De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 5.10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet luchtvaart en artikel 24
van de Luchtvaartwet BES;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De Regeling vierde tijdelijk verbod burgerluchtverkeer luchtruim Nederland en BES
in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 3, tweede lid, wordt ‘geldt tot 1 april 2021, 00.01 uur plaatselijke tijd’
vervangen door ‘geldt tot 15 april 2021 00.01 uur plaatselijke tijd’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking op 31 maart 2021 op het tijdstip waarop daarvan mededeling
wordt gedaan door de verlener van luchtverkeersdiensten door middel van luchtvaartpublicaties
zijnde Notice to Airmen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
TOELICHTING
Onderhavige regeling wijzigt de Regeling vierde tijdelijk verbod burgerluchtverkeer
luchtruim Nederland en BES in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt
(hierna: de regeling). De regeling is vastgesteld om de instroom in Europees Nederland,
Bonaire, Sint Eustatius en Saba van mensen die mogelijk het virus bij zich dragen
dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt zoveel mogelijk te beperken.
Het OMT is gevraagd een advies uit te brengen over eventuele verlenging van de vliegverboden
op basis van de epidemiologische situatie in Nederland en in landen van waaruit het
vliegverbod geldt. Op basis van dit advies en de besluitvorming in de MCC heeft de
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht de vliegverboden te verlengen.
Het OMT heeft aangegeven, dat om de import van de verschillende zorgelijke varianten
(VOC’s) uit landen met een aanzienlijk hogere incidentie daarvan dan in Nederland
te voorkomen en zolang de VOC’s in Nederland weinig voorkomen, de huidige vliegverboden
dienen te worden gehandhaafd.
Gelet op het voorgaande is de regeling verlengd tot en met 15 april 2021, 00.01 uur
plaatselijke tijd, tenzij voor dat tijdstip tot verlenging of intrekking van deze
regeling is besloten.
Onderhavige regeling is op grond van artikel 5.10, vierde lid, Wet luchtvaart via
een Notice to Airmen (NOTAM) bekendgemaakt en wordt in de Staatscourant gepubliceerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga