ARTIKEL I
Artikel 4a.2.10 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
Artikel 4a.2.10. Verplichtingen subsidieontvanger
2. Onder vernummering van het eerste tot en met derde lid tot tweede tot en met vierde
lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
3. In het derde lid (nieuw) wordt ‘De subsidieontvanger verleent medewerking aan’ vervangen
door ‘Onverminderd het eerste lid verleent de subsidieontvanger medewerking aan’.
4. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘bedoeld in het eerste en tweede lid’ vervangen door
‘bedoeld in het tweede en derde lid’.
ARTIKEL II
De tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2020 wordt
als volgt gewijzigd:
A
Onder de laatste rij van titel 3.8 wordt een rij ingevoegd, luidende:
|
3.8.2, onderdeel b
|
Global Stars-innovatieprojecten als bedoeld in de Global Stars-innovatiecall India
te raadplegen via www.RVO.nl/GlobalStars/
|
|
17-02-2020 t/m 30-06-2020
|
€ 925.000
|
B
Onder de rij van titel 4.6 wordt een rij ingevoegd, luidende:
Titel 4a.2: Versterking cyberweerbaarheid
|
4a.2.2, eerste lid
|
|
|
02-04-2020 t/m 14-05-2020
|
€ 1.000.000
|
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2020, met uitzondering van
artikel II, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
1. Aanleiding
Deze wijzigingsregeling voorziet in de openstelling van de subsidiemodule Internationaal
innoveren voor Global Stars-innovatieprojecten en wijziging en openstelling van de
subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid, die is opgenomen in titel 3.8 respectievelijk
4a.2 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES).
2. Global Stars-Innovatieprojecten
Met deze wijzigingsregeling wordt de subsidiemodule Internationaal innoveren, die
is opgenomen in titel 3.8 van de RNES, voor Global Stars-innovatieprojecten opnieuw
opengesteld. Onder de subsidiemodule Internationaal innoveren kan subsidie worden
verstrekt voor een aantal specifieke programma’s die mogelijk worden gemaakt door
het EUREKA-netwerk, waaronder het programma Global Stars. EUREKA is een intergouvernementeel
netwerk van meer dan 40 landen en de Europese Unie. De belangrijkste ambitie is het
bevorderen van productiviteit en concurrentiekracht van de industrie door technologische
R&D-samenwerking en innovatie. Via deze wijzigingsregeling wordt de subsidiemodule,
voor zover het Global Stars-innovatieprojecten betreft, opengesteld. Hiermee wordt
het mogelijk gemaakt dat Nederlandse partijen ondersteund worden voor hun deelname
aan
het programma Global Stars-innovatieprojecten. Het Global Stars-programma faciliteert
innovatieprojecten die uitgevoerd worden door deelnemers die gevestigd zijn in Nederland
(eventueel aangevuld met andere deelnemers die gevestigd zijn in een ander land dat
is aangesloten bij het EUREKA-netwerk) samen met ten minste één deelnemer die gevestigd
is in een land dat geen lid is van het EUREKA-netwerk. Voor iedere deelnemer geldt
dat deze subsidie moet aanvragen in het land waar deze gevestigd is. Het land van
herkomst ondersteunt de desbetreffende deelnemer als deze zowel voldoet aan de voorwaarden
die opgenomen zijn in de internationale Global Stars-innovatiecall als aan de nationale
voorwaarden. Indien subsidie beschikbaar wordt gesteld voor een nieuwe Global Stars-innovatiecall,
wordt dit mogelijk gemaakt via een wijziging van de openstellingsregeling, waarin
de naam van en een link naar de Global Stars-innovatiecall wordt opgenomen. Uit de
Global Stars-innovatiecall volgt ook in welk niet EUREKA-land minimaal één deelnemer
aan het project gevestigd moet zijn.
De Global Stars-innovatiecall waar de onderhavige openstelling op ziet, heeft betrekking
op projecten die uitgevoerd worden in samenwerking met een deelnemer uit India. De
subsidiemodule Internationaal innoveren wordt voor deze Global Stars-innovatieprojecten
opengesteld van 17 februari 2020 tot en met 30 juni 2020. Het subsidieplafond dat
vanuit Nederland beschikbaar wordt gesteld, is voor deze Global Stars-innovatieprojecten
vastgesteld op € 925.000. De deelnemers aan een Global Stars-innovatieproject komen
alleen voor subsidie in aanmerking, indien zij een subsidieaanvraag hebben ingediend
voor de internationale beoordeling. De internationale beoordeling en de nationale
beoordeling van het project worden gelijktijdig uitgevoerd.
3. Versterking cyberweerbaarheid
De subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid, opgenomen in titel 4a.2 van de RNES,
biedt cyberweerbaarheidsnetwerken de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor een
cyberweerbaarheidsplan. Het gaat hierbij om een samenhangend geheel van de volgende
activiteiten: het vormen en in stand houden van een netwerk, het stimuleren van bewustwording,
het geven van inzicht in digitale kwetsbaarheden, het verrichten van diensten om de
cyberweerbaarheid te versterken en het anderszins versterken van de cyberweerbaarheid
van niet-vitale ondernemingen.
In de subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid wordt aan artikel 4a.2.10 een verplichting
toegevoegd om bepaalde kennis opgedaan tijdens de uitvoering van de subsidiabele activiteiten
aan de minister te verstrekken. Deze verplichting is aanvullend op de in artikel 4a.2.10
opgenomen verplichtingen inzake evaluatie en kennisverspreiding. Op grond van artikel
4a.2.10, eerste, tweede en derde lid (oud), die thans vernummerd zijn naar artikel
4.a.2.10, tweede, derde en vierde lid (nieuw), dient de subsidieontvanger medewerking
te verlenen aan de verdere verspreiding van ervaringen en resultaten van het cyberweerbaarheidsplan
door de minister of door een door de minister aangewezen derde. Ook dient de subsidieontvanger
medewerking te verlenen aan een evaluatie van de effecten van de door hem uitgevoerde
activiteiten, bedoeld in artikel 4a.2.2, voor zover deze medewerking redelijkerwijs
van hem verlangd kan worden. Deze verplichtingen gelden tot drie jaar na de datum
van de beschikking tot subsidievaststelling. In artikel 4a.2.10, eerste lid (nieuw),
wordt nu geregeld dat de subsidieontvanger daarnaast gedurende de looptijd van de
uitvoering van het cyberweerbaarheidsplan jaarlijks een voortgangsrapportage moet
verstrekken die de minister kan gebruiken voor de openbare brede verspreiding van
de niet bedrijfsgevoelige kennis en informatie die met de uitvoering van het cyberweerbaarheidsplan
worden opgedaan. De minister zal hiervoor een format beschikbaar stellen. Deze rapportage
is aanvullend op de rapportages waarvoor op grond van artikel 39, van het Kaderbesluit
nationale EZ-subsidies in de subsidiebeschikking een verplichting opgenomen moet worden.
Het beschikbaar maken van kennis en leerervaringen die met de uitvoering van het cyberweerbaarheidsplan
opgedaan worden gedurende de looptijd, in plaats van alleen na afloop van de uitvoering
van een cyberweerbaarheidsplan, kunnen de verschillende samenwerkingsverbanden ook
gedurende de uitvoering van het cyberweerbaarheidsplan van elkaars ervaringen leren.
Op deze manier ontstaat er een brede kennisdeling waar alle ondernemers die aan de
slag willen met hun cyberweerbaarheid van kunnen profiteren. Dit draagt bij aan het
landelijk dekkend stelsel van informatieknooppunten, waar bedrijven de voor hen relevante
cybersecurity informatie kunnen halen en brengen. Door de rapportage kan de minister
deze informatie centraal beschikbaar stellen en kan bovendien de voortgang van de
uitvoering van de cyberweerbaarheidsplannen beter gevolgd worden.
De subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid wordt opengesteld vanaf 2 april 2020
tot en met 14 mei 2020. Het subsidieplafond wordt vastgesteld op € 1.000.000.
4. Staatssteun
De subsidie die op grond van de subsidiemodule Internationaal Innoveren voor Global
Stars-innovatieprojecten verstrekt wordt, wordt gerechtvaardigd door artikel 25 van
de algemene groepsvrijstellingsverordening1. Global Stars-innovatieprojecten betreffen immers onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten.
De subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid bevat eveneens staatssteun. Voor MKB-ondernemingen
wordt de consultancysteun gerechtvaardigd door artikel 18 van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
Voor de overige activiteiten moet de subsidieaanvrager voldoen aan de voorwaarden
van de algemene de-minimisverordening2. Uit het cyberweerbaarheidsplan en de begroting blijkt of de kosten worden gerechtvaardigd
door artikel 18 van de algemene groepsvrijstellingsverordening of dat de algemene
de-minimisverordening van toepassing is. Voor grote ondernemingen bevat de subsidie
staatssteun die kan worden gerechtvaardigd door de algemene de-minimisverordening.
De subsidieaanvragers moeten daarom bij de aanvraag een de-minimisverklaring indienen.
De gestelde eisen in titels 3.8 en 4a.2 van de RNES, alsook de algemene eisen uit
het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies zorgen ervoor dat de subsidie verleend wordt
in overeenstemming met de eisen uit voormelde artikelen uit de algemene groepsvrijstellingsverordening,
eisen uit de algemene de-minimisverordening en (voor zover relevant) eisen met betrekking
tot transparantie, stimulerend effect en cumulatie. Ook blijven voormelde subsidiemodules
binnen de daarvoor geldende drempels voor aanmelding van de steun, maximum steunintensiteiten
en het de-minimisplafond. Omdat de subsidiemodule Internationaal innoveren voor Global
Stars-innovatieprojecten ongewijzigd wordt opengesteld en de subsidiemodule Versterking
cyberweerbaarheid slechts beperkt gewijzigd wordt opengesteld, verandert er niets
ten aanzien van de staatssteunaspecten.
De openstelling van de subsidiemodule Internationaal innoveren voor het uitvoeren
van Global Stars-innovatieprojecten en de openstelling en wijziging van de subsidiemodule
Versterking cyberweerbaarheid zullen separaat ter kennisneming aan de Europese Commissie
worden gemeld, conform artikel 11, onder a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
Indien een subsidie die op grond van deze subsidiemodules wordt verleend, staatssteun
bevat die door de algemene groepsvrijstellingsverordening wordt gerechtvaardigd, maakt
de minister op grond van artikel 1.8 van de RNES binnen zes maanden na de datum van
subsidieverlening de volgende gegevens bekend:
-
a. de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdelen a en b, van de algemene
groepsvrijstellingsverordening (beknopte informatie over de subsidieregeling), en
-
b. de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de algemene groepsvrijstellingsverordening,
voor zover de individuele steun meer bedraagt dan € 500.000 (beknopte informatie over
het project).
5. Regeldruk
De openstelling van de subsidiemodule Internationaal innoveren voor Global Stars-innovatieprojecten
leidt niet tot een wijziging van informatieverplichtingen. De wijziging en openstelling
van de subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid, leidt tot een geringe toename
van informatieverplichtingen ten aanzien van de eerdere openstelling van deze subsidiemodule
in 2018 en 2019. Met deze wijzigingsregeling wordt namelijk een verplichting toegevoegd
om bepaalde kennis opgedaan tijdens de uitvoering van de subsidiabele activiteiten
aan de minister te verstrekken. Deze verplichting leidt daarom tot een geringe toename
van de regeldruk bij de gebruikers van deze subsidiemodule. Naar verwachting betreft
de administratieve belasting voor de aanvrager tot maximaal 3 uur extra per jaar voor
het opstellen van een rapportage die bruikbaar is voor een bredere doelgroep. De administratieve
lasten en nalevingskosten bedragen naar verwachting € 112.785 (waarvan € 12.000 doorlopende
uitvoeringskosten (DUK)). Deze inschatting is gebaseerd op circa 15 aanvragen, waarvan
circa 5 worden gehonoreerd. Een concept van de regeling is voorgelegd aan het Adviescollege
toetsing regeldruk en is niet geselecteerd voor formele advisering.
6. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2020, met uitzondering van
artikel II, onderdeel A, van deze regeling dat in werking treedt met ingang van de
dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Met de datum van inwerkingtreding van artikel I en II, onderdeel B, van deze regeling,
met ingang van 1 april 2020, wordt aangesloten bij de systematiek van de vaste verandermomenten,
inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal
in werking treden. Wel wordt afgeweken van de regel dat ministeriële regelingen twee
maanden voor inwerkingtreding bekend worden gemaakt. Dat wordt in dit geval gerechtvaardigd
omdat de doelgroep van de subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid gebaat is bij
spoedige inwerkingtreding van deze regeling. Hierdoor kan de doelgroep immers al vanaf
1 april 2020 subsidieaanvragen indienen. Vasthouden aan zowel de systematiek van de
vaste verandermomenten als de bekendmakingstermijn zou hebben betekend dat deze regeling
pas bij het eerst volgende vaste verandermoment op 1 juli 2020 inwerking zou treden.
Omdat de openstellingsperiode voor deze subsidiemodule tot en met 15 mei 2020 zal
lopen, heeft de doelgroep bovendien voldoende tijd om op voormelde openstelling en
wijzigingen te anticiperen.
Met de datum van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel A, van deze regeling,
met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt
geplaatst, wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten en bijbehorende
bekendmakingstermijn. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat ook de doelgroep
van de subsidiemodule Internationaal innoveren voor Global Stars-innovatieprojecten
gebaat is bij spoedige inwerkingtreding. De nationale en internationale beoordeling,
genoemd in paragraaf 2, vinden namelijk gelijktijdig plaats. De gebruikers van de
subsidiemodule Internationaal innoveren krijgen nu vanaf 17 februari 2020 tot en met
30 juni 2020 de mogelijkheid om een subsidie aan te vragen voor Global Stars-innovatieprojecten.
Omdat de openstellingsperiode van deze subsidiemodule pas op 30 juni 2020 zal eindigen,
heeft de doelgroep voldoende tijd om een aanvraag voor te bereiden en in te dienen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer