De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 5.10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet luchtvaart en artikel 24
van de Luchtvaartwet BES;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De Regeling vierde tijdelijk verbod burgerluchtverkeer luchtruim Nederland en BES
in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:
B
In artikel 3, tweede lid, wordt ‘geldt tot 4 maart 2021, 00.01 uur plaatselijke tijd’
vervangen door ‘geldt tot 1 april 2021 00.01 uur plaatselijke tijd’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking op 4 maart op het tijdstip waarop daarvan mededeling
wordt gedaan door de verlener van luchtverkeersdiensten door middel van luchtvaartpublicaties
zijnde Notice to Airmen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
TOELICHTING
Onderhavige regeling wijzigt de Regeling vierde tijdelijk verbod burgerluchtverkeer
luchtruim Nederland en BES in verband met het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt
(hierna: de regeling). De regeling is vastgesteld om de instroom in Europees Nederland,
Bonaire, Sint Eustatius en Saba van mensen die mogelijk het virus bij zich dragen
dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt zoveel mogelijk te beperken.
Het OMT is gevraagd een advies uit te brengen over epidemiologische noodzaak voor
eventuele verlenging van vliegverboden. Op basis van dit advies en de besluitvorming
in de MCC heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht de vliegverboden
grotendeels te verlengen.
Het OMT heeft aangegeven dat zolang de naleving van het quarantainebeleid in Nederland
onvoldoende is, het belangrijk is om reizigersstromen, vooral uit landen waar de verschillende
zorgelijke varianten (VOC’s) circuleren, tot een minimum te beperken. Naast het ontraden
van niet-essentiële reizen kunnen de vliegverboden hieraan bijdragen en dienen deze
te worden gehandhaafd. Gezien de nog beperkte aanwezigheid van de P.1.-variant uit
Brazilië in Nederland is continuering van het verbod voor de landen in Zuid-Amerika
en Midden-Amerika adequaat. Gezien de beperkte, maar toenemende verspreiding van de
Zuid-Afrikaanse variant in Nederland is uitbreiding van het vliegverbod naar een groter
deel van Afrika niet nodig. Door de uitgebreide verspreiding van de VK-variant is
een uitbreiding van vliegverboden gericht op beperking van import van deze variant
ook niet aangewezen. Verder heeft het OMT aangegeven dat het vliegverbod voor Kaapverdië
opgeheven kan worden omdat er geen tekenen van verspreiding van VOC’s zijn in dat
land.
Gelet op het voorgaande is in artikel 2, tweede lid, Kaapverdië verwijderd van de
lijst met landen waarvoor het vliegverbod geldt. De regeling is verlengd tot 1 april
2021, tenzij voor dat tijdstip tot verlenging of intrekking van deze regeling is besloten.
Onderhavige regeling is op grond van artikel 5.10, vierde lid, Wet luchtvaart via
een Notice to Airmen (NOTAM) bekendgemaakt en wordt in de Staatscourant gepubliceerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga