Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 1 maart 2021, nr. 3213101, tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit bezoldiging politie, het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie, de Regeling landelijk sociaal statuut politie en de Regeling maaltijdvergoeding bij overwerk politie, in verband met de jaarlijkse indexering van bedragen aan de prijsontwikkeling

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 54a, vijfde lid, en 55y, tiende lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, artikel 3bis a, twaalfde lid, en 50a, tweede lid, van het Besluit bezoldiging politie, artikel 38 van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie, artikel 20d, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling landelijk sociaal statuut politie en artikel 2, vijfde lid, van de Regeling maaltijdvergoeding bij overwerk politie;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit algemene rechtspositie politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 54a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 170.605’ vervangen door ‘€ 172.655’.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 85.310’ vervangen door ‘€ 86.335’.

B

Artikel 55y wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘€ 83.000’ vervangen door ‘€ 84.000’.

2. In het derde en achtste lid wordt ‘€ 56.000’ vervangen door ‘€ 57.000’.

ARTIKEL II

Het Besluit bezoldiging politie wordt als volgt gewijzigd:

In bijlage IV bij artikel 3bis a, derde lid, wordt in de aanhef ‘01-01-2020’ vervangen door ‘01-01-2021’, ‘€ 897,00’ vervangen door ‘€ 920,32’ en ‘€ 1.002,94’ vervangen door ‘€ 1.029,01’.

ARTIKEL III

Het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 13, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 15,68’ vervangen door ‘€ 16,28’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 16,36’ vervangen door ‘€ 16,80’.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 24,75’ vervangen door ‘€ 25,42’.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 104,76’ vervangen door ‘€ 113,66’.

5. In onderdeel e wordt ‘€ 10,23’ vervangen door ‘€ 11,10’.

B

In artikel 14, eerste lid, wordt ‘€ 104,76’ vervangen door ‘€ 113,66’.

C

In artikel 14a, eerste lid, wordt ‘€ 433,00’ vervangen door ‘€ 469,80’.

ARTIKEL IV

In artikel 20d, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling landelijk sociaal statuut politie wordt ‘€ 83.000’ telkens vervangen door ‘€ 84.000’.

ARTIKEL V

In artikel 2, vierde lid, van de Regeling maaltijdvergoeding bij overwerk politie wordt ‘€ 16,36’ vervangen door ‘€ 16,80’ en wordt ‘€ 24,75’ vervangen door ‘€ 25,42’.

ARTIKEL VI

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

ARTIKEL I, ONDERDEEL A

Op basis van artikel 54a, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, worden de bedragen genoemd in het eerste en tweede lid van dat artikel per 1 januari van elk kalenderjaar bij ministeriële regeling gewijzigd overeenkomstig de consumentenprijsindex (CPI) die door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) periodiek wordt vastgesteld en gepubliceerd. De gewijzigde bedragen eindigen op nul of vijf euro door afronding. De in artikel 54a, eerste en tweede lid, genoemde maximumbedragen worden per 1 januari 2021 gewijzigd met de afgeleide jaarmutatie CPI van het CBS van 2020. De afgeleide jaarmutatie geeft aan wat de prijsontwikkeling geweest zou zijn als de tarieven sinds het basisjaar (2015) niet meer veranderd zouden zijn. De afgeleide jaarmutatie van dit cijfer is 1,20%. Vervolgens worden de bedragen afgerond op nul of vijf euro. Dat betekent dat de bedragen van € 170.605 respectievelijk € 85.310 vervangen worden door € 172.655 respectievelijk € 86.335.

ARTIKEL I, ONDERDEEL B en ARTIKEL IV

Artikel 55y, tiende lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie bepaalt dat de in het derde en achtste lid genoemde bedragen per 1 januari van elk kalenderjaar worden geïndexeerd, overeenkomstig de contractlonen zoals deze voor het betrokken jaar blijkens bekendmaking in de Macro-Economische Verkenningen (MEV) in het voorafgaande jaar is geraamd. Hierbij wordt rekenkundig afgerond naar het naaste veelvoud van € 1.000. De ontwikkeling van de contractlonen wordt voor 2021 blijkens de MEV geraamd op 1,20%.

  • Het bedrag van € 83.000 in het derde lid resulteert na verhoging met 1,20% in een bedrag van € 83.996. Dit bedrag wordt rekenkundig afgerond op: € 84.000.

  • Het bedrag van € 56.000 in het derde en achtste lid resulteert na verhoging met 1,20% in een bedrag van € 56.672. Dit bedrag wordt rekenkundig afgerond op: € 57.000.

  • Het bedrag van € 28.000 in het derde en achtste lid resulteert na verhoging met 1,20% in een bedrag van € 28.336. Dit bedrag wordt rekenkundig afgerond op: € 28.000. Daarmee blijft dit bedrag ongewijzigd.

Ook het bedrag van € 83.000 in artikel 20d, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling landelijk sociaal statuut politie wordt op dezelfde wijze verhoogd en bedraagt na wijziging € 84.000.

ARTIKEL II

Met deze regeling worden de bedragen genoemd in bijlage IV van het Besluit bezoldiging politie, aangepast conform artikel 17, tweede lid, van het Besluit studiefinanciering 2000. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het bepaalde in artikel 3bis a, twaalfde lid, van het Besluit bezoldiging politie. De nieuwe bedragen per januari 2021 worden overeenkomstig de jaarmutatie CPI 2019 met 2,60% verhoogd en zijn als volgt:

  • Opleidingsniveau 2, 3 en 4: € 920,32 (was: € 897,00)

  • Opleidingsniveau 5 en 6: € 1.029,01 (was: € 1.002,94)

ARTIKEL III

Artikel 38 van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie bepaalt dat de bedragen, genoemd in de artikelen 13, tweede lid, 14, eerste lid, en 14a, eerste lid, per 1 januari van elk kalenderjaar bij ministeriële regeling worden gewijzigd, overeenkomstig de door het CBS vastgestelde geschoonde CPI voor restaurants en accommodaties.

De vergoedingsbedragen bij dienstreizen voor kleine uitgaven ’s avonds, lunch, diner, logies en ontbijt, het maximumvergoedingsbedrag bij detachering voor logies en het maximumbedrag per maand voor de vergoeding van kosten voor tijdelijke huisvesting worden jaarlijks met ingang van 1 januari aangepast aan de ontwikkeling van de relevante onderdelen van de consumentenprijzen:

  • De vergoedingsbedragen bij dienstreizen voor kleine uitgaven ’s avonds worden geïndexeerd met de gewogen gemiddelde wijziging van het totaal van de componenten ontbijt, lunch en avondmaaltijd. Dit betreft 3,86%.

  • De vergoedingsbedragen bij dienstreizen voor lunch en diner worden geïndexeerd met de gewogen gemiddelde ontwikkeling van de CPI’s voor ‘restaurants’, ‘fastfood en afhaalservice’ en ‘café’s’ in de periode oktober 2019 tot oktober 2020. Dit betreft 2,71%.

  • De vergoedingsbedragen bij dienstreizen voor logies en ontbijt worden geïndexeerd met de ontwikkeling van de CPI voor ‘accommodaties’ in de periode oktober 2019 tot oktober 2020. Dit betreft 8,50%.

  • Het maximumvergoedingsbedrag bij detachering voor logies wordt geïndexeerd met de ontwikkeling van de CPI voor ‘accommodaties’ in de periode oktober 2019 tot oktober 2020. Dit betreft 8,50%.

  • Het maximumbedrag per maand voor de vergoeding van kosten voor tijdelijke huisvesting wordt geïndexeerd met de afgeleide CPI voor ’accommodaties’ in de periode oktober 2019 tot oktober 2020. Dit betreft 8,50%.

De vergoedingen voor verblijfkosten tijdens dienstreizen worden aldus aangepast met ingang van 1 januari 2021:

  • het bedrag voor kleine uitgaven ‘s avonds: € 16,28 (was € 15,68).

  • het bedrag voor een lunch: € 16,80 (was € 16,36).

  • het bedrag voor een avondmaaltijd: € 25,42 (was € 24,75).

  • het bedrag voor logies: € 113,66 (was € 104,76).

  • het bedrag voor een ontbijt: € 11,10 (was € 10,23).

Het maximumvergoedingsbedrag bij detachering voor logies wordt aldus aangepast met ingang van 1 januari 2021: € 113,66 (was € 104,76).

Het maximumbedrag per maand voor de vergoeding van kosten voor tijdelijke huisvesting wordt aldus aangepast met ingang van 1 januari 2021: € 469,80 (was € 433,00).

ARTIKEL V

Artikel 2, vijfde lid, van de Regeling maaltijdvergoeding bij overwerk politie schrijft voor dat de tarieven genoemd in artikel 2, vierde lid, per 1 januari van elk kalenderjaar worden gewijzigd, overeenkomstig de door het CBS geschoonde CPI voor restaurants en accommodaties. De bedragen voor lunch en diner zijn geïndexeerd met de gewogen gemiddelde ontwikkeling van de CPI’s voor ‘restaurants en cafés’ en voor ‘fastfood en afhaalservice’. Dit betreft 2,71%.

De vergoedingen voor lunch en diner worden aldus aangepast met ingang van 1 januari 2021:

  • het maximumbedrag voor een lunch: € 16,80 (was € 16,36).

  • het maximumbedrag voor een avondmaaltijd: € 25,42 (was € 24,75).

De wijzigingen van de bedragen zijn in overeenstemming met de politievakorganisaties tot stand gekomen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven