Besluit van de hoofddirecteur Immigratie- en Naturalisatiedienst van 10 oktober 2019, houdende instelling van de Maatschappelijke Adviesraad IND

De hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst besluit:

Artikel 1 Definities

In dit besluit worden de volgende begrippen gehanteerd:

  • a. MAR: de Maatschappelijke Adviesraad IND;

  • b. MT IND: het managementteam van de IND, bestaande uit de hoofddirecteur van de IND, de directeur Asiel en Bescherming, de directeur Bedrijfsvoering, de directeur Dienstverlenen, de directeur Juridische Zaken, de directeur Regulier Verblijf en Nederlanderschap en de directeur Strategie en Uitvoeringsadvies.

Artikel 2 Instelling en taak

De Maatschappelijke Adviesraad IND (MAR) is onafhankelijk en heeft tot taak het bieden van tegenspraak middels spiegelen en inspireren aan en het gevraagd en ongevraagd adviseren van het MT IND, op basis waarvan:

  • a. de IND verbinding kan maken met de maatschappij;

  • b. de IND naar de maatschappij openheid en transparantie vorm en inhoud kan geven;

  • c. de IND uitvoering kan geven aan zijn maatschappelijke opgave;

  • d. het maatschappelijk debat omtrent de uitvoering van de taken van de IND gefaciliteerd kan worden;

  • e. de IND kan reflecteren op de wijze waarop zijn taken worden uitgevoerd en zodoende gefaciliteerd wordt in het voeren van het gesprek daarover met zijn opdrachtgever.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De MAR bestaat uit ten minste vijf leden. De leden worden door de hoofddirecteur van de IND benoemd op voordracht van de selectiecommissie en kunnen door de hoofddirecteur worden ontheven uit hun taken. Op eigen verzoek kunnen leden van de MAR door de hoofddirecteur van de IND ontheven worden uit hun taken;

  • 2. De rol van voorzitter van de MAR wordt in samenspraak met het MT IND ingevuld;

  • 3. De leden worden in beginsel voor twee jaar benoemd. Deze termijn kan op voordracht van het MT IND eenmaal worden verlengd met twee jaar;

  • 4. De MAR wordt bijgestaan door een secretaris.

Artikel 4 Samenwerking en verantwoording

Het MT IND verstrekt de MAR de informatie die voor het uitvoeren van zijn taak noodzakelijk is. Voorafgaand aan hun benoeming bieden de leden van de MAR inzicht in hun nevenactiviteiten, leveren ze een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) aan en ondertekenen ze de Integriteitsverklaring Rijk.

Artikel 5

De MAR en het MT IND komen minimaal 4 keer per jaar bijéén. De samenwerkingsvorm tussen beiden wordt vanuit de in de praktijk opgedane ervaringen continu verbeterd, in lijn met de taak van de MAR en de beoogde effecten ervan op de IND.

Artikel 6

De MAR doet zelfstandig jaarlijks openbaar verslag van zijn werkzaamheden. Het MT IND besteedt in de jaarrapportages aandacht aan de MAR.

Artikel 7

Na uiterlijk twee jaar na de instelling van de MAR vindt er een evaluatie plaats van de MAR.

Artikel 8 Financiën

  • 1. De leden ontvangen voor hun werkzaamheden per bijeenkomst met het MT IND een vergoeding. Daarbij worden twee of meer bijeenkomsten op dezelfde dag aangemerkt als één.

  • 2. De leden hebben overeenkomstig het Reisbesluit binnenland recht op vergoeding voor reis- en verblijfskosten.

  • 3. Voor de vergoedingen wordt gebruik gemaakt van een standaard declaratieformulier MAR.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 10 oktober 2019.

De hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, A. van Berckel-van de Langemheen

TOELICHTING

I. Algemeen

In 2017 heeft het MT IND de wens uitgesproken een MAR te willen inrichten. Deze wens komt voort uit de door de IND onderschreven doelstellingen van het Handvest Publiek Verantwoorden en de daarmee samenhangende principes van de Code Goed Bestuur, die onder andere gaan over het zich publiek verantwoorden en het organiseren van tegenspraak door bestuursorganen. Daarnaast past een MAR binnen het Programmaplan ‘JenV Verandert 2016-2020’ en de daarbij horende veranderlijnen alsook binnen het ‘Meerjarig Perspectief 2018-2022’, ‘Samen bouwen aan een flexibele en toekomstbestendige IND’.

Het uitgangspunt is dat de MAR een positieve en actieve bijdrage levert aan het uitvoeren van de maatschappelijke opgave van de IND.

II. Artikelsgewijs

Artikel 3

Diversiteit in samenstelling van de MAR is een basisuitgangspunt. Affiniteit met het werk(terrein) van de IND en een maatschappelijk netwerk is daarbij een vereiste. Van belang is dat de leden van de MAR op creatieve en inspirerende wijze vorm en inhoud kunnen geven aan de taak van de MAR. Voor de uitvoering hiervan is het noodzakelijk dat de leden van onbesproken gedrag zijn én integer.

Een eerste profielschets van de leden van de MAR is op basis van ervaringen binnen de IND én andere organisaties opgesteld, getoetst en verder aangevuld in een sessie met medewerkers van de IND. Na interne afstemming is het profiel ‘doorvertaald’ in een wervingstekst.

Werkend vanuit een vaste kern van leden kunnen, naar gelang het thema, personen vanuit het maatschappelijk netwerk van de leden eenmalig bij de MAR betrokken worden. Dit maakt de MAR flexibel en dynamisch en biedt ruimte om de maatschappij er gericht(er) bij te betrekken.

Voor de vaste kern van leden wordt een rooster van aftreden opgesteld, zodat de continuïteit van de MAR is gewaarborgd.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wordt in kennis gesteld van voorgenomen benoemingen.

Artikel 4

De instelling van de MAR brengt met zich mee dat het MT IND ten behoeve van het goed functioneren van de MAR open en transparant communiceert. Afhankelijk van de te bespreken thema’s, welke in onderling overleg worden vastgesteld, besluit het MT IND tijdig welke informatie verstrekt moet worden aan de MAR. Vertrouwen en veiligheid zijn daarbij belangrijke waarden. De Gedragscode Integriteit Rijk is hierbij richtinggevend.

Artikel 5

De samenwerkingsvorm(en) tussen de MAR en het MT IND wordt al doende ingevuld tijdens een dynamisch proces. In dit proces kan geëxperimenteerd worden met verschillende samenwerkingsvormen, waarbij uiteindelijk een keuze gemaakt kan worden voor de meest passende vorm. Nadere afspraken hierover kunnen worden verwoord in een reglement.

Artikel 7

De MAR wordt voor maximaal 3 jaar ingesteld. Na uiterlijk twee jaar vindt er een evaluatie plaats van de MAR. Bij de evaluatie wordt gekeken naar het effect van de adviezen van de MAR over de afgelopen periode en de wijze van samenwerking. De punten voor de evaluatie worden gezamenlijk (MAR en MT IND) nader ingevuld. Voor de evaluatie kan eventueel het Team Interne Audit worden ingeschakeld. Op basis van de uitkomsten van de evaluatie wordt bezien of de MAR ingesteld blijft.

Artikel 8

Voor de hoogte van de vergoedingen wordt, na interne afstemming, aansluiting gezocht bij de Circulaire Vergoedingen adviescolleges en commissies, geldend van 13-02-2009 tot en met heden en bij van toepassing zijnde werkkostenregelingen.

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant en op www.ind.nl. Aan de medewerkers van de IND wordt het besluit kenbaar gemaakt door middel van publicatie op INDaily.

Naar boven