Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 15 april 2021, nr. IENW/BSK-2020/196550, tot wijziging van het Examenreglement voor luchtvarenden 2004, de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001 en de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 in verband met de introductie van het theorie-examen voor RPL (GC)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikelen 8, eerste lid, 13, eerste lid, 14, vijfde lid, en 16 van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Het Examenreglement voor luchtvarenden 2004 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

  • a. In de alfabetische volgorde worden de volgende begripsomschrijvingen ingevoegd:

    BIR:

    bevoegdverklaring basis-instrumentvliegen (Basic Instrument Rating);

    deel BFCL:

    bijlage III bij Verordening (EU) 2018/395 van de Commissie van 13 maart 2018 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor vluchtuitvoeringen met ballonnen en voor bewijzen van bevoegdheid voor de bemanning van ballonnen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2018, L 71);

    deel SFCL:

    bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1976 van de Commissie van 14 december 2018 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor vluchtuitvoeringen met zweefvliegtuigen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2018, L 326);

    RFE:

    examinator recreatief vlieger (Recreational Flight Examiner);

b. Het onderdeel ‘BPL’ komt te luiden:

BPL:

bewijs van bevoegdheid voor ballonvaarder (Balloon Pilot Licence);

c. De onderdelen ‘JAR-FCL’ en ‘protocolhouder’ vervallen.

d. Het onderdeel ‘minister’ komt te luiden:

minister:

Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

e. Het onderdeel ‘SPL' komt te luiden:

SPL:

bewijs van bevoegdheid voor zweefvlieger (Sailplane Pilot Licence);

f. In het onderdeel ‘theorie-examen’ wordt na ‘deel FCL’ ingevoegd ‘, deel SFCL of deel BFCL’

2. In het derde lid komt onderdeel c te luiden:

c. GC:

de categorie gyrokopters (Gyrocopters);

B

Artikel 1a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘BPL, CPL(FB), SPL, LAPL (B) en LAPL (S)’ vervangen door ‘BPL en SPL’.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het deel van het theorie-examen GC voor het bewijs van bevoegdheid RPL(GC) dat betreft de kennis over de theorie zoals vastgelegd in bijlage 8 bij de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001 wordt afgenomen door een houder van het examinatorcertificaat RFE(GC).

C

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Van de theorie-examens wordt informatie over de examenplanning en de examenlocaties bekendgemaakt door:

  • 1. het CBR voor het theorie-examen bedoeld in artikel 1a, eerste lid;

  • 2. de stichting voor het theorie-examen bedoeld in artikel 1a, tweede lid;

  • 3. een houder van het examinatorcertificaat RFE(GC) voor het theorie-examen bedoeld in artikel 1a, derde lid.

D

In artikel 3, tweede lid, onderdeel a, wordt na ‘EIR,’ ingevoegd ‘BIR,’ en wordt ‘(Deel FCL)’ vervangen door ‘(deel FCL)’.

E

Artikel 3a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘goedgekeurde’ vervangen door ‘daartoe bevoegde’ en wordt ‘BPL, CPL(FB), SPL, LAPL(B) en LAPL(S)’ vervangen door ‘BPL en SPL’.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

3. In het tweede lid (nieuw) wordt ‘deel FCL’ vervangen door ‘deel BFCL of deel SFCL’.

F

Na artikel 3a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3b

  • 1. De kandidaat die beschikt over een voordracht van een daartoe bevoegde opleidingsinstelling voor het doen van het theorie-examen voor het RPL(GC), meldt zich voor het afleggen van het deel van het theorie-examen, bedoeld in artikel 1a, derde lid, aan bij de houder van het examinatorcertificaat RFE(GC). De voordracht is twaalf maanden geldig.

  • 2. De toegelaten kandidaat ontvangt van de houder van het examinatorcertificaat RFE(GC) een toelatingsbewijs, dat het persoonsgebonden registratienummer en de geldigheidsduur van het toelatingsbewijs vermeldt.

G

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘dan wel 3a, derde lid’ vervangen door ‘3a, tweede lid, dan wel 3b, tweede lid’.

2. In het tweede lid wordt ‘onderscheidenlijk de stichting’ vervangen door ‘, de stichting, of de houder van het examinatorcertificaat RFE(GC).

H

Artikel 7 vervalt.

I

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘behoudens het CPL(FB)’ vervangen door ‘, BIR’.

b. In onderdeel b vervalt ‘CPL(FB),’ en vervalt ‘RPL’ en wordt de punt aan het slot van dat onderdeel vervangen door een puntkomma.

c. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. voor het examen bedoeld in artikel 1a, derde lid, voor het RPL(GC): Engels of Nederlands.

2. Er wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In afwijking van het derde lid worden de gyrokoptertheorie-examens georganiseerd volgens de in de bijlage bij deze regeling gestelde regels.

J

Artikel 8a vervalt.

K

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt ‘, bedoeld in artikel 7’.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Voor de beoordeling van het theorie-examen, bedoeld in artikel 1a, derde lid, geldt dat een kandidaat slaagt voor een examenonderdeel wanneer hij een score van tenminste 75% behaalt van het aantal punten dat voor dat examenonderdeel kan worden behaald.

L

In artikel 11a, eerste lid, wordt ‘BPL, CPL(FB), SPL, LAPL(B) en LAPL(S)’ vervangen door ‘BPL en SPL’.

M

Na artikel 11a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11b

Na de afronding van het specifieke GC-deel van het theorie-examen RPL(GC), bedoeld in artikel 1a, derde lid, voorziet de houder van het examinatorcertificaat RFE(GC) de kandidaat van een resultaatbrief.

N

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘dan wel de stichting’ vervangen door ‘, de stichting dan wel de houder van het examinatorcertificaat RFE(GC)’

2. In het tweede lid wordt ‘dan wel de stichting’ vervangen door ‘, de stichting dan wel de minister’.

3. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Tegen het resultaat van de herziening kan de kandidaat bezwaar aantekenen bij de minister.

4. In het vijfde lid (nieuw) wordt ‘verzoek om herziening’ vervangen door ‘bezwaar’.

O

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

De minister stelt de examenformulieren ter beschikking aan de examinator van een praktijkexamen of een proeve van bekwaamheid.

P

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15

  • 1. In bijzondere gevallen kan de minister een examinator toedelen.

  • 2. Bij de keuze voor of toedeling van een examinator is FCL.1005 van deel FCL van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De datum, het tijdstip en de locatie waarop het praktijkexamen of de proeve van bekwaamheid wordt afgelegd, worden vastgesteld door de examinator.

Q

Artikel 16 komt te luiden:

Artikel 16

Een kandidaat is voor het afleggen van een praktijkexamen of proeve van bekwaamheid een vergoeding verschuldigd aan de examinator.

R

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘de volgende bescheiden’ vervangen door ‘een wettig en geldig legitimatiebewijs’ en wordt de dubbele punt aan het slot vervangen door ‘en het examengeld heeft betaald’.

2. De onderdelen a en b vervallen.

S

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervallen.

2. In de aanhef vervalt ‘of CPL(FB)’.

3. Onderdeel b komt te luiden:

b. voor RPL(A) respectievelijk RPL(H) de eisen en toleranties bedoeld in FCL.125 LAPL-Vaardigheidstest van deel FCL van overeenkomstige toepassing zijn;

4. Onderdeel c komt te luiden:

c. voor RPL(GC) de eisen en toleranties bedoeld in FCL.125 LAPL-Vaardigheidstest van deel FCL voor LAPL(H) van overeenkomstige toepassing zijn;

5. Onderdeel d wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘CPL(FB)’ vervangen door ‘RPL(GC)’.

b. In subonderdeel 1° wordt ‘vrije ballon’ vervangen door ‘gyrokopter’ en wordt ‘en RPL(H)’ vervangen door ‘, RPL(H) en RPL(GC)’.

c. In subonderdeel 2° wordt ‘vlieg- respectievelijk vaarinstructie’ vervangen door ‘vlieginstructie’.

T

Artikel 22 komt te luiden:

Artikel 22

De uitslag van een praktijkexamen voor RPL wordt door de examinator namens de minister vastgesteld en vastgelegd op het examenformulier aan de hand van de gegevens die door de examinator op het vaardigheidstestschema zijn aangetekend.

U

Bijlage 1 vervalt.

V

Bijlage 2 vervalt.

W

Er wordt een bijlage toegevoegd zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

ARTIKEL II

Bijlage 8 bij de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001 komt te luiden zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling.

ARTIKEL III

Onderdeel 11 van bijlage 2 bij de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 komt te luiden:

11. De theorieopleiding voor RPL(GC)

De opleidingsinstelling zorgt voor theorieonderwijs voor het theorie-examen van de vakken Beginselen van het vliegen met een gyrokopter en Algemene kennis van het luchtvaartuig gyrokopter op het niveau van PPL. Het theoriegedeelte van de overige vakken is gebaseerd op PPL(A) en wordt verzorgd door een ATO of DTO. Het theoretisch gedeelte van de training zal worden afgesloten met een examen als bedoeld in bijlage 1 bij het Examenreglement voor luchtvarenden 2004. Deel FCL.120 is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

BIJLAGE 1

Bijlage. behorende bij artikel 8, vierde lid, van het Examenreglement voor luchtvarenden 2004

Organisatie van de theorie-examens ten behoeve van het RPL(GC)

1. Algemeen
  • 1.1 Het theoretisch examen voor het RPL(GC) beslaat de volgende negen onderwerpen:

    • 1. Luchtvaartwetgeving en de luchtverkeersleidingsprocedures (ATC);

    • 2. Menselijke prestaties;

    • 3. Meteorologie;

    • 4. Communicatie;

    • 5. Navigatie.

    • 6. Operationele procedures;

    • 7. Vluchtprestaties en -planning;

    • 8. Beginselen van het vliegen;

    • 9. Algemene kennis van het luchtvaartuig.

  • 1.2 Het examen over de onderwerpen 1 tot en met 7 wordt door het CBR afgenomen volgens de eisen van PPL(A) volgens verordening (EU) nr. 1178/2011. Op deze onderdelen van het theoretisch examen zijn zowel dit algemene gedeelte als de aanmeldingsprocedure en het examenreglement van het CBR van toepassing.

  • 1.3 Het examen over de gyrokopterspecifieke onderwerpen 8 en 9 wordt door een RFE(GC) afgenomen volgens de eisen van bijlage 8 bij de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2004. Op deze onderdelen van het theoretisch examen is deze bijlage van toepassing.

  • 1.4 Als de kandidaat er niet in slaagt om ten minste één theorie-examen af te leggen binnen 12 maanden nadat hij is voorgedragen door de daartoe bevoegde opleidingsinstelling, wordt de omvang en reikwijdte aan verdere opleiding bepaald door de bevoegde opleidingsinstelling op basis van de behoeften van de kandidaat.

  • 1.5 Een kandidaat wordt geacht het theorie-examen voor het RPL(GC) met succes te hebben afgelegd als hij voor alle vereiste theorie-examens, zowel bij het CBR als bij de RFE(GC) is geslaagd binnen een periode van 18 maanden, gerekend vanaf het eind van de kalendermaand waarin de kandidaat voor het eerst deelnam aan een examen.

  • 1.6 Een succesvol afgerond theorie-examen voor het RPL(GC) blijft geldig gedurende een periode van 36 maanden voor de afgifte van het bewijs van bevoegdheid RPL(GC). Deze periode wordt geteld vanaf de dag waarop de kandidaat slaagt voor het theorie-examen in overeenstemming met 1.5.

  • 1.7 Als een kandidaat voor de afgifte van een bewijs van bevoegdheid RPL(GC) na vier pogingen niet geslaagd is voor een van de theorie-examens, of niet voor alle examens is geslaagd binnen de in 1.5 vermelde periode van 18 maanden, moet hij alle theorie-examens opnieuw afleggen.

  • 1.8 Alvorens opnieuw aan de theorie-examens deel te nemen, moet de kandidaat verdere opleiding volgen bij een daartoe bevoegde opleidingsinstelling. De omvang en reikwijdte van de vereiste opleiding worden bepaald door de opleidingsinstelling op basis van de behoeften van de kandidaat.

2. Gyrokopterspecifiek deel van het theorie-examen
  • 2.1 De theorie-examens over de onderwerpen 8 en 9 onder 1.1 worden digitaal of schriftelijk afgelegd.

  • 2.2 De examenonderwerpen 8 en 9 onder 1.1 kunnen apart of gelijktijdig worden geëxamineerd. Bij een voldoende resultaat voor één van deze onderwerpen of beide onderwerpen wordt aan de kandidaat een resultaatbrief uitgereikt.

  • 2.3 De examenopgaven worden gesteld over een zo groot mogelijk gedeelte van de in de exameneisen vervatte leerstof, opdat een zo goed mogelijk beeld wordt verkregen van de kennis van de kandidaat. De examinator is verantwoordelijk voor de samenstelling van het examen. Het examen bestaat uit 10 meerkeuzevragen per onderwerp en duurt 20 minuten per onderwerp. Wanneer de onderwerpen gelijktijdig worden geëxamineerd krijgt de kandidaat 40 minuten voor het geheel. Het examen wordt op verzoek van de kandidaat in het Nederlands of Engels afgenomen.

  • 2.4 Voor ieder af te nemen theorie-examen draagt de examinator zorg voor het beschikbaar zijn van de benodigde examenruimte en de examenmaterialen. Voor de aanvang van een examen is hij verantwoordelijk voor de controle op het geschikt zijn van de examenruimte.

  • 2.5 Bij het examen is de examinator aanwezig voor het houden van toezicht.

  • 2.6 Uiterlijk 10 minuten voor aanvang van het examen vervoegt de kandidaat zich bij de toezichthoudende examinator.

  • 2.7 Bij het examen moeten kandidaten zich kunnen legitimeren met een geldig wettelijk identiteitsbewijs. De personalia van de kandidaat worden verwerkt op het examenuitslagformulier.

  • 2.8 De examenopgaven worden door de examinator bij de start van het examen ter beschikking gesteld aan de kandidaten.

  • 2.9 De kandidaten beantwoorden de opgaven slechts op daarvoor aan hen beschikbaar gestelde middelen. Eventueel uitgereikt papier wordt na afloop van het examen ingenomen. De kandidaten mogen op hun tafel slechts de zaken hebben, die door de toezichthoudende examinator noodzakelijk worden geacht. Uitlenen van hierboven bedoelde noodzakelijke zaken zonder toestemming van de examinator is niet toegestaan.

  • 2.10 Gedurende het examen mogen kandidaten het lokaal niet verlaten, niet met elkaar spreken en niet elkaars werk inzien. Als dat toch gebeurt, leidt dit tot het direct inleveren van het examenwerk en is de kandidaat gezakt met een 0% score. Kandidaten van wie bewezen is dat ze hebben gespiekt, is deelname aan elk ander examen verboden gedurende twaalf maanden vanaf de datum van het examen waarvoor ze hebben gespiekt.

  • 2.11 Zo spoedig mogelijk na de beëindiging van het schriftelijk examen wordt het werk door de examinator nagekeken en beoordeeld. De uitslag volgt binnen 48 uur na het afleggen van het examen. Een kandidaat slaagt voor een theorie-examenonderdeel wanner hij ten minste een score van tenminste 75% behaalt van het aantal punten die voor dat examenonderdeel kunnen worden behaald. Alle vragen zijn voor het vaststellen van de score van gelijke waarde tenzij anders bij de vraag aangegeven.

  • 2.12 De kandidaat ontvangt een schriftelijke resultaatbrief met de uitslag betreffende de onderwerpen 8 en 9. Bij voldoende score en bij het behalen van de overige PPL-theorie bij het CBR, kan op basis van deze resultaatbrief en de resultaatbrief van het CBR bij de examinator een certificaat theorie GC worden aangevraagd. Dit certificaat theorie GC heeft dezelfde geldigheidsduur als de statement of theoretical PPL-theorie, namelijk 36 maanden.

  • 2.13 Na afloop van het examen is de examinator verantwoordelijk voor archiveren van:

    • 1. het beoordeelde examenwerk,

    • 2. het volledige stel vragen, en

    • 3. het ingevulde examenuitslagformulier met daarop de uitslag van het examen per kandidaat en de aanduiding of een certificaat is uitgeschreven en uitgereikt.

    Al deze bescheiden worden door de examinator minimaal 5 jaren bewaard.

  • 2.14 Na afloop van het examen mogen de opgaven van het theorie-examen door kandidaten niet worden behouden.

  • 2.15 Indien een kandidaat het niet eens is met de uitslag van het examen over de onderwerpen 8 of 9 onder 1.1, kan hij de volgende stappen doorlopen.

    • 1. Hij verzoekt binnen drie weken na de datum van bekendmaking van het resultaat schriftelijk aan de examinator om een herziening van de uitslag. Binnen zes weken worden de foute antwoorden tussen kandidaat en examinator besproken. Bij deze bespreking kan de opleidingsinstantie die hem heeft voorgedragen op verzoek van de kandidaat aanwezig zijn. Indien dit gesprek niet leidt tot (voldoende) aanpassen van de score, kan de kandidaat over gaan tot punt 2.

    • 2. Hij dient een formeel bezwaar in bij de minister. Een senior examinator zal dan in overleg met de examinator het examen opnieuw beoordelen en de minister adviseren bij de beslissing op het bezwaar.

BIJLAGE 2

Bijlage 8. behorende bij artikel 11 van de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen 2001

VLUCHTBEGINSELEN GYROKOPTER RPL(GC)

  • 1 Krachten die op een gyrokopter werken

    • Gewicht, lift, stuwkracht, weerstand

    • Zwaartepunt

    • Massa, zwaartekracht, gewicht

    • Blad belasting, schijf (rotor) belasting

  • 2 Bladvormen/Rotorbladen

    • Aerofoil Lift, Bernoulii-principe, grenslaag, stroomlijn stroming

    • Turbulente stroming, scheidingspunt, bladvorm overtrek

    • Dynamische druk

    • De dichtheid van de lucht

    • Relatieve luchtstroom, Koorde

    • Aanvalshoek, totale krachten, lift, weerstand

    • Bladvormen

    • Drukpunt

    • Liftcoëfficiënt van aanvalshoek

  • 3 Weerstand

    • Rompweerstand – luchtweerstand

    • Geïnduceerde weerstand

    • Parasitaire weerstand, profiel weerstand, vorm weerstand, wrijvingsweerstand, interferentie

    • Spanwijdte, koorde, aspect ratio (verhouding spanwijdte-koorde)

    • Totale weerstand (grafiek)

    • Lift/Weerstand verhouding

  • 4 Propellers

    • Luchtstroom en de helix

    • Propellers met vaste spoed

    • Propellers met variabele spoed

    • Slipstream-effect op het staartgedeelte

    • Overwegingen roer positie en stand

  • 5 Motorkoppel

    • Rollend effect met vermogen

    • Stabiliteit in de lucht

    • Positieve dynamische stabiliteit, neutrale dynamische stabiliteit, dynamische stabiliteit

    • Stuwlijn

  • 6 Stabiliteit op de grond

    • Onderstel ontwerp

    • Hoog zwaartepunt

    • Krachten in een bocht

  • 7 Benodigd vermogen grafiek

    • Vermogen beschikbaar

    • Benodigd vermogen

    • Snelheid voor maximale vluchtduur

    • Snelheid voor maximaal bereik

  • 8 Rotor aerodynamica

    • Onderdelen van een rotor

    • Autorotatie krachten

    • Aangedreven, aandrijvende en overtrokken gebieden van een blad/rotor schijf

    • Buig hoek

    • Bladpatroon

    • Blad beweging

    • Blad balancering

    • Negatief gebalanceerde rotoren

    • Asymmetrie van lift

    • Buigen naar gelijkheid

    • Behoud van hoekmomentum en het effect op rotor-toerental

LUCHTVAARTUIGEN ALGEMENE KENNIS GYROKOPTER RPL(GC)

  • 1 Envelop, airframe en systemen, elektrische installatie, elektriciteits- en noodapparatuur

    • Hoofdcomponenten van een gyroplane

    • Romp, deuren, vloer, voorruit, ramen

    • Staart, Mast

    • Rotorkop-componenten en functionaliteit

    • Staart-componenten en functionaliteit

    • Trim systemen

    • Pre-rotatie systemen

    • Landingsgestel, wielen, remmen en banden

    • Zuigermotoren

    • Principe van 2-takt motor

    • Principe van 4-takt motor

    • Brandstof

    • Carburateur

    • Carburatie IJs

    • Brandstofinjectie

    • Luchtkoeling

    • Waterkoeling

    • Smeersystemen

    • Ontstekingscircuits

    • Elektriciteit systeem

    • Accu

    • Dynamo

    • Generator

    • AC / DC

    • Stroomonderbrekers

    • Propellers

    • Hydrauliek

    • Pneumatiek

  • 2 Instrumentatie

    • Statische druk

    • Dynamische druk

    • Hoogtemeter

    • Verticale snelheidsindicator

    • Luchtsnelheid Indicator

    • Magnetisch kompas

    • Temperatuursensoren

    • Rotor Toerental Mechanisme

    • Uitlaatgassensoren

    • GPS

TOELICHTING

Algemeen deel

Inleiding

Deze regeling strekt tot wijziging van het Examenreglement voor Luchtvarenden 2004 (hierna: Examenreglement), de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001 en de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 in verband met de introductie van het theorie-examen voor gyrokopters.

Inhoud wijzigingen

Met de invoering van aparte regelgeving voor gyrokopters in de Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 1 juli 2019, nr. IENW/BSK-2019/138789, tot wijziging van de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001, de Regeling examinatoren voor luchtvarenden 2004 en de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 in verband met de introductie van gyrokopter als aparte klasse luchtvaartuig en in verband met verwijzingen naar verordening (EU) 1178/2011 (Stcrt. 2019, 35902) die op 3 juli 2019 in werking trad, zijn regels geïntroduceerd voor gyrokopters ten aanzien van het nationale bewijs van bevoegdheid (RPL(GC)), opleidingsinstellingen, instructeurs (RFI(GC), examinatoren (RFE(GC)) en examinatoren van instructeurs (RFIE(GC)). Deze Regeling volgde op de introductie van de gyrokopter als aparte categorie luchtvaartuig in het Besluit luchtvaartuigen 2008 en de introductie van het gyrokopterbrevet in het Besluit bewijzen van bevoegdheid. Destijds is verzuimd regelgeving omtrent theorie-examens voor gyrokopterbrevetten op te nemen. Hierdoor is het in de praktijk nog steeds niet mogelijk om in Nederland een gyrokopterbrevet te behalen. Dit wordt met onderhavige wijzigingsregeling hersteld. Deze regeling bevat regels ten aanzien van het aanmelden voor en afnemen van examens, met daarbij bepaalde bevoegdheden voor de examinator (RFE(GC)). In de nieuwe bijlage bij het Examenreglement zijn onder andere inhoudelijke eisen opgenomen t.a.v. de onderwerpen van het theoriegedeelte voor RPL(GC).

Daarnaast wordt de regeling opgeschoond door een aantal bepalingen te schrappen met betrekking tot brevetten en bevoegdverklaringen CPL(FB), LAPL(B), LAPL(S) en CSR die inmiddels op Europees niveau in EU-verordeningen geregeld zijn, namelijk in verordening (EU) nr. 1178/20111 (hierna ook: FCL-verordening), verordening (EU) nr. 965/20122 (ook: OPS-verordening), verordening (EU) 2018/3953 en verordening (EU) 2018/19764.

Bij de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001 worden de kenniseisen met betrekking tot gyrokopters in bijlage 8 vervangen. Deze eisen, die gesteld worden voor afgifte van een RPL(GC)-brevet, worden aangepast in lijn met de voorgestelde eisen voor het EU-gyrokopterbrevet. Hierdoor sluit het nationale gyrokopterbrevet beter aan bij het toekomstige EU gyrokopter brevet.

Deze eisen dienen onder andere als basis voor het theorie-examen.

Ten slotte wordt bijlage 2 bij de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 gewijzigd: hier zijn nu ook de twee gyrokopterspecifieke vakken opgenomen in de beschrijving van de theorie-opleiding.

Toezicht en handhaving

De onderhavige wijzigingen zijn voor een Handhaafbaarheid-, Uitvoerbaarheid- en Fraudebestendigheidtoets (HUF-toets) aan de ILT voorgelegd. Dit heeft tot enkele aanpassingen geleid. Zo is in de toelichting op de bijlage bij het Examenreglement voor luchtvarenden 2004 onder meer verduidelijkt op basis van welke vragenbank de RFE(GC) de theorie-examenopgaven samenstelt en hoe de integriteit van deze vragen geborgd is. Naar analogie met deel FCL is opgenomen dat examenfraude leidt tot 12 maanden uitsluiting van het afleggen van examens.

Daarnaast is in de regeling de mogelijkheid tot toedeling van een examinator de door de minister behouden gebleven. Ter waarborging van de onafhankelijkheid van de examinator zijn de voorwaarden uit FCL.1005 van deel FCL van overeenkomstige toepassing verklaard. Ook is de verwijzing naar deel FCL ter vervanging van JAR-FCL gepreciseerd en is in de bijlage 2 bij de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 verduidelijkt wie de specifieke theorievakken voor het gyrokopterbrevet mag onderwijzen. De ILT acht de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar en deze heeft geen gevolgen voor de inzet van de inspectie.

Administratieve lasten en nalevingskosten

De onderhavige wijzigingen brengen geen nieuwe administratieve lasten en nalevingskosten met zich mee.

Internetconsultatie

De ontwerpregeling is niet aangeboden voor internetconsultatie. De redenen hiervoor zijn dat enerzijds de onderhavige wijzigingen voortvloeien uit gewijzigde Europese regelgeving, met als gevolg dat bepalingen in het nationale recht geschrapt dienen te worden, waarbij internetconsultatie dan ook niet in betekenende mate tot aanpassing van het voorstel zal leiden, en anderzijds dat waar het de regels voor gyrokopterexamens betreft er sprake is van spoedregelgeving.

MKB-toets

Er heeft geen aparte MKB-toets plaatsgevonden. De reden hiervoor is dat waar het de regels voor gyrokopterexamens betreft, de onderhavige regelgeving tot stand is gekomen in overleg met alle gyrokopteropleidingsinstellingen en -examinatoren.

Inwerkingtreding

Omdat het ontbreken van regels met betrekking tot het theorie-examen voor gyrokopterbrevetten betekent dat het op dit moment niet mogelijk is een gyrokopterbrevet te halen, terwijl de overige regelgeving hiervoor al wel in werking is getreden, is het noodzakelijk dat deze regeling zo snel mogelijk in werking treedt om deze lacune in de regelgeving op te lossen en ervoor te zorgen dat kandidaten hun gyrokopterbrevet kunnen halen. Daarom treedt de regeling in werking op de dag na publicatie in de Staatscourant. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de vereiste invoeringstermijn. De grond hiervoor is aldus AR. 4.17, vijfde lid, onderdelen a en b: ten eerste dient het ter voorkoming van aanmerkelijke ongewenste private nadelen en ten tweede betreft het spoedregelgeving.

Artikelsgewijs

ARTIKEL I

Onderdeel A (artikel 1)

Sinds 8 april 2020 zijn alle regels ten aanzien van ballonvaren en zweefvliegen in twee aparte verordeningen vervat, de regels met betrekking tot bewijzen van bevoegdheid inbegrepen. Voorheen waren deze opgenomen in verordening (EU) nr. 1178/2011. Doordat de regelgeving voor ballonvaren en zweefvliegen in aparte regelgeving is opgenomen, moet er in het Examenreglement, wanneer van toepassing, dus ook apart hiernaar verwezen worden. Daarom worden hier nu de begripsomschrijvingen voor deel BFCL en deel SFCL opgenomen.

De BIR (Basic Instrument Rating) is een nieuwe bevoegdverklaring in verordening (EU) nr. 1178/2011, waarnaar in artikel 3 van het Examenreglement met onderhavige regeling wordt verwezen.

De RFE is al omschreven in de Regeling examinatoren voor luchtvarenden 2004. Omdat met onderhavige wijzigingen deze term ook in de onderhavige regeling veelvuldig gebruikt wordt, wordt deze omschrijving nu ook hier opgenomen.

Ter verduidelijking en uit het oogpunt van consistentie worden de Engelstalige termen waarnaar de afkortingen BPL en SPL verwijzen, nieuw opgenomen.

De begripsbepalingen ‘JAR-FCL’ en ‘protocolhouder’ vervallen. Deel-FCL is in de plaats gekomen van JAR-FCL en examinatoren worden niet meer toegedeeld op basis van een protocol met de minister, maar kunnen door examenkandidaten zelf benaderd worden. Deze zijn inmiddels zeer verouderd en niet meer van toepassing.

CPL(FB)-brevetten voor ballonvaren met vrije ballonnen worden per 8 april 2020 niet meer afgegeven. Nationale regels zijn niet langer van toepassing en de verwijzing naar CPL(FB) kan derhalve vervallen. Met het oog op nationale regels voor gyrokopters is het noodzakelijk hier expliciet naar deze categorie luchtvaartuigen te verwijzen.

Onderdeel B (artikel 1a)

Vanaf 8 april 2021 zijn er alleen nog de Europees geregelde SPL- en BPL-brevetten voor zweefvliegen en ballonvaren. Alle verwijzingen naar LAPL(S), LAPL(B) en CPL(FB) dienen derhalve te vervallen.

Voor de gyrokopterbrevetten worden aparte theorie-examens geregeld. Vanwege de geringe omvang van deze categorie worden deze examens niet afgenomen door het CBR, hetgeen tot hoge uitvoeringskosten zou leiden, maar door gyrokopterexaminatoren, in de onderhavige wijzigingen omschreven als houder van het examinatorcertificaat RFE(GC). De regels en eisen ten aanzien van de RFE(GC) zijn vastgelegd in de Regeling examinatoren voor luchtvarenden 2004.

Onderdeel C (artikel 2)

In artikel 2 wordt nu vastgelegd dat examinatoren voor gyrokopters verantwoordelijk zijn voor het informeren van de kandidaat over examenplanning en -locatie.

Onderdeel D (artikel 3)

BIR (Basic Instrument Rating) is een nieuwe bevoegdverklaring in de FCL-verordening en van toepassing per 8 september 2021. Het CBR is aangewezen voor het afnemen van alle theorie-examens op grond van deze verordening. Daarom wordt BIR hier nu toegevoegd. Van de gelegenheid wordt gebruikt gemaakt een verschrijving te corrigeren.

Onderdeel E (artikel 3a)

De brevetten LAPL(S), LAPL(B) en CPL(FB) worden per 8 april 2020 niet meer verstrekt. De BPL- en SPL-brevetten zijn herschikt in twee aparte verordeningen, genoemd in het derde lid. Deze maken onderscheid tussen een goedgekeurde opleidingsinstelling en een ‘gedeclareerde opleidingsinstelling’, dat wil zeggen op eigen verklaring. Beide beschikken over bevoegdheden ten aanzien van opleidingen en examens. Daarom wordt hier nu de term ‘bevoegde’ gebruikt in plaats van ‘goedgekeurde’. Op een aanmelding voor een theorie-examen volgt geen besluit van de minister.

Onderdeel F (artikel 3b)

Naar analogie met de twee voorgaande artikelen 3 en 3a worden in dit artikel vergelijkbare bepalingen opgenomen ten aanzien van de theorie-examens voor gyrokopters, waarbij de kandidaat zich moet aanmelden bij de examinator van deze het toelatingsbewijs ontvangt.

Onderdeel G (artikel 4)

Artikel 4 wordt uitgebreid in verband met het theorie-examen voor gyrokopters.

Onderdeel H (artikel 7)

Omdat er geen theorie-examens voor CPL(FB) meer worden afgenomen kan artikel 7 vervallen. Per 8 april 2020 worden er geen CPL(FB)-brevetten meer verstrekt en valt het ballonvaren volledig onder de Europese regelgeving.

Onderdeel I (artikel 8)

In verband met de introductie van BIR als nieuwe, Europese, bevoegdverklaring wordt deze in artikel 8 nieuw toegevoegd.

Voor het vervallen van CPL(FB) in dit artikel, zie de toelichting bij onderdeel H.

Voor de gyrokopter theorie-examens kan het examen zowel in het Nederlands als Engels worden afgenomen. PAL-V, de fabrikant van multimodale gyrokopters, die tevens zijn toegelaten voor gebruik op de weg als motorrijtuig, is in Nederland gevestigd. Klanten van PAL-V kunnen in Nederland hun gyrokopterbrevet halen. Hieronder bevinden zich ook niet-Nederlandse klanten die het Nederlands niet machtig zijn. Om het specifieke GC-deel van het examen ook voor hen toegankelijk te houden kan daarom gekozen worden om het examen hetzij in de Nederlandse taal hetzij in de Engelse taal af te leggen.

Er is voor gekozen om voor de organisatie van gyrokoptertheorie-examens zoveel mogelijk centraal te regelen in onderhavig Examenreglement: ten behoeve van de organisatie van de schriftelijke theorie-examens voor gyrokopters stelt de minister daarom aanvullende voorschriften vast, in de bijlage bij onderhavig Examenreglement.

Onderdeel J (artikel 8a)

Nationale bevoegdverklaringen hadden, wanneer deze binnen het toepassingsbereik van verordening (EU) 1178/20115 vielen, omgezet moeten zijn in Europese bevoegdverklaringen. Verordening (EU) 1178/2011 biedt niet de mogelijkheid om nationale bevoegdverklaringen op Europese bewijzen van bevoegdheid bij te schrijven.

Wat betreft de bevoegdverklaring CSR (crop spray rating) is er voor de bemande luchtvaart op EU-niveau voor gekozen om in plaats van een Europese bevoegdverklaring in het leven te roepen, deze activiteit te regelen op het gebied van de vluchtuitvoering in verordening (EU) 965/20126 als gespecialiseerde vluchtuitvoering waarvoor verklaard moet zijn aan de gestelde eisen te voldoen. Om deze reden vervallen de bepalingen met betrekking tot CSR voor de bemande luchtvaart.

Onderdeel K (artikel 10)

De verwijzing naar artikel 7 was foutief. De slagingsnormen in deel FCL zijn onverkort van toepassing. Daarom kan deze verwijzing vervallen. Er wordt een nieuwe bepaling over de slagingsnormen voor het theorie-examen voor gyrokopters opgenomen, dat in lijn is met de Europese normen in deel FCL.

Onderdeel L (artikel 11a)

Per 8 april 2020 worden er geen nationale brevetten voor ballonvaren LAPL(B), CPL(FB) en zweefvliegen LAPL(S) verstrekt, maar worden er alleen nog de Europese brevetten BPL en SPL afgegeven.

Onderdeel M (artikel 11b)

Naar analogie met de voorgaande twee artikelen 11 en 11a wordt in dit artikel geregeld dat er door de examinator aan de kandidaat een resultaatbrief met betrekking tot het theorie-examen voor gyrokopters wordt verstrekt.

Onderdeel N (artikel 12)

Wanneer een kandidaat het niet eens is met de uitslag van het schriftelijk theorie-examen kan hij om herziening vragen. Voor de theorie-examens voor gyrokopters zijn de voorwaarden en eisen voor een verzoek om herziening opgenomen in de met deze wijzigingsregeling nieuw toegevoegde bijlage bij het Examenreglement voor luchtvarenden 2004. Wanneer de kandidaat het niet eens is met het resultaat van de herziening kan hij bezwaar aantekenen bij de minister (in casu de ILT). Hierop dient binnen zes weken een beslissing genomen te worden. Deze reeds in het Examenreglement opgenomen termijn blijft ongewijzigd.

Onderdelen O en P (artikelen 14 en 15)

Protocolhouders bestaan in de praktijk niet meer. In de Europese FCL-verordening wordt hier ook niet meer in voorzien. Toedeling van een examinator door de minister wordt nog slechts in een enkel geval toegepast, bijvoorbeeld bij een eerste instructeursexamen: instructeurs zijn een essentieel onderdeel in de opleiding van nieuwe piloten en het is gewenst dat deze in een gestandaardiseerde wijze de opleiding verzorgen. Om bij de instructeurs deze standaardisatie te bewerkstelligen wordt voor aankomende instructeurs die voor hun eerste instructeursrating examen doen door de minister een van de daartoe bevoegde senior-examinatoren aangewezen. Deze senior-examinatoren hebben een rol in de standaardisatie van de opleiding, zeker als zij ook nog lid zijn van het Nationaal Expert Team-Praktijk.

Met de introductie van de FCL-verordening kunnen kandidaten in principe zelf hun examinator kiezen, tenzij zoals in bovenstaand voorbeeld de examinator alsnog door de minister wordt aangewezen. De bepalingen met betrekking tot de aanvraag van een examen bij de minister of een protocolhouder en de toedeling is daarom aangepast.

Ook de situatie omschreven in artikel 14, tweede lid, is niet meer van toepassing in de FCL-verordening en kan derhalve vervallen. Examenformulieren worden niet meer verstrekt maar via de ILT-website ter beschikking gesteld, en kunnen worden gedownload.

Omdat er geen CPL(FB)-brevetten meer worden afgegeven, vervalt in artikel 14 het derde lid.

Ten slotte is ter waarborging van de onafhankelijkheid van de examinator ten opzichte van de kandidaat FCL.1005 van deel FCL van overeenkomstige toepassing.

Onderdeel Q (artikel 16)

Omdat artikel 15, eerste lid, vervalt en artikel 4 van de Regeling examinatoren voor luchtvarenden 2004 ook reeds vervallen is, worden nu de bepalingen die hiernaar verwijzen geschrapt. Een kandidaat is een vergoeding verschuldigd aan de examinator. De hoogte ervan kan door de examinator bepaald worden.

Onderdeel R (artikel 17)

Het examenformulier kan door de examinator zelf gedownload worden van de ILT-website en is daarom hier niet langer een vereiste. Nu de kandidaat de vergoeding voor het afleggen van het examen rechtstreeks aan de examinator betaalt moet deze vooraf zijn voldaan.

Onderdeel S (artikel 20)

De verwijzingen naar CPL(FB) vervallen omdat dit brevet sinds 8 april 2020 niet meer verstrekt wordt. Deel FCL bij verordening (EU) nr. 1178/2011 is inmiddels in de plaats gekomen van JAR-FCL. De bestaande regels met betrekking tot praktijkexamens voor vliegtuigen en helikopters worden uitgebreid voor gyrokopters, waarbij uit het oogpunt van uniformiteit en consistentie wordt aangesloten bij de bestaande eisen en toleranties voor helikopters.

In de bijlage 2 stonden per soort brevet de nu verouderde eisen omschreven waaraan het praktijkexamen moest voldoen. Met de introductie van de FCL-verordening zijn deze geharmoniseerd vastgelegd voor heel Europa. Voor die nationale brevetten die er nog zijn worden deze eisen overeenkomstig van toepassing verklaard en daarmee kunnen de huidige bijlage 2 en de verwijzing daarnaar in het tweede lid vervallen.

Onderdeel T (artikel 22)

De verwijzing naar CPL(FB) vervalt omdat dit brevet sinds 8 april 2020 niet meer verstrekt wordt. Op basis van de gegevens op het examenformulier kan de examinator zelf de uitslag van het praktijkexamen vaststellen.

Onderdelen U en V (bijlage 1 en bijlage 2)

Omdat artikel 7 en artikel 20, tweede lid, vervallen, vervallen ook bijlage 1 en bijlage 2 die bij deze artikelen behoorden.

Onderdeel W (bijlage (nieuw))

Aanvullende voorschriften met betrekking tot de organisatie van de theorie-examens ten behoeve van het RPL(GC) wordt vastgesteld door de minister in de bijlage.

De onderwerpen die geadresseerd worden in bijlage zijn gebaseerd op de lijst onderwerpen in artikel 16, tweede lid, van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart.

Het theoriegedeelte voor het RPL(GC) bestaat uit zeven onderdelen die ook deel uitmaken van het Europese PPL(A) brevet en twee onderdelen die specifiek alleen van toepassing zijn voor het gyrokopterbrevet. Naar aanleiding van de uitvoerbaarheidstoets die door het CBR is gedaan is gekozen om, omwille van de praktische uitvoerbaarheid van het organiseren van de theorie-examens, de zeven onderdelen die deel uitmaken van de Europese brevetten alleen te baseren op het PPL(A) brevet.

De bijlage is in twee delen opgesplitst: het eerste deel, het algemene deel, is van toepassing op alle onderwerpen voor RPL(GC), dus zowel op de zeven PPL(A) onderwerpen als op de twee gyrokopterspecifieke onderwerpen. Het tweede deel is alleen van toepassing op de twee gyrokopterspecifieke onderwerpen.

De examinator kan voor het willekeurig selecteren van de examenvragen met betrekking tot de twee gyrokopterspecifieke onderwerpen (punt 2.4) gebruik maken van de vragendatabase van de International Association of Professional Gyroplane Training (www.iapgt.org). IAPGT is een vereniging van leden die gyrokopters vliegen, bouwen of reguleren, en gezamenlijk wereldwijde kennis en ervaring ten aanzien van het opleiden van gyrokopterpiloten hebben samengebracht en van daaruit een opleidingsprogramma voor een gyrokopter-vliegbrevet hebben samengesteld. Dit programma dient ook als basis voor de voorstellen die bij EASA zijn ingediend voor een Europees gyrokopterbrevet. IAPGT beheert een database van examenvragen voor theorie-examens. Toegang tot alle vragen in de database is beperkt tot medewerkers van IAPGT. Aangesloten examinatoren kunnen middels een digitaal portal een examen genereren, waarbij het systeem per vak de benodigde vragen uit de database selecteert. Het examen kan digitaal worden afgenomen via die portal, of de examinator kan de vragen uitprinten en het examen schriftelijk afnemen.

ARTIKEL II

De eisen in bijlage 8 die gesteld worden voor afgifte van een RPL(GC)-brevet worden aangepast in lijn met de verwachte, toekomstige eisen voor het EU-gyrokopterbrevet. Hierdoor sluit het nationale gyrokopterbrevet beter aan bij het toekomstige Europese gyrokopterbrevet. Deze eisen dienen verder onder andere als basis voor de te testen kennis in het theorie-examen.

ARTIKEL III

In onderdeel 11 van bijlage 2 bij de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 zijn nu de twee gyrokopterspecifieke vakken Beginselen van het vliegen met een gyrokopter en Algemene kennis van het luchtvaartuig gyrokopter opgenomen in de beschrijving van de theorie-opleiding, waarbij voor het examen nu wordt verwezen naar het Examenreglement voor luchtvarenden 2004.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2011, L 311).

X Noot
2

Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2012, L 296).

X Noot
3

Verordening (EU) 2018/395 van de Commissie van 13 maart 2018 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor vluchtuitvoeringen met ballonnen en voor bewijzen van bevoegdheid voor de bemanning van ballonnen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2018, L 71).

X Noot
4

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1976 van de Commissie van 14 december 2018 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor vluchtuitvoeringen met zweefvliegtuigen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2018, L 326).

X Noot
5

Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2011, L 311).

X Noot
6

Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2012, L 296).

Naar boven