Vrijstelling toegelaten binnenschepen in de 2e Petroleumhaven

De Havenmeester van Rotterdam,

gelet op:

  • de artikelen 1.9 en 5.2 van de Havenverordening Rotterdam 2020;

  • artikel 11.7 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016;

overwegende dat:

  • het verboden is zich met een ander schip dan genoemd in artikel 5.2 van de Havenverordening Rotterdam 2020 te bevinden in een petroleumhaven;

  • zich in de 2e petroleumhaven een containerterminal bevindt;

  • dat binnenschepen een ligplaats in de 2e Petroleumhaven wordt geboden om te wachten nabij de laad- of losplaats;

  • om het binnenvaart ligplaats capaciteit probleem op te lossen met positief resultaat onderzocht is dat gemengd afmeren van kegelvoerende binnenschepen en niet-kegelvoerende binnenschepen, ongeacht het type binnenschip, verantwoord is;

  • er op basis van het resultaat van dit onderzoek is besloten dat het verantwoord is onder bepaalde condities bestaande afmeerafstanden te verruimen;

  • kortere afmeerafstanden wordt gerealiseerd door het Verkeersbesluit gebieden ‘gemengd afmeren’ waarbij invulling wordt gegeven aan artikel 7.07, derde lid, van het Binnenvaartpolitiereglement;

  • bepaalde condities gelden voor alle schepen die ligplaats nemen waar de kortere afmeerafstanden gelden;

  • binnenschepen in de 2e Petroleumhaven binnen een periode van 24 uur moeten laden of lossen;

besluit vast te stellen:

Vrijstelling toegelaten binnenschepen in de 2e Petroleumhaven

Artikel 1 Ligplaatsen

Het is met een binnenschip toegestaan ligplaats te nemen aan steiger 2 in de 2e Petroleumhaven, ter hoogte van de oeverfrontnummer 3008 als deze binnen een periode van 24 uur in deze haven gaat laden of lossen.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant en treedt in werking op 5 april 2021.

Artikel 3 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstelling toegelaten binnenschepen in de 2e Petroleumhaven.

Aldus vastgesteld op 11 maart 2021

Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Namens deze de Havenmeester van Rotterdam, R.J. de Vries

Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende binnen zes weken na bekendmaking bezwaar maken tegen dit besluit door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, Postbus 1011, 3000 BA te Rotterdam.

Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar. Indien u er voor kiest om u te laten vertegenwoordigen, verzoeken wij u om een machtiging te (laten) overleggen.

Het indienen van een bezwaar heeft geen schorsende werking. Indien onverwijlde spoed dit vereist kan, hangende de bezwaarschriftenprocedure, een schorsing of voorlopige voorziening worden gevraagd van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM te Rotterdam. Hieraan zijn griffiekosten verbonden.

Correspondentieadres:

Havenbedrijf Rotterdam N.V.

Divisie Havenmeester

Haven Coördinatie Centrum

tel: 010-252 1000

fax: 010-252 1600

vhf: Kanaal 14

HCC@portofrotterdam.com

World Port Center

Bezoekadres: Wilhelminakade 909 / Havennummer 1247

Postadres: Postbus 6622, 3002 AP Rotterdam

Naar boven