Besluit van de Minister voor Medische Zorg van 1 maart 2021, kenmerk 1833982-218920-Z, houdende Tweede Nadere aanwijzing van de besteedbare middelen ter dekking van de beheerskosten 2018 (Tweede nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2018)

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 4.3 van het Besluit Wfsv;

Besluit:

Artikel 1

Voor het jaar 2018 is voor de beheerskosten Wlz van de Wlz-uitvoerders en de Sociale verzekeringsbank € 0,614 miljoen meer beschikbaar dan geregeld in artikel 1 van de Nadere Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2018.

Artikel 2

Het bedrag in artikel 1 genoemd van € 0,614 miljoen is volledig bestemd voor de taken, bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tweede nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2018.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

Toelichting

Algemeen

In de onderhavige Tweede nadere aanwijzing wordt het bedrag van de voor 2018 beschikbaar gestelde middelen voor de beheerskosten van Wlz-uitvoerders en de voor de uitvoering van de Wet langdurige zorg (Wlz), verhoogd met € 0,614 miljoen. Die verhoging resulteert in een totaalbedrag van € 196,245 miljoen.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel voorziet in de verhoging van het beschikbare bedrag voor de beheerskosten van Wlz-uitvoerders met € 0,614 miljoen.

Artikel 2

Artikel 2 bevat de op basis van artikel 4.3, tweede lid, van het Besluit Wfsv, vereiste onderverdeling van het bedrag van € 0,614 miljoen. Het volledige bedrag van € 0,614 miljoen is bestemd voor zorgkantoortaken van Wlz-uitvoerders (artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wlz).Er volgt nu een onderbouwing van de aanpassingen.

Aanpassingen op het terrein van de taken als bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz
Bewuste keuze gesprekken

De zorgkantoren zijn nieuwe PGB-budgethouders persoonlijker gaan benaderen onder andere door het voeren van bewuste-keuze-gesprekken. Voor 2018 is uitgegaan van 7.500 gesprekken. Inmiddels blijkt dat het aantal gesprekken voor 2018 is uitgekomen op 8.116. Deze bijstelling betekent een ophoging van de besteedbare middelen. Deze incidentele ophoging bedraagt € 0,170 miljoen. De bijstelling is gelijk aan het te hoger aantal gesprekken (616) vermenigvuldigd met € 275,64 per gesprek.

Huisbezoeken

Vanaf 2015 ontvangen zorgkantoren via het beheerskostenbudget een vergoeding voor huisbezoeken bij PGB-houders. Het verwachte aantal huisbezoeken bedroeg 13.500. Inmiddels blijkt dat het aantal huisbezoeken voor 2018 is uitgekomen op 13.768. Dit betekent een ophoging van € 0,142 miljoen. De incidentele bijstelling is gelijk aan het te laag geraamde aantal gesprekken (268) vermenigvuldigd met € 530 per huisbezoek.

Meerzorg

Voor 2018 wordt bij de verdeling van het uitvoeringsbudget rekening gehouden met een bedrag per nieuwe toekenning voor meerzorg. Het verwachte aantal toekenningen bedroeg 500 voor het PGB en 1.300 in het geval van zorg in natura. Inmiddels blijkt het aantal toekenningen 356 respectievelijk 2.356 te bedragen. Dit betekent een neerwaartse bijstelling van € 0,89 miljoen en opwaartse bijtelling van € 0,391 miljoen. De incidentele bijstelling is gelijk aan het te hoog geraamde aantal gesprekken PGB (144) vermenigvuldigd met het bedrag per toekenning (€ 617,03) en het te laag geraamde gesprekken zorg in natura (1.056) vermenigvuldigd met het bedrage per toekenning (€ 370,01).

Artikel 3

Deze Tweede nadere aanwijzing resulteert in een verhoging van het bedrag van de voor het jaar 2018 beschikbare middelen voor de beheerskosten ter uitvoering van de Wlz. Dit besluit werkt daarom terug tot en met 1 januari 2018.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

Naar boven