Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 maart 2021 houdende een derde wijziging van de Tijdelijke regeling verkiezingen covid-19

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 9, vierde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke regeling verkiezingen covid-19 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt onder vernummering van de onderdelen a tot en met d tot b tot en met e een onderdeel ingevoegd, luidende:

a. face shield:

een persoonlijk beschermingsmiddel, gemaakt van doorzichtig kunststof, dat de gebruiker voor zijn gezicht draagt.

B

Aan artikel 5, eerste lid, onderdeel b, wordt een volzin toegevoegd, luidende: ‘Een lid van het stembureau dat zich achter een kuchscherm bevindt, kan in plaats van een mondneusmasker een face shield dragen.’

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

Algemeen

De Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 heeft tot doel het mogelijk te maken dat er verkiezingen als bedoeld in de Kieswet worden georganiseerd en gehouden met inachtneming van de maatregelen die noodzakelijk zijn om verspreiding te voorkomen van het nieuwe coronavirus (SARS-CoV-2), dat de ziekte covid-19 kan veroorzaken. De Tijdelijke regeling verkiezingen covid-19 bevat op onderdelen nadere invullingen van de in de wet gestelde regels. Met deze wijziging van de Tijdelijke regeling verkiezingen covid-19 wordt één van de verplichtingen voor stembureauleden genuanceerd voor uitzonderingsgevallen, zodat de regeling aansluit bij de gewenste praktijk.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel I

A (Art. 1)

In verband met de wijziging in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van deze regeling is in artikel 1 in onderdeel a de definitie van een face shield toegevoegd.

B (Art. 5)

Deze wijziging maakt mogelijk dat stembureauleden, indien het dragen van een mondneusmasker (gedurende de hele dag) bezwaarlijk is of tot problemen leidt, kunnen volstaan met het dragen van een face shield op het moment dat zij achter een kuchscherm zitten. Deze mogelijkheid dient bij wijze van uitzondering te worden toegepast: het dragen van een mondneusmasker blijft de hoofdregel.

Op momenten dat een stembureaulid niet achter een kuchscherm zit, kan dus niet worden volstaan met het dragen van een face shield. Dit leidt er in de praktijk toe dat de uitzondering kan gelden voor bijvoorbeeld de stembureauleden die zijn belast met de toelating tot de stemming en eventueel het stembureaulid bij de stembus. Het dragen van een mondneusmasker is onverkort verplicht voor tellers, stembureauleden die bijstand aan kiezers verlenen, stembureauleden die een andere taak uitvoeren waarbij ze niet achter een kuchscherm zijn geplaatst en voor het stembureaulid dat bij de ingang staat. Hierbij kan immers niet altijd 1,5 meter afstand worden gehouden.

Het aantal posities per stembureau waarbij stembureauleden werkzaamheden achter een kuchscherm uitvoeren is (deels) afhankelijk van de inrichting van het stemlokaal. Dit kan dus per stemlokaal verschillen. Het aantal geschikte posities kan van invloed zijn op de mogelijkheid van het betreffende stembureaulid om in taken te rouleren.

Artikel II

De voorgestelde wijziging dient van kracht te zijn bij de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart 2021. Opdat dit kan worden gerealiseerd, treedt deze regeling in afwijking van het systeem van de vaste verandermomenten in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven