Besluit van 23 januari 2020, nr. 2020000137 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente West Betuwe krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan PAS-maatregel Lingegebied en Diefdijk-Zuid)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Ingevolge de artikelen 77 en 78 van de onteigeningswet kan worden onteigend voor de uitvoering van een inpassingsplan

Het verzoek tot aanwijzing ter onteigening

Provinciale staten van Gelderland (hierna: verzoeker) hebben Ons bij besluit van 30 januari 2019, nummer PS2019-855 verzocht, om ten name van Provincie Gelderland over te gaan tot het aanwijzen ter onteigening van de onroerende zaken in de gemeente West Betuwe, begrepen in het onteigeningsplan PAS-maatregel Lingegebied en Diefdijk-Zuid. De onroerende zaken zijn nodig voor de uitvoering van het inpassingsplan PAS-maatregel Lingegebied en Diefdijk-Zuid.

Gedeputeerde staten van Gelderland hebben bij brief van 29 maart 2019, zaaknummer 2015-007583, het verzoek aan Ons ter besluitvorming voorgedragen. In deze brief hebben gedeputeerde staten van Gelderland Ons te kennen gegeven wegens minnelijke eigendomsverkrijging niet langer prijs te stellen op voortzetting van de onteigeningsprocedure voor de onroerende zaken met de grondplannummers 06.01, 06.02.01 en 06.02.02. In vervolg hierop hebben gedeputeerde staten van Gelderland bij brief van 3 oktober 2019 zaaknummer2015-007583 kenbaar gemaakt dat deze provincie in verband met minnelijke verwerving geen prijs meer stelt op de aanwijzing van de onroerende zaak met grondplannummer 03.01 (perceel Heukelum D 160). Omdat de noodzaak van onteigening voor deze grondplannummers hiermee is komen te vervallen, zullen Wij deze niet ter onteigening aanwijzen. In de bij dit besluit behorende lijst van te onteigenen onroerende zaken is hiermee rekening gehouden.

Provincie Gelderland heeft bij e-mailbericht van 10 juli 2019 de onteigeningsstukken aangevuld met een aangevulde zakelijke beschrijving.

Planologische grondslag

De onroerende zaken die in het onteigeningsplan zijn begrepen, zijn gelegen in het inpassingsplan PAS-maatregel Lingegebied en Diefdijk-Zuid, verder te noemen: het inpassingsplan. Het inpassingsplan is op 26 september 2018 vastgesteld door provinciale staten van Gelderland. Tegen dit besluit zijn beroepen ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waardoor het inpassingsplan nog niet onherroepelijk is.Omdat het inpassingsplan ten tijde van dit aanwijzingsbesluit nog niet onherroepelijk is, zullen Wij aan dit besluit voorwaarden verbinden die zien op het tijdstip waarop een dagvaarding ingevolge artikel 18 van de onteigeningswet kan worden uitgebracht en op het tijdstip van het vervallen van dit besluit.

Aan de onroerende zaken zijn de onderscheiden bestemming Water (WA) en de dubbelbestemmingen Waarde – Archeologische verwachting 2 (WR-AV2) en Waarde – Archeologische verwachting 4 (WR-AV4) toegekend.

In haar uitspraak van 29 mei 2019 nr. ECLI:NL:RVS:2019:1603 inzake de PAS overweegt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) dat ze “het belang dat gemoeid is met het treffen van maatregelen voor het behoud, herstel of het voorkomen van achteruitgang van natuurwaarden”, wil benadrukken.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit geeft in haar brief van 11 juni 2019 (met kenmerk: DGNVLG-NP /19140219) aan de Tweede Kamer aan dat de uitspraak het belang van bron- en herstelmaatregelen bevestigt en dat daarom is besloten om daarmee door te gaan. Het onderhavige onteigeningsplan PAS-maatregel Lingegebied en Diefdijk-Zuid ziet op het mogelijk maken van het realiseren van bron- en herstelmaatregelen. De uitspraak van de Afdeling staat daarom het onderhavige verzoek, om tot onteigening van de voor natuurherstel vereiste percelen over te gaan, niet in de weg.

Toepassing uniforme openbare voorbereidingsprocedure

Overeenkomstig artikel 78, tweede lid, van de onteigeningswet en artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) hebben het ontwerp koninklijk besluit en de in artikel 79 van de onteigeningswet bedoelde stukken vanaf 8 augustus 2019 tot en met 18 september 2019 in de gemeente West Betuwe en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage gelegen.

Overeenkomstig artikel 3:12 van de Awb heeft de burgemeester van West Betuwe van het ontwerp koninklijk besluit en van de terinzagelegging van de onteigeningsstukken op 7 augustus 2019 openbaar kennis gegeven in het Weekblad West Betuwe.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Onze Minister, thans de Minister voor Milieu en Wonen) heeft van het ontwerp koninklijk besluit en van de terinzagelegging van de onteigeningsstukken openbaar kennis gegeven in de Staatscourant van 7 augustus 2019, nr. 42584

Verder heeft Onze Minister het ontwerp koninklijk besluit overeenkomstig artikel 3:13 van de Awb, voorafgaand aan de terinzagelegging toegezonden aan belanghebbenden, waaronder de verzoeker. Daarbij zijn de belanghebbenden gewezen op de mogelijkheid om schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren te brengen en op de mogelijkheid over de zienswijzen te worden gehoord.

Overwegingen

Noodzaak en urgentie

Het Rijk heeft samen met de provincies als onderdeel van Natura 2000 het Programma Aanpak Stikstof (hierna: het PAS) opgesteld. Uitvoering van het PAS is noodzakelijk om te voldoen aan de Europese verplichting om internationaal erkende waardevolle natuur ruimte te bieden zich verder te ontwikkelen en te beschermen tegen stikstofdepositie. Het Rijk en de provincies werken als PAS-partners samen met natuurorganisaties en ondernemers aan sterkere natuur, minder stikstof en ruimte voor economische ontwikkelingen. Het PAS is op 1 juli 2015 in werking getreden.

Het PAS omvat bronmaatregelen om stikstofemissie omlaag te brengen en herstelmaatregelen om natuur bestendiger te maken tegen overbelasting van stikstof. Voor elk PAS-gebied is in een gebiedsanalyse onderbouwd, dat de natuur niet verslechtert door beperkt nieuwe projecten of uitbreiding van bestaande projecten (met een toename van stik-stofuitstoot) toe te staan. Voorwaarde is dat de PAS-herstelmaatregelen worden uitgevoerd en de daling door bestaand beleid en bronmaatregelen plaatsvindt. Het uitvoeren van de herstelmaatregelen is wettelijk verplicht, omdat dit noodzakelijk is voor de haalbaarheid van het PAS. Deze verplichting rust bij de provincies, maar bij de uitvoering ervan zijn waterschappen, terrein beherende instanties, gemeenten en gebiedspartijen nauw betrokken. De maatregelen moeten binnen zes jaar na vaststelling van het PAS uitgevoerd zijn, dus uiterlijk 1 juli 2021.

Door de uitspraak van de Afdeling van 29 mei jl. kan het PAS niet meer de basis vormen voor de verlening van vergunningen. De uitvoering van de ecologische herstelmaatregelen, voorzien in de hiervoor genoemde gebiedsanalyses van het PAS en tevens opgenomen in de beheerplannen van de Natura-2000 gebieden, gaat echter onverminderd door, zoals ook aangegeven in de brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer van 11 juni 2019, met kenmerk: DGNVLG-NP /19140219. Een deadline voor uitvoering van de maatregelen is niet meer gekoppeld aan het PAS, maar de urgentie is vanuit Natura-2000 perspectief onverminderd groot gelet op de landelijke mate van overschrijding van de kritische depositiewaarden.

De provincie Gelderland telt 13 Natura 2000-gebieden waarin de ecologische herstelmaatregelen moeten worden uitgevoerd. Lingegebied en Diefdijk-Zuid is één van deze gebieden. In de gebiedsanalyse die voor dit gebied is opgesteld is als ecologische maatregel opgenomen: M4 – opheffen verdroging: aanleg en inrichting hydrologische bufferzone. Door de aanleg van een bufferzone nabij het Natura 2000-gebied Lingegebied en Diefdijk-Zuid ontstaat een overgang tussen de relatief hoge grondwaterstanden in dit natuurgebied en het lagere grondwaterpeil in de polder. Dit overgangsgebied komt aan de noordkant van het natuurgebied en behoort niet tot het Natura 2000-gebied Lingegebied en Diefdijk-Zuid. Het doel van de bufferzone is het tegengaan van de verdroging in het Natura 2000-gebied. Door het verhogen van de grondwaterstand in de bufferzone lekt er minder grondwater weg uit het Natura 2000-gebied.

Om de PAS-maatregel aanleg hydrologische bufferzone (M4) te kunnen realiseren is het nodig om op de te onteigenen onroerende zaken een A-watergang (A-wateren zijn wateren die van primair belang zijn voor het waterbeheer en, in tegenstelling tot B-wateren, door het waterschap worden onderhouden) met bijbehorende onderhoudsstrook ter uitvoering van het inpassingsplan aan te leggen. Dit gebeurt door de bestaande watergang die tegen het Natura 2000-gebied aan ligt te verleggen in noordelijke richting. De verlegging houdt in dat een noordelijk van het Natura 2000-gebied gelegen bestaande B-watergang door verbreding wordt opgewaardeerd tot A-watergang. Daar waar niet reeds een B-watergang aanwezig is wordt een nieuwe A-watergang aangelegd.

In de door de verzoeker om onteigening gewenste wijze van planuitvoering wordt inzicht verschaft door het inpassingsplan met de daarbij behorende planregels, toelichting en verbeelding, als ook door de zakelijke beschrijving behorende bij het onteigeningsplan.

Om de werken en werkzaamheden ter uitvoering van het bestemmingsplan tijdig te kunnen realiseren, wenst de provincie Gelderland de eigendom, vrij van lasten en rechten, te verkrijgen van de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken.

De verzoeker heeft met de eigenaren overleg gevoerd om deze onroerende zaken minnelijk in eigendom te verkrijgen. Dit overleg heeft vooralsnog niet tot (volledige) overeenstemming geleid. Omdat het ten tijde van het verzoek naar het oordeel van de verzoeker niet aannemelijk was dat het overleg op afzienbare termijn tot vrijwillige eigendomsoverdracht zou leiden, hebben de provinciale staten van Gelderland tot het onteigeningsverzoek besloten, om de tijdige verwezenlijking van het inpassingsplan zeker te stellen.

Zoals hierboven vermeld moeten de PAS-maatregelen uiterlijk 1 juli 2021 uitgevoerd zijn. Ook nu het PAS als programma niet meer bestaat is de urgentie om de ecologische herstelmaatregelen uit te voeren echter onverminderd groot in verband met het kunnen behalen van de instandhoudingsdoelen in het Natura-2000 gebied. Uit de Ons bij het verzoek overgelegde zakelijke beschrijving blijkt dat de provincie Gelderland in de tweede helft van 2019 overgaat tot aanbesteding van het werk. De provincie streeft ernaar om de realisering van de A-watergang met onderhoudsstrook te starten in september 2020. De realisering neemt maximaal 3 maanden in beslag, zodat de werkzaamheden naar verwachting begin 2021 zullen zijn afgerond. Daarmee is aannemelijk dat zal worden voldaan aan de door Ons voor de aanvang van de werken en werkzaamheden gehanteerde termijn van ten hoogste vijf jaar na de datum van dit aanwijzingsbesluit.

Zienswijzen

Binnen de bedoelde termijn zijn geen zienswijzen naar voren gebracht.

Overige overwegingen

Uit de bij het verzoek overgelegde stukken blijkt, dat de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken bij de uitvoering van het inpassingsplan niet kunnen worden gemist.

Ons is niet gebleken van feiten en omstandigheden die overigens de toewijzing van het verzoek in de weg staan. Het moet in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling worden geacht dat de provincie Gelderland de vrije eigendom van de door Ons ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken verkrijgt.

Wij zullen, gelet op het hierboven gestelde, het verzoek van Provincie Gelderland tot het nemen van een besluit krachtens artikel 78, eerste lid, van de onteigeningswet gedeeltelijk toewijzen.

BESLISSING

Gelet op de onteigeningswet,

op de voordracht van Onze Minister voor Milieu en Wonen van 28 oktober 2019, nr. RWS- 2019/36517, Rijkswaterstaat Corporate Dienst;

gelezen het besluit van provinciale staten van Gelderland van 30 januari 2019, nummer PS2019-855;

gelezen de voordracht van gedeputeerde staten van Gelderland van 29 maart 2019, zaaknummer 2015-007583;

gelezen het e-mailbericht Provincie Gelderland van 10 juli 2019;

gelezen de brief van gedeputeerde staten van Gelderland van 9 oktober 2019, zaaknummer 2015-007583;

de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 8 januari 2020, no.W04.19.0340/I;

gezien het nader rapport van Onze Minister voor Milieu en Wonen van 20 januari 2020, nr. RWS-2020/853, Rijkswaterstaat Corporate Dienst.

Hebben Wij goedgevonden en verstaan:

Voor de uitvoering van het inpassingsplan PAS-maatregel Lingegebied en Diefdijk-Zuid van de provincie Gelderland ten name van die provincie ter onteigening aan te wijzen de onroerende zaken, aangeduid op de grondtekening die ingevolge artikel 78 van de onteigeningswet in de gemeente West Betuwe en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage heeft gelegen en die zijn vermeld op de bij dit besluit behorende lijst.

Dit onder de voorwaarden dat niet zal worden overgegaan tot dagvaarding als bedoeld in artikel 18 van de onteigeningswet, vóórdat het inpassingsplan onherroepelijk zal zijn met betrekking tot de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken en dat dit aanwijzingsbesluit vervalt, indien het besluit tot vaststelling van het inpassingsplan met betrekking tot die onroerende zaken in beroep zal worden vernietigd.

Onze Minister voor Milieu en Wonen is belast met de uitvoering van dit besluit dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

Den Haag, 23 januari 2020

Willem-Alexander

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, S. van Veldhoven-van der Meer

BIJLAGE

LIJST VAN DE TE ONTEIGENEN ONROERENDE ZAKEN

ONTEIGENINGSPLAN: LINGEGEBIED DIEFDIJK – ZUID

VERZOEKENDE INSTANTIE: PROVINCIE GELDERLAND

 

Kadastraal bekend als gemeente HEUKELUM

Grondplan nr.

Te onteigenen grootte (m2)

Omschrijving

Kadastrale grootte (m2)

Sectie en nr.

Ten name van

01.01

625

Terrein (natuur)

7.245

D 508

Willem Jan van Zee, Heukelum.

           

01.02

647

Terrein (grasland)

17.415

D 174

Willem Jan van Zee, Heukelum.

           

01.03

1.092

Terrein (grasland)

26.330

D 316

Willem Jan van Zee, Heukelum.

           

02.01

353

Terrein (grasland)

13.615

D 163

Cornelis Johannes van Wilgen, Heukelum.

           

02.02

377

Terrein (grasland)

14.390

D 162

Cornelis Johannes van Wilgen, Heukelum.

           

02.03

3.096

Terrein (grasland)

11.160

D 161

Cornelis Johannes van Wilgen, Heukelum.

           

07.01

390

Terrein (grasland)

5.405

D 735

Elk ½ eigendom:

Willem Jan van Zee, Heukelum, gehuwd met Alida van der Ven;

Alida van der Ven, Heukelum, gehuwd met Willem Jan van Zee.

         
Naar boven