Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 8 februari 2020, nr. WJZ/20026832, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2020 in verband met de openstelling van de subsidiemodules Internationaal innoveren en Versterking cyberweerbaarheid en enkele wijzigingen hiervan

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 16 en 44, tweede lid, van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 4a.2.10 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 4a.2.10. Verplichtingen subsidieontvanger

2. Onder vernummering van het eerste tot en met derde lid tot tweede tot en met vierde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 1. Gedurende de uitvoering van het cyberweerbaarheidsplan verstrekt de subsidieontvanger jaarlijks een voortgangsrapportage die de minister kan gebruiken voor de openbare brede verspreiding van de niet-bedrijfsgevoelige kennis en informatie die met de uitvoering van het cyberweerbaarheidsplan worden opgedaan.

3. In het derde lid (nieuw) wordt ‘De subsidieontvanger verleent medewerking aan’ vervangen door ‘Onverminderd het eerste lid verleent de subsidieontvanger medewerking aan’.

4. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘bedoeld in het eerste en tweede lid’ vervangen door ‘bedoeld in het tweede en derde lid’.

ARTIKEL II

De tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder de laatste rij van titel 3.8 wordt een rij ingevoegd, luidende:

 

3.8.2, onderdeel b

Global Stars-innovatieprojecten als bedoeld in de Global Stars-innovatiecall India te raadplegen via www.RVO.nl/GlobalStars/

 

17-02-2020 t/m 30-06-2020

€ 925.000

B

Onder de rij van titel 4.6 wordt een rij ingevoegd, luidende:

Titel 4a.2: Versterking cyberweerbaarheid

4a.2.2, eerste lid

   

02-04-2020 t/m 14-05-2020

€ 1.000.000

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2020, met uitzondering van artikel II, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 8 februari 2020

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

1. Aanleiding

Deze wijzigingsregeling voorziet in de openstelling van de subsidiemodule Internationaal innoveren voor Global Stars-innovatieprojecten en wijziging en openstelling van de subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid, die is opgenomen in titel 3.8 respectievelijk 4a.2 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES).

2. Global Stars-Innovatieprojecten

Met deze wijzigingsregeling wordt de subsidiemodule Internationaal innoveren, die is opgenomen in titel 3.8 van de RNES, voor Global Stars-innovatieprojecten opnieuw opengesteld. Onder de subsidiemodule Internationaal innoveren kan subsidie worden verstrekt voor een aantal specifieke programma’s die mogelijk worden gemaakt door het EUREKA-netwerk, waaronder het programma Global Stars. EUREKA is een intergouvernementeel netwerk van meer dan 40 landen en de Europese Unie. De belangrijkste ambitie is het bevorderen van productiviteit en concurrentiekracht van de industrie door technologische R&D-samenwerking en innovatie. Via deze wijzigingsregeling wordt de subsidiemodule, voor zover het Global Stars-innovatieprojecten betreft, opengesteld. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt dat Nederlandse partijen ondersteund worden voor hun deelname aan

het programma Global Stars-innovatieprojecten. Het Global Stars-programma faciliteert innovatieprojecten die uitgevoerd worden door deelnemers die gevestigd zijn in Nederland (eventueel aangevuld met andere deelnemers die gevestigd zijn in een ander land dat is aangesloten bij het EUREKA-netwerk) samen met ten minste één deelnemer die gevestigd is in een land dat geen lid is van het EUREKA-netwerk. Voor iedere deelnemer geldt dat deze subsidie moet aanvragen in het land waar deze gevestigd is. Het land van herkomst ondersteunt de desbetreffende deelnemer als deze zowel voldoet aan de voorwaarden die opgenomen zijn in de internationale Global Stars-innovatiecall als aan de nationale voorwaarden. Indien subsidie beschikbaar wordt gesteld voor een nieuwe Global Stars-innovatiecall, wordt dit mogelijk gemaakt via een wijziging van de openstellingsregeling, waarin de naam van en een link naar de Global Stars-innovatiecall wordt opgenomen. Uit de Global Stars-innovatiecall volgt ook in welk niet EUREKA-land minimaal één deelnemer aan het project gevestigd moet zijn.

De Global Stars-innovatiecall waar de onderhavige openstelling op ziet, heeft betrekking op projecten die uitgevoerd worden in samenwerking met een deelnemer uit India. De subsidiemodule Internationaal innoveren wordt voor deze Global Stars-innovatieprojecten opengesteld van 17 februari 2020 tot en met 30 juni 2020. Het subsidieplafond dat vanuit Nederland beschikbaar wordt gesteld, is voor deze Global Stars-innovatieprojecten vastgesteld op € 925.000. De deelnemers aan een Global Stars-innovatieproject komen alleen voor subsidie in aanmerking, indien zij een subsidieaanvraag hebben ingediend voor de internationale beoordeling. De internationale beoordeling en de nationale beoordeling van het project worden gelijktijdig uitgevoerd.

3. Versterking cyberweerbaarheid

De subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid, opgenomen in titel 4a.2 van de RNES, biedt cyberweerbaarheidsnetwerken de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor een cyberweerbaarheidsplan. Het gaat hierbij om een samenhangend geheel van de volgende activiteiten: het vormen en in stand houden van een netwerk, het stimuleren van bewustwording, het geven van inzicht in digitale kwetsbaarheden, het verrichten van diensten om de cyberweerbaarheid te versterken en het anderszins versterken van de cyberweerbaarheid van niet-vitale ondernemingen.

In de subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid wordt aan artikel 4a.2.10 een verplichting toegevoegd om bepaalde kennis opgedaan tijdens de uitvoering van de subsidiabele activiteiten aan de minister te verstrekken. Deze verplichting is aanvullend op de in artikel 4a.2.10 opgenomen verplichtingen inzake evaluatie en kennisverspreiding. Op grond van artikel 4a.2.10, eerste, tweede en derde lid (oud), die thans vernummerd zijn naar artikel 4.a.2.10, tweede, derde en vierde lid (nieuw), dient de subsidieontvanger medewerking te verlenen aan de verdere verspreiding van ervaringen en resultaten van het cyberweerbaarheidsplan door de minister of door een door de minister aangewezen derde. Ook dient de subsidieontvanger medewerking te verlenen aan een evaluatie van de effecten van de door hem uitgevoerde activiteiten, bedoeld in artikel 4a.2.2, voor zover deze medewerking redelijkerwijs van hem verlangd kan worden. Deze verplichtingen gelden tot drie jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling. In artikel 4a.2.10, eerste lid (nieuw), wordt nu geregeld dat de subsidieontvanger daarnaast gedurende de looptijd van de uitvoering van het cyberweerbaarheidsplan jaarlijks een voortgangsrapportage moet verstrekken die de minister kan gebruiken voor de openbare brede verspreiding van de niet bedrijfsgevoelige kennis en informatie die met de uitvoering van het cyberweerbaarheidsplan worden opgedaan. De minister zal hiervoor een format beschikbaar stellen. Deze rapportage is aanvullend op de rapportages waarvoor op grond van artikel 39, van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies in de subsidiebeschikking een verplichting opgenomen moet worden. Het beschikbaar maken van kennis en leerervaringen die met de uitvoering van het cyberweerbaarheidsplan opgedaan worden gedurende de looptijd, in plaats van alleen na afloop van de uitvoering van een cyberweerbaarheidsplan, kunnen de verschillende samenwerkingsverbanden ook gedurende de uitvoering van het cyberweerbaarheidsplan van elkaars ervaringen leren. Op deze manier ontstaat er een brede kennisdeling waar alle ondernemers die aan de slag willen met hun cyberweerbaarheid van kunnen profiteren. Dit draagt bij aan het landelijk dekkend stelsel van informatieknooppunten, waar bedrijven de voor hen relevante cybersecurity informatie kunnen halen en brengen. Door de rapportage kan de minister deze informatie centraal beschikbaar stellen en kan bovendien de voortgang van de uitvoering van de cyberweerbaarheidsplannen beter gevolgd worden.

De subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid wordt opengesteld vanaf 2 april 2020 tot en met 14 mei 2020. Het subsidieplafond wordt vastgesteld op € 1.000.000.

4. Staatssteun

De subsidie die op grond van de subsidiemodule Internationaal Innoveren voor Global Stars-innovatieprojecten verstrekt wordt, wordt gerechtvaardigd door artikel 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening1. Global Stars-innovatieprojecten betreffen immers onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten.

De subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid bevat eveneens staatssteun. Voor MKB-ondernemingen wordt de consultancysteun gerechtvaardigd door artikel 18 van de algemene groepsvrijstellingsverordening. Voor de overige activiteiten moet de subsidieaanvrager voldoen aan de voorwaarden van de algemene de-minimisverordening2. Uit het cyberweerbaarheidsplan en de begroting blijkt of de kosten worden gerechtvaardigd door artikel 18 van de algemene groepsvrijstellingsverordening of dat de algemene de-minimisverordening van toepassing is. Voor grote ondernemingen bevat de subsidie staatssteun die kan worden gerechtvaardigd door de algemene de-minimisverordening. De subsidieaanvragers moeten daarom bij de aanvraag een de-minimisverklaring indienen.

De gestelde eisen in titels 3.8 en 4a.2 van de RNES, alsook de algemene eisen uit het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies zorgen ervoor dat de subsidie verleend wordt in overeenstemming met de eisen uit voormelde artikelen uit de algemene groepsvrijstellingsverordening, eisen uit de algemene de-minimisverordening en (voor zover relevant) eisen met betrekking tot transparantie, stimulerend effect en cumulatie. Ook blijven voormelde subsidiemodules binnen de daarvoor geldende drempels voor aanmelding van de steun, maximum steunintensiteiten en het de-minimisplafond. Omdat de subsidiemodule Internationaal innoveren voor Global Stars-innovatieprojecten ongewijzigd wordt opengesteld en de subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid slechts beperkt gewijzigd wordt opengesteld, verandert er niets ten aanzien van de staatssteunaspecten.

De openstelling van de subsidiemodule Internationaal innoveren voor het uitvoeren van Global Stars-innovatieprojecten en de openstelling en wijziging van de subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid zullen separaat ter kennisneming aan de Europese Commissie worden gemeld, conform artikel 11, onder a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening. Indien een subsidie die op grond van deze subsidiemodules wordt verleend, staatssteun bevat die door de algemene groepsvrijstellingsverordening wordt gerechtvaardigd, maakt de minister op grond van artikel 1.8 van de RNES binnen zes maanden na de datum van subsidieverlening de volgende gegevens bekend:

  • a. de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdelen a en b, van de algemene groepsvrijstellingsverordening (beknopte informatie over de subsidieregeling), en

  • b. de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, voor zover de individuele steun meer bedraagt dan € 500.000 (beknopte informatie over het project).

5. Regeldruk

De openstelling van de subsidiemodule Internationaal innoveren voor Global Stars-innovatieprojecten leidt niet tot een wijziging van informatieverplichtingen. De wijziging en openstelling van de subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid, leidt tot een geringe toename van informatieverplichtingen ten aanzien van de eerdere openstelling van deze subsidiemodule in 2018 en 2019. Met deze wijzigingsregeling wordt namelijk een verplichting toegevoegd om bepaalde kennis opgedaan tijdens de uitvoering van de subsidiabele activiteiten aan de minister te verstrekken. Deze verplichting leidt daarom tot een geringe toename van de regeldruk bij de gebruikers van deze subsidiemodule. Naar verwachting betreft de administratieve belasting voor de aanvrager tot maximaal 3 uur extra per jaar voor het opstellen van een rapportage die bruikbaar is voor een bredere doelgroep. De administratieve lasten en nalevingskosten bedragen naar verwachting € 112.785 (waarvan € 12.000 doorlopende uitvoeringskosten (DUK)). Deze inschatting is gebaseerd op circa 15 aanvragen, waarvan circa 5 worden gehonoreerd. Een concept van de regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk en is niet geselecteerd voor formele advisering.

6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2020, met uitzondering van artikel II, onderdeel A, van deze regeling dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Met de datum van inwerkingtreding van artikel I en II, onderdeel B, van deze regeling, met ingang van 1 april 2020, wordt aangesloten bij de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden. Wel wordt afgeweken van de regel dat ministeriële regelingen twee maanden voor inwerkingtreding bekend worden gemaakt. Dat wordt in dit geval gerechtvaardigd omdat de doelgroep van de subsidiemodule Versterking cyberweerbaarheid gebaat is bij spoedige inwerkingtreding van deze regeling. Hierdoor kan de doelgroep immers al vanaf 1 april 2020 subsidieaanvragen indienen. Vasthouden aan zowel de systematiek van de vaste verandermomenten als de bekendmakingstermijn zou hebben betekend dat deze regeling pas bij het eerst volgende vaste verandermoment op 1 juli 2020 inwerking zou treden. Omdat de openstellingsperiode voor deze subsidiemodule tot en met 15 mei 2020 zal lopen, heeft de doelgroep bovendien voldoende tijd om op voormelde openstelling en wijzigingen te anticiperen.

Met de datum van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel A, van deze regeling, met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten en bijbehorende bekendmakingstermijn. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat ook de doelgroep van de subsidiemodule Internationaal innoveren voor Global Stars-innovatieprojecten gebaat is bij spoedige inwerkingtreding. De nationale en internationale beoordeling, genoemd in paragraaf 2, vinden namelijk gelijktijdig plaats. De gebruikers van de subsidiemodule Internationaal innoveren krijgen nu vanaf 17 februari 2020 tot en met 30 juni 2020 de mogelijkheid om een subsidie aan te vragen voor Global Stars-innovatieprojecten. Omdat de openstellingsperiode van deze subsidiemodule pas op 30 juni 2020 zal eindigen, heeft de doelgroep voldoende tijd om een aanvraag voor te bereiden en in te dienen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187).

X Noot
2

verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352).

Naar boven