Prognose aantal te huisvesten vergunninghouders, Ministerie van Justitie en Veiligheid

18 maart 2021

Nr. 3250686

Directoraat-generaal Migratie

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 29, eerste lid, onder a, van de Huisvestingswet 2014;

Maakt bekend:

Het aantal vergunninghouders in wier huisvesting in de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021 naar verwachting zal dienen te worden voorzien, als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder a, van de Huisvestingswet 2014 en onverminderd eerdere wettelijke taakstellingsverplichtingen, bedraagt 11.000 personen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

TOELICHTING

Deze bekendmaking betreft het aantal te huisvesten vergunninghouders in de periode 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021. Hierbij gaat het om de huisvesting van vergunninghouders aan wie op grond van de Vreemdelingenwet 2000 een vergunning voor bepaalde tijd asiel is verleend dan wel van vergunninghouders wier asiel-gerelateerde verblijfstitel sinds het tijdstip van de inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000 onder reikwijdte van de taakstellingssystematiek van de Huisvestingswet 2014 vallen.

De prognose is berekend aan de hand van de verwachting van het nieuwe aantal personen dat een verblijfsvergunning ontvangt in de periode 1 april 2021 t/m 30 september 2021. De taakstelling is in de tweede helft van 2021 lager dan in de eerste helft van 2021 (toen 13.500).

O.a. de ontwikkelingen met betrekking tot de bestrijding van COVID-19 in de komende periode kunnen echter van invloed zijn op het aantal vergunninghouders dat daadwerkelijk voor huisvesting bemiddeld kan worden in 2021. Om de hoogte van de taakstelling 2021-II zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de werkelijke productie, wordt uiterlijk in juli 2021 een tussentijdse evaluatie uitgevoerd. Mocht de uitkomst daar aanleiding toe geven, dan kan de hoogte van de taakstelling 2021-II naar beneden toe worden bijgesteld. Een eventuele verhoging wordt in de taakstelling van de eerste helft van 2022 meegenomen.

De huisvestingstaakstelling voor het tweede halfjaar van 2021 bedraagt 11.000 te huisvesten vergunninghouders.

Gezien de wettelijke systematiek blijven niet-gerealiseerde taakstellingen uit vorige perioden onverminderd van kracht en zullen de hiermee gemoeid zijnde huisvestingsplaatsen alsnog moeten worden geleverd. Mocht er per 1 juli 2021 sprake zijn van een achterstand dan wel voorsprong op de taakstelling van de eerste helft van 2021, dan zal deze achterstand respectievelijk voorsprong bij de realisering van de gemeentelijke taakstelling voor de tweede helft van 2021 worden betrokken.

Opgemerkt wordt dat, gebaseerd op het huidige inzicht, gedurende de periode 1 januari tot en met 30 juni 2022 naar verwachting 10.000 nieuwe vergunninghouders van huisvesting in de gemeenten dienen te worden voorzien.

Naar boven