Provincie Flevoland - verkeersbesluit - het plaatsen van tijdelijke bebording en het aanbrengen van verkeerstekens - A6/N727, Lage Vaart

Logo Flevoland

Gelet op:

de Scheepvaartverkeerswet, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer en het Binnenvaartpolitiereglement,

Overwegende:

dat de Lage Vaart bij de Provincie Flevoland in beheer en onderhoud is,

dat ten behoeve van de realisatie van de A6 aansluiting 9 en de provinciale weg N727 in opdracht van de Provincie Flevoland een tijdelijke loswal wordt aangelegd aan de Lage Vaart,

dat voor de aanvoer van grondstoffen voor het project A6 aansluiting 9 en N727 Lelystad zal gebruik worden gemaakt van de tijdelijke loswal,

dat de tijdelijke loswal vanaf 27 januari 2020 wordt geplaatst en de werkzaamheden ten behoeve van de realisatie op 1 februari 2020 start,

dat de tijdelijke loswal het mogelijk maakt om circa 160.000 m3 benodigd ophoogzand per schip aan te voeren naar de projectlocatie,

dat met de aanleg van de tijdelijke loswal invulling wordt gegeven aan het duurzaam aanvoeren van materialen en het beperken van hinder op het wegennet,

dat wegens de aanleg van een tijdelijke loswal aan de Lage Vaart enkele verkeerstekens dienen te worden geplaatst om een veilige doorvaart te kunnen waarborgen,

dat de verkeerstekens tevens worden geplaatst om vaarweggebruikers te attenderen,

dat uitsluitend gebruik wordt gemaakt van verkeerstekens zoals opgenomen in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement,

dat op grond van artikel 6 lid 1 van de Scheepvaartverkeerswet jo. artikel 10 jo. artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer een verkeersbesluit moet worden genomen voor het plaatsen van verkeerstekens indien de tijdelijke omstandigheden van langere duur zijn dan dertien weken;

Besluit Gedeputeerde Staten van Flevoland:

  • I.

    tot plaatsing van verkeerstekens A, in het bijzonder de verbodtekens A.4 (ontmoeten en voorbijlopen verboden) en A.9 (verboden hinderlijke waterbeweging te veroorzaken),

  • II.

    tot plaatsing van verkeerstekens B, in het bijzonder de gebodstekens B.6 (verplichting de vaarsnelheid te beperken), zoals is aangegeven tot 6 km/u) en B.8 (verplichting bijzonder op te letten),

  • III.

    tot plaatsing van verkeerstekens E.11 (einde van een verbod of een gebod geldend voor één richting of einde van een beperking),

  • IIII.

    tot plaatsing van de hierboven genoemde verkeerstekens op drie locaties nabij de loswal aan de voorzijde en achterzijde van de loswal om de vaarweggebruikers te attenderen en de veilige doorvaart te waarborgen,

  • V.

    tot plaatsing van de tijdelijke verkeerstekens langs de Lage Vaart ten behoeve van de tijdelijke loswal voor de periode van 27 januari 2020 tot en met 30 september 2020.

Een en ander conform de bij dit besluit behorende tekening is aangehecht aan dit besluit als bijlage 1.

Voornoemde tijdelijke maatregelen worden ingesteld voor de duur van de uitvoering van de werkzaamheden tot en met 30 september 2020 of zoveel korter of langer als noodzakelijk.

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking van dit besluit en ligt gedurende 6 weken, samen met de bij dit besluit behorende situatietekening, ter inzage bij het provinciehuis, Visarenddreef 1 te Lelystad.

Aldus besloten op grond van de door Gedeputeerde Staten van Flevoland d.d. 10 september 2013 met kenmerk 1529235 vastgesteld besluit mandaat/machtiging en in mandaat besloten door het hoofd van de afdeling Infrastructuur, drs. R. van der Werff.

Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na datum van publicatie schriftelijk bij ons bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en voorzien van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.

Nadere informatie over de bezwaarprocedure treft u aan in het hierna volgende informatieblad.

Dit besluit is genomen op 30 januari 2020

 

Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland

Bezwaar

Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan bij ons schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Verzoek om voorlopige voorziening Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de voorzieningenrechter. Het adres is Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening wordt pas in behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken.

Overslaan van de bezwaarschriftenprocedure Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht kunt u in uw bezwaarschrift aangeven dat u de bezwaarschriftenprocedure wilt overslaan en rechtstreeks in beroep wilt gaan bij de bestuursrechter. In artikel 7:1 a tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat wij een dergelijk verzoek in ieder geval moeten afwijzen wanneer: A) het bezwaarschrift is gericht tegen het niet op tijd nemen van een besluit. B) tegen het besluit door een andere belanghebbende ook een ander bezwaarschrift is ingediend waarin zo’ n verzoek niet is gedaan en dit bezwaarschrift ontvankelijk is. Wij stemmen alleen in met het verzoek om de bezwaarschriftenprocedure over te slaan, wanneer de zaak daarvoor geschikt is. Wanneer dit het geval is, zenden wij het bezwaarschrift door aan de bevoegde rechter.

Proceskostenvergoeding Tot slot wijzen wij u er nog op dat u op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij ons – voordat wij een besluit hebben genomen op uw bezwaarschrift – een verzoek kunt indienen om de kosten die u redelijkerwijs in verband met de behandeling van uw bezwaarschrift moet maken, te vergoeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten van rechtsbijstand, kosten van een getuige/deskundige; reis- en verblijfkosten, kosten van uittreksels uit openbare registers, telefoongesprekken. Bij het indienen van zo’n verzoek moet u het bedrag van de vergoeding aangeven en stukken overleggen waaruit blijkt dat u deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Bij het besluit dat wij op het bezwaarschrift nemen, wordt tegelijkertijd een besluit genomen op een ingediend verzoek om vergoeding van de kosten.

 

BIJLAGE 1: SITUATIETEKENING

 

 

Naar boven