Instellingsbesluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Arnhem, Lingewaard, Nijmegen en Overbetuwe houdende regels omtrent het Park Lingezegen (Gemeenschappelijke regeling park Lingezegen)

Logo Overbetuwe

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. Vanwege de uittreding van de provincie Gelderland is de gemeente Overbetuwe penvoerder van de Gemeenschappelijke regeling park Lingezegen geworden. De oorspronkelijke publicatie is bekendgemaakt in het Provinciaal Blad 2010/138.]

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Basisvariant: het openbare deel van Park Lingezegen dat met publieke middelen wordt gerealiseerd en als zodanig in het Masterplan is vastgelegd;

  • b.

    Bestuursovereenkomst: de overeenkomst tussen de Deelnemende Partijen, Staatsbosbeheer en de Stadsregio Arnhem-Nijmegen van juli 2008 waarin de voorwaarden, uitgangspunten en wijze van samenwerking voor de realisatie en het beheer van Park Lingezegen zijn vastgelegd;

  • c.

    Bestuursovereenkomst 2007-2013: de Bestuursovereenkomst 2007-2013 d.d. 18 december 2006, met inbegrip van daarvoor in de plaats tredende wijzigingen en afspraken voor opvolgende investeringstijdvakken, tussen het Rijk en de provincie Gelderland met daarin nadere afspraken over de inzet van aan de provincie Gelderland toegekende middelen op grond van de Wet inrichting landelijk gebied, de realisatie van doelen en de verantwoording daarover;

  • d.

    Deelnemende Partijen: de aan deze Regeling deelnemende partijen, op het moment van inwerkingtreding van de Regeling zijnde de gemeente Arnhem, de gemeente Lingewaard, de gemeente Overbetuwe, de provincie Gelderland en het Waterschap Rivierenland;

  • e.

    DLG: Dienst Landelijk Gebied, een organisatorisch onderdeel van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • f.

    Gedeputeerde Staten: het college van gedeputeerde staten van Gelderland;

  • g.

    ILG-budget: het budget dat door het Rijk aan de provincie op grond van de Wet inrichting landelijk gebied is toegekend voor onder meer de realisatie van Park Lingezegen waarover nadere afspraken zijn gemaakt in de Bestuursovereenkomst 2007-2013;

  • h.

    Masterplan: het als bijlage bij de Bestuursovereenkomst gevoegde plan met de titel “Masterplan Park Lingezegen” d.d. juli 2008 waarin het ruimtelijk ontwerp van Park Lingezegen is vastgelegd;

  • i.

    Park Lingezegen: het park in het gebied tussen Nederrijn en Waal bestaande uit vijf onderling samenhangende deelgebieden welke zijn beschreven en begrensd in het Masterplan;

  • j.

    Planexploitatie: de Planexploitatie als bedoeld in artikel 7 van de Bestuursovereenkomst;

  • k.

    Prestatieovereenkomst: de jaarlijks tussen de provincie Gelderland en de DLG te sluiten overeenkomst over de inzet van de DLG ten behoeve van door de provincie te realiseren prestaties ingevolge de Bestuursovereenkomst 2007-2013;

  • l.

    Uitvoeringsprogramma: het als bijlage bij de Bestuursovereenkomst gevoegde programma met de titel “Uitvoeringsprogramma Park Lingezegen” d.d. juli 2008 waarin projecten zijn beschreven die tot en met 2013 zullen worden uitgevoerd, welke kosten met die uitvoering zijn gemoeid alsmede een globale weergave van het moment waarop of de periode waarin deze projecten zullen worden uitgevoerd;

  • m.

    Wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen. 

Artikel 2. Het openbaar lichaam

Er is een openbaar lichaam, genaamd Parkorganisatie, ter behartiging van het belang van duurzame natuur, recreatie, landbouw en waterberging in Park Lingezegen. Het openbaar lichaam is rechtspersoon.

Hoofdstuk 2. Doel en taken

Artikel 3. Doel en taken

  • 1.

    De Parkorganisatie heeft tot doel de realisatie en coördinatie van het beheer van Park Lingezegen op basis van het Masterplan en het Uitvoeringsprogramma.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde doel verwezenlijkt de Parkorganisatie door:

    • a.

      het (doen) realiseren van de Basisvariant;

    • b.

      het inrichten en operationeel houden van een projectbureau zoals in de Bestuursovereenkomst is vastgelegd, het voeren van een actuele financiële boekhouding waaronder het jaarlijks actualiseren van de door de Parkorganisatie gehanteerde grondexploitatie, het verzorgen van programmering, communicatie en promotie betreffende Park Lingezegen, alsmede het bevorderen van betrokkenheid van private partijen daarbij;

    • c.

      het (doen) aanleggen van alle voor het Park Lingezegen benodigde voorzieningen van openbaar nut inclusief de met deze aanleg verband houdende nazorg;

    • d.

      de coördinatie en de organisatie van de financiering van het beheer van gerealiseerde parkonderdelen waaronder wordt verstaan het toezien op het beheer en instandhouding van het gerealiseerde kwaliteitsniveau;

    • e.

      het bevorderen van de (onderlinge) afstemming tussen de met het beheer van gerealiseerde parkonderdelen belaste partijen;

  • 3.

    Het openbaar lichaam treedt vanaf het moment van inwerkingtreding van onderhavige regeling in de rechten en plichten van de provincie Gelderland als en voorzover die de realisatie of de coördinatie van het beheer van Park Lingezegen betreffen.

Hoofdstuk 3. Algemeen bestuur

Artikel 4. Samenstelling

  • 1.

    Het algemeen bestuur bestaat uit zesf leden en is als volgt samengesteld:

    • a.

      één vertegenwoordiger uit het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland;

    • b.

      één vertegenwoordiger uit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe, niet zijnde de burgemeester;

    • c.

      één vertegenwoordiger uit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard, niet zijnde de burgemeester;

    • d.

      één vertegenwoordiger uit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem, niet zijnde de burgemeester;

    • e.

      één vertegenwoordiger uit het dagelijks bestuur van het waterschap Rivierenland;

    • f.

      één vertegenwoordiger uit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, niet zijnde de burgemeester .

  • 2.

    De leden zoals bedoeld in het vorige lid hebben elk één stem.

Artikel 5. Aanwijzing leden algemeen bestuur

  • 1.

    De deelnemende partijen beslissen elk in de eerste vergadering van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland en de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Overbetuwe, Lingewaard en Arnhem en Nijmegen en het dagelijks bestuur van het waterschap Rivierenland van elke zittingsperiode over de aanwijzing van nieuwe leden van het algemeen bestuur.

  • 2.

    Van elke aanwijzing tot lid van het algemeen bestuur geeft het bestuursorgaan dat over deze aanwijzing beslist, binnen acht dagen kennis aan de voorzitter van het algemeen bestuur.

  • 3.

    Als tussentijds een plaats van een door de deelnemende partijen aangewezen lid van het algemeen bestuur vacant komt, wijst de deelnemende partij die het aangaat in zijn eerstvolgende vergadering, of zo dat niet mogelijk zou zijn ten spoedigste daarna, een nieuw lid aan.

Artikel 6. Werkwijze

  • 1.

    Het algemeen bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of een lid van het dagelijks bestuur dit - onder opgaaf van redenen - verzoekt.

  • 2.

    Over personen wordt schriftelijk, over zaken mondeling gestemd.

Artikel 7. Bevoegdheden

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt het jaarplan vast. Het jaarplan bevat ten minste de strategie inzake grondverwering, de realisatie en uitvoering van het Masterplan en Uitvoeringsprogramma, het  inrichtingsplan voor Park Lingezegen, de Planexploitatie en de private initiatieven bij de realisatie van Park  Lingezegen alsmede de onderlinge samenhang tussen deze verschillende onderdelen en de voortgang daarvan.

  • 2.

    Het algemeen bestuur geeft instructies voor de werkwijze van het dagelijks bestuur.

Hoofdstuk 4. Dagelijks bestuur

Artikel 8. Samenstelling

Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en twee leden met dien verstande dat één lid de vertegenwoordiger van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe en één lid de vertegenwoordiger uit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard is.

Artikel 9. Aanwijzing leden dagelijks bestuur

Als tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur openvalt, wijst het algemeen bestuur een nieuw lid aan. Gaat het openvallen van een plaats in het dagelijks bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan zal het algemeen bestuur het kiezen van een nieuw lid van het dagelijks bestuur uitstellen totdat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur weer is vervuld. 

Artikel 10. Werkwijze

  • 1.

    Ieder lid van het dagelijks bestuur heeft één stem.

  • 2.

    Artikel 6 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11. Bevoegdheden

  • 1.

    Alle bevoegdheden die niet aan een ander orgaan zijn toebedeeld, komen toe aan het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur is voorts bevoegd tot:

    • a.

      het bepalen van het kwaliteitsniveau van het beheer van gerealiseerde parkonderdelen in overleg met de Deelnemende Partijen die met het beheer zijn belast. Daarbij worden de kwaliteitsnormen gehanteerd volgens de zogenaamde Recreatie om de Stad- systematiek;

    • b.

      het geven van aanwijzingen aangaande het beheer van gerealiseerde parkonderdelen aan de Deelnemende Partijen die met het beheer zijn belast, met dien verstande dat de Parkorganisatie slechts bevoegd is de met het beheer belaste Deelnemende Partijen aanwijzingen te geven voor zover zij afwijken van de afspraken of het kwaliteitsniveau zoals in het vorige onderdeel bedoeld;

    • c.

      het beoordelen van het in het vorige onderdeel bedoelde kwaliteitsniveau van het beheer;

    • d.

      het bepalen of kan worden ingestemd met afwijkingen van het in het vorige onderdeel bedoelde kwaliteitsniveau door met het beheer belaste Deelnemende Partijen. Deze instemming kan slechts worden onthouden voor zover de herkenbaarheid van Park Lingezegen als eenheid of de continuïteit van het beheer in gevaar komen of onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het overeengekomen kwaliteitsniveau;

    • e.

      het vaststellen van een reglement van orde voor zijn vergaderingen.

  • 3.

    Als en voor zover de uitoefening van de bevoegdheden, zoals in het eerste lid bedoeld het beheer van gerealiseerde onderdelen van Park Lingezegen betreffen, worden door het dagelijks bestuur slechts besluiten genomen als Staatsbosbeheer in de gelegenheid is gesteld hierover een advies uit te brengen.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur is bevoegd de provincie Gelderland te verzoeken het ILG-budget en de DLG in te zetten en aan te sturen voor zover het de realisatie van Park Lingezegen betreft met inachtneming van de provinciale begroting, de Bestuursovereenkomst 2007-2013 en de Prestatieovereenkomst of daarvoor in de plaats tredende afspraken. De provincie Gelderland geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek.

  • 5.

    Het in het vorige lid bedoelde verzoek kan tevens grondverwerving of –vervreemding betreffen zoals beschreven in de Bestuursovereenkomst 2007-2013.

Hoofdstuk 5. Voorzitter

Artikel 12. Voorzitterschap

  • 1.

    De voorzitter is de vertegenwoordiger uit het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland.

  • 2.

    Een door het dagelijks bestuur daaruit aan te wijzen lid vervangt de voorzitter bij diens verhindering of ontstentenis.

  • 3.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

Hoofdstuk 6. Informatie, verantwoording en ontslag

Artikel 13. Dagelijks bestuur en voorzitter ten opzichte van het algemeen bestuur

  • 1.

    De leden van het dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur.

  • 2.

    Zij geven gevraagd en ongevraagd aan het algemeen bestuur alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het dagelijks bestuur te voeren en gevoerde bestuur nodig is.

  • 3.

    Zij geven – tezamen dan wel afzonderlijk – aan het algemeen bestuur wanneer dit bestuur of een of meer  leden daarvan hierom verzoekt, alle gevraagde inlichtingen.

  • 4.

    Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, als dit lid het  vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit.

  • 5.

    Het bepaalde in het eerste tot en met het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op de door de  voorzitter zoals bedoeld in artikel 12 uitgevoerde taken en uitgeoefende bevoegdheden.

Artikel 14. Algemeen en dagelijks bestuur ten opzichte van de raden, provinciale staten en algemeen bestuur waterschap

  • 1.

    Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur geven aan de raden van de deelnemende gemeenten, provinciale staten en het algemeen bestuur van het waterschap gevraagd en ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is.

  • 2.

    Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur verstrekken aan de raden van de deelnemende gemeenten, provinciale staten en het algemeen bestuur van het waterschap alle inlichtingen die door een of meer leden van die raden, provinciale staten of algemeen bestuur worden verlangd.

Artikel 15. Leden algemeen bestuur ten opzichte van college of bestuur

  • 1.

    Een lid van het algemeen bestuur verschaft het college dat hem als lid heeft aangewezen alle inlichtingen,die door dat college of door een of meer leden van dat college worden verlangd.

  • 2.

    Alvorens de gevraagde inlichtingen zoals bedoeld in het eerste lid te verstrekken, kan het lid zich daarover  laten adviseren door het dagelijks bestuur.

  • 3.

    Een lid van het algemeen bestuur is het college dat hem als lid heeft aangewezen verantwoording  verschuldigd voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid en wel op de in het reglement  van orde voor de vergaderingen van dat college aangegeven wijze.

  • 4.

    Een lid van het algemeen bestuur kan door het college dat hem heeft aangewezen worden ontslagen, als dit lid het vertrouwen van dat college niet meer bezit.

Hoofdstuk 7. Parkdirecteur en personeel

Artikel 16. Parkdirecteur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur benoemt, schorst en ontslaat de Parkdirecteur. Het dagelijks bestuur stelt de taken en bevoegdheden van de Parkdirecteur vast. De Parkdirecteur wordt bij verhindering of ontstentenis  vervangen op een door het dagelijks bestuur te bepalen wijze.

  • 2.

    De Parkdirecteur is het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter in alles, dat de hun  opgedragen taak aangaat, behulpzaam.

  • 3.

    Door de Parkdirecteur worden alle stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan  mede-ondertekend.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur stelt voor de Parkdirecteur een instructie vast die ten minste de aansturing van het  personeel betreft zoals in het volgende artikel bedoeld.

Artikel 17. Personeel

  • 1.

    De Deelnemende Partijen leveren de personele inzet voor de Parkorganisatie zoals in bijlage 3 bij de Bestuursovereenkomst is bepaald.

  • 2.

    De Parkorganisatie kan ter uitvoering van het bepaalde in het eerste lid detacheringsovereenkomsten  sluiten met de Deelnemende Partijen waarbij aansturing van personeel werkzaam op grond van een  detacheringsovereenkomst door de Parkorganisatie geschiedt.

Artikel 18. Overig personeel en rechtspositie

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan overige personeelsleden aanstellen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur regelt de aanstelling en de bezoldiging van het overige personeel waarbij de  regelingen van de rechtstoestand en van de arbeidsvoorwaarden met de daaruit voortvloeiende  uitvoeringsvoorschriften van de provincie Gelderland van overeenkomstige toepassing zijn.

Hoofdstuk 8. Financiële bepalingen

Artikel 19. Begrotingsprocedure

  • 1.

    De vaststelling van de begroting door het algemeen bestuur, zoals bedoeld in artikel 80, eerste lid, van de Wet geschiedt vóór 1 juli in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.

  • 2.

    Overminderd het bepaalde in artikel 81, eerste lid, van de Wet zorgt het dagelijks bestuur vóór 1 april voor de in dat lid bedoelde toezending van de ontwerp-begroting vergezeld van een behoorlijke toelichting.

Artikel 20. Jaarrekening

  • 1.

    De vaststelling van de jaarrekening door het algemeen bestuur, zoals bedoeld in artikel 80, derde lid, van de Wet geschiedt vóór 1 juli volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 2.

    Bij het ontwerp van de jaarrekening is het bepaalde in artikel 19 tweede lid van de Regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 21. Verdeling batig/nadelig saldo

  • 1.

    Een batig saldo van de begroting of jaarrekening wordt toegevoegd aan de reserves tot een maximum van 10% van de jaarlijkse exploitatielasten of € 100.000 en wel de laagste van deze twee.

  • 2.

    Het algemeen bestuur beslist of een nadelig saldo van de begroting of jaarrekening:

    • a.

      geheel of gedeeltelijk ten laste van bestaande reserves zal worden gebracht; of

    • b.

      geheel of gedeeltelijk ten laste van de Deelnemende Partijen zal worden gebracht naar rato van de bijgestelde begroting.

  • 3.

    Het besluit, zoals bedoeld in het tweede lid, sub b., van dit artikel, behoeft eenparigheid van stemmen.

Artikel 22. Beheerkosten

Als de aanwijzingen van de Parkorganisatie zoals bedoeld in artikel 11 tweede lid sub b. aan de beherende  Deelnemende Partijen leiden tot een verhoging van de jaarlijkse beheerkosten voor één of meerdere van die  partijen met meer dan 5% behoeven deze aanwijzingen een voorafgaande verklaring van geen bezwaar van  het algemeen bestuur dat daarover met eenparigheid van stemmen dient te beslissen

Hoofdstuk 9. Archief

Artikel 23. Zorg en beheer archief

  • 1.

    Ten aanzien van de zorg en het beheer van de archiefbescheiden van de organen van de Parkorganisatie, alsmede ten aanzien van het toezicht op het beheer zijn de voorschriften van de provincie Gelderland van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De aan de uitvoering van het eerste lid verbonden kosten komen ten laste van de Parkorganisatie.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de zorg en het beheer als bedoeld in het eerste lid.

Hoofdstuk 10. Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing

Artikel 24. Toetreding

  • 1.

    Het algemeen bestuur kan na een daartoe strekkend besluit van een bevoegd bestuursorgaan van een publiekrechtelijk lichaam of rechtspersoon besluiten over toetreding tot de Parkorganisatie van andere dan de Deelnemende Partijen. Het algemeen bestuur beslist over deze toetreding, eventuele voorwaarden daarbij en aanpassing van de Regeling met eenparigheid van stemmen.

  • 2.

    De toetreding gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op die, waarin door Gedeputeerde Staten van het besluit tot toetreding aantekening is gemaakt in de registers, als bedoeld in artikel 27 van de Wet.

Artikel 25. Uittreding

  • 1.

    Deelnemende Partijen kunnen op elk moment uittreden uit de Regeling na een daartoe strekkend besluit van het bevoegde bestuursorgaan doch niet eerder dan na realisatie van de Basisvariant.

  • 2.

    Uittreding, zoals in het vorige lid bedoeld, is slechts mogelijk als voor de resterende financiële verplichtingen van de uittredende deelnemer op grond van de Bestuursovereenkomst of daarop volgende of in de plaats tredende afspraken een vaststellingsovereenkomst wordt gesloten. Bij het opmaken van deze vaststellingsovereenkomst tussen de Parkorganisatie en de uittredende deelnemer worden de resterende financiële verplichtingen inzake de beheerkosten voor de uittredende deelnemer gekapitaliseerd voor een periode van 20 jaren vanaf het moment van uittreding. De uittreedbijdrage wordt bepaald door de jaarlijkse bijdrage van de uittredende deelnemer aan de beheerkosten, gecorrigeerd met de jaarlijkse prijspeilstijging, te vermenigvuldigen met 20.

  • 3.

    Indien, als gevolg van uittreding, slechts twee Deelnemende Partijen resteren heeft een besluit als bedoeld in het eerste lid opheffing van de Regeling tot gevolg.

Artikel 26. Wijziging en opheffing

  • 1.

    Onverminderd de mogelijkheid tot uittreding van de Deelnemende Partijen, zoals bedoeld in artikel 25 van deze Regeling, kan de Regeling tussentijds slechts worden gewijzigd of opgeheven als ten minste tweederde van de Deelnemende Partijen daartoe besluit.

  • 2.

    Het algemeen bestuur is bevoegd te besluiten tot het opheffen van de Regeling. Het algemeen bestuur maakt van de bevoegdheid in de vorige volzin slechts gebruik nadat de Deelnemende Partijen hierover zijn gehoord. De regels betreffen ten minste de gevolgen die de beëindiging heeft voor het personeel, zoals bedoeld in hoofdstuk 7, alsmede de wijze waarop het batig dan wel nadelig saldo van de Parkorganisatie over de alsdan Deelnemende Partijen wordt verdeeld.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de Parkorganisatie.

Hoofdstuk 11. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 27. Inwerkingtreding van de regeling

  • 1.

    De Regeling treedt in werking de dag nadat Gedeputeerde Staten deze in het register, zoals bedoeld in artikel 27 van de Wet, hebben opgenomen.

  • 2.

    De gemeente Overbetuwe draagt zorg voor de in artikel 26 van de Wet bedoelde toezending.

Artikel 28. Duur van de regeling

De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 29. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Park Lingezegen.

Naar boven