Regeling van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek van 25 januari 2020, nr. Ac2020, tot vaststelling van een tijdelijke subsidieregeling journalistieke innovatie 2020

Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 8.15a van de Mediawet 2008;

Besluit:

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Te begeleiden en te subsidiëren activiteiten en kosten

  • 1. Het Stimuleringsfonds kan ten behoeve van de versterking en vernieuwing van de journalistiek in Nederland in de eerste plaats begeleiding en in de tweede plaats subsidie verstrekken voor innovatieve projecten binnen de journalistieke media.

  • 2. Voor subsidieverstrekking komen slechts kosten van de subsidieontvanger in aanmerking die rechtstreeks verband houden met de te subsidiëren activiteiten en die gemaakt zijn na toelating tot het begeleidingsprogramma.

  • 3. Het Stimuleringsfonds kan nadere richtlijnen omtrent de aard van de kosten en de activiteiten vaststellen. Deze richtlijnen worden gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds www.svdj.nl.

Artikel 2. De onderdelen van de regeling

  • 1. De regeling bestaat uit een begeleidingsprogramma en subsidieverstrekking.

  • 2. Het begeleidingsprogramma en de subsidieverstrekking zijn uitsluitend gericht op de ontwikkeling van een innovatieve oplossing voor een probleem in de journalistiek.

HOOFDSTUK 2. BEGELEIDINGSPROGRAMMA

Artikel 3. Verzoek tot toelating

  • 1. Toegang tot het begeleidingsprogramma wordt op verzoek verleend.

  • 2. Ten hoogste 12 teams kunnen worden toegelaten tot het begeleidingsprogramma.

  • 3. Een verzoek tot toelating tot het begeleidingsprogramma kan worden ingediend door de voor de desbetreffende activiteiten verantwoordelijke rechts- of natuurlijke personen, die in Nederland (in het kader van deze regeling) actief (zullen) zijn en die zijn ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, dan wel deze inschrijving verkrijgen na toelating tot het begeleidingsprogramma.

  • 4. Een verzoek wordt uitsluitend ingediend door middel van het invullen en ondertekenen van een door het Stimuleringsfonds vastgesteld formulier volgens de op de website van het Stimuleringsfonds www.svdj.nl vermelde instructies, en omvat in ieder geval:

    • a. een activiteitenplan volgens een door het Stimuleringsfonds vastgesteld format;

    • b. een aanbiedingsbrief;

    • c. cv’s van alle deelnemende teamleden

  • 5. Het activiteitenplan:

    • a. beschrijft nauwkeurig de aard en omvang van het team dat de voorgenomen activiteiten gaat uitvoeren;

    • b. wordt onderbouwd met een analyse van informatie op basis waarvan de verzoeker kennis over het op te lossen probleem heeft opgedaan; en

    • c. bevat een analyse van vergelijkbare plannen en ideeën en de daarmee behaalde resultaten.

  • 6. De haalbaarheid van het activiteitenplan dient te worden beschreven in termen van:

    • a. de samenstelling van het team dat dit activiteitenplan gaat uitvoeren;

    • b. bewijs van het probleem dat voor de journalistieke sector wordt opgelost;

    • c. meerwaarde voor de journalistieke sector als dit probleem wordt opgelost;

    • d. de wijze waarop informatie over dit probleem is verkregen;

    • e. de uitvoerbaarheid van de eventuele oplossing;

    • f. de verkende mogelijkheden tot samenwerking met andere partijen; en

    • g. de gevolgen voor de exploitatie en de effecten van de uitgevoerde activiteiten voor de eigen organisatie en voor andere partijen in de journalistieke sector, ook nadat de subsidieverstrekking is stopgezet.

  • 7. Het Stimuleringsfonds bevestigt binnen een week de ontvangst van een verzoek.

Artikel 4. Termijn indiening verzoek

  • 1. Een verzoek tot toelating van het begeleidingsprogramma kan worden ingediend tot uiterlijk 11 maart 2020.

  • 2. Het Stimuleringsfonds kan andere data vaststellen waarop verzoeken uiterlijk moeten worden ingediend. Deze data worden gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds www.svdj.nl.

Artikel 5. Verdeling en criteria toelating tot begeleidingsprogramma

  • 1. Het Stimuleringsfonds beslist gelijktijdig op de verzoeken op basis van randvoorwaardelijke en inhoudelijke criteria.

  • 2. De randvoorwaardelijke criteria bestaan uit zowel:

    • a. het journalistieke karakter, waarbij de activiteiten betrekking hebben op

      • journalistieke producten,

      • journalistieke diensten,

      • platforms om journalistieke producten of diensten te realiseren, of

      • modellen om journalistieke producten of diensten te realiseren; als ook

    • b. het innovatieve karakter, waarbij de activiteiten vernieuwingen tot stand brengen binnen een van de vereiste vormen van het journalistieke karakter, waarbij vernieuwing kan bestaan uit:

      • nieuwe activiteiten binnen het journalistieke karakter,

      • nieuwe combinaties van activiteiten binnen het journalistieke karakter,

      • nieuwe combinaties van bestaande activiteiten binnen het journalistieke karakter, of

      • nieuwe combinaties van nieuwe met activiteiten binnen het journalistieke karakter.

  • 3. De inhoudelijke criteria hebben betrekking op de haalbaarheid van het ingediende activiteitenplan en betreffen:

    • a. het karakter van de teamsamenstelling: in hoeverre zijn de juiste competenties aanwezig om het voorgenomen activiteitenplan uit te voeren.

    • b. het duurzame karakter van de activiteiten: in hoeverre kan het aangedragen probleem leiden tot een oplossing die zelfvoorzienend kan worden voortgezet na het subsidietraject; en

    • c. de uitvoerbaarheid van de activiteiten: in hoeverre kan het voorgenomen activiteitenplan worden uitgevoerd binnen de termijn van en met de beschikbare middelen binnen de regeling;

Artikel 6. Beoordeling verzoeken

  • 1. Het Stimuleringsfonds beoordeelt allereerst of het ingediende verzoek volledig is. Wanneer deze onvolledig blijkt te zijn, krijgt de verzoeker maximaal 3 werkdagen de tijd om deze alsnog volledig te maken. Wanneer ook dan het verzoek onvolledig is, wijst het Stimuleringsfonds het verzoek op formele gronden af.

  • 2. Het Stimuleringsfonds beoordeelt vervolgens of een verzoek voldoet aan de randvoorwaardelijke criteria van artikel 5, tweede lid. Als een verzoek niet aan deze criteria voldoet, wijst het Stimuleringsfonds het verzoek op formele gronden af.

  • 3. Voldoet het verzoek aan de randvoorwaardelijke criteria, dan kan de verzoeker worden verplicht tot een gesprek met minimaal twee leden van de expertcommissie en een werknemer van het Stimuleringsfonds. Dit gesprek vindt plaats in de week van 23 maart 2020. Het Stimuleringsfonds kan andere data vaststellen waarop deze gesprekken worden gevoerd. Deze data worden gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds www.svdj.nl.

  • 4. Bij beoordeling aan de inhoudelijke criteria van artikel 5, derde lid, wijst het Stimuleringsfonds voor elk van de drie criteria een score toe van 1, 2, 3, 4 of 5 punten. Het gemiddelde van deze drie scores bepaalt de eindscore van een verzoek. Op basis van deze eindscores bepaalt het Stimuleringsfonds een rangorde. Maximaal 12 verzoekers verkrijgen hierbij toelating tot het begeleidingsprogramma.

Artikel 7. Onafhankelijke expertcommissie

  • 1. Een onafhankelijke expertcommissie adviseert bij de beoordeling van verzoeken, aan de hand van de inhoudelijke criteria van artikel 5, derde lid.

  • 2. De expertcommissie bestaat uit leden die deskundig zijn op één of meerdere van de inhoudelijke criteria van artikel 5, derde lid.

  • 3. Het Stimuleringsfonds benoemt de leden van de expertcommissie.

  • 4. Het Stimuleringsfonds bepaalt het benodigde aantal leden aan de hand van het aantal verzoeken.

  • 5. Elk verzoek dat voldoet aan de randvoorwaardelijke criteria wordt door minimaal twee experts van advies voorzien.

Artikel 8. Beslistermijn toelating tot begeleidingsprogramma

Het Stimuleringsfonds beslist binnen 6 weken na verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 4, op de ingediende verzoeken voor toelating tot het begeleidingsprogramma.

HOOFDSTUK 3. SUBSIDIEVERSTREKKING

Artikel 9. Subsidieaanvraag

  • 1. Begeleiding is primair binnen deze regeling. Subsidie is secundair. Daarom kan subsidie alleen worden aangevraagd door deelnemers die zijn toegelaten tot het begeleidingsprogramma en met het volledige team deelnemen aan alle georganiseerde activiteiten binnen het begeleidingsprogramma.

  • 2. Op een subsidieaanvraag is artikel 3, vijfde en zesde lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Een subsidieaanvraag gaat tevens vergezeld van een begroting, opgesteld volgens een door het Stimuleringsfonds vastgesteld format. De begroting heeft een duidelijke relatie met de activiteiten die worden uitgevoerd, waarbij de begrotingsposten aan de beschrijving van de uitvoering van de activiteiten gekoppeld zijn.

  • 4. Het Stimuleringsfonds bevestigt binnen een week de ontvangst van een subsidieaanvraag.

Artikel 10. Termijn indiening subsidieaanvraag

  • 1. Subsidieaanvragen kunnen op maximaal zes aangewezen data worden ingediend, gedurende de gehele looptijd van het begeleidingsprogramma.

  • 2. Een eerste subsidieaanvraag kan worden ingediend wanneer de verzoeker is toegelaten tot het begeleidingsprogramma.

  • 3. Alle subsidieaanvragen die op de eerste subsidieverstrekking volgen, kunnen enkel worden ingediend wanneer de voorgaande subsidieverstrekking binnen het begeleidingsprogramma volgens de voorwaarden is afgesloten.

Artikel 11. Subsidieplafond

  • 1. Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is in totaal € 750.000 beschikbaar.

  • 2. Als op grond van de beoordeling de in aanmerking komende aanvragen leiden tot overschrijding van een subsidieplafond, kan het Stimuleringsfonds op basis van de vastgestelde rangorde van de subsidieaanvragen een subsidie weigeren voor zover door de verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

  • 3. Als na de subsidieverstrekking op grond van deze regeling het beschikbare bedrag, bedoeld in het eerste lid, niet geheel is gebruikt, kan het resterende deel gereserveerd worden ter besteding aan de doelen van het Stimuleringsfonds.

  • 4. Wanneer het subsidieplafond is bereikt binnen de looptijd van de regeling, wordt er geen verdere subsidie toegekend.

  • 5. In afwijking van het derde en vierde lid kan subsidie voor een hoger bedrag dan het subsidieplafond worden verstrekt als de activiteiten naar het oordeel van het Stimuleringsfonds van uitzonderlijk belang zijn voor innovatie in de gehele persbedrijfstak.

Artikel 12. Verdeling subsidie

Het Stimuleringsfonds beslist op volgorde van binnenkomst op de subsidieaanvragen.

Artikel 13. Beoordeling subsidieaanvragen

  • 1. Voor de beoordeling van de subsidieaanvragen zijn de artikelen 5, tweede en derde lid, en 6, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Toekenning van een subsidie heeft geen invloed op de beoordeling van daaropvolgende subsidieaanvragen binnen de looptijd van de regeling.

Artikel 14. Start activiteiten

  • 1. Het begeleidingsprogramma start per 10 april 2020.

  • 2. Het Stimuleringsfonds kan andere data vaststellen waarop het begeleidingsprogramma wordt gestart. Deze data worden gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds www.svdj.nl.

Artikel 15. Medewerkings- en informatieplicht

  • 1. Deelnemers zijn verplicht met het volledige team deel te nemen aan alle georganiseerde activiteiten.

  • 2. Na toelating tot het begeleidingsprogramma worden in overleg met het Stimuleringsfonds per team meetbare doelen afgesproken die binnen een sprint moeten worden behaald door het desbetreffende team.

  • 3. Deelnemers aan het begeleidingsprogramma zijn verplicht het eindresultaat van hun deelname te presenteren op een door het Stimuleringsfonds georganiseerd evenement op 19 november 2020. Het Stimuleringsfonds kan andere datum vaststellen waarop dit evenement wordt georganiseerd. Deze datum wordt gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds www.svdj.nl.

  • 4. Als toelating tot het begeleidingsprogramma wordt verleend aan een natuurlijke persoon legt het Stimuleringsfonds de verplichting op dat de deelnemer voor 1 mei 2020 is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

  • 5. Deelnemers werken mee aan door of namens het Stimuleringsfonds ingestelde onderzoeken die erop gericht zijn het Stimuleringsfonds inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het door of namens het Stimuleringsfonds te voeren beleid.

  • 6. Deelnemers doen zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het Stimuleringsfonds van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot beëindiging van deelname aan het begeleidingsprogramma, dan wel tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd.

  • 7. Deelnemers werken mee aan overleg over en presentatie en publicatie van tussentijdse en eindresultaten van de uitvoering van de activiteiten binnen het begeleidingsprogramma, met als doel resultaten van deelnemers onder de aandacht te brengen waardoor deze ten gunste kunnen komen van andere partijen in de sector.

  • 8. Het Stimuleringsfonds kan aan deelnemers de verplichting verbinden dat deze in zijn bekendmakingen rondom resultaten die voortvloeien uit deelname het Stimuleringsfonds vermeldt.

Artikel 16. Aanvraag tot vaststelling

  • 1. Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend ter afsluiting van elke afzonderlijke subsidieverstrekking binnen het begeleidingsprogramma, op de daartoe door het Stimuleringsfonds vast te stellen data.

  • 2. Alle subsidieverstrekkingen moeten afgesloten zijn op uiterlijk 20 januari 2021.

  • 3. Een aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag, zoals bedoeld in artikel 17. Het activiteitenverslag en het financieel verslag worden uitsluitend ingediend volgens een door het Stimuleringsfonds vast te stellen format.

  • 4. De subsidie van elke subsidieverlening wordt vastgesteld op basis van het activiteitenverslag en financieel verslag.

Artikel 17. Activiteitenverslag en financieel verslag

  • 1. Het activiteitenverslag bevat een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten, in het bijzonder:

    • a. de gerealiseerde vernieuwingen en de effecten daarvan voor:

      • 1. het eigen bedrijf van de subsidieontvanger;

      • 2. andere journalistieke actoren in de sector; en

      • 3. de gebruiker.

    • b. inzicht in de voortzetting van de activiteiten na afloop van de projectperiode.

  • 2. De inrichting van het verslag komt overeen met de inrichting van het activiteitenplan.

  • 3. Het verslag bevat, voor zover van toepassing, een analyse van verschillen tussen de voorgenomen activiteiten, vermeld in het activiteitenplan en de feitelijke realisatie.

  • 4. Het financieel verslag bevat een overzicht van de gerealiseerde kosten ten opzichte van de begrote kosten in de subsidieaanvraag.

  • 5. Het Stimuleringsfonds kan nadere verplichtingen opleggen in verband met de inrichting van het financieel verslag en de controleverklaring.

Artikel 18. Betaling

  • 1. Bij de eerste subsidieverlening wordt bij wijze van voorschot het volledig verleende subsidiebedrag uitgekeerd.

  • 2. Bij elke volgende subsidieverlening wordt bij wijze van voorschot het volledig verleende subsidiebedrag uitgekeerd wanneer de subsidie van de voorgaande subsidieverlening definitief is vastgesteld.

  • 3. Indien het uitgekeerde voorschot hoger is dan de definitief vastgestelde subsidie, wordt dit verrekend met een volgende subsidie of moet dit binnen een termijn van een maand na vaststelling worden terugbetaald door de aanvrager.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 19. Evaluatie

Binnen 13 weken na de vervaldatum van de regeling evalueert het Stimuleringsfonds de uitvoering van deze regeling.

Artikel 20. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 27 januari 2020 en vervalt op 15 januari 2021

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, F. van Exter

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling is een voortzetting van het innovatiebeleid zoals dat op basis van het Adviesrapport 'De volgende editie' van de Tijdelijke Commissie Innovatie en Toekomst Pers uit 20091 gestalte kreeg via opeenvolgende innovatieregelingen van het Stimuleringsfonds. De innovatieregelingen zijn gebaseerd op artikel 8.3 van de Mediawet 2008. In het genoemde rapport staan adviezen die beogen de innovatie in het printmodel te stimuleren, met betere marktresultaten en wellicht marktgroei tot gevolg. Verder zijn aanbevelingen gedaan voor bestendiging van de journalistieke infrastructuur in het digitale domein, zo mogelijk gepaard aan innovatie van de journalistiek zelf. Dit moet resulteren in een versterking van de relatie met het publiek. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap besloot hiervoor in 2010 € 8 miljoen beschikbaar te stellen via het Stimuleringsfonds voor subsidieprojecten van de perssector.

In de brief inzake het persbeleid van 19 november 2013 heeft toenmalig Staatssecretaris Dekker laten weten dat het Stimuleringsfonds met de opzet en uitvoering van de innovatieregelingen heeft bewezen in staat te zijn zich aan te passen aan de veranderende journalistieke realiteit. De werkwijze van het Stimuleringsfonds, gericht op innovatie in de journalistiek, was voor de staatsecretaris dan ook de juiste koers. Hij wilde daarom dat het Stimuleringsfonds voortaan vanuit de regulier beschikbare middelen innovatie blijft stimuleren. Voor de uitvoering van het innovatiebeleid in 2020 via onderhavige regeling wordt daarom geput uit de reguliere middelen die jaarlijks aan het Stimuleringsfonds ter beschikking worden gesteld. Voor 2020 zijn geen extra middelen beschikbaar gesteld voor innovatieve projecten.

Vernieuwde regeling

In 2017 is de Regeling Journalistieke Innovatie aangepast om de slagingskans van de gesubsidieerde innovatieprojecten te vergroten. In plaats van een regeling waarbij eenmalig subsidie wordt toegekend voor de totale ontwikkeling van het project ging de regeling van 2017 uit van subsidiëring in drie onderdelen. Dit is gedaan om de innovatieprojecten beter te kunnen begeleiden, controleren en, waar nodig, bij te sturen. In plaats van subsidie voor een open project van een jaar kregen subsidieaanvragers de opdracht om in de eerste subsidieverstrekking een prototype of pilot op te leveren. Hier kregen subsidieaanvragers een half jaar de tijd voor. Dit gaf de projecten de nodige focus.

Na de eerste subsidieverstrekking voor het ontwikkeling van prototypes en pilots organiseerde het Stimuleringsfonds het evenement Media van Morgen. Op dat evenement kwamen financiers, samenwerkingspartijen en publiek bij elkaar. De gesubsidieerde innovatieprojecten presenteerden daar hun prototype of pilot. Geïnteresseerde derde partijen kwamen zo direct met de projecten in aanraking en werden aangemoedigd om op verschillende manieren in de projecten te investeren. Met deze regeling beoogde het Stimuleringsfonds de aansluiting bij de markt beter te faciliteren en stimuleren. Met resultaat: er kwamen 38 matches tussen de sector en innovatieprojecten tot stand.

Op basis van het succes van de presentatie van de prototypes en pilots kon men aanvragen indienen voor een tweede subsidieverstrekking. Elk project dat binnen een maand na het evenement een aanbod tot financiering van een derde partij ontving, kon een aanvraag indienen om dit aanbod tot € 10.000 door het Stimuleringsfonds laten matchen. Hiermee werd doorontwikkeling van projecten bevorderd en het momentum van deze projecten behouden.

Tot slot voorzag de regeling in een derde subsidieverstrekking. In het geval dat projecten niet direct financiering van derden vonden, maar wel door het Stimuleringsfonds als kansrijk werden gezien, kon het Stimuleringsfonds alsnog subsidie verstrekken. Haalbaarheid was hierbij van groot belang. Projecten moesten aannemelijk kunnen maken dat ze na verdere subsidiëring alsnog financiers konden aantrekken.

Door bij subsidieverstrekkingen per project afspraken te maken over meetbare doelen konden de projecten procesmatig en controleerbaar worden uitgevoerd. Wanneer doelen niet werden behaald, konden projecten snel worden aangepast of stopgezet.

Op basis van de uitvoering van de Regeling Journalistieke Innovatie 2017 is een grondige evaluatie uitgevoerd. Hoewel de resultaten van deze regeling positief waren ten opzichte van eerdere versies en rondes van de Regeling Journalistieke Innovatie, werden er voor de Regeling Journalistieke Innovatie 2018 opnieuw vergaande aanpassingen getroffen.

Deze aanpassingen raakten de kern van de Regeling Journalistieke Innovatie. Uit de evaluatie bleek dat de toegevoegde waarde van het intensieve begeleidingsprogramma groot was, maar dat deze in effectiviteit en efficiëntie werd beperkt door de wijze van de subsidieverdeling. Enerzijds werd aanvragers gevraagd om een gedegen projectplan en begroting aan te leveren, op basis waarvan subsidie wordt toegekend voor de gehele subsidieperiode. Anderzijds werd in het begeleidingsprogramma gevraagd om afstand te nemen van dit plan, te werken vanuit onzekere aannames en deze doorlopend te toetsen, om vervolgens de plannen te wijzigen. Deze twee vragen waren niet met elkaar te verzoenen.

Om die reden koos het Stimuleringsfonds ervoor de innovatieregeling een andere opzet te geven. In plaats van direct een aanvraag te doen voor subsidie, moesten gegadigden een begeleidingsprogramma doorlopen, de SvdJ Accelerator. Eerst wordt een verzoek ingediend tot deelname aan de Accelerator. Wie wordt toegelaten, krijgt vervolgens binnen de Accelerator in diverse stappen – sprints – begeleiding en steun op maat bij het ontwikkelen van diens prototype of pilot. Steun kan bestaan uit subsidie, maar ook uit onderwijs of coaching. Per sprint, die ongeveer een periode van een maand behelst, beoordeelt het Stimuleringsfonds wat elke specifieke deelnemer nodig heeft. Dit gebeurt op basis van een voorstel van de deelnemer en feedback van de begeleiding.

Er is hierbij geen bovengrens voor de individuele subsidies. Dit geeft de mogelijkheid om zeer flexibel te werken en deelnemers te ondersteunen waar dat nodig is. Dit vergoot de effectiviteit en efficiëntie van de beschikbare middelen. Wel is er een algemeen subsidieplafond. Binnen de looptijd van de SvdJ Accelerator 2019 was er een budget van € 800.000,– beschikbaar om de deelnemers te ondersteunen.

Voor 2020 is dit budget verlaagd naar € 750.000,–. Naast de reguliere SvdJ Accelerator 2020, waar deze regeling voor is geschreven, organiseert SvdJ dit jaar namelijk de SvdJ Accelerator Light. Deze valt niet binnen een regeling. In plaats daarvan worden inspirerende bijeenkomsten georganiseerd voor een brede groep geïnteresseerden, die kennis kunnen maken met innovatie, specifieke begeleiding kunnen vragen en een eventuele deelname aan de SvdJ Accelerator 2021 kunnen verkennen.

Ook binnen de SvdJ Accelerator wordt toegewerkt naar een presentatie op het evenement Media van Morgen. Na ruim zes maanden te hebben ontwikkeld binnen de SvdJ Accelerator, worden de eindresultaten gepresenteerd aan financiers, samenwerkingspartijen en publiek. Hierbij hopen de start ups verdere financiering te vinden vanuit de markt, terwijl ondernemers vanuit bestaande mediapartijen hun ontwikkelingen delen ten behoeve van de sector.

Na het evenement Media van Morgen wordt actief ingezet op matchmaking tussen deelnemers en de markt. Vanuit de begeleiding van de SvdJ Accelerator worden deelnemers geholpen zakelijke relaties aan te gaan, te verstevigen en te verzilveren.

De voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, F. van Exter


X Noot
1

Den Haag, 23 juni 2009.

Naar boven