Kennisgeving definitieve NRD Net op zee Ten noorden van de Waddeneilanden, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Vaststelling van de te onderzoeken alternatieven en de benodigde onderzoeken voor het milieueffectrapport (MER) en reactie op zienswijzen

Het voornemen van het Net op zee Ten noorden van de Waddeneilanden

Met een kennisgeving op 26 september 2019 heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat u geïnformeerd over het voornemen tot het project Net op zee Ten noorden van de Waddeneilanden. Voor dit project wordt een milieueffectrapport (MER) opgesteld.

In het windenergiegebied Ten noorden van de Waddeneilanden wordt een windpark gebouwd met een vermogen van 700 megawatt (MW). In het windpark komt alle door de windturbines opgewekte stroom samen op een platform. Via een ondergrondse hoogspanningsverbinding gaat de stroom van het platform op zee naar een transformatorstation aan land. Mogelijke locaties voor een transformatorstation zijn Burgum, Vierverlaten en Eemshaven.

Besluitvorming

Op de besluitvorming over het Net op zee Ten noorden van de Waddeneilanden is de rijkscoördinatieregeling van toepassing. Dit betekent dat het tracé wordt vastgelegd in een (rijks)inpassingsplan, dat wordt vastgesteld door de ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het inpassingsplan wordt voorbereid in één gecoördineerde procedure samen met een aantal andere besluiten dat voor het project nodig is (vergunningen en ontheffingen). De Minister van Economische Zaken en Klimaat coördineert de procedure.

Milieueffectrapportage

Met een MER worden (mogelijke) milieueffecten, bijvoorbeeld op leefomgevingskwaliteit (mens), gezondheid, landschap, natuur, bodem en water in beeld gebracht, zodat deze effecten een volwaardige rol kunnen spelen bij de besluitvorming. Het MER zal ook een passende beoordeling bevatten om mogelijke gevolgen voor Natura 2000-gebieden in kaart te brengen.

Welke informatie is nodig voor de milieueffectrapportage?

De Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft in afstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een zogenaamde concept-Notitie Reikwijdte en Detailniveau (concept-NRD) aangegeven welke alternatieven onderzocht worden in het milieueffectrapport en hoe het milieuonderzoek in het MER wordt uitgevoerd. Deze concept-NRD heeft ter inzage gelegen van 27 september 2019 tot en met 7 november 2019. Iedereen heeft in die periode een zienswijze kunnen indienen op de concept-NRD. Er zijn binnen de inspraaktermijn in totaal 31 zienswijzen van particulieren en bedrijven ontvangen en 6 reacties van betrokken overheden. In een Nota van Antwoord zijn de zienswijzen en reacties samengevat en van een reactie voorzien. Er is ook aangegeven hoe met de zienswijzen rekening wordt gehouden in het vervolgonderzoek voor het project. De Commissie voor de milieueffectrapportage heeft op 2 december 2019 een advies uitgebracht op de concept-NRD en de ingediende zienswijzen.

Vaststelling van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD)

Mede op basis van de ingediende zienswijzen, reacties van betrokken overheden en het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat op 31 januari 2020 de definitieve NRD vastgesteld. Hiermee geeft hij aan welke alternatieven onderzocht zullen worden en welk milieuonderzoek zal worden uitgevoerd voor dit MER.

Waar kunt u de NRD en de Nota van Antwoord inzien?

U kunt de definitieve NRD en Nota van Antwoord inzien op www.rvo.nl/onderwerpen/bureau-energieprojecten/lopende-projecten/hoogspanning/net-op-zee-ten-noorden-van-de-waddeneilanden. Heeft u na het bezoeken van de website nog vragen? Dan kunt u bellen met Bureau Energieprojecten via telefoonnummer 070 – 379 89 79.

Wat gebeurt hierna?

Het MER bestaat uit twee fasen. Nu de NRD is vastgesteld, worden de milieueffecten van de verschillende alternatieven in het MER fase 1 onderzocht en in beeld gebracht. Hierna wordt er een integrale effectenanalyse opgesteld waarin de effecten van de alternatieven t.a.v. de thema’s milieu, kosten, omgeving, techniek en toekomstvastheid staan beschreven. Eenieder kan een reactie geven op de integrale effectenanalyse. Wij vragen de lokale en regionale overheden om advies. De integrale effectenanalyse (met als bijlage het MER fase 1) wordt gepubliceerd en er zal een informatieavond plaatsvinden, naar verwachting in juni 2020.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat kiest vervolgens in afstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een voorkeursalternatief (definitief kabeltracé op zee en op land) dat in het MER fase 2 meer in detail wordt onderzocht. Hij neemt het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage, de reacties van de omgeving en het advies van de overheden mee in zijn afweging. Dit voorkeursalternatief wordt vastgelegd in een Inpassingsplan (bestemmingsplan op rijksniveau) en voor dit voorkeursalternatief worden de benodigde vergunningen en ontheffingen aangevraagd.

MER fase 2 wordt, naar verwachting, in het derde kwartaal van 2021 samen met het ontwerpinpassingsplan en de ontwerpvergunningen ter inzage gelegd. Hierop kan iedereen reageren. De terinzagelegging en de informatieavonden worden te zijner tijd aangekondigd in onder andere de Staatscourant, huis-aan-huisbladen en op www.bureau-energieproiecten.nl.

Naar boven