Raamontheffing op grond van het Binnenvaartpolitiereglement voor bovenmaatse schepen op het Lekkanaal, Rijkswaterstaat

Datum 7 februari 2020

Nummer RWSZ2020-00000912

Kenmerk RWS-2020/4327

1. Aanhef

De vaarweg Lekkanaal is een belangrijke vaarweg gelegen tussen de rivier de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal in de gemeente Nieuwegein.

Het lekkanaal is deels verdiept tot een diepte van -6,20 NAP. Tevens is het kanaal grotendeels verbreed.

Op grond van artikel 9.02, lid 1, van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) en de ‘Regeling communicatie en afmetingen rijksbinnenwateren’ (hierna: de Regeling) houdt een schip of samenstel zich aan de in de Regeling aangegeven grootste lengte, breedte en diepgang. De grootste lengte, breedte en diepgang voor het Lekkanaal zijn respectievelijk 200 m, 17,70 m en 3,50 m.

De Regeling zal in de (nabije) toekomst aangepast worden waarbij de afmetingen verruimd gaan worden. Hierbij zal in maximale maatvoering van de schepen worden aangesloten op het Rijnvaart Politie Reglement (RPR) wat van toepassing is op de rivier de Lek. Totdat de Regeling is aangepast wordt via deze raamontheffing toestemming gegeven voor het varen met een breder schip of samenstel en een schip of samenstel met een grotere diepgang danis toegestaan. Dit gebeurt op grond van artikel 9.02, lid 3, van het BPR.

2. Besluit

Op grond van de Scheepvaartverkeerswet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het BPR en de in deze raamontheffing opgenomen overwegingen besluit de Minister van Infrastructuur en Waterstaat ten aanzien van de scheepvaart op het Lekkanaal, als volgt:

  • I. Ontheffing te verlenen aan elk schip of samenstel dat dieper vaart dan 3,50 meter met een maximale diepgang van 4 meter;

  • II. Ontheffing te verlenen aan elk schip of samenstel korter dan 116,50 m en met een breedte van maximaal 22,90 meter;

  • III. Ontheffing te verlenen aan elk schip of samenstel met een lengte tussen 116,50 meter en 135 meter en met een breedte van maximaal 22,80 meter;

  • IV. Ontheffing te verlenen aan elk schip of samenstel met een lengte tussen 135 meter en 193 meter en met een breedte van maximaal 11,45 meter;

  • V. Dat deze raamontheffing geldig is tot aanpassing in de bovengenoemde regeling.

  • VI. Dat aan deze raamontheffing het voorschrift wordt verbonden zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van deze beschikking.

Voor een toelichting op de in deze raamontheffing vermelde begrippen wordt verwezen naar bijlage 1 van deze ontheffing.

3. Voorschrift

Voorschrift 1

Ongewoon voorval
  • 1. Indien zich een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan, moeten onmiddellijk maatregelen worden getroffen die redelijkerwijs kunnen worden verlangd, om nadelige gevolgen voor de scheepvaart te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, zoveel mogelijk te beperken en ongedaan te maken.

  • 2. Een ongewoon voorval moet zo spoedig mogelijk worden gemeld bij de dichtstbijzijnde bediencentrale per marifoon of per telefoon bij verkeerspost Wijk bij Duurstede (088-7973685).

4. Overwegingen

Vereiste van ontheffing

Op grond van het bepaalde in artikel 9.02, eerste lid, van het BPR moet een schip of samenstel zich, voor wat betreft de in de Regeling communicatie en afmetingen rijksbinnenwateren vermelde vaarwegen en kunstwerken, houden aan de daar aangegeven grootste lengte, breedte en diepgang. Ingevolge artikel 9.02, derde lid, van het BPR kan de bevoegde autoriteit hiervoor ontheffing verlenen.

Op grond van artikel 5, eerste lid, onder a, van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement, artikel 1, onder b, van de Beschikking aanwijzing bevoegde autoriteiten Binnenvaartpolitiereglement en artikel 1 en 2 van het Besluit tot verlening van mandaat en machtiging met betrekking tot het Binnenvaartpolitiereglement ben ik bevoegd om namens de bevoegde autoriteit toestemming te verlenen.

Overweging/motivering

In verband met het toegenomen scheepvaartverkeer op het Lekkanaal en de schaalvergroting in de binnenvaart is er een derde schutkolk aangelegd. Het Lekkanaal is tegelijk grotendeels verbreed en verdiept. De nieuwe kolk heeft een lengte van 276 meter en is 25 meter breed. Hij is geschikt voor schepen en samenstellen tot en met CEMT-klasse Vb met een diepgang tot 4 meter.

Bij de beoordeling van de verruiming van de diepgang en breedte is het belang van de scheepvaart, die met bredere en diepere schepen wenst te varen, afgewogen tegen het algemene scheepvaartverkeersbelang te weten een veilig, vlot en doelmatig verloop van het scheepvaartverkeer. De in de beschikking opgenomen voorschrift waarborgt dat de doelstellingen van de Scheepvaartverkeerswet voldoende worden beschermd. Op grond van bovenstaande overwegingen bestaan er daarom geen bezwaren tegen het nemen van het besluit verwoord met deze raamontheffing.

5. Procedure

De voorbereiding van dit besluit heeft conform het gestelde in afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht plaatsgevonden.

6. Conclusie

Het in de beschikking opgenomen voorschrift waarborgt dat de doelstellingen van het nautische beheer voldoende worden beschermd. Op grond van de in deze beschikking opgenomen overweging(en) bestaan er geen bezwaren tegen het verlenen van de gevraagde beschikking.

7. Ondertekening

DE HOOFDINGENIEUR-DIRECTEUR,

namens deze

wnd. hoofd van de afdeling Vergunningverlening Rijkswaterstaat Midden-Nederland,

mr. H. Barske

8. Mededelingen

Informatie

Voor meer informatie over dit besluit kunt u terecht bij de in de begeleidende brief bij deze beschikking genoemde contactpersoon. De contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en de beschikking met u doornemen.

Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen:

  • Is de inhoud van het besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent?

  • Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting?

  • Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt?

Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen.

Bent u het niet eens met dit besluit?

Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn.

De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar:

  • Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent?

  • Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat?

  • Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken?

Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de in de begeleidende brief vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen.

Hoe maakt u bezwaar?

Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de Rijkswaterstaat, t.a.v. de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Midden-Nederland, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.

In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan:

  • uw naam en adres, en bij voorkeur ook uw telefoonnummer;

  • een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen);

  • de reden waarom u bezwaar maakt;

  • de datum en uw handtekening.

Voorlopige voorziening

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal u daarvoor wel griffierecht in rekening brengen.

Bij het verzoek dient ook een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Zo mogelijk wordt tevens een afschrift van de beschikking waarop het geschil betrekking heeft overgelegd.

Indiening kan ook via de site http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Onderzoek verdere verdieping

Ter hoogte van de aansluiting van het Lekkanaal op het Amsterdam Rijnkanaal wordt niet over de gehele breedte van de vaarweg de optimale vaardiepte geboden van -6,20 m NAP. Dit heeft tot gevolg dat er meer weerstand van het water kan worden ervaren tijdens het varen.

Rijkswaterstaat onderzoekt hoe en wanneer dit laatste deel op de juiste diepte kan worden gebracht.

Inspanningsverplichting

Het bestaan van deze ontheffing ontslaat de gebruikers daarvan niet van de verplichting om de maatregelen te treffen teneinde te voorkomen dat derden of de Staat ten gevolge van het gebruik maken van de ontheffing schade lijden.

Overige vergunningvereisten

Degene die gebruik maakt van deze raamontheffing moet zich er van bewust zijn dat, naast deze raamontheffing, voor de handelingen waarop deze betrekking heeft, tevens vergunning, toestemming of ontheffing vereist kan zijn van de beheerder(s) van aangrenzende vaarwegen en/of havens of op grond van andere wetten en/of verordeningen en dergelijke dan waarop deze raamontheffing steunt.

BIJLAGE 1: BEGRIPSBEPALINGEN

In deze raamontheffing wordt verstaan onder:

  • Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • Bevoegde autoriteit: de hoofdingenieur-directeur en de functionarissen die gemandateerd en gemachtigd zijn de bevoegdheden onder zijn verantwoordelijkheid uit te oefenen.

  • De hoofdingenieur-directeur: de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Midden-Nederland (adres: Postbus 2232 3500 GE Utrecht).

Naar boven