Samenwerkingsovereenkomst Planuitwerking Rivierklimaatpark IJsselpoort tussen de gemeenten Arnhem, Duiven, Rheden, Westervoort en Zevenaar, de provincie Gelderland, het waterschap Rijn en IJssel, de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten en de Staat der Nederlanden

Partijen

de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Arnhem zetelend te Arnhem, te dezen op grond van artikel 171, eerste lid Gemeentewet krachtens volmacht van de burgemeester d.d. 7 juli 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder de heer Roeland van der Zee, handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en Wethouders d.d. 7 juli 2020, alsmede haar bestuursorgaan het college van B&W, krachtens volmacht van B&W d.d. 7 juli 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar wethouder de heer Roeland van der Zee, hierna gezamenlijk te noemen: ‘gemeente Arnhem’

de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Duiven zetelend te Duiven, te dezen op grond van artikel 171, eerste lid Gemeentewet krachtens volmacht van de burgemeester d.d. 7 juli 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder de heer Ton Spaargaren, handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en Wethouders d.d. 7 juli 2020, alsmede haar bestuursorgaan het college van B&W, krachtens volmacht van B&W d.d. 7 juli 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar wethouder de heer Ton Spaargaren, hierna gezamenlijk te noemen: ‘gemeente Duiven’

de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Rheden zetelend te Rheden, te dezen op grond van artikel 171, eerste lid Gemeentewet krachtens volmacht van de burgemeester d.d. 7 juli 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder de heer Ronald Haverkamp, handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en Wethouders d.d. 7 juli 2020, alsmede haar bestuursorgaan het college van B&W, krachtens volmacht van B&W d.d. 7 juli 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar wethouder de heer Ronald Haverkamp, hierna gezamenlijk te noemen hierna te noemen: ‘gemeente Rheden’

de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Westervoort zetelend te Westervoort, te dezen op grond van artikel 171, eerste lid Gemeentewet krachtens volmacht van de burgemeester d.d. 7 juli 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder de heer Hans Sluiter, handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en Wethouders d.d. 7 juli 2020, alsmede haar bestuursorgaan het college van B&W, krachtens volmacht van B&W d.d. 7 juli 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar wethouder de heer Hans Sluiter, hierna gezamenlijk te noemen hierna te noemen: ‘gemeente Westervoort’

de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Zevenaar zetelend te Zevenaar, te dezen op grond van artikel 171, eerste lid Gemeentewet krachtens volmacht van de burgemeester d.d. 7 juli 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder de heer Hans Winters, handelend ter uitvoering van het besluit van burgemeester en Wethouders d.d. 7 juli 2020, alsmede haar bestuursorgaan het college van B&W, krachtens volmacht van B&W d.d. 7 juli 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar wethouder de heer Hans Winters, hierna gezamenlijk te noemen hierna te noemen: ‘gemeente Zevenaar’

de publiekrechtelijke rechtspersoon de provincie Gelderland zetelend te Arnhem, te dezen op grond van artikel 176, tweede lid Provinciewet krachtens volmacht van de commissaris van de Koning d.d. 7 juli 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door gedeputeerde de heer Jan van der Meer, handelend ter uitvoering van het besluit van het College van gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland d.d. 7 juli 2020 alsmede haar bestuursorgaan het college van gedeputeerde Staten, krachtens volmacht van GS d.d. 7 juli 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar gedeputeerde de heer Jan van der Meer, hierna gezamenlijk te noemen: ‘Provincie’

de publiekrechtelijke rechtspersoon het waterschap Rijn en IJssel zetelend te Doetinchem, te dezen op grond van artikel 95 Waterschapswet krachtens volmacht van de dijkgraaf d.d. 30 juni 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door heemraad de heer Frank Wissink, handelend ter uitvoering van het besluit van het college van dijkgraaf en heemraden d.d. 30 juni 2020, alsmede haar bestuursorgaan het college van Dijkgraaf en Heemraden, krachtens volmacht van dit college d.d. 30 juni 2020 rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar heemraad de heer Frank Wissink, hierna gezamenlijk te noemen hierna te noemen: ‘Waterschap’

de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 25888005, waarvan de zetel is gevestigd aan het Noordereinde 60 te (1243 JJ) ’s-Graveland, die bij deze gelegenheid op grond van statuten of volmacht rechtsgeldig is vertegenwoordigd door de heer Teo Wams, hierna te noemen ‘Natuurmonumenten’

de publiekrechtelijke rechtspersoon de Staat der Nederlanden rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar minister van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw Cora van Nieuwenhuizen, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen: ‘de minister’.

  • A. In 2013 hebben de gemeenten Arnhem, Rheden, Westervoort en Zevenaar en de provincie Gelderland samen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer een gezamenlijke klimaatagenda opgesteld voor het Rivierklimaatpark IJsselpoort.

  • B. Parallel aan het opstellen van de klimaatagenda ontwikkelden de provincies Overijssel en Gelderland, de waterschappen Groot Salland, Rijn en IJssel en Vallei en Veluwe, Rijkswaterstaat, betrokken gemeenten, het Deltaprogramma Rivieren en andere partners een zogenaamde voorkeursstrategie voor de IJssel (2014). Deze voorkeurstrategie gaat uit van een krachtig samenspel tussen dijkversterking en rivierverruiming.

  • C. Deze klimaatagenda en voorkeursstrategie hebben ertoe geleid dat er medio 2015 een MIRT-onderzoek is voltooid en eind 2015 afspraken zijn gemaakt over het opstarten van een MIRT-Verkenning voor het Rivierklimaatpark IJsselpoort, gericht op het integraal realiseren van doelen op het gebied van waterveiligheid, natuur, recreatie, bedrijvigheid, scheepvaart en duurzame energie.

  • D. Voor de uitvoering van deze verkenning hebben op 13 april 2017 het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de provincie Gelderland, de gemeenten Arnhem, Westervoort, Duiven, Zevenaar en Rheden, het waterschap Rijn en IJssel en Natuurmonumenten een intentieverklaring getekend.

  • E. Door middel van een interactief participatieproces zijn de in een notitie reikwijdte en detailniveau (januari 2018) en een notitie kansrijke oplossingen (oktober 2018) beschreven ambities en opgaven via twee onderzoeksalternatieven uitgewerkt in een Voorkeursalternatief, zoals beschreven in de Notitie Voorkeursalternatief (bijlage 4);

  • F. Het Voorkeursalternatief geeft de uitwerking aan de volgende ambities en doelstellingen, met een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in het gebied als overkoepelende opgave:

    • Zorg dragen voor een veilige afvoer van het rivierwater nu en in de toekomst door het realiseren van 10 cm waterstandsdaling in het gebied (bij een afvoer van 16.000 m3/s Lobith) vóór 2029, welke adaptief is uit te breiden naar ca. 20 cm waterstandsdaling;

    • Bijdragen aan het stopzetten van de uitschuring van de IJssel;

    • Een corridor realiseren voor plant en dier, zowel van noord naar zuid als van oost naar west. Dit wordt onder andere vertaald door de realisatie van de Natura 2000-doelen en de provinciale ambities voor het Gelders Natuurnetwerk, waaronder ca. 100 ha nieuwe natuur waarvan ca. 25 ha ooibos en de aanleg van een faunapassage onder de A348 door;

    • Realisatie van de in het Beheer- en ontwikkelplan voor de Rijkswateren 2016-–2021 opgenomen Kaderrichtlijn Water-doelstellingen, o.a. door 5,1 km natuurvriendelijke oevers en een eenzijdig aangetakte geul van 2,5 km in de Hondsbroeksche Pleij en IJsseldijkerwaard;

    • Ruimte voor duurzame en passende agrarische bedrijvigheid, o.a. door het stimuleren van natuurinclusieve landbouw;

    • Verbetering van de toegankelijkheid en beleving van de de uiterwaarden met gebiedsentrees en aansluitend recreatieve routes, een passende nieuwe invulling van de voormalige steenfabrieken De Groot, Koppenwaard en Emptepol en daarnaast het behoud en het beter toegankelijk maken van Fort Westervoort;

    • Een kwaliteitsimpuls voor het Rhederlaag met ruimte voor duurzame en passende bedrijvigheid en een veilige en aantrekkelijke Marsweg;

    • Verbetering van de scheepvaartfunctie door het wegnemen van een zestal breedte- en diepteknelpunten van de vaarweg en het verbeteren van overslagfunctionaliteit bij Westervoort;

    • Bijdragen aan de opwekking van kleinschalige duurzame energie;

    • Uitplaatsing Struyk Verwo voor verschillende doelstellingen.

  • G. Dit Voorkeursalternatief is beleidsmatig vertaald in een intergemeentelijke structuurvisie en op de volgende data door de betrokken gemeenteraden is vastgesteld;

    • gemeente Arnhem 16 september 2020

    • gemeente Duiven 23 september 2020

    • gemeente Rheden 29 september 2020

    • gemeente Westervoort 12 oktober 2020

    • gemeente Zevenaar 16 september 2020

  • H. De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft op d.d. 24 oktober 2020 in het kader van het MIRT en op basis van het Voorkeursalternatief een Voorkeursbeslissing genomen.

  • I. Vanwege de randvoorwaarde dat de beleidsmatige afgesproken afvoerverdeling niet mag wijzigen is de hoeveelheid te behalen waterstandsverlaging in het Rivierklimaatpark gerelateerd aan besluitvorming over projecten die waterstandsdaling op de Nederrijn tot gevolg hebben.

  • J. Waterschap Rijn en IJssel houdt met haar dijkontwerp van dijkvak 48-1 rekening met 10 cm waterstandsdaling, hetgeen een kostenbesparing oplevert voor deze dijkversterking.

  • K. Partijen verwachten zowel bij de Planuitwerking als bij de realisatie van het Voorkeursalternatief synergievoordelen te kunnen behalen met de dijkversterking van dijkvak 48-1 en 48-2.

  • L. Partijen stellen vast dat maatschappelijke meerwaarde wordt bereikt door het gezamenlijk en integraal uitwerken en uitvoeren van de maatregelen uit het Voorkeursalternatief.

  • M. In het kader van deze onderlinge samenwerking hebben Partijen hun verplichtingen over en weer in deze overeenkomst opgenomen.

Partijen komen als volgt overeen:

Artikel 1. Begrippen en definities

  • 1. In deze overeenkomst wordt begrepen onder de volgende begrippen en omschrijvingen: het MIRT: het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

    • het HWBP: het Hoogwaterbeschermingsprogramma

    • de Planuitwerking: de MIRT-planuitwerking als bedoeld in de spelregels van het MIRT. Gedurende de MIRT-planuitwerking werken de Partijen het Voorkeursalternatief uit.

    • Projectbeslissing: de MIRT3-beslissing als bedoeld in de spelregels van het MIRT, te nemen door de minister van Infrastructuur en Waterstaat, voorafgaand aan de Realisatieovereenkomst

    • Programmaplan: een plan van aanpak voor de planuitwerkingsfase waarin o.a. de scope, planning en risico’s worden beschreven alsook de organisatie met daarbij uitgewerkt besluitvormingsstructuur, taken en bevoegdheden.

    • Realisatieovereenkomst: de op te stellen overeenkomst waarin afspraken worden gemaakt over de daadwerkelijke uitvoering van (een deel van) het Voorkeursalternatief, waarbij onder meer gedacht kan worden aan de wijze waarop de uitvoering plaats zal vinden, de partij die de daadwerkelijke uitvoering ter hand zal nemen, de wijze waarop deze partij wordt geselecteerd, de eigendom van en het beheer over de gronden gedurende en na de realisatie, de financiering van de daadwerkelijke realisatie, et cetera.

    • Het Voorkeursalternatief: het voorkeursalternatief als beschreven in de Notitie Voorkeursalternatief (bijlage 4).

    • Omgevingsbesluiten: besluiten van bestuursorganen m.b.t. de fysieke leefomgeving, op grond van de Wet ruimtelijke ordening, de Wet natuurbescherming, de Waterwet, alsmede op grond van verwante wetgeving, dan wel, na inwerkingtreding van de Omgevingswet, besluiten van bestuursorganen op grond van de Omgevingswet.

Artikel 2 Doel van de overeenkomst

Partijen zoeken de onderlinge samenwerking en de samenwerking met private partijen om binnen ruimtelijke en financiële kaders uiterlijk in december 2023 de Planuitwerking van het Voorkeursalternatief af te ronden. Partijen leggen de afspraken hierover in onderhavige overeenkomst vast. De samenwerking van Partijen heeft uiteindelijk tot doel om te komen tot gezamenlijke en integrale uitvoering van het Voorkeursalternatief.

Artikel 3 Algemene inspanningen en verplichtingen

  • 1. Partijen zullen zich inspannen om samen de stappen te zetten om ervoor te zorgen dat de relevante bevoegde gezagen uiterlijk december 2023 de voor de realisatie van het Voorkeursalternatief benodigde omgevingsbesluiten kunnen nemen. Ook zullen Partijen zich inspannen om de voor de realisatie van het Voorkeursalternatief benodigde Realisatieovereenkomsten te kunnen sluiten.

  • 2. Partijen gaan er bij de nakoming van de inspanningsverplichtingen als genoemd in lid 1 van uit dat het Voorkeursalternatief uiterlijk in 2028 kan worden gerealiseerd.

  • 3. Partijen gaan er bij de nakoming van de inspanningsverplichtingen als genoemd in lid 1, voor wat betreft de maatregelen die nodig zijn voor de doelen van de Kaderrichtlijn Water (namelijk de geul in de IJsseldijkerwaard en de helft [5,1 km] van de natuurvriendelijke oevers), van uit dat die uiterlijk in 2027 dienen te worden gerealiseerd.

  • 4. Partijen gaan ervan uit dat 10 cm waterstandsdaling wordt gerealiseerd vóór 2029.

  • 5. Partijen spannen zich in om:

    • a. publiekrechtelijke en privaatrechtelijke medewerking te verkrijgen en/of te verlenen, onverminderd de publieke (wettelijke) taken en verantwoordelijkheden van Partijen, met inachtneming van wettelijke procedures en beginselen van behoorlijk bestuur;

    • b. benodigde besluiten zodanig vast te stellen, dat de doelstellingen en bepalingen van deze overeenkomst gestand worden gedaan en de uitvoering van deze overeenkomst mogelijk wordt gemaakt.

  • 6. Iedere Partij draagt binnen zijn eigen (wettelijke) taken, (wettelijke) verantwoordelijk- heden en (wettelijke) bevoegdheden bij aan de werkzaamheden gedurende en ten behoeve van de Planuitwerking en zet daarvoor de benodigde eigen capaciteit en/of middelen in.

  • 7. Partijen spannen zich in om participatie met de omgeving voort te zetten met dezelfde intentie en kwaliteit als tijdens de MIRT-verkenning.

  • 8. Partijen spannen zich in om de ruimtelijke kwaliteit van het gebied te verbeteren en zullen daartoe een ontwerphandleiding opstellen die als leidraad voor de op te stellen ontwerpen zal dienen.

  • 9. Partijen spannen zich op basis van de voorverkenning van het dijkversterkingsproject dijkvak 48-1 in om uiterlijk vóór 1 december 2020 afspraken te maken over eventuele gezamenlijke Planuitwerking en/of realisatie voor onderdelen die samenvallen met het Voorkeursalternatief, o.a. als het gaat om het omgevingsproces en de mogelijkheden voor rivierkundige- en natuurcompensatie bij buitendijks versterken.

  • 10. Partijen maken afspraken over toekomstige eigendommen en de beheersituatie en leggen deze vast in de Realisatieovereenkomsten.

  • 11. Provincie spant zich in om het in de Omgevingsverordening Gelderland opgenomen Gelders Natuurnetwerk en Groene Ontwikkelzone zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met

  • 12. het Voorkeursalternatief, waarbij natuur en overige functies in het gebied in onderlinge samenhang verder kunnen ontwikkelen.

  • 13. Provincie spant zich in om in afstemming met Partijen een regeling te treffen die het mogelijk maakt om een nader te bepalen hoeveelheid rivierkundige ontwikkelruimte in te zetten voor niet-riviergebonden private initiatieven in het Rivierklimaatpark.

Artikel 4 Organisatie

  • 1. Partijen komen overeen dat Rijkswaterstaat namens de Staat en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat trekker wordt van de Planuitwerking. Teneinde de in artikel 3 lid 1 tot en met 10 genoemde verplichtingen na te kunnen komen, komen Partijen overeen dat Rijkswaterstaat een gemeenschappelijke programmaorganisatie formeert en faciliteert.

  • 2. De programmaorganisatie bestaat uit onder andere een stuurgroep, een opdrachtgeversoverleg en een integraal programmamanagementteam.

  • 3. De stuurgroep is bestuurlijk opdrachtgever en bestaat uit de volgende leden:

    • a. Gedeputeerde provincie Gelderland, tevens voorzitter

    • b. Wethouder van elk van de betrokken gemeenten

    • c. Heemraad van het Waterschap

    • d. Directeur van Rijkswaterstaat

    • e. Secretaris te leveren door Rijkswaterstaat

    • f. Voorzitter van de klankbordgroep (adviserend lid)

  • 4. Partijen zullen uiterlijk in december 2020 de taken en bevoegdheden van de stuurgroep vastleggen in een protocol.

  • 5. Rijkswaterstaat zal een ambtelijk opdrachtgever aanstellen, die een opdrachtgeversoverleg organiseert met managers vanuit Partijen. Het opdrachtgeversoverleg bespreekt de sturing en voortgang op aanpak en kwaliteit, waarbij o.a. afspraken worden gemaakt over de inzet van mensen en middelen.

  • 6. De ambtelijk opdrachtgever is namens het opdrachtgeversoverleg opdrachtgever voor de Planuitwerking.

  • 7. Rijkswaterstaat stelt een programmamanager aan als ambtelijk opdrachtnemer, tevens als secretaris van de stuurgroep.

  • 8. Rijkswaterstaat stelt een integraal programmamanagementteam samen, waarin diverse rollen worden bemenst door voor zover nu bekend Rijkswaterstaat, Provincie, gemeente Zevenaar en gemeente Rheden.

  • 9. Dit integraal programmamanagementteam staat onder leiding van de programmamanager.

  • 10. Rijkswaterstaat stelt een begeleidingsgroep samen die vanuit de diverse eigen beleidsvelden van Partijen het integraal programmamanagementteam inhoudelijk zal adviseren bij de Planuitwerking.

  • 11. De programmamanager stelt in het eerste kwartaal 2021 een programmaplan op met deelprojecten.

  • 12. Partijen onderscheiden vooralsnog de volgende deelprojecten, waarbij de tussen haakjes genoemde partijen de deelprojectleider leveren:

    • a. Vaargeul en oevers (Rijkswaterstaat)

    • b. Hondsbroeksche Pleij/IJsseldijkerwaard (provincie Gelderland)

    • c. Koppenwaard (Rijkswaterstaat)

    • d. Rhederlaag (gemeente Zevenaar)

    • e. Noordelijke uiterwaarden (provincie Gelderland)

    • f. Terrein de Groot (gemeente Rheden)

  • 13. Partijen stellen zo snel mogelijk na ondertekening van deze overeenkomst een grondstrategieplan op waaruit blijkt op welke wijze en door wie de grondverwerving plaatsvindt.

  • 14. Partijen stellen een klankbordgroep met een onafhankelijk voorzitter in. Met onafhankelijke voorzitter wordt een voorzitter bedoeld die niet optreedt namens één van de Partijen en ook niet werkzaam is bij één van de Partijen. Partijen nodigen in ieder geval de volgende partijen uit om deel te nemen aan de klankbordgroep: LTO-Noord, Koninklijke BLN-Schuttevaer, Natuurmonumenten en afvaardigingen van recreatieondernemers Rhederlaag en lokale dorpsbelangenverenigingen. De klankbordgroep adviseert de stuurgroep op programmaniveau over inhoud en proces van de Planuitwerking.

Artikel 5 Financiën

  • 1. Het taakstellend budget voor de Planuitwerking en realisatie per partij is opgenomen in de verdeelstaat in bijlage 1. Partijen komen overeen dat zij de daar genoemde financiële bijdrage leveren.

  • 2. Het onder lid 1 genoemde budget is onderbouwd door de kostenraming (inclusief een verdeling over deelgebieden), zoals nader aangegeven in de tabel van bijlage 2. De kosten zijn geraamd inclusief btw met prijspeil 2019.

  • 3. Ten tijde van ondertekening van deze overeenkomst hebben Partijen de genoemde bedragen reeds gereserveerd in ieders eigen goedgekeurde begroting, dan wel is er door ieders algemeen bestuur een besluit genomen om het bedrag in een eerstvolgende begroting te reserveren

  • 4. In afwijking van lid 3 zal de gemeente Zevenaar zich inspannen om uiterlijk voor 1 januari 2023 de bijdragen als genoemd in bijlage 1, dan wel een gedeelte ervan, op een goedgekeurde begroting te reserveren. Indien en voor zover de gemeente Zevenaar deze inspanningsverplichting niet nakomt, noch vervangende financiering door derden realiseert, zullen de maatregelen waar (een deel van) de bijdrage voor bestemd is in de Planuitwerking komen te vervallen. Eveneens zal dan (naar rato) deze cofinanciering van Provincie voor de maatregel(en) vervallen.

  • 5. In afwijking van lid 3 zal de gemeente Westervoort zich inspannen om uiterlijk 1 januari 2023 de cofinanciering van de recreatieve maatregelen voor een bedrag van € 0,58 miljoen te reserveren op een goedgekeurde begroting. Indien en voor zover de gemeente Westervoort deze inspanningsverplichting niet nakomt, noch vervangende financiering door derden realiseert, zullen de maatregelen waar (een deel van) de bijdrage voor bestemd is in de Planuitwerking komen te vervallen. Eveneens zal dan (naar rato) deze cofinanciering van Provincie voor de maatregel(en) vervallen. Daarnaast draagt de gemeente Westervoort voor € 1 miljoen bij aan de uitplaatsing van Struyk Verwo. De provincie zal garant staan voor dit bedrag en zo nodig voorfinancieren. De Provincie en gemeente Westervoort zullen hierover nadere afspraken maken en vastleggen in een aanvullende overeenkomst.

  • 6. Partijen maken zo snel mogelijk na ondertekening van deze overeenkomst nadere afspraken over het tijdstip en de wijze van beschikbaar stellen van de gelden, waarbij het uitgangspunt is dat de gelden ter beschikking worden gesteld aan Rijkswaterstaat, voor zover het geen maatregelen betreffen die een andere partij zelf uitvoert of doet uitvoeren.

  • 7. De in bijlage 2 opgenomen kosten voor de Planuitwerking, zijnde € 4,66 mln inclusief btw, prijspeil 2019, worden verdeeld over de Staat en provincie Gelderland. De in bijlage 1 genoemde financiële bijdrage van de Provincie Gelderland voor de Planuitwerking, wordt door middel van een projectsubsidie verstrekt aan Rijkswaterstaat, onder voorbehoud van besluitvorming door provinciale Staten.

  • 8. In de in bijlage 1 opgenomen verdeelstaat zijn € 1,4 mln aan vermeden dijkversterkings-kosten voor het dijkvak 48-1 opgenomen, uitgaande van de realisatie van 10 cm waterstandsdaling vóór 2029. Dit bedrag wordt voor 90% gefinancierd door het HWBP en wordt vanuit de Dijkenrekening toegevoegd aan het Deltafonds, en komt voor de resterende 10% voor rekening van het Waterschap, een en ander conform de afspraken zoals opgenomen in de brief van 23 juni 2020 van de Programmadirectie Hoogwater- bescherming aan Waterschap Rijn en IJssel. Idealiter is voorafgaand aan de verkenningsfase van het eerste deelproject van dijkversterking 48-1 besloten of de 10 centimeter waterstandsdaling wordt gehaald.

  • 9. Bij de besluitvorming over de adaptieve uitbreiding van de waterstandsverlaging worden overeenkomstig de in lid 7 genoemde brief nieuwe afspraken gemaakt over het verrekenen van vermeden dijkversterkingskosten.

  • 10. Partijen maken nadere afspraken over hun bijdrage in de eventueel aan derden te betalen schadevergoedingen uit hoofde van nadeelcompensatie en planschade, waarbij het uitgangspunt is dat Partijen naar rato van hun investering in de kosten bijdragen. Voor zover een derde het initiatief neemt tot een maatregel uit het Voorkeursalternatief, is het uitgangspunt dat deze derde de planschade en nadeelcompensatiekosten draagt.

  • 11. Elke partij draagt de eigen personeels- en apparaatskosten.

  • 12. Partijen zijn gehouden elkaar medewerking te verlenen om het optimale fiscale resultaat te bereiken. Dit met inachtneming van de fiscale regelgeving en zo nodig in overleg met de voor Partijen bevoegde belastingeenheid.

  • 13. Partijen zijn voornemens hun gronden zoveel mogelijk ter beschikking te stellen voor de realisatie van het Voorkeursalternatief. Partijen treden in overleg om afspraken te maken over de mogelijke financiële consequenties van het ter beschikking stellen van gronden.

  • 14. Partijen zullen jaarlijks indexeren met de Index Bruto Overheidsinvesteringen (IBOI), zoals gehanteerd door het ministerie van Financiën.

Artikel 6 Planning

  • 1. Bijlage 3 bevat een planning op hoofdlijnen van de Planuitwerking tot en met 2023 en realisatie tot en met 2028, die zo spoedig mogelijk als onderdeel van het in artikel 4.11 genoemde programmaplan wordt uitgewerkt in een gedetailleerde planning.

  • 2. Partijen zullen te allen tijde trachten om de uitvoering van maatregelen uit het Voorkeursalternatief dusdanig op elkaar af te stemmen dat dit het meest gunstig is vanuit doelmatigheid en financieel oogpunt.

  • 3. Partijen kunnen in overleg besluiten maatregelen uit het Voorkeursalternatief versneld uit te voeren.

Artikel 7 Risicobeheer

  • 1. Bijlage 3 bevat een planning op hoofdlijnen van de Planuitwerking tot en met 2023 en realisatie tot en met 2028, die zo spoedig mogelijk als onderdeel van het in artikel 4.11 genoemde programmaplan wordt uitgewerkt in een gedetailleerde planning.

  • 2. Partijen zullen te allen tijde trachten om de uitvoering van maatregelen uit het Voorkeursalternatief dusdanig op elkaar af te stemmen dat dit het meest gunstig is vanuit doelmatigheid en financieel oogpunt.

  • 3. Partijen kunnen in overleg besluiten maatregelen uit het Voorkeursalternatief versneld uit te voeren.

Artikel 8 Communicatie

  • 1. Partijen stellen gezamenlijk een plan op voor de interne en externe communicatie over de Planuitwerking, waarin zij ieders taak en verantwoordelijkheid vastleggen.

  • 2. Het communicatieplan bevat afspraken over communicatie met bestuursorganen, belanghebbenden en belangstellenden gedurende de looptijd van de Planuitwerking.

  • 3. Partijen informeren elkaar over initiatieven en (voortgang van) werkzaamheden die zij met betrekking tot maatregelen uit het Voorkeursalternatief ontplooien. Ook informeren Partijen elkaar over initiatieven en werkzaamheden die geen onderdeel zijn van het Voorkeursalternatief, maar wel bijdragen of afbreuk doen aan of een raakvlak hebben met het Voorkeursalternatief.

Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden

  • 1. De Partij, aan wiens zijde een onvoorziene omstandigheid opkomt, is gehouden de Partijen daarvan onmiddellijk schriftelijk in kennis te stellen en in overleg te treden om de ontstane situatie en de consequenties daarvan te beperken en zo mogelijk in onderling overleg op te lossen in de geest van deze Overeenkomst.

  • 2. Als zich een onvoorziene omstandigheid voordoet, die met zich brengt dat ongewijzigde uitvoering van (enige bepaling van) deze Overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet (meer) kan worden geëist, is elke Partij gerechtigd de overeenkomst op te zeggen.

  • 3. Als een onvoorziene omstandigheid ertoe leidt dat de uitvoering van de Overeenkomst niet of althans niet op de door Partijen bij het aangaan van de Overeenkomst voorgestane wijze kan worden uitgevoerd, bezien Partijen of deze Overeenkomst wijziging ofwel (gedeeltelijke) beëindiging behoeft.

Artikel 10 Geschilbeslechting

Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen, die naar aanleiding van of in verband met onderhavige overeenkomst mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daaronder mede begrepen die welke slechts door één der Partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de rechtbank te Arnhem.

Artikel 11 Overige bepalingen

  • 1. De overeenkomst treedt in werking op de datum van ondertekening en parafering door alle Partijen.

  • 2. De overeenkomst omvat alle afspraken tussen partijen met betrekking tot de Planuitwerking en treedt in de plaats van alle eerdere schriftelijke en mondelinge afspraken die Partijen ter zake hebben gemaakt.

  • 3. Eventuele aanvullende afspraken die Partijen maken na het sluiten van de overeenkomst zijn slechts bindend voor zover zij door Partijen schriftelijk zijn bevestigd.

  • 4. Indien een bepaling van de Overeenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, wordt die bepaling, voor zover nodig, uit deze Overeenkomst verwijderd en vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel mogelijk benadert. Het overige deel van deze Overeenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd.

Artikel 12 Publicatie in Staatscourant

  • 1. Binnen 14 dagen na ondertekening van deze overeenkomst wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.

  • 2. Bij wijzigingen in deze overeenkomst vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing.

  • 3. Van toetreden, uittreden, opzeggen of ontbinden wordt melding gemaakt in de Staatscourant.

BIJLAGEN

De bijlagen bij de overeenkomst vormen een integraal bestanddeel van deze overeenkomst. Het betreft de bijlagen:

  • 1. Tabel verdeelstaat taakstellend budget

  • 2. Tabel overzicht kosten

  • 3. Planning op hoofdlijnen

  • 4. Notitie Voorkeursalternatief

Bijlage 1: tabel verdeelstaat taakstellend budget

 

x EUR mln. prijspeil 2019

incl. BTW

Kostendrager

Toerekening kosten

Taakstellend budget

Rijk Deltafonds

25,8

24,4

HWBP kostenbesparing dijkversterking1

1,3

Waterschap Rijn en IJssel kostenbesparing dijkversterking1

 

0,14

Rijk Infrafonds (scheepvaart)

8,3

8,3

Rijk Kaderrichtlijn Water

6,2

6,2

Provincie Gelderland2

14,4

15,0

Gemeente Arnhem

0,11

0,11

Gemeente Zevenaar3

1,43

1,43

Gemeente Rheden

0,39

0,39

Gemeenten Westervoort

1,58

1,58

Vereniging Natuurmonumenten

0,18

0,18

Particuliere investeringen4

0,75 + p.m.

p.m.

Totaal

59.16

 
X Noot
1

De kostenbesparing voor dijkvak 48-1 uitgaande van de eerste 10 cm waterstandsverlaging bedraagt € 1,4 mln. Dit bedrag komt ten goede aan de rivierverruimende maatregelen en wordt voor 90% gedekt door overheveling van de Dijkenrekening van het HWBP aan het Deltafonds (€ 1,3mln.) en voor 10% gedekt door een directe bijdrage van Waterschap Rijn en IJssel aan de rivierverruimende maatregelen(€ 0,14 mln.)

X Noot
2

Restantbedrag is ten behoeve van indexatie

X Noot
3

Conform uitzondering als genoemd in artikel 5.4

X Noot
4

Over de particuliere bijdragen dienen in de planuitwerkingsfase nog nadere afspraken te worden gemaakt. Het betreffen hier veelal bijdragen in rivierkundige compensatie.

Bijlage 2: Tabel kosten en verdeling over deelgebieden en partijen (mln. €, prijspeil 2019)

Partij

Koppenwaard

Hondsbr. Pleij / IJsseldijkerwaard

Zomerbed (incl. oevers)

Terrein De Groot

IJsseloord / Velperwaarden / Rhedense laag

Rhederlaag

Totaal directe bouwkosten

Planuitwerking

Objectoverstijgende risico's en scheefte

Totaal, incl. BTW

Min. I&W-Deltafonds

9,73

6,63

 

3,85

   

20,21

2,30

3,38

25,79

Min. I&W-Infrafonds (scheepvaart)

 

0,34

6,12

     

6,46

0,72

1,15

8,33

Min. I&W-Kaderrichtlijn Water

 

4,27

0,66

     

4,93

0,49

0,79

6,21

Provincie Gelderland

1,88

2,95

 

1,83

3,52

1,24

11,43

1,15

1,83

14,41

Gemeente Arnhem

       

0,11

 

0,11

   

0,11

Gemeente Zevenaar

0,10

       

1,33

1,43

   

1,43

Gemeente Rheden

     

0,08

0,31

 

0,39

   

0,39

Gemeente Westervoort

 

1,58

       

1,58

   

1,58

Natuurmonumenten

0,18

         

0,18

   

0,18

Particuliere investeringen

 

0,75 + p.m.

 

p.m.

 

p.m.

0,75

   

0,75

Totaal

11,90

16,52

6,78

5,76

3,94

2,57

47,47

4,66

7,05

59,18

Bijlage 3: Planning op hoofdlijnen

Wat

Wanneer

MIRT 2 voorkeursbeslissing

Q4 2020

Opstellen programmaplan en deelprojectplannen

Q3 2020–Q1 2021

Aanbesteding ingenieursdiensten

Q1 2021–Q3 2021

Onderzoek, ontwerpen en beoordelen

Ontwikkelen Ontwerp besluit(en)

Q3 2021–Q 2 2023

Publicatie Ontwerp besluit – Definitief besluit(en)

Q2 2023–Q3 2023

MIRT 3 projectbeslissing(en) deelprojecten

Q4 2023

Aanbestedingen realisatie deelprojecten

Q1 2024–Q2 2025

In geval van evt. onteigening en afwikkelen beroepsprocedures

Q1 2024–Q2 2025

Aanvragen uitvoeringsvergunningen – realisatie deelprojecten

Q2 2025–Q4 2027

MIRT 4 opleveringsbeslissing(en)

Q1 2028

Bijlage 4: Notitie Voorkeursalternatief Verkenningsfase (2016 – 2020) – Rivierklimaatpark IJsselpoort

Verkenningsfase (2016 – 2020) – Rivierklimaatpark IJsselpoort

Naar boven