Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 1 maart 2021, nr. IENW/BSK-2021/46646, tot wijziging van de Regeling wegvervoer goederen in verband met het aflopen van de geldigheid van een in het Verenigd Koninkrijk afgegeven getuigschrift van vakbekwaamheid voor vervoersmanagers vanwege Brexit

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 2.8, vierde lid, van de Wet wegvervoer goederen;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 5 van de Regeling wegvervoer goederen wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen verstrekt een getuigschrift als bedoeld in het eerste lid aan een houder van een door het daartoe bevoegde gezag in het Verenigd Koninkrijk afgegeven getuigschrift inzake de vakbekwaamheid van vervoersmanagers in overeenstemming met de beroepsverordening voor het wegvervoer, indien:

    • a. het getuigschrift is afgegeven voor het einde van de overgangsperiode, bedoeld in artikel 126 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie; en

    • b. de houder was of is aangewezen als vervoersmanager door een in Nederland gevestigde vervoerder.

ARTIKEL II

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

Op 1 januari 2021 is de overgangsperiode van het terugtrekkingsakkoord van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie1 afgelopen. Dit heeft onder meer tot gevolg dat getuigschriften met betrekking tot de vakbekwaamheid van vervoersmanagers in het wegvervoer die zijn afgegeven door bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, niet meer worden erkend binnen de EU.

Deze regeling heeft tot doel erin te voorzien dat aan vervoersmanagers die vóór 1 januari 2021 houder waren van een dergelijk getuigschrift van vakbekwaamheid en zijn of waren aangewezen als vervoersmanager door een in Nederland gevestigde vervoerder, een getuigschrift van vakbekwaamheid wordt verstrekt door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).

Uit artikel 3 van Verordening 1071/2009 (beroepsverordening voor het wegvervoer) volgt dat ondernemingen die het beroep van wegvervoerondernemer uitoefenen vakbekwaam moeten zijn. Ondernemingen dienen hiertoe een vervoersmanager aan te wijzen, die voldoet aan de eis van vakbekwaamheid. Een vervoersmanager kan vakbekwaamheid aantonen door middel van een getuigschrift dat door de daarvoor naar behoren gemachtigde autoriteit of instantie van een lidstaat van de EU is afgegeven. Een getuigschrift dat is afgegeven door een bevoegde autoriteit van een lidstaat, is geldig binnen de gehele EU.

Door de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de EU en het aflopen van de overgangstermijn van het uittredingakkoord met ingang van 1 januari 2021, wordt de bevoegde autoriteit uit het Verenigd Koninkrijk die het getuigschrift inzake vakbekwaamheid uitgeeft, niet langer aangemerkt als een ‘naar behoren gemachtigde autoriteit of instantie’ van een lidstaat in de zin van de beroepsverordening voor het wegvervoer. Om die reden voldoen houders van een dergelijk getuigschrift niet langer aan de eis van vakbekwaamheid van die verordening. Dit heeft grote gevolgen voor zowel de vervoersmanagers als voor de ondernemingen die de vervoersmanagers hebben aangewezen.

Besloten is om houders van een door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk voor het einde van de overgangsperiode afgegeven getuigschrift, die zijn of waren aangewezen als vervoersmanager door een in Nederland gevestigde vervoerder, een Nederlands getuigschrift van vakbekwaamheid te verstrekken. Uit artikel 5 van de Regeling wegvervoer goederen volgt dat een dergelijk getuigschrift wordt afgegeven door het CBR.

Alternatieve oplossingen zijn niet mogelijk of worden onwenselijk geacht. Een systeem van unilaterale of wederzijdse erkenning van getuigschriften door Nederland en het Verenigd Koninkrijk is niet toereikend. Een getuigschrift van vakbekwaamheid dat door een lidstaat van de EU is afgegeven, is geldig binnen de gehele EU, terwijl een erkenning alleen zorgt voor geldigheid van het Britse getuigschrift in Nederland.

Een andere alternatieve oplossing, namelijk de verplichting voor vervoersmanagers om met succes de examens af te ronden die recht geven op een door het CBR afgegeven getuigschrift conform artikel 5 van de Regeling wegvervoer goederen, wordt onwenselijk geacht. De vervoersmanagers die het hier betreft, hebben reeds in het Verenigd Koninkrijk aangetoond aan de Europese eisen van vakbekwaamheid te voldoen. Daarnaast zijn of waren zij reeds werkzaam als vervoersmanagers voor een in Nederland gevestigde vervoerder. Het zou onredelijk zijn dat zij enkel als gevolg van het aflopen van de overgangstermijn van het terugtrekkingsakkoord de vakbekwaamheidsstatus zouden verliezen.

Daarnaast zou het verlies van de vakbekwaamheidsstatus van deze vervoersmanagers ook grote gevolgen hebben voor in Nederland gevestigde vervoerders. Op het moment dat een bevoegde autoriteit vaststelt dat een vervoersmanager niet meer aan de eis van vakbekwaamheid voldoet, heeft een vervoerder een termijn van zes maanden om een vervoersmanager aan te wijzen die wél aan deze eis voldoet. Slaagt een vervoerder hier niet in, dan wordt de communautaire vergunning van de vervoerder geschorst of ingetrokken.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wijkt de regeling af van de systematiek van de vaste verandermomenten en de minimumtermijn voor inwerkingtreding. Op basis van Aanwijzing voor de Regelgeving 4.17 is het echter toegestaan van de vaste verandermomenten en de minimumtermijn voor inwerkingtreding af te wijken voor spoed- of noodregelgeving. Van die uitzonderingsmogelijkheid wordt in deze regeling gebruik gemaakt.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2019/C 384 I/01).

Naar boven