunten op private
locaties wezen indieners op de moeilijkheden voor exploitanten om de bovengenoemde
gegevens beschikbaar te stellen. Ook werden ten aanzien van andere gegevenscategorieën
of in algemene zin verzoeken gedaan om gegevens niet, pas op een later moment of minder
frequent beschikbaar te stellen. Er zijn vragen gesteld over het gebruik van open
data-uitwisselingsprotocollen en over de inrichting en functie van het nationale toegangspunt
voor gegevens over oplaadpunten. Ook stelden enkele indieners vragen over de toegestane
wijze van het beschikbaar stellen van gegevens en over verschillen daarin bij respectievelijk
de individuele en de professionele gebruikers. Door enkele indieners werd gevraagd
om nadere toelichting, voorbeelden of andere naamgeving van bepaalde gegevenscategorieën.
De reacties hebben geleid tot een aantal aanpassingen in de artikelen van de wijzigingsregeling
en de toelichting daarop. De ingangsdatum voor de plicht om gegevens te verstrekken
over de stroomleverancier, het geleverde stroomproduct en het percentage van de bij
het oplaadpunt en oplaadtarief geleverde stroom dat is opgewekt uit hernieuwbare en
fossiele bronnen is aangepast naar 1 januari 2022. Bovendien is in het artikel en
de toelichting aangepast dat deze drie gegevenscategorieën niet hoeven te worden aangeleverd
over publiek toegankelijke oplaadpunten op private locaties. Ook is ten aanzien van
oplaadpunten op private locaties in het artikel en de toelichting aangepast in de
toelichting dat hierover geen gegevens beschikbaar hoeven te worden gesteld indien
de private eigenaar van een dergelijk oplaadpunt niet wenst dat de laadpunten vindbaar
worden via publieke websites, mobiele apps of andere informatiebronnen. De ingangsdatum
voor de verplichting om gegevens over de openingstijden beschikbaar te stellen is
aangepast naar 1 januari 2022. Met bovenstaande aanpassingen is tegemoetgekomen aan
de moeilijkheden voor exploitanten om bepaalde gegevens (reeds per 1 juli 2021) beschikbaar
te kunnen stellen en actueel te houden. Ten aanzien van statische gegevens is in het
artikel en de toelichting toegevoegd dat deze geactualiseerd moeten worden binnen
één dag nadat de status ervan is gewijzigd.
Om te verduidelijken dat de houders van oplaadpunten hun gegevens over oplaadpunten
ook via een derde partij beschikbaar mogen stellen, is dit aan het nieuwe artikel
toegevoegd. Ook is in het artikel en de toelichting duidelijker aangegeven hoe het
beschikbaar stellen van gegevens richting respectievelijk de individuele en de professionele
gebruikers dient plaatst te vinden. Ten slotte is de gegevenscategorie ‘identificatiewijzen’ vanwege de overlap met ‘betaalmethoden’ verwijderd uit de verplichting. De gegevenscategorie ‘laadopties’ heeft de nieuwe benaming ‘stroomtype’ gekregen en de categorie ‘aansluitmogelijkheden’ heeft als nieuwe benaming ‘type stekker of contactdoos’. Ook is in de toelichting uitgelegd wat wordt bedoeld met de categorie ‘het geleverde stroomproduct’.
6. Inwerkingtreding
Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2021, overeenkomstig
het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten. Op voornoemde inwerkingtredingsdatum
wordt echter een uitzondering gemaakt voor de in artikel 7a, eerste lid, sub a, onderdelen
5, 6, 7 en 8, genoemde statische gegevens. Deze treden in werking met ingang van 1 januari
2022.
De Staatssecretaris voor Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer