Ondermandaat, -volmacht en -machtigingsbesluit DJZ 2020

21 januari 2020

Nr: BS2020000627

De Directeur Juridische Zaken

Gelet op artikel 3, eerste lid, van het Ondermandaat, -volmacht en -machtigingsbesluit SG Defensie 2013;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

bewindspersoon:

de Minister van Defensie of de Staatssecretaris van Defensie;

mandaat:

de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon besluiten te nemen;

volmacht:

de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

machtiging:

de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2 Plaatsvervangend directeur

Aan de plaatsvervangend directeur wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 2 van het Subtaakbesluit DJZ 2016 tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 3 Adjunct directeur

Aan de adjunct directeur wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 2 van het Subtaakbesluit DJZ 2016 tot zijn werkterrein behoren, alsmede voor aangelegenheden voortvloeiende uit de plaatsvervanging van de directeur juridische zaken en de plaatsvervangend directeur juridische zaken bij beider afwezigheid.

Artikel 4 Cluster nationale taken en rechtshandhaving

Aan de coördinator van het cluster nationale taken en rechtshandhaving wordt mandaat verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 5, onder b, c, en f, van het Subtaakbesluit DJZ Defensie 2016 tot zijn werkterrein behoren.

Artikel 5 Cluster civielrecht

Aan de coördinator en de senior-medewerkers van het cluster civielrecht wordt machtiging verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 6, onder h, van het Subtaakbesluit DJZ 2016 tot hun werkterrein behoren.

Artikel 6 Cluster bestuurs-, straf- en tuchtrecht

Aan de coördinator en de senior-medewerkers van het cluster bestuurs-, straf- en tuchtrecht wordt machtiging verleend met betrekking tot de aangelegenheden die ingevolge artikel 7, onder f, van het Subtaakbesluit DJZ 2016 tot hun werkterrein behoren.

Artikel 7 Voorleggen aan Directeur Juridische Zaken

De functionaris, bedoeld in de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6, maakt geen gebruik van de aan hem verleende bevoegdheden in gevallen waarin de rechtshandeling of andere handeling van een zodanig gewicht is dat deze redelijkerwijs door de Directeur Juridische Zaken dient te worden verricht.

Artikel 8 Intrekking oud besluit

Het Ondermandaat, -volmacht en -machtigingsbesluit DJZ 2016 wordt ingetrokken.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 2020.

Artikel 10 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Ondermandaat, -volmacht en -machtigingsbesluit DJZ 2020.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 januari 2020

De Directeur Juridische Zaken, J.J.F. Versluijs

TOELICHTING

Het Ondermandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit DJZ 2020 bevat regels omtrent de bevoegdheden van de functionarissen die werkzaam zijn bij de directie juridische zaken (DJZ) van het Ministerie van Defensie.

De aanleiding voor het opstellen van het besluit is drieledig.

In de eerste plaats behoefden de bestaande ondermandaten, volmachten en machtigingen van de functionarissen van de Directie Juridische Zaken aanpassing op de verantwoordelijkheidsgebieden omtrent militaire bijstand, steunverlening en toetsing van onder meer de inzet van bijzondere bevoegdheden (‘lasten’) van de MIVD, inzageverzoeken en wegingsnotities in het kader van de Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten (2017). Vanwege de vereiste snelheid van besluitvorming is het enerzijds wenselijk om de uitoefening van het mandaat om namens de minister over bepaalde vormen van bijstand te kunnen beslissen, lager in de lijn te beleggen. Anderzijds is het nodig de juridisch-bestuurlijke toetsing van en advisering over de inzet van de MIVD zodanig in te richten dat mogelijke vertragingen bij parafering worden voorkomen.

In de tweede plaats is het besluit aangepast aan het feit dat de Wet raadgevend referendum per 10 juli 2018 (Stb. 2018, 214) is ingetrokken. Als gevolg daarvan is ook het met die wet samenhangende mandaat tot ondertekening van stukken komen te vervallen.

Ten slotte wordt met het besluit de Rijksbreed gewenste kenbaarheid van mandaten, volmachten en machtigingen bestendigd.

Het besluit treedt in werking met ingang van 2020. Afwijking van de vaste verandermomenten wordt gerechtvaardigd door het feit dat het besluit slechts beperkte externe werking heeft.

Naar boven