Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | Staatscourant 2020, 8758 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | Staatscourant 2020, 8758 | Overig |
7 juni 2019
BS2019010185
De Staatssecretaris van Defensie;
In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad,
Overwegende,
Dat de krijgsmacht blijkens artikel 97 van de Grondwet is belast met de verdediging en de bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede met de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde;
Dat een goede landelijke militaire radardekking hiervoor essentieel is;
Dat het militaire radarstation op de locatie Nieuw Milligen is verouderd en moet worden vervangen;
Dat het niet in de rede ligt om op deze locatie een nieuw militair radarstation te plaatsen, gezien de ongunstige ligging van deze locatie ten opzichte van de hoger gelegen terreindelen in de omgeving, hetgeen beperkingen met zich meebrengt voor de radardekkingen en gezien de reeds gebouwde en voorgenomen (en deels vergunde) bouw van de windparken Groen en Blauw in Flevoland, die een ontoelaatbaar verstorend effect op de radarontvangst zullen hebben;
Dat op de locatie Broekgraaf 1 te Herwijnen tot voor kort een radarstation van Luchtverkeersleiding Nederland was gevestigd en deze locatie is verworven door het Ministerie van Defensie met de bedoeling hier een militair radarstation te realiseren;
Dat door het plaatsen van een militair radarstation op deze locatie de landelijke radardekking op vooral de lagere hoogten significant wordt verbeterd;
Dat de locatie Broekgraaf 1 te Herwijnen in artikel 2.1, achtste lid, van de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro) is aangewezen als militair radarstation als bedoeld in artikel 2.6.2, achtste lid, van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro);
Dat in artikel 2.6.9 van het Barro is bepaald dat bij een eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan dat betrekking heeft op een radarstation op gronden buiten een militair terrein of militair luchtvaartterrein, voor die gronden de bestemming ‘maatschappelijk-militaire zend- en ontvangstinstallatie’ wordt opgenomen en dat geen bestemmingen worden opgenomen die een belemmering kunnen vormen voor de functionele bruikbaarheid van dat radarstation;
Dat het Ministerie van Defensie op 22 april 2016 bij de voormalige gemeente Lingewaal een principeverzoek heeft ingediend om ten behoeve van de plaatsing van een militair radarstation mee te werken aan de vaststelling van een bestemmingsplan ‘Broekgraaf 1’ dat het militair radarstation planologisch mogelijk zou maken;
Dat het college van Burgermeester en Wethouders in reactie hierop heeft laten weten positief te staan tegenover het verzoek en een bestemmingsplanwijziging heeft voorbereid;
Dat de raad van de voormalige gemeente Lingewaal in zijn openbare vergadering van 11 oktober 2018 heeft besloten om het bestemmingsplan ‘Broekgraaf 1’, waarmee werd beoogd aan het gelijknamige perceel de bestemming ‘maatschappelijk-militaire zend- en ontvangstinstallatie’ toe te kennen, niet vast te stellen;
Dat bestuurlijk overleg met de gemeente niet heeft geleid tot andere inzichten om de impasse te doorbreken;
Dat het Rijk realisatie van een militair radarstation in Herwijnen noodzakelijk acht gelet op de betrokken landsbelangen in het kader van de nationale veiligheid en de nationale klimaatdoelstellingen en deze daarom met toepassing van de Rijkscoördinatieregeling mogelijk wenst te maken;
Dat het project in dit besluit wordt aangeduid als het project Militair Radarstation Herwijnen;
Dat de Rijkscoördinatieregeling op dit moment niet van rechtswege van toepassing is op dit project;
Gelet op artikel 3.35, eerste tot en met derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening;
Besluit:
1. Voor de bouw en het in werking hebben van een militair radarstation op de locatie Broekgraaf 1 te Herwijnen wordt een inpassingsplan vastgesteld als bedoeld in artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening.
2. De voorbereiding en bekendmaking van het in het eerste lid bedoelde inpassingsplan wordt gecoördineerd met de voorbereiding en bekendmaking van alle benodigde besluiten, waaronder tenminste de omgevingsvergunning voor het bouwen en in gebruik hebben van de militaire radar.
Tegen dit besluit staat geen bezwaar en beroep open (artikel 7.1 in samenhang met artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en onderdeel C 2 van de bijlage bij deze wet).
Rijkscoördinatieprocedure
De Rijkscoördinatieprocedure bestaat uit een ruimtelijke module en een uitvoeringsmodule. De ruimtelijke module geeft de procedure voor de ruimtelijke inpassing van het project en resulteert in de vaststelling van een inpassingsplan. Dit besluit bepaalt dat door de Staatssecretaris van Defensie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een inpassingsplan wordt vastgesteld. Daarnaast is de uitvoeringsmodule van toepassing. Dit betekent dat de procedures voor alle vergunningen en ontheffingen die nodig zijn voor de realisatie van het project worden gecoördineerd door het Rijk. Hiertoe behoort in ieder geval de omgevingsvergunning voor het bouwen en in gebruik hebben van de militaire radar.
Toepassing van de Rijkscoördinatieregeling waarborgt de inhoudelijke afstemming van de benodigde besluiten en heeft tot gevolg dat alle besluiten dezelfde procedure volgen. Dit versnelt de besluitvorming van het project en vergroot de eenduidigheid voor de belanghebbenden.
Aanwijzing van de Staatssecretaris van Defensie
Voor de inhoud en de procedure van het inpassingsplan verwijst de Wet ruimtelijke ordening naar de bepalingen omtrent het bestemmingsplan (Hoofdstuk 3, afdelingen 3.1 en 3.2). Dat maakt het conform artikel 3.35, tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening, nodig te bepalen welke Minister in de plaats treedt van burgemeester en wethouders en ook gezamenlijk met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de plaats treedt van de gemeenteraad. In het besluit wordt de Staatssecretaris van Defensie daarvoor aangewezen. Volgens artikel 3.35, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt de Minister aangewezen die eerstverantwoordelijk is voor de gecoördineerde voorbereiding en bekendmaking. In dit besluit wordt ook daarvoor de Staatssecretaris van Defensie aangewezen.
Instemming Eerste en Tweede Kamer
Op grond van artikel 3.35, negende lid, van de Wet ruimtelijke ordening moeten de Eerste en Tweede Kamer hebben ingestemd met dit besluit voordat aan het besluit uitvoering kan worden gegeven. Met het besluit wordt geacht te zijn ingestemd indien de beide Kamers binnen vier weken na toezending ervan geen besluit hebben genomen omtrent de behandeling ervan.
Het besluit is op 7 juni 2019 door de Staatssecretaris van Defensie aan de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. Na behandeling in beide kamers is er door de Eerste en Tweede Kamer ingestemd met het besluit tot toepassing van de Rijkscoördinatieregeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-8758.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.