De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3
en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;
Besluit:
ARTIKEL I
De Subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten en kosten
-
1. De minister kan op aanvraag van het bevoegd gezag van een school subsidie verstrekken
om deel te nemen aan de pilot voor het praktijkgericht programma ter voorbereiding
van de samenvoeging voor de gemengde en theoretische leerwegen van het vmbo. De pilot
vindt plaats vanaf schooljaar 2020/2021 tot en met schooljaar 2023/2024.
-
2. De minister kan op grond van deze regeling subsidie verstrekken voor de volgende
activiteiten:
-
a. het starten met het praktijkgericht programma als onderdeel van het curriculum voor
leerlingen in het derde en het vierde leerjaar van de gemengde leerweg en de theoretische
leerweg;
-
b. het voorbereiden van de implementatie van het praktijkgericht programma;
-
c. het doorontwikkelen van een praktijkgericht programma en het leveren van input voor
vraagstukken rondom de nieuwe leerweg door het onderwijspersoneel;
-
d. het opbouwen en onderhouden van een netwerk met het bedrijfsleven en maatschappelijke
instellingen in de regio; en
-
e. het opzetten of intensiveren van een samenwerking met het mbo ten behoeve van het
opbouwen en onderwijzen van het praktijkgericht programma.
-
3. De minister kan op grond van deze regeling subsidie verstrekken voor de volgende
kosten:
-
a. de kosten voor het aanschaffen van inventaris om het praktijkgericht programma aan
te kunnen bieden of in samenwerking op te zetten met een ander vmbo, mbo of bedrijfsleven;
-
b. de kosten voor het aanschaffen van nieuw lesmateriaal voor de leerlingen om opdrachten
uit te voeren;
-
c. de kosten voor de inzet van een onderwijsondersteuner voor het praktijkgericht programma,
onder meer bij het ondersteunen van docenten in de klas, het leveren van een bijdrage
aan de ontwikkeling van opdrachten en het opbouwen en onderhouden van contacten met
vervolgonderwijs en bedrijfsleven; en
-
d. de vervangingskosten voor het vrijroosteren van onderwijspersoneel gedurende de pilots,
opdat zij scholing kunnen volgen, ontwikkelactiviteiten en implementatieactiviteiten
kunnen uitvoeren in het kader van het praktijkgericht programma.
-
4. Op grond van deze regeling wordt geen subsidie verstrekt voor:
-
a. de kosten voor huisvesting, bedoeld in artikel 76c van de wet;
-
b. activiteiten die reeds worden bekostigd uit de rijksbijdrage; of
-
c. activiteiten waarvoor de minister reeds op grond van een andere regeling subsidie
heeft verstrekt.
B
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel f komt te luiden:
-
f. zendt, indien het praktijkgericht programma in schooljaar 2021/2022 start, op uiterlijk
1 december 2021 een voortgangsrapportage als bedoeld in artikel 12 en op uiterlijk
1 december 2024 een eindrapportage aan de minister;
2. Na het eerste lid worden twee leden toegevoegd, luidende:
-
2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a:
-
a. biedt het bevoegd gezag de praktijkgerichte programma’s Produceren, installeren en
energie (PIE), Bouwen, wonen en interieur (BWI), Groen, Horeca, bakkerij en recreatie
(HBR), Media, vormgeving en ICT (MVI) en Mobiliteit en transport (M&T) aan vanaf schooljaar
2022/2023; en
-
b. kan de minister, indien het bevoegd gezag aantoont dat het aanbieden van het praktijkgerichte
programma vanaf het schooljaar 2021/2022 redelijkerwijs niet mogelijk is, omdat de
uitbraak van COVID-19 of de maatregelen ter bestrijding ervan daaraan in de weg staan,
een jaar ontheffing verlenen van deze verplichting.
-
3. Indien het praktijkgerichte programma op grond van het tweede lid vanaf schooljaar
2022/2023 wordt aangeboden, zendt het bevoegd gezag, in afwijking van het eerste lid,
onderdeel f, de voortgangsrapportage als bedoeld in artikel 12 op uiterlijk 1 december
2022 aan de minister.
C
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘op 1 oktober 2021.’ vervangen door ‘op 1 december 2021 of
1 december 2022, afhankelijk van de start van het praktijkgericht programma.’.
2. In het tweede lid wordt ‘2021–2022’ telkens vervangen door ‘2021/2022 of 2022/2023’
en wordt ‘2023–2024’ telkens vervangen door ‘2023/2024’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling wijzigt de Subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl
en tl. Met deze wijzigingsregeling wordt een uitstelmogelijkheid gecreëerd voor scholen
die vanwege de coronacrisis niet in het schooljaar 2021/2022 kunnen starten met hun
praktijkgerichte programma.
De scholen die subsidie hebben ontvangen voor praktijkgerichte programma’s waarvan
de conceptexamenprogramma’s niet op tijd gereed zijn, zullen het programma pas vanaf
schooljaar 2022/2023 aanbieden. De ontwikkeling van deze examenprogramma’s door SLO
heeft door de impact van corona vertraging opgelopen. Het gaat daarbij om volgende
programma’s:1
-
– PIE (Produceren, installeren en energie)
-
– BWI (Bouwen, wonen en interieur)
-
– Groen
-
– HBR (Horeca, bakkerij en recreatie)
-
– MVI (Media, vormgeving en ICT)
-
– M&T (Mobiliteit en transport)
Daarnaast zorgen de coronamaatregelen ervoor dat de prioriteiten binnen de scholen
soms op andere plekken liggen en een extra voorbereidingsjaar in sommige gevallen
noodzakelijk is.
Scholen die subsidie hebben ontvangen voor de andere praktijkgerichte programma’s
kunnen op grond van deze wijzigingsregeling in schooljaar 2022/2023 starten indien
het vanwege de coronamaatregelen niet mogelijk is om eerder te starten. Wanneer afgeweken
wordt van de start in het schooljaar 2021/2022 moeten scholen dit onderbouwen, en
deze onderbouwing opsturen aan DUS-I. Het gaat om de volgende programma’s:
-
– Ma&T (Maritiem en Techniek)
-
– T&T (Technologie & Toepassing)
-
– IT (informatietechnologie)
-
– Z&W (Zorg en Welzijn)
-
– E&O (Economie en Ondernemen)
-
– D&P (Dienstverlening en Producten)
Van de scholen die in 2021/2022 nog niet kunnen starten met leerlingen in het praktijkgerichte
programma wordt verwacht dat zij het extra voorbereidingsjaar optimaal benutten, bijvoorbeeld
door het participeren in de pilotondersteuning, het volgen van scholing die in het
kader van deze pilot is ontwikkeld, inzetten op samenwerking in de regio, het vinden
van opdrachten voor de praktijkgerichte programma’s en het schrijven van een implementatieplan
tot aan de periode 2023/2024.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
Met de wijziging van artikel 3, zesde lid, wordt verduidelijkt dat de subsidie bedoeld
is voor het opzetten van de praktijkgerichte programma’s.
Onderdeel B
Aan artikel 8 worden twee leden toegevoegd. Het tweede lid regelt welke praktijkgerichte
programma’s eventueel ook vanaf schooljaar 2022/2023 mogen aanbieden. In het derde
lid wordt geregeld dat scholen die later starten met het praktijkgericht programma
ook later een voortgangsrapportage mogen sturen.
Onderdeel C
In artikel 12 wordt geregeld dat de datum van de voortgangsrapportage afhankelijk
is van de start van het praktijkgericht programma. Daarvoor is het ook nodig enkele
jaartallen aan te passen.
Artikel II
De regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van de Staatscourant
waarin zij wordt geplaatst. De reden daarvoor is dat scholen zo snel mogelijk duidelijkheid
moeten hebben over het moment waarop zij moeten starten met het praktijkgericht programma,
omdat dit grote invloed heeft op hun formatie en lessen. Daarom is afgeweken van de
vaste verandermomenten en de minimale invoeringstermijn van twee maanden.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob