Convenant Laadinfrastructuur In Parkeergarages (CLIP)

Partijen

1. De Staatssecretaris voor Infrastructuur en Waterstaat, mw. Stientje van Veldhoven-van der Meer, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen: ‘I&W’;

2. De vereniging Vexpan, Platform voor Parkeren in Nederland, als belangenbehartiger van de parkeerbranche in Nederland, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer André Wielaard, voorzitter van het bestuur van Vexpan.

Partijen 1 en 2, hierna samen te noemen: ‘Partijen’, ieder afzonderlijk te noemen: ‘Partij’.

Overwegingen

  • A. In 2019 is een Klimaatakkoord vastgesteld door onder andere de rijksoverheid, decentrale overheden, marktpartijen en netbeheerders om de uitstoot van CO2 te verminderen en de energietransitie in Nederland te versnellen;

  • B. Transport veroorzaakt een kwart van de CO2-uitstoot. Het streven is dat uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn. Voorbeelden hiervan zijn waterstof en elektrische auto’s. Deze auto’s stoten bij het rijden geen broeikasgassen uit, houden de lucht schoon en brengen minder geluidsoverlast met zich mee;

  • C. Vanuit het Klimaatakkoord worden acties in gang gezet en maatregelen getroffen om elektrisch vervoer te stimuleren. Het streven is om in 2030 100% emissieloze nieuwverkoop te bereiken en daarvoor wordt geschat dat er in 2030 1,9 miljoen emissieloze voertuigen rondrijden en wordt een behoefte aan 1,7 miljoen laadpunten voorzien in Nederland;

  • D. Daardoor zal ook de behoefte aan laadpunten in parkeergarages de komende jaren snel toenemen;

  • E. Bedrijven die een nieuw bedrijfspand bouwen of hun pand ingrijpend renoveren zijn sinds 2020 ingevolge (een wijziging van) Europese richtlijn 2010/31/EU “Energie Prestatie Gebouwen” en (de daaruit volgende aanpassing van) het Bouwbesluit wettelijk verplicht om per tien parkeerplaatsen ten minste één oplaadpunt te hebben. Bovendien moeten op tien procent van de overige parkeerplaatsen ten minste voorzieningen zijn getroffen om meer laadpalen te kunnen plaatsen in de toekomst, zoals mantelbuizen of bekabeling.

  • F. Uit onderzoek blijkt dat het huidige aantal laadpunten in bestaande parkeergarages nog beperkt is (exacte data zijn niet voorhanden, maar voor zover bekend hebben 121 parkeergarages in totaal 848 laadpunten, de overige 266 parkeergarages hebben geen laadpunten. De schatting is dat 0,5% van de parkeerplekken in parkeergarages nu zijn voorzien van een laadpunt);

  • G. Een onderdeel van het Klimaatakkoord is de Nationale Agenda Laadinfrastructuur waarin acties zijn benoemd voor regionale samenwerkingsverbanden op het gebied van elektrisch vervoer. Deze acties vertalen zich in een Regionale aanpak laadinfrastructuur. Dit zijn afspraken tussen de rijksoverheid en decentrale overheden, maar gelden niet rechtstreeks voor parkeergaragehouders;

  • H. IenW en Vexpan stellen voor, om in aanvulling op de Nationale Agenda Laadinfrastructuur afspraken te maken over het stimuleren van laadpunten in bestaande en nieuwe parkeergarages en daarbij zoveel mogelijk parkeergaragehouders te betrekken;

  • I. Vexpan werkt samen met parkeergaragehouders, gemeenten en andere organisaties om elektrisch vervoer te stimuleren;

  • J. IenW functioneert als bestuurlijk en ambtelijk aanspreekpunt van Vexpan op dit thema;

  • K. Parkeergaragehouders zijn zelfstandig beslissingsbevoegd op besluiten rond de uitrol van laadinfrastructuur, maar zijn gehouden aan de geldende normen en richtlijnen, zoals de decentrale bouw- en aanlegregelgeving.

  • L. Parkeergaragehouders, in de hoedanigheid van bedrijven, kunnen worden aangemerkt als de partij voor wiens rekening en risico een parkeergarage wordt geëxploiteerd, waaronder de eigenaren of uitbaters van een parkeergarages, ieder voor hun eigen verantwoordelijkheid;

  • M. Vexpan is een branchevereniging met leden die bestaat uit private en publieke eigenaren of uitbaters van parkeergarages en andere bij de parkeersector betrokken bedrijven en organisaties.

Partijen komen het volgende overeen

Artikel 1: Definities

Partijen verstaan in dit Convenant Laadinfrastructuur In Parkeergarages onder:

  • Laadinfrastructuur: het geheel van voorzieningen wat het mogelijk maakt dat automobilisten vrije laadplaatsen in parkeergarages kunnen vinden en elektrische voertuigen veilig kunnen opladen;

  • Parkeergarages: een voorziening waar automobilisten hun auto's (meestal) overdekt kunnen parkeren;

  • Leden: de leden van de branchevereniging.

Artikel 2: Doel

Het doel van dit convenant is parkeergaragehouders, parkeergarage eigenaren, betrokken gemeenten en andere organisaties binnen de parkeerbranche te stimuleren om (openbare) parkeergarages te voorzien met voldoende laadpunten waardoor berijders van elektrische voertuigen in het algemeen voldoende mogelijkheden hebben om de batterij van hun elektrische auto op te laden.

Partijen streven ernaar dat in 2025 gemiddeld 5% van de parkeerplekken in parkeergarages voorzien zijn van laadinfrastructuur en in 2030 gemiddeld 10%.

Artikel 3: Inzet en acties per thema

Partijen werken in verschillende samenstellingen aan het bevorderen van laadinfrastructuur in parkeergarages aan de hand van de hierna volgende thema’s:

  • a. Kennis verspreiden onder parkeergaragehouders, gemeenten en andere stakeholders over onder andere nieuwe ontwikkelingen, technische handvatten en brandveiligheid;

  • b. Op de hoogte blijven van de inhoud van de kennis op de kennisbank Vexpan.nl;

  • c. Zorgdragen voor de actualisatie van de handreikingen op de kennisbank Vexpan.nl;

  • d. Bevorderen van toetreding tot en deelname aan het convenant van parkeergaragehouders of andere belanghebbenden bij de doelstelling van het convenant.

Artikel 4: Inzet en acties op speerpunten

Partijen zetten zich gezamenlijk in om de aanleg laadinfrastructuur in parkeergarages te bevorderen. Deze samenwerking (uitvoering van het convenant) richt zich onder meer op de volgende speerpunten:

  • a. Het vergroten van de bekendheid van het belang van laadinfrastructuur in parkeergarages ter ondersteuning van de transitie naar elektrische voertuigen;

  • b. Het inventariseren en waar nodig verlagen van drempels voor de eindgebruiker (zakelijk of particulier);

  • c. Het inventariseren en agenderen van barrières en belemmeringen voortkomend uit regelgeving;

  • d. Het stimuleren van een consistent en uniform gemeentelijk beleid met betrekking tot elektrisch laden in parkeergarages (indien mogelijk met stimulerende werking).

Artikel 5: Inspanning aanleg laadpunten

  • 1. Vexpan spant zich in dat haar leden streven naar ten minste de in artikel 2 genoemde percentages laadpunten op het totaalaantal parkeerplekken in parkeergarages, op basis van het door Partijen periodiek te bepalen totaalaantal;

  • 2. Vexpan spant zich in om haar leden de totaalaantallen voor toepassing van het eerste lid vast te laten stellen met behulp van de online-prognosetool zoals gepubliceerd op de kennisbank Vexpan.nl;

  • 3. Vexpan spant zich in om haar leden bij het aanleggen van laadpalen gebruik te laten maken van de door de parkeergaragesector opgestelde handreikingen;

  • 4. Vexpan spant zich in om haar leden maatregelen op te laten stellen voor het behalen van de gehanteerde streefcijfers. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen parkeergarages op basis van verschillende categorieën en groottes of de aard van de locaties;

  • 5. Partijen stellen over de onderwerpen in het eerste tot en met vierde lid een plan van aanpak en uitvoeringsprogramma op.

Artikel 6: Governance

  • 1. Partijen voeren periodiek overleg over de onderwerpen aangaande dit convenant en stellen daartoe een Werkgroep in;

  • 2. De Werkgroep bepaalt haar eigen samenstelling en werkwijze met betrekking tot de opstelling en uitvoering van het plan van aanpak, bedoeld in artikel 5, en de evaluatie en monitoring, bedoeld in artikel 7;

  • 3. Partijen beslissen over een (onafhankelijke) voorzitter en ondersteuning van de Werkgroep;

  • 4. Partijen komen binnen twee maanden na ondertekening van dit convenant bijeen om de Werkgroep in te stellen en afspraken te maken over de in het eerste tot en met derde lid bedoelde onderwerpen.

Artikel 7: Evaluatie

  • 1. Partijen evalueren de uitvoering en werking van dit convenant in ieder geval jaarlijks en bespreken dit in de Werkgroep;

  • 2. Met betrekking tot de afspraken, bedoeld in artikel 5, spreken Partijen af dat landelijke voortgang van het aantal of percentage laadpunten in parkeergarages halfjaarlijks wordt gemonitord door een onafhankelijke organisatie en jaarlijks wordt gepubliceerd op Vexpan.nl.

Artikel 8: Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht

De afspraken van dit convenant en de nadere uitwerking daarvan zullen in overeenstemming met het internationale recht, het Unierecht en het Nederlandse recht worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de internationale, Europese en Nederlandse regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technisch normen en voorschriften.

Artikel 9: Kennisdeling en informatie-uitwisseling kennisdeling

  • 1. Partijen stellen elkaar, met inachtneming van het tweede en derde lid, zoveel mogelijk kennis en informatie ter beschikking die behulpzaam kan zijn bij de uitvoering van dit convenant, in het bijzonder met betrekking tot de speerpunten zoals genoemd in artikel 4;

  • 2. Partijen spannen zich in om kennis en informatie te delen met organisaties in de parkeerbranche die hierbij baat kunnen hebben of deze openbaar te maken op elkaars websites en andere media, in het bijzonder met betrekking tot de speerpunten zoals genoemd in artikel 4;

  • 3. Over in het kader van dit convenant uit te wisselen en te delen gegevens, zoals bedrijfsgegevens en concurrentiegevoelige informatie, en de verwerking daarvan maken Partijen zodanige afspraken dat wordt voldaan aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, met name de Algemene Verordening Gegevensbescherming, en handelen Partijen overeenkomstig;

  • 4. De onderlinge gegevensverstrekking of kennisdeling mag niet leiden tot het openbaren of uitwisselen van concurrentiegevoelige informatie tussen Partijen zonder dat Partijen in de Werkgroep afspraken hebben gemaakt over de vertrouwelijkheid van bepaalde gegevens en de omgang daarmee.

Artikel 10: Wijzigingen

  • 1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken het convenant te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen;

  • 2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.

Artikel 11: Toetreding en uittreding van partijen

  • 1. Nieuwe partijen kunnen toetreden tot dit convenant en bestaande Partijen kunnen uittreden;

  • 2. Toetreding van een partij bij dit convenant is alleen mogelijk indien alle Partijen instemmen met een verzoek tot toetreding. Partijen zullen deze instemming niet op onredelijke gronden onthouden.

Artikel 12: Citeertitel

Het convenant kan worden aangehaald als “Convenant Laadinfrastructuur In Parkeergarages”.

Artikel 13: Beëindiging

  • 1. Elke Partij kan deelname aan dit convenant schriftelijk opzeggen. De betreffende Partij draagt in overleg met de overige Partijen zorg voor afhechting van de op het moment van opzegging op grond van het convenant bestaande verplichtingen, afspraken en toezeggingen. Een Partij kan na opzegging niet meer deelnemen aan de uitvoering van het convenant;

  • 2. Dit convenant kan voor het einde van de looptijd, bedoeld in artikel 15, worden beëindigd indien alle Partijen dit schriftelijk overeen komen.

Artikel 14: Nakoming en geschilbeslechting

  • 1. De nakoming van dit convenant is niet in rechte afdwingbaar;

  • 2. Partijen spannen zich in om eventuele geschillen over dit convenant of de uitvoering daarvan in overleg te schikken. Van een geschil is sprake indien een Partij dit schriftelijk kenbaar maakt aan de andere Partijen.

Artikel 15: Inwerkingtreding en looptijd

Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en loopt tot en met 31 december 2029.

Artikel 16: Openbaarmaking

Dit convenant of de zakelijke inhoud daarvan wordt openbaar gemaakt in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend,Den Haag, 4 maart 2021.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

De voorzitter van het bestuur van Vexpan, A. Wielaard

Naar boven