Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 februari 2020, 2020-0000005689, houdende de inrichting van de directie Financieel-Economische Zaken alsmede doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden van de directeur Financieel-Economische Zaken (Organisatie-, mandaat en volmachtbesluit Directie Financieel-Economische Zaken 2020)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onderdeel k, en 11, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2009;

Besluit:

§ 1. Algemeen

Artikel 1

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. ADR:

Auditdienst Rijk;

b. CBS:

Centraal Bureau voor de Statistiek;

c. directie FEZ:

de directie Financieel-Economische Zaken van het ministerie.

§ 2. Organisatie en taken

Artikel 2

De directie FEZ bestaat uit de volgende afdelingen:

  • a. de afdeling Begroting;

  • b. de afdeling Kaderstelling, Control en Evaluatie;

  • c. de afdeling Voorzieningen en Uitvoering;

  • d. de afdeling Verzekeringen en Werk;

  • e. het Bedrijfsbureau.

Artikel 3

Het hoofd van de afdeling Begroting is verantwoordelijk voor:

  • a. het correcte verloop van de begrotingscyclus;

  • b. het tot stand komen, actueel houden en bewaken van het integraal budgettair kader;

  • c. de premievaststelling;

  • d. het coördineren van het ambtelijk overleg met het Ministerie van Financiën.

Artikel 4

Het hoofd van de afdeling Kaderstelling, Control en Evaluatie is verantwoordelijk voor:

  • a. het toezicht op het financieel beheer en de uitvoering van departementale risico-analyses;

  • b. het coördineren van de interne planning- en controlcyclus;

  • c. het onderhouden van de contacten met en de coördinatie van de werkzaamheden voor de Algemene Rekenkamer en de ADR;

  • d. de ondersteuning van het departementale Audit Committee;

  • e. het toetsen van en adviseren over beleidsvoorstellen op budgettaire gevolgen en financieel-economische aspecten aan de directies die ressorteren onder de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal en de inspecteur-generaal Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • f. het zorgen voor juiste en kwalitatief goede beleidsinformatie, beleidsevaluaties en beleidsdoorlichtingen;

  • g. het relatiebeheer met het CBS.

Artikel 5

  • 1. Het hoofd van de afdeling Voorzieningen en Uitvoering is verantwoordelijk voor het toetsen van beleidsvoorstellen op budgettaire gevolgen en financieel-economische aspecten, het verzorgen van ramingen en het adviseren hierover ten aanzien van beleidsterreinen waarvoor de directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie verantwoordelijk is.

  • 2. De in het eerste lid genoemde advisering omvat mede advisering aan een bewindspersoon en leden van de Bestuursraad van het ministerie.

Artikel 6

  • 1. Het hoofd van de afdeling Verzekeringen en Werk is verantwoordelijk voor het toetsen van beleidsvoorstellen op budgettaire gevolgen en financieel-economische aspecten, het verzorgen van ramingen en het adviseren hierover ten aanzien van:

    • a. de beleidsterreinen waarvoor de directeur-generaal Werk verantwoordelijk is;

    • b. de beleidsterreinen waarvoor de directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie verantwoordelijk is, en binnen die dit directoraat-generaal zijn belegd bij de directies Werknemersregelingen en Stelsels & Volksverzekeringen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde advisering omvat mede advisering aan een bewindspersoon en leden van de Bestuursraad van het ministerie.

Artikel 7

De verantwoordelijkheid van de hoofden van de afdelingen Kaderstelling, Control en Evaluatie, Voorzieningen en Uitvoering en Verzekeringen en Werk voor het toetsen van beleidsvoorstellen op budgettaire gevolgen en financieel-economische aspecten, het verzorgen van ramingen en het adviseren hierover omvat de volgende aspecten:

  • a. het adviseren omtrent:

    • 1°. de rechtmatigheid, doelmatigheid, doeltreffendheid en budgettaire inpasbaarheid van voorgenomen beleid;

    • 2°. de programmering, uitvoering en beleidsmatige benutting van evaluatieonderzoek;

    • 3°. de bekostigingssystematieken en uitvoeringsmodaliteiten;

    • 4°. de financiële bedrijfsvoering (op uitdrukkelijk verzoek en op ad hoc basis) en financiële beheersconcepten;

  • b. het mede opstellen van financiële paragrafen ten behoeve van wetsvoorstellen en beleidsnotities;

  • c. het ontwikkelen en onderhouden van specifieke modellen die nodig zijn voor ramingen binnen dit domein.

Artikel 8

Het hoofd van het Bedrijfsbureau is verantwoordelijk voor:

  • a. het zorgdragen voor het verrichten van voorkomende beleids-, beheers- en verantwoordingstaken ten behoeve van de planning- en controlcyclus van de directie FEZ zelf en alle interne bedrijfsvoeringsaangelegenheden van de directie FEZ met betrekking tot personeel, informatie, organisatie, financiën, algemene zaken en huisvesting, de zogenoemde PIOFAH-taken;

  • b. het adviseren inzake door de directeur Financieel-Economische Zaken te nemen besluiten ten aanzien van directiebrede personele aangelegenheden;

  • c. het adviseren van het management met betrekking tot de voorbereiding, ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het beleid over de planning- en controlcyclus en de bedrijfsvoering binnen de directie FEZ zelf;

  • d. het zorgdragen voor het beheer van de aan het Bedrijfsbureau toegekende departementale en directiegebonden budgetten;

  • e. het verzorgen en uitvoeren van werkzaamheden met een algemeen karakter die voor de directie FEZ van belang zijn.

§ 3. Bevoegdheden

Artikel 9

Aan de hoofden van de afdelingen en het Bedrijfsbureau wordt volmacht en machtiging verleend tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de personeelsaangelegenheden van de eigen organisatorische eenheid, voor zover het betreft:

  • a. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

  • b. het houden van personeelsgesprekken;

  • c. verlof van medewerkers;

  • d. kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de directeur.

Artikel 10

Aan de hoofden van de afdelingen en het Bedrijfsbureau wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot:

  • a. het afdoen van informatieve brieven, die betrekking hebben op de taken van de eigen organisatorische eenheid;

  • b. het paraferen van stukken waar de directie FEZ geen voortouw in heeft, met uitzondering van stukken waarvan gelet op het belang daarvan redelijkerwijs vermoed kan worden dat deze door de directeur Financieel-Economische Zaken afgedaan moeten worden.

Artikel 11

  • 1. Aan het hoofd van de afdeling Kaderstelling, Control en Evaluatie wordt volmacht verleend met betrekking tot:

    • a. het ondertekenen van overeenkomsten met het CBS;

    • b. het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot de beleidsinformatievoorziening met een waarde van ten hoogte van € 15.000 per overeenkomst.

  • 2. Het hoofd van de afdeling Kaderstelling, Control en Evaluatie kan de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, doorverlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 12

Aan het hoofd van het Bedrijfsbureau wordt volmacht verleend tot het verrichten van de volgende privaatrechtelijke rechtshandelingen met een waarde van ten hoogste € 20.000 per overeenkomst:

  • a. het aangaan van koop-, huur- en leaseovereenkomsten;

  • b. het aangaan van overeenkomsten voor het inhuren van personeel voor de uitvoering van werkzaamheden die onder directe verantwoordelijkheid van het departementale management worden verricht;

  • c. het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot beroeps-, functionerings- en loopbaangerichte cursussen en opleidingen die ingevolge dienstopdracht worden gevolgd.

Artikel 13

Doorverlening van bevoegdheden is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijk toestemming van de directeur Financieel-Economische Zaken.

Artikel 14

Bij afwezigheid of verhindering van de directeur Financieel-Economische Zaken worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens taken en bevoegdheden waargenomen door het afdelingshoofd dat is aangewezen als de plaatsvervangende directeur.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 15

  • 1. Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Financieel-Economische Zaken 2013 wordt ingetrokken.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Financieel-Economische Zaken 2020.

Den Haag, 7 februari 2020

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, J.A.G. Clerx wnd. directeur FEZ

TOELICHTING

Het OMV-besluit van directie FEZ wordt vervangen. Om het besluit weer aan te laten sluiten op de naam van directies in het actuele OMV-besluit van het directoraat-generaal Sociale Zekerheid en Integratie is besloten een nieuw besluit te treffen en het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directie Financieel-Economische Zaken 2013 in te trekken. Met dit besluit wordt de naam van de FEZ-afdeling Kaderstelling, Control en Informatie gewijzigd in Kaderstelling, Control en Evaluatie (KCE) en worden de verantwoordelijkheden van laatstgenoemde afdeling gewijzigd. De bevoegdheid tot het ondertekenen van de maandstaat en de kasbegroting is met dit besluit vervallen omdat die activiteit niet meer wordt uitgevoerd. Ten slotte wordt de volmacht tot het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot beleidsinformatievoorziening aan het afdelingshoofd KCE verhoogd van € 12.500 tot € 15.000.

Naar boven