Instellingsbesluit Adviescommissie Uitkeringsregeling chroom-6 Defensie

22 maart 2021,

nr. BS2021003252,

De Staatssecretaris van Defensie

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. staatssecretaris:

Staatssecretaris van Defensie;

b. commissie:

de commissie, bedoeld in artikel 2;

c. uitkeringsregeling:

Regeling uitkering chroom-6 Defensie.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1. Er is een Adviescommissie Uitkeringsregeling chroom-6 Defensie.

  • 2. De commissie heeft tot taak te komen tot een antwoord op de volgende vraagstellingen en dienaangaande een advies uit te brengen:

    • a. Bepaal hoe de Uitkeringsregeling zich verhoudt tot het wettelijk kader, tot de regelingen zoals die Rijksbreed zijn vastgesteld en betrek hierbij ook het rapport en de aanbevelingen van de Commissie Vergemakkelijken Schadeafhandeling Beroepsziekten (VSAB);

    • b. Onderzoek in hoeverre de arbeidsomstandigheden op de Prepositioned Organizational Materiel Sites (POMS) van Defensie, zoals Eygelshoven, dermate uniek waren ten opzichte van de arbeidsomstandigheden op andere defensielocaties waar gewerkt is met chroom-6 in genoemde periode, dat het daardoor gerechtvaardigd kan zijn om alleen voor alle oud-medewerkers van de POMS een aparte rechtspositionele regeling vast te stellen;

    • c. Voer een impactanalyse uit voor de situatie waarin voor het recht op een uitkering als uitgangspunt wordt gehanteerd een vergoeding voor iedere werknemer die mogelijk is blootgesteld aan chroom-6/gevaarlijke stoffen in plaats van de uitgangspunten zoals gehanteerd bij het opstellen van de Uitkeringsregeling Defensie. Het gaat hierbij om het loslaten van (1) het uitgangspunt dat er sprake moet zijn van blootstelling en een ziekte of medische aandoeningen en (2) het bestaan van causaliteit tussen ziekte en blootstelling aan chroom-6 of de gevaarlijke stof op basis van wetenschappelijk onderbouwde criteria waarbij minimaal sprake moet zijn van een ziekte die ervan verdacht wordt veroorzaakt te kunnen zijn door blootstelling aan chroom-6 of de gevaarlijke stof. De analyse moet zich minimaal richten op wat de mogelijke (juridische, maatschappelijke en financiële) consequenties zijn voor Defensie, de rijksoverheid, het bedrijfsleven en op de betrokken (oud-)medewerkers en nabestaanden.

Artikel 3. Samenstelling, benoeming en ontslag

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en minstens vier andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden worden door de staatssecretaris benoemd.

  • 3. De benoeming geschiedt voor de volledige duur van werkzaamheden van de commissie.

  • 4. Bij tussentijds vertrek van een lid of de voorzitter kan de staatssecretaris een ander lid of voorzitter benoemen.

  • 5. De voorzitter en overige leden kunnen op eigen verzoek of op zwaarwegende redenen worden geschorst en ontslagen door de staatssecretaris.

Artikel 4. Leden

Voor de duur van werkzaamheden van de commissie worden tot lid van de commissie benoemd:

  • a. prof. mr. G.J.J. Heerma van Voss, voorzitter;

  • b. mr. M.TJ. Bouwes;

  • c. dr. B. ter Haar;

  • d. prof. mr. C.J.M. Klaassen;

  • e. VADM b.d. ir. M.A. van Maanen.

Artikel 5. Instellingsduur

De commissie wordt ingesteld met ingang van 15 februari 2021 en wordt opgeheven vier weken nadat het eindrapport is uitgebracht.

Artikel 6. Kosten van de commissie

De voor het functioneren van de commissie noodzakelijk geachte kosten komen ten laste van de begroting van het Ministerie van Defensie.

Artikel 7. Secretariaat

Secretariële ondersteuning wordt door het Centrum Arbeidsvoorwaarden Overheidspersoneel (CAOP) geleverd.

Artikel 8. Rapport en opheffing commissie

  • 1. De commissie brengt uiterlijk 1 november 2021 haar eindrapport uit aan de staatssecretaris.

  • 2. De commissie verstrekt tussentijds een rapportage aan de staatssecretaris met daarin haar voorlopige bevindingen en conclusies aangaande de afzonderlijke vragen genoemd onder artikel 2.

  • 3. Indien de commissie daartoe aanleiding ziet, doet zij tussentijds verslag aan de staatssecretaris.

  • 4. De commissie verstrekt aan de staatssecretaris desgevraagd tussentijds de door haar gewenste inlichtingen.

  • 5. Indien onvoorziene omstandigheden naar het oordeel van de commissie in de weg staan aan het tijdig uitbrengen van het eindrapport, dan stelt zij de staatssecretaris daarvan onverwijld op de hoogte. De instellingsduur kan op schriftelijk verzoek van de voorzitter worden verlengd door de staatssecretaris.

  • 6. Rapportages, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de staatssecretaris uitgebracht of overgedragen.

Artikel 9. Archivering

De archiefbescheiden van de commissie worden na haar opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het Ministerie van Defensie.

Artikel 10. Toepasselijkheid Wet vergoedingen adviescolleges en commissies

Op dit besluit is de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies van toepassing. De vergoedingen van de commissieleden worden in een separaat besluit vastgelegd.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 februari 2021.

Artikel 12. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviescommissie Uitkeringsregeling chroom-6 Defensie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser

TOELICHTING

Inleiding

Op 4 juni 2018 voltooide het RIVM het onderzoek naar de gezondheidsrisico’s als gevolg van blootstelling aan chroom-6 op de voormalige POMS-locaties van Defensie. Het onderzoek had als conclusie dat Defensie de zorgplicht heeft geschonden die op een werkgever rust en dat er mensen ziek kunnen zijn geworden als gevolg van hun arbeidsomstandigheden. Defensie acht zich verantwoordelijk voor de gevolgen van de schending van de zorgplicht. Dit leidde tot de Regeling uitkering chroom-6 Defensie (de Uitkeringsregeling) die is opgesteld in overleg met de Centrales voor Overheidspersoneel. Een belangrijk kenmerk van de uitkeringsregeling is dat de (oud-)medewerker van de POMS of diens nabestaande(n) geen letselschadeclaim in hoeft te dienen om wel een bedrag te ontvangen.

De Uitkeringsregeling is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • de regeling zal gericht moeten zijn op erkenning van het leed van de slachtoffers;

  • in verband met objectiviteit en zorgvuldigheid, en ter voorkoming van willekeur, zal de regeling gebaseerd moeten zijn op de uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek van het RIVM;

  • de regeling moet passen binnen het Nederlandse schadevergoedingsrecht.

In het Wetgevingsoverleg (WGO) is met de Vaste Commissie Defensie (VCD) van 30 november 2020 en tijdens de Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie voor het jaar 2021 d.d. 3 december 2020 is gesproken over de Uitkeringsregeling.

Door de Staatssecretaris is toegezegd een commissie in te stellen die de in art. 2, tweede lid genoemde vragen zal beantwoorden en dienaangaande een advies zal opstellen.

Artikelsgewijs

Artikel 2

De formulering van de vraagstellingen is gebaseerd op de toezeggingen die zijn gedaan bij het WGO van 30 november 2020 en de Vaststelling van de begrotingsstaten van 3 december 2020 en op de moties 35 570 X, nr. 41 en 35 570 X nr. 60.

Artikel 3

De voorzitter en de commissieleden hebben gezamenlijk inhoudelijke kennis van de wet- en regelgeving op het gebied van civiel recht, aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht, bestuursrecht, de maatschappelijke aspecten van beroepsziekten en van arbeidsomstandigheden (specifiek in relatie tot gevaarlijke stoffen), vraagstukken op het gebied van gezondheid/beroepsziekte, ontwikkelingen aangaande arbeidsomstandigheden en kennis van financiën.

De commissie opereert onafhankelijk en onpartijdig. Daartoe mogen de voorzitter en de leden geen functies vervullen -of hebben vervuld- die daarmee strijdig kunnen zijn. Per persoon wordt bezien of daarvan sprake is. Iedere schijn van partijdigheid en afhankelijkheid moet worden vermeden.

Artikel 6

Te denken valt in ieder geval aan: kosten voor accommodatie, onderzoekskosten, kosten voor inschakelen deskundigen.

Artikel 7

De kerntaak van het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) is het bieden van secretariële ondersteuning bij arbeidsvoorwaardenonderhandelingen. Het CAOP is niet gelieerd aan de overheid.

Artikel 8

De beantwoording van de onderzoeksvragen en het opstellen van het advies kennen ieder een apart tijdspad. Naar verwachting is de voorlopige beantwoording van de vraag genoemd onder art. 2, tweede lid, onder a mogelijk vóór 1 juni 2021. Voor de beantwoording van de vragen in art. 2, tweede lid, onder b en c moeten de resultaten van het RIVM onderzoek naar de gezondheidsrisico’s als gevolg van blootstelling aan chroom-6 op de andere locaties van Defensie beschikbaar zijn. Naar verwachting zal het eindadvies van de commissie vóór 1 november 2021 gereed zijn.

Artikel 11

Op de beloning van de voorzitter en de leden zijn de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en het Besluit vergoedingen en adviescolleges van toepassing. Daarmee wordt de reiskostenvergoeding berekend op de voet van de regeling voor het personeel werkzaam bij de sector Rijk (art. 2, tweede lid van de wet).

Naar boven