Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 30 januari 2020, nummer 2808842, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (honderdzesenzestigste wijziging)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 5 van de Verordening nr. 2016/399 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode), 24, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, 2.4 en 4.2, tweede en derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 en de artikelen 2.4 en 4.2 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.17 komt te luiden:

Artikel 3.17

De situatie waarin wordt voldaan aan de voorwaarden voor de overgangsregeling van de Terugtrekkingsregeling wordt aangewezen als geval, bedoeld in artikel 3.6c, eerste lid, van het Besluit.

B

Artikel 3.34ha komt te luiden:

Artikel 3.34ha

  • 1. Ter zake van de afdoening van een aanvraag om toetsing aan het terugtrekkingsakkoord en afgifte van het daaraan verbonden verblijfsdocument, is de vreemdeling een bedrag van € 58 verschuldigd.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is de vreemdeling geen leges verschuldigd ter zake van de afdoening van een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsdocument als bedoeld in artikel 19 van het terugtrekkingsakkoord indien de vreemdeling die deze aanvraag indient reeds in het bezit is van een document, waaruit het verblijfsrecht als bedoeld in artikel 8.17 van het Besluit blijkt.

C

Bijlage 4, behorend bij de artikelen 2.4 en 4.2 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (vliegvelden, andere grensdoorlaatposten en hun openingstellingstijden), komt te luiden als aangegeven in de bijlage 4 behorend bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 januari 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

‘s-Gravenhage, 30 januari 2020,

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

BIJLAGE 4, BEHOREND BIJ DE ARTIKELEN 2.4 EN 4.2 VAN HET VOORSCHRIFT VREEMDELINGEN 2000 (VLIEGVELDEN, ANDERE GRENSDOORLAATPOSTEN EN HUN OPENINGSTELLINGSTIJDEN)

A. doorlaatpost

B. locatie

C. openstellingstijden

Amsterdam

 

00.00 – 24.00 uur

– Centraal Station (ambulant)

   

Amsterdam Schiphol

 

00.00 – 24.00 uur

– luchthaven

   

Amsterdam IJmond

alle aanlegmogelijkheden

00.00 – 24.00 uur

– haven (ambulant)

   

De Kooy

 

06.00 – 23.00 uur

– luchthaven

   

Den Helder

 

00.00 – 24.00 uur

– haven (ambulant)

   
     

Dordrecht

alle aanlegmogelijkheden

00.00 – 24.00 uur

– haven (ambulant)

   
     

Eemshaven

alle aanlegmogelijkheden

00.00 – 24.00 uur

– haven (ambulant)

   
     

Eindhoven

 

00.00 – 24.00 uur

– luchthaven

   
     

Enschede Twente

 

00.00 – 24.00 uur

– luchthaven

   
     

Gent-Terneuzen

 

00.00 – 24.00 uur

– haven (ambulant)

   

Groningen Eelde

 

00.00 – 24.00 uur

– luchthaven

   

Harlingen

 

00.00 – 24.00 uur

– haven (ambulant)

   

Hoek van Holland/Europoort

alle aanlegmogelijkheden

00.00 – 24.00 uur

– haven

   

Lelystad

 

00.00 – 24.00 uur

– luchthaven (ambulant)

   

Maastricht Aachen

 

00.00 – 24.00 uur

– luchthaven

   

Moerdijk

alle aanlegmogelijkheden

00.00 – 24.00 uur

– haven (ambulant)

   

Rotterdam

 

00.00 – 24.00 uur

– Centraal Station (ambulant)

   

Rotterdam

 

00.00 – 24.00 uur

– luchthaven

   

Rotterdam-Havens

alle aanlegmogelijkheden,

00.00 – 24.00 uur

– haven (ambulant)

behoudens de specifiek genoemde

 

Scheveningen

 

00.00 – 24.00 uur

– haven (ambulant)

   

Vlissingen

alle aanlegmogelijkheden

00.00 – 24.00 uur

– haven

   

IJmuiden

alle aanlegmogelijkheden

00.00 – 24.00 uur

– haven

   

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling tot wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 bevat enkele aanpassingen in verband met de inwerkingtreding van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, 2019/C 384 I/01 van 12 november 2019 (hierna: het terugtrekkingsakkoord).

Met de wijziging worden de leges vastgesteld voor verblijfsaanspraken van de onderdanen van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (hierna: VK-onderdanen) en hun familieleden die voortvloeien uit het terugtrekkingsakkoord tussen het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (hierna: VK) en de Europese Unie (hierna: EU). Eerder al was het Voorschrift Vreemdelingen 2000 gewijzigd in het kader van de nationale Terugtrekkingsregeling, die was ingesteld voor het geval het VK zich zou terugtrekken uit de EU zonder terugtrekkingsakkoord.

Voorts wordt met onderhavige wijziging de lijst met grensdoorlaatposten geactualiseerd. Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Verordening nr. 2016/399 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) mogen de buitengrenzen slechts via de grensdoorlaatposten en gedurende de vastgestelde openingstijden worden overschreden.

De invoeringstermijn van deze regeling bedraagt minder dan twee maanden. Hiermee wordt afgeweken van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Ook de inwerkingtredingsdatum wijkt af van de vaste verandermomenten. Deze uitzonderingen zijn toegestaan omdat het spoedregelgeving betreft (artikel 4.17, vijfde lid, onder b, van de Aanwijzingen van de regelgeving).

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A (artikel 3.17)

Het tweede lid van artikel 3.17 vervalt. Dit lid was opgenomen met het oog op de uitvoering van de nationale terugtrekkingsregeling die was ingesteld voor het geval het VK zich zou terugtrekken uit de EU zonder terugtrekkingsakkoord. Nu er wel een akkoord in werking is getreden, is dit lid overbodig geworden.

Onderdeel B (artikel 3.34ha)

Deze regeling bevat de opname van het legestarief voor de aanvragen om een verblijfsdocument op grond van het terugtrekkingsakkoord. Hierin hebben de EU en het VK onder andere de rechten van VK-onderdanen en hun familieleden die zich op het grondgebied van de EU bevinden met betrekking tot verblijf en verblijfsdocumenten neergelegd. VK-onderdanen en hun familieleden kunnen overeenkomstig de voorwaarden van Richtlijn 2004/38/EG op grond van het terugtrekkingsakkoord in het bezit worden gesteld van een verblijfsdocument.

In artikel 18, eerste lid, onderdeel g, van het terugtrekkingsakkoord is bepaald dat het bedrag waartegen het document ter staving van de verblijfstatus wordt verstrekt niet hoger mag zijn dan het voor de afgifte van soortgelijke documenten van eigen burgers of onderdanen van het gastland verlangde bedrag. Artikel 3.34ha wordt zo gewijzigd dat hieraan uitvoering wordt gegeven. Hiermee wordt bewerkstelligd dat VK-onderdanen en hun familieleden eenzelfde bedrag aan leges betalen voor een aanvraag voor een verblijfsdocument op grond van het terugtrekkingsakkoord als vreemdelingen die om toetsing van het gemeenschapsrecht verzoeken. Dit bedrag is € 58. In artikel 3.34ja is reeds een verwijzing naar artikel 3.34ha opgenomen. Dat betekent dat minderjarige VK-onderdanen een bedrag van € 31 aan leges zijn verschuldigd. In onderdeel h van het eerste lid van artikel 18 terugtrekkingsakkoord is voorts neergelegd dat kosteloos een nieuw verblijfsdocument wordt verstrekt aan VK-onderdanen en hun familieleden die in het bezit zijn van een krachtens artikel 19 of 20 Richtlijn 2004/38/EG afgegeven verblijfsdocument. In het nieuwe tweede lid van artikel 3.34ha wordt vastgesteld dat in een dergelijk geval geen leges worden geheven.

Onderdeel C (Bijlage 4, behorend bij de artikelen 2.4 en 4.2 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (vliegvelden, andere grensdoorlaatposten en hun openingstellingstijden)

Op 12 juli 2018 hebben de Regering van de Franse Republiek, de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, aangegeven te willen komen tot een aanpassing en uitbreiding van de Overeenkomst tussen de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Franse Republiek met betrekking tot het treinverkeer tussen België en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding met protocol tot stand gekomen (‘het Drielandenverdrag’), middels een nieuw Vierlandenverdrag.

Dit Vierlandenverdrag voorziet in een aantal wijzigingen en aanvullingen van het Drielandenverdrag en heeft primair tot doel de directe Eurostar-treinverbinding tussen Nederland en Londen mogelijk te maken, waarbij de reizigers uit Nederland niet meer in Brussel-Zuid hoeven uit te stappen voor het ondergaan van grenscontroles. Het gewijzigde verdrag, met protocol, voorziet daartoe onder meer in een aan de Nederlandse wensen aangepaste regeling van de grenscontroles, die op de stations in Amsterdam en Rotterdam zullen worden uitgevoerd door achtereenvolgens de Nederlandse en de Britse grensbeambten (de zgn. ‘juxtaposed controls’). Met onderhavige wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 worden Amsterdam Centraal Station en Rotterdam Centraal Station als grensdoorlaatpost aangewezen. De wijze waarop de juxtaposed controls worden uitgevoerd, wordt vastgelegd in een bilateraal verdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

De grenscontroles van de reizigers van Londen naar Brussel, Rotterdam of Amsterdam worden in St Pancras door de Franse grenswachters uitgevoerd. In het Vierlandenverdrag is bepaald dat de grenscontroles door de Schengenlidstaten (Nederland, België en Frankrijk) conform de bepalingen van de Schengengrenscode worden uitgevoerd. De grenscontroles door de Britse grenswachters zullen conform de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk worden uitgevoerd. De grenscontrole van de Eurostar passagiers en de rechten en plichten van de reizigers zullen niet anders zijn dan die van reizigers die via andere grensdoorlaatposten (lucht of maritiem) Nederland uitreizen.

De onderhavige wijziging brengt geen veranderingen in de bestaande handhaving.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven