TOELICHTING
Algemeen deel
Inleiding
Deze regeling strekt tot wijziging van het Examenreglement voor Luchtvarenden 2004
(hierna: Examenreglement), de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen
voor luchtvarenden 2001 en de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001
in verband met de introductie van het theorie-examen voor gyrokopters.
Inhoud wijzigingen
Met de invoering van aparte regelgeving voor gyrokopters in de Regeling van de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat, van 1 juli 2019, nr. IENW/BSK-2019/138789, tot wijziging
van de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden
2001, de Regeling examinatoren voor luchtvarenden 2004 en de Regeling opleidingsinstellingen
voor luchtvarenden 2001 in verband met de introductie van gyrokopter als aparte klasse
luchtvaartuig en in verband met verwijzingen naar verordening (EU) 1178/2011 (Stcrt. 2019, 35902) die op 3 juli 2019 in werking trad, zijn regels geïntroduceerd voor gyrokopters
ten aanzien van het nationale bewijs van bevoegdheid (RPL(GC)), opleidingsinstellingen,
instructeurs (RFI(GC), examinatoren (RFE(GC)) en examinatoren van instructeurs (RFIE(GC)).
Deze Regeling volgde op de introductie van de gyrokopter als aparte categorie luchtvaartuig
in het Besluit luchtvaartuigen 2008 en de introductie van het gyrokopterbrevet in
het Besluit bewijzen van bevoegdheid. Destijds is verzuimd regelgeving omtrent theorie-examens
voor gyrokopterbrevetten op te nemen. Hierdoor is het in de praktijk nog steeds niet
mogelijk om in Nederland een gyrokopterbrevet te behalen. Dit wordt met onderhavige
wijzigingsregeling hersteld. Deze regeling bevat regels ten aanzien van het aanmelden
voor en afnemen van examens, met daarbij bepaalde bevoegdheden voor de examinator
(RFE(GC)). In de nieuwe bijlage bij het Examenreglement zijn onder andere inhoudelijke
eisen opgenomen t.a.v. de onderwerpen van het theoriegedeelte voor RPL(GC).
Daarnaast wordt de regeling opgeschoond door een aantal bepalingen te schrappen met
betrekking tot brevetten en bevoegdverklaringen CPL(FB), LAPL(B), LAPL(S) en CSR die
inmiddels op Europees niveau in EU-verordeningen geregeld zijn, namelijk in verordening
(EU) nr. 1178/20111 (hierna ook: FCL-verordening), verordening (EU) nr. 965/20122 (ook: OPS-verordening), verordening (EU) 2018/3953 en verordening (EU) 2018/19764.
Bij de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden
2001 worden de kenniseisen met betrekking tot gyrokopters in bijlage 8 vervangen.
Deze eisen, die gesteld worden voor afgifte van een RPL(GC)-brevet, worden aangepast
in lijn met de voorgestelde eisen voor het EU-gyrokopterbrevet. Hierdoor sluit het
nationale gyrokopterbrevet beter aan bij het toekomstige EU gyrokopter brevet.
Deze eisen dienen onder andere als basis voor het theorie-examen.
Ten slotte wordt bijlage 2 bij de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden
2001 gewijzigd: hier zijn nu ook de twee gyrokopterspecifieke vakken opgenomen in
de beschrijving van de theorie-opleiding.
Toezicht en handhaving
De onderhavige wijzigingen zijn voor een Handhaafbaarheid-, Uitvoerbaarheid- en Fraudebestendigheidtoets
(HUF-toets) aan de ILT voorgelegd. Dit heeft tot enkele aanpassingen geleid. Zo is
in de toelichting op de bijlage bij het Examenreglement voor luchtvarenden 2004 onder
meer verduidelijkt op basis van welke vragenbank de RFE(GC) de theorie-examenopgaven
samenstelt en hoe de integriteit van deze vragen geborgd is. Naar analogie met deel
FCL is opgenomen dat examenfraude leidt tot 12 maanden uitsluiting van het afleggen
van examens.
Daarnaast is in de regeling de mogelijkheid tot toedeling van een examinator de door
de minister behouden gebleven. Ter waarborging van de onafhankelijkheid van de examinator
zijn de voorwaarden uit FCL.1005 van deel FCL van overeenkomstige toepassing verklaard.
Ook is de verwijzing naar deel FCL ter vervanging van JAR-FCL gepreciseerd en is in
de bijlage 2 bij de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 verduidelijkt
wie de specifieke theorievakken voor het gyrokopterbrevet mag onderwijzen. De ILT
acht de regeling uitvoerbaar en handhaafbaar en deze heeft geen gevolgen voor de inzet
van de inspectie.
Administratieve lasten en nalevingskosten
De onderhavige wijzigingen brengen geen nieuwe administratieve lasten en nalevingskosten
met zich mee.
Internetconsultatie
De ontwerpregeling is niet aangeboden voor internetconsultatie. De redenen hiervoor
zijn dat enerzijds de onderhavige wijzigingen voortvloeien uit gewijzigde Europese
regelgeving, met als gevolg dat bepalingen in het nationale recht geschrapt dienen
te worden, waarbij internetconsultatie dan ook niet in betekenende mate tot aanpassing
van het voorstel zal leiden, en anderzijds dat waar het de regels voor gyrokopterexamens
betreft er sprake is van spoedregelgeving.
MKB-toets
Er heeft geen aparte MKB-toets plaatsgevonden. De reden hiervoor is dat waar het de
regels voor gyrokopterexamens betreft, de onderhavige regelgeving tot stand is gekomen
in overleg met alle gyrokopteropleidingsinstellingen en -examinatoren.
Inwerkingtreding
Omdat het ontbreken van regels met betrekking tot het theorie-examen voor gyrokopterbrevetten
betekent dat het op dit moment niet mogelijk is een gyrokopterbrevet te halen, terwijl
de overige regelgeving hiervoor al wel in werking is getreden, is het noodzakelijk
dat deze regeling zo snel mogelijk in werking treedt om deze lacune in de regelgeving
op te lossen en ervoor te zorgen dat kandidaten hun gyrokopterbrevet kunnen halen.
Daarom treedt de regeling in werking op de dag na publicatie in de Staatscourant.
Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de vereiste invoeringstermijn.
De grond hiervoor is aldus AR. 4.17, vijfde lid, onderdelen a en b: ten eerste dient
het ter voorkoming van aanmerkelijke ongewenste private nadelen en ten tweede betreft
het spoedregelgeving.
Artikelsgewijs
ARTIKEL I
Onderdeel A (artikel 1)
Sinds 8 april 2020 zijn alle regels ten aanzien van ballonvaren en zweefvliegen in
twee aparte verordeningen vervat, de regels met betrekking tot bewijzen van bevoegdheid
inbegrepen. Voorheen waren deze opgenomen in verordening (EU) nr. 1178/2011. Doordat
de regelgeving voor ballonvaren en zweefvliegen in aparte regelgeving is opgenomen,
moet er in het Examenreglement, wanneer van toepassing, dus ook apart hiernaar verwezen
worden. Daarom worden hier nu de begripsomschrijvingen voor deel BFCL en deel SFCL
opgenomen.
De BIR (Basic Instrument Rating) is een nieuwe bevoegdverklaring in verordening (EU)
nr. 1178/2011, waarnaar in artikel 3 van het Examenreglement met onderhavige regeling
wordt verwezen.
De RFE is al omschreven in de Regeling examinatoren voor luchtvarenden 2004. Omdat
met onderhavige wijzigingen deze term ook in de onderhavige regeling veelvuldig gebruikt
wordt, wordt deze omschrijving nu ook hier opgenomen.
Ter verduidelijking en uit het oogpunt van consistentie worden de Engelstalige termen
waarnaar de afkortingen BPL en SPL verwijzen, nieuw opgenomen.
De begripsbepalingen ‘JAR-FCL’ en ‘protocolhouder’ vervallen. Deel-FCL is in de plaats
gekomen van JAR-FCL en examinatoren worden niet meer toegedeeld op basis van een protocol
met de minister, maar kunnen door examenkandidaten zelf benaderd worden. Deze zijn
inmiddels zeer verouderd en niet meer van toepassing.
CPL(FB)-brevetten voor ballonvaren met vrije ballonnen worden per 8 april 2020 niet
meer afgegeven. Nationale regels zijn niet langer van toepassing en de verwijzing
naar CPL(FB) kan derhalve vervallen. Met het oog op nationale regels voor gyrokopters
is het noodzakelijk hier expliciet naar deze categorie luchtvaartuigen te verwijzen.
Onderdeel B (artikel 1a)
Vanaf 8 april 2021 zijn er alleen nog de Europees geregelde SPL- en BPL-brevetten
voor zweefvliegen en ballonvaren. Alle verwijzingen naar LAPL(S), LAPL(B) en CPL(FB)
dienen derhalve te vervallen.
Voor de gyrokopterbrevetten worden aparte theorie-examens geregeld. Vanwege de geringe
omvang van deze categorie worden deze examens niet afgenomen door het CBR, hetgeen
tot hoge uitvoeringskosten zou leiden, maar door gyrokopterexaminatoren, in de onderhavige
wijzigingen omschreven als houder van het examinatorcertificaat RFE(GC). De regels
en eisen ten aanzien van de RFE(GC) zijn vastgelegd in de Regeling examinatoren voor
luchtvarenden 2004.
Onderdeel C (artikel 2)
In artikel 2 wordt nu vastgelegd dat examinatoren voor gyrokopters verantwoordelijk
zijn voor het informeren van de kandidaat over examenplanning en -locatie.
Onderdeel D (artikel 3)
BIR (Basic Instrument Rating) is een nieuwe bevoegdverklaring in de FCL-verordening
en van toepassing per 8 september 2021. Het CBR is aangewezen voor het afnemen van
alle theorie-examens op grond van deze verordening. Daarom wordt BIR hier nu toegevoegd.
Van de gelegenheid wordt gebruikt gemaakt een verschrijving te corrigeren.
Onderdeel E (artikel 3a)
De brevetten LAPL(S), LAPL(B) en CPL(FB) worden per 8 april 2020 niet meer verstrekt.
De BPL- en SPL-brevetten zijn herschikt in twee aparte verordeningen, genoemd in het
derde lid. Deze maken onderscheid tussen een goedgekeurde opleidingsinstelling en
een ‘gedeclareerde opleidingsinstelling’, dat wil zeggen op eigen verklaring. Beide
beschikken over bevoegdheden ten aanzien van opleidingen en examens. Daarom wordt
hier nu de term ‘bevoegde’ gebruikt in plaats van ‘goedgekeurde’. Op een aanmelding
voor een theorie-examen volgt geen besluit van de minister.
Onderdeel F (artikel 3b)
Naar analogie met de twee voorgaande artikelen 3 en 3a worden in dit artikel vergelijkbare
bepalingen opgenomen ten aanzien van de theorie-examens voor gyrokopters, waarbij
de kandidaat zich moet aanmelden bij de examinator van deze het toelatingsbewijs ontvangt.
Onderdeel G (artikel 4)
Artikel 4 wordt uitgebreid in verband met het theorie-examen voor gyrokopters.
Onderdeel H (artikel 7)
Omdat er geen theorie-examens voor CPL(FB) meer worden afgenomen kan artikel 7 vervallen.
Per 8 april 2020 worden er geen CPL(FB)-brevetten meer verstrekt en valt het ballonvaren
volledig onder de Europese regelgeving.
Onderdeel I (artikel 8)
In verband met de introductie van BIR als nieuwe, Europese, bevoegdverklaring wordt
deze in artikel 8 nieuw toegevoegd.
Voor het vervallen van CPL(FB) in dit artikel, zie de toelichting bij onderdeel H.
Voor de gyrokopter theorie-examens kan het examen zowel in het Nederlands als Engels
worden afgenomen. PAL-V, de fabrikant van multimodale gyrokopters, die tevens zijn
toegelaten voor gebruik op de weg als motorrijtuig, is in Nederland gevestigd. Klanten
van PAL-V kunnen in Nederland hun gyrokopterbrevet halen. Hieronder bevinden zich
ook niet-Nederlandse klanten die het Nederlands niet machtig zijn. Om het specifieke
GC-deel van het examen ook voor hen toegankelijk te houden kan daarom gekozen worden
om het examen hetzij in de Nederlandse taal hetzij in de Engelse taal af te leggen.
Er is voor gekozen om voor de organisatie van gyrokoptertheorie-examens zoveel mogelijk
centraal te regelen in onderhavig Examenreglement: ten behoeve van de organisatie
van de schriftelijke theorie-examens voor gyrokopters stelt de minister daarom aanvullende
voorschriften vast, in de bijlage bij onderhavig Examenreglement.
Onderdeel J (artikel 8a)
Nationale bevoegdverklaringen hadden, wanneer deze binnen het toepassingsbereik van
verordening (EU) 1178/20115 vielen, omgezet moeten zijn in Europese bevoegdverklaringen. Verordening (EU) 1178/2011
biedt niet de mogelijkheid om nationale bevoegdverklaringen op Europese bewijzen van
bevoegdheid bij te schrijven.
Wat betreft de bevoegdverklaring CSR (crop spray rating) is er voor de bemande luchtvaart op EU-niveau voor gekozen om in plaats van een Europese
bevoegdverklaring in het leven te roepen, deze activiteit te regelen op het gebied
van de vluchtuitvoering in verordening (EU) 965/20126 als gespecialiseerde vluchtuitvoering waarvoor verklaard moet zijn aan de gestelde
eisen te voldoen. Om deze reden vervallen de bepalingen met betrekking tot CSR voor
de bemande luchtvaart.
Onderdeel K (artikel 10)
De verwijzing naar artikel 7 was foutief. De slagingsnormen in deel FCL zijn onverkort
van toepassing. Daarom kan deze verwijzing vervallen. Er wordt een nieuwe bepaling
over de slagingsnormen voor het theorie-examen voor gyrokopters opgenomen, dat in
lijn is met de Europese normen in deel FCL.
Onderdeel L (artikel 11a)
Per 8 april 2020 worden er geen nationale brevetten voor ballonvaren LAPL(B), CPL(FB)
en zweefvliegen LAPL(S) verstrekt, maar worden er alleen nog de Europese brevetten
BPL en SPL afgegeven.
Onderdeel M (artikel 11b)
Naar analogie met de voorgaande twee artikelen 11 en 11a wordt in dit artikel geregeld
dat er door de examinator aan de kandidaat een resultaatbrief met betrekking tot het
theorie-examen voor gyrokopters wordt verstrekt.
Onderdeel N (artikel 12)
Wanneer een kandidaat het niet eens is met de uitslag van het schriftelijk theorie-examen
kan hij om herziening vragen. Voor de theorie-examens voor gyrokopters zijn de voorwaarden
en eisen voor een verzoek om herziening opgenomen in de met deze wijzigingsregeling
nieuw toegevoegde bijlage bij het Examenreglement voor luchtvarenden 2004. Wanneer
de kandidaat het niet eens is met het resultaat van de herziening kan hij bezwaar
aantekenen bij de minister (in casu de ILT). Hierop dient binnen zes weken een beslissing
genomen te worden. Deze reeds in het Examenreglement opgenomen termijn blijft ongewijzigd.
Onderdelen O en P (artikelen 14 en 15)
Protocolhouders bestaan in de praktijk niet meer. In de Europese FCL-verordening wordt
hier ook niet meer in voorzien. Toedeling van een examinator door de minister wordt
nog slechts in een enkel geval toegepast, bijvoorbeeld bij een eerste instructeursexamen:
instructeurs zijn een essentieel onderdeel in de opleiding van nieuwe piloten en het
is gewenst dat deze in een gestandaardiseerde wijze de opleiding verzorgen. Om bij
de instructeurs deze standaardisatie te bewerkstelligen wordt voor aankomende instructeurs
die voor hun eerste instructeursrating examen doen door de minister een van de daartoe
bevoegde senior-examinatoren aangewezen. Deze senior-examinatoren hebben een rol in
de standaardisatie van de opleiding, zeker als zij ook nog lid zijn van het Nationaal
Expert Team-Praktijk.
Met de introductie van de FCL-verordening kunnen kandidaten in principe zelf hun examinator
kiezen, tenzij zoals in bovenstaand voorbeeld de examinator alsnog door de minister
wordt aangewezen. De bepalingen met betrekking tot de aanvraag van een examen bij
de minister of een protocolhouder en de toedeling is daarom aangepast.
Ook de situatie omschreven in artikel 14, tweede lid, is niet meer van toepassing
in de FCL-verordening en kan derhalve vervallen. Examenformulieren worden niet meer
verstrekt maar via de ILT-website ter beschikking gesteld, en kunnen worden gedownload.
Omdat er geen CPL(FB)-brevetten meer worden afgegeven, vervalt in artikel 14 het derde
lid.
Ten slotte is ter waarborging van de onafhankelijkheid van de examinator ten opzichte
van de kandidaat FCL.1005 van deel FCL van overeenkomstige toepassing.
Onderdeel Q (artikel 16)
Omdat artikel 15, eerste lid, vervalt en artikel 4 van de Regeling examinatoren voor
luchtvarenden 2004 ook reeds vervallen is, worden nu de bepalingen die hiernaar verwijzen
geschrapt. Een kandidaat is een vergoeding verschuldigd aan de examinator. De hoogte
ervan kan door de examinator bepaald worden.
Onderdeel R (artikel 17)
Het examenformulier kan door de examinator zelf gedownload worden van de ILT-website
en is daarom hier niet langer een vereiste. Nu de kandidaat de vergoeding voor het
afleggen van het examen rechtstreeks aan de examinator betaalt moet deze vooraf zijn
voldaan.
Onderdeel S (artikel 20)
De verwijzingen naar CPL(FB) vervallen omdat dit brevet sinds 8 april 2020 niet meer
verstrekt wordt. Deel FCL bij verordening (EU) nr. 1178/2011 is inmiddels in de plaats
gekomen van JAR-FCL. De bestaande regels met betrekking tot praktijkexamens voor vliegtuigen
en helikopters worden uitgebreid voor gyrokopters, waarbij uit het oogpunt van uniformiteit
en consistentie wordt aangesloten bij de bestaande eisen en toleranties voor helikopters.
In de bijlage 2 stonden per soort brevet de nu verouderde eisen omschreven waaraan
het praktijkexamen moest voldoen. Met de introductie van de FCL-verordening zijn deze
geharmoniseerd vastgelegd voor heel Europa. Voor die nationale brevetten die er nog
zijn worden deze eisen overeenkomstig van toepassing verklaard en daarmee kunnen de
huidige bijlage 2 en de verwijzing daarnaar in het tweede lid vervallen.
Onderdeel T (artikel 22)
De verwijzing naar CPL(FB) vervalt omdat dit brevet sinds 8 april 2020 niet meer verstrekt
wordt. Op basis van de gegevens op het examenformulier kan de examinator zelf de uitslag
van het praktijkexamen vaststellen.
Onderdelen U en V (bijlage 1 en bijlage 2)
Omdat artikel 7 en artikel 20, tweede lid, vervallen, vervallen ook bijlage 1 en bijlage
2 die bij deze artikelen behoorden.
Onderdeel W (bijlage (nieuw))
Aanvullende voorschriften met betrekking tot de organisatie van de theorie-examens
ten behoeve van het RPL(GC) wordt vastgesteld door de minister in de bijlage.
De onderwerpen die geadresseerd worden in bijlage zijn gebaseerd op de lijst onderwerpen
in artikel 16, tweede lid, van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart.
Het theoriegedeelte voor het RPL(GC) bestaat uit zeven onderdelen die ook deel uitmaken
van het Europese PPL(A) brevet en twee onderdelen die specifiek alleen van toepassing
zijn voor het gyrokopterbrevet. Naar aanleiding van de uitvoerbaarheidstoets die door
het CBR is gedaan is gekozen om, omwille van de praktische uitvoerbaarheid van het
organiseren van de theorie-examens, de zeven onderdelen die deel uitmaken van de Europese
brevetten alleen te baseren op het PPL(A) brevet.
De bijlage is in twee delen opgesplitst: het eerste deel, het algemene deel, is van
toepassing op alle onderwerpen voor RPL(GC), dus zowel op de zeven PPL(A) onderwerpen
als op de twee gyrokopterspecifieke onderwerpen. Het tweede deel is alleen van toepassing
op de twee gyrokopterspecifieke onderwerpen.
De examinator kan voor het willekeurig selecteren van de examenvragen met betrekking
tot de twee gyrokopterspecifieke onderwerpen (punt 2.4) gebruik maken van de vragendatabase
van de International Association of Professional Gyroplane Training (www.iapgt.org). IAPGT is een vereniging van leden die gyrokopters vliegen, bouwen of reguleren,
en gezamenlijk wereldwijde kennis en ervaring ten aanzien van het opleiden van gyrokopterpiloten
hebben samengebracht en van daaruit een opleidingsprogramma voor een gyrokopter-vliegbrevet
hebben samengesteld. Dit programma dient ook als basis voor de voorstellen die bij
EASA zijn ingediend voor een Europees gyrokopterbrevet. IAPGT beheert een database
van examenvragen voor theorie-examens. Toegang tot alle vragen in de database is beperkt
tot medewerkers van IAPGT. Aangesloten examinatoren kunnen middels een digitaal portal
een examen genereren, waarbij het systeem per vak de benodigde vragen uit de database
selecteert. Het examen kan digitaal worden afgenomen via die portal, of de examinator
kan de vragen uitprinten en het examen schriftelijk afnemen.
ARTIKEL II
De eisen in bijlage 8 die gesteld worden voor afgifte van een RPL(GC)-brevet worden
aangepast in lijn met de verwachte, toekomstige eisen voor het EU-gyrokopterbrevet.
Hierdoor sluit het nationale gyrokopterbrevet beter aan bij het toekomstige Europese
gyrokopterbrevet. Deze eisen dienen verder onder andere als basis voor de te testen
kennis in het theorie-examen.
ARTIKEL III
In onderdeel 11 van bijlage 2 bij de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden
2001 zijn nu de twee gyrokopterspecifieke vakken Beginselen van het vliegen met een
gyrokopter en Algemene kennis van het luchtvaartuig gyrokopter opgenomen in de beschrijving
van de theorie-opleiding, waarbij voor het examen nu wordt verwezen naar het Examenreglement
voor luchtvarenden 2004.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga