Besluit van de Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2020-31088 van 12 februari 2020, houdende een individuele uitzondering op het wettelijk bezoldigingsmaximum op grond van artikel 2.4 van de Wet normering topinkomens betreffende De Nederlandsche Bank N.V. en de heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen

De Minister van Financiën deelt hierbij mede dat bij koninklijk besluit van 24 januari 2020 de heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen met ingang van 1 februari 2020 voor de duur van zeven jaren is benoemd tot directeur van De Nederlandsche Bank N.V.

De Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 2.4, eerste lid, van de Wet normering topinkomens;

BESLUITEN:

Artikel 1

  • 1. De Nederlandsche Bank N.V en de heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen hebben toestemming om, in afwijking van artikel 2.3, eerste lid, van de Wet normering topinkomens, voor de vervulling van de functie van directeur van De Nederlandsche Bank N.V. een bezoldiging overeen te komen overeenkomstig dit artikel.

  • 2. Met ingang van 1 februari 2020 bedraagt de bezoldiging van de heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen ten hoogste € 261.300,–, oftewel 130% van het bezoldigingsmaximum bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de Wet normering topinkomens, per kalenderjaar bij een voltijdse aanstelling.

  • 3. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, kan telkens per 1 januari van elk jaar worden geïndexeerd overeenkomstig de wijze zoals bepaald in artikel 2.3, tweede lid, van de Wet normering topinkomens.

Artikel 2

Dit besluit vervalt met ingang van de dag dat de heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen niet langer de functie, genoemd in het eerste lid van artikel 1, vervult.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Deze brief is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Op grond van die wet kunt u tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de minister van Financiën, ter attentie van de directie Bestuursondersteuning en Advies, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en dient ten minste het volgende te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;

  • d. een opgave van de redenen waarom u zich met het besluit niet kunt verenigen.

TOELICHTING

De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) valt onder de Wet normering topinkomens (WNT). Topfunctionarissen bij DNB zijn dan ook in beginsel onderworpen aan de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3 WNT. Op grond van artikel 2.4 WNT is een hogere bezoldiging op individuele basis mogelijk. De Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben conform artikel 2.4, eerste lid, WNT, in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, besloten dat de heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen, in verband met de vervulling van de functie van directeur van DNB, op individuele basis in aanmerking komt voor een hogere bezoldiging dan de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3 WNT.

DNB is de onafhankelijke centrale bank van Nederland en als zelfstandig bestuursorgaan tevens prudentieel toezichthouder en nationale resolutieautoriteit van Nederland. Haar nationale taken bestaan onder meer uit het uitoefenen van het prudentieel toezicht op financiële ondernemingen, het beslissen over toelating van financiële ondernemingen tot de financiële markten alsmede het – zo nodig – afwikkelen van bepaalde financiële ondernemingen. Ook bevordert DNB de goede werking van het betalingsverkeer en de stabiliteit van het financiële stelsel.

Naast deze nationale taken heeft DNB ook monetaire taken. DNB neemt als centrale bank deel aan het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB). Ter uitvoering van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (Verdrag) heeft DNB als doelstelling het handhaven van prijsstabiliteit en in dat kader ondersteunt zij het algemene economische beleid in de Europese Unie. De onafhankelijkheid van DNB voor deze taken is Europeesrechtelijk verankerd. Uit artikel 130 van het Verdrag volgt onder andere dat (leden van besluitvormende organen van) nationale centrale banken onafhankelijk zijn bij de uitoefening van de bevoegdheden en het vervullen van de taken en verplichtingen die bij het Verdrag en de statuten van de ESCB en van de Europese Centrale Bank (ECB) aan hen zijn opgedragen. Regeringen van de lidstaten dienen deze onafhankelijkheid van centrale banken te respecteren en mogen de leden van besluitvormende organen van nationale centrale banken niet trachten te beïnvloeden bij de uitvoering van hun taken.

Bij de bepaling van de hoogte van de bezoldiging van de heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen is de WNT als uitgangspunt genomen, doch is tevens de onafhankelijke positie van DNB voor haar ESCB-taken in ogenschouw genomen. Daarnaast is rekenschap gegeven van het gegeven dat de heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen beschikt over een bijzondere combinatie van hoogwaardige expertise en kennis, gezag en ervaring die voor DNB in haar verschillende hoedanigheden van groot belang is. Binnen het collegiale bestuur van de directie van DNB dragen de directeuren gezamenlijke, integrale verantwoordelijkheid en hierbij passen redelijke, uitlegbare en werkbare beloningsverschillen binnen de directie.

De directie van DNB dient op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft) te bestaan uit personen wier betrouwbaarheid buiten twijfel staat en die geschikt zijn voor de uitoefening van hun functies. Overeenkomstig artikel 12, derde lid, van de Bankwet 1998 stelt de raad van commissarissen van DNB, de directie gehoord, een functieprofiel op ten behoeve van een vacature in de directie van DNB. Dit functieprofiel dient te passen in de profielschets van de directie als geheel (verplicht op grond van artikel 1:27a, derde lid, van de Wft) en bevat onder andere de benodigde deskundigheid, ervaring en vaardigheden. Gezien de bijzondere complexiteit van taken die bij DNB zijn belegd (centrale bank, toezichthouder, resolutieautoriteit) en de supranationale dimensie daarvan (Europees o.a. ESCB, Single Supervisory Mechanism, Single Resolution Mechanism, en mondiaal o.a. Bank for International Settlement en Internationaal Monetair Fonds), is het van belang dat de directie van DNB uit personen bestaat met kennis, gezag en ervaring in de sector.

De heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen zal binnen de directie de portefeuille monetaire zaken gaan vervullen. Deze functie vereist onder andere aantoonbare kennis op monetaire economie en/of macro-economie, een internationale oriëntatie en ervaring, actuele, daadwerkelijke en erkende reputatie en beroepservaring op het gebied van financiële stabiliteit en de internationale financiële markten, en kennis en bij voorkeur ervaring op het terrein van betalingsverkeer, toezicht op en alsmede afwikkeling van financiële instellingen en van de bancaire, verzekerings- en pensioensector. De heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen beheerst deze verscheidenheid aan kennisgebieden en is daarom bij uitstek geschikt voor de vervulling van de functie. De heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen is doctor in de economische wetenschappen en sinds 2007 als bijzonder hoogleraar European Economic Policy verbonden aan de Universiteit Maastricht. Hij was bij de ECB lid van het senior management als adviseur van voormalig ECB-president Wim Duisenberg. Daarnaast heeft de heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen ruime ervaring in de pensioensector, onder andere bij DNB als voormalig divisiedirecteur Toezicht pensioenfondsen en Toezicht beleid, als lid van de Commissie UFR (2013) en Commissie Parameters (2014), en vanuit de verschillende posities die hij bekleedde bij ABP en APG, alsmede ruime ervaring in het financieel toezicht. Ook heeft hij een breed internationaal netwerk opgebouwd vanuit de posities die hij bekleedde bij onder andere de ECB, EIOPA (European Insurance and Occupational Pensions Authority) en EBA (European Banking Authority). De heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen levert bovendien een waardevolle bijdrage aan de collectieve geschiktheid van de directie, door zijn brede ervaring en inzetbaarheid, als ook affiniteit met digitale innovatie, klimaatvraagstukken en andere mogelijk disruptieve veranderprocessen. Gelet op de bijzondere omstandigheden van het geval, in het bijzonder de unieke combinatie van kennis en ervaring waarover de heer prof. dr. O.C.H.M. Sleijpen beschikt, is een uitzondering op basis van 2.4, tweede lid, WNT gerechtvaardigd.

Naar boven