Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 december 2020, nr. 2020-0000175669, tot wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN in verband met het uitbreiden van de weigeringsgronden

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 16 van de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘niet meet’ vervangen door ‘niet meer’.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien sprake is van een ernstig vermoeden dat niet voldaan wordt aan de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 6, 9 of 12, of indien een melding van de subsidieaanvrager daartoe aanleiding geeft.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 december 2020

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, B. van ’t Wout

TOELICHTING

Met deze wijziging wordt de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN op het punt van de administratieve beheersing meer in overeenstemming gebracht met de Europees Nederlandse Tijdelijke noodmaatregelen overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW 1, 2 en 3). Genoemde regelingen voorzien in de mogelijkheid de betaling van het voorschot op de subsidie na de verlening op te schorten bij een ernstig vermoeden dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden of de verplichtingen die zijn verbonden aan de subsidie op grond van die regelingen. Het wordt wenselijk geacht om in de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN een bepaling ‘op hetzelfde niveau’ op te nemen.

Op grond van artikel 16 van de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN is het al mogelijk om de subsidie geheel of gedeeltelijk te weigeren of deze voor een door de minister te bepalen periode niet langer te verstrekken indien niet (of niet meer) wordt voldaan aan de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 6, 9 of 12, zoals de eis van een controleerbare administratie. De onderhavige wijziging creëert een verdergaande titel op grond waarvan bij een ernstig vermoeden dat niet aan de genoemde verplichtingen wordt voldaan, de subsidie initieel kan worden geweigerd of (voor een periode) kan worden stopgezet. Het spreekt voor zich dat de RCN-unit SZW als uitvoerder een dergelijke beslissing dient te motiveren in een voor bezwaar en beroep vatbare beschikking.

Een ernstig vermoeden dat niet aan de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 6, 9 of 12 wordt voldaan, kan bijvoorbeeld gestoeld zijn op de waarneming van de zijde van de RCN-unit SZW dat kennelijk sprake is van misbruik of oneigenlijk gebruik van de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN. Met het oog op de slagkracht van de uitvoering in het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik van de subsidie is het wenselijk dat reeds bij een ernstig vermoeden passende maatregelen kunnen worden genomen. Diepgaand onderzoek van alle relevante feiten en omstandigheden vooraf is voor de toepassing hiervan niet vereist. De subsidieaanvrager kan zelf bewijs van het tegendeel aandragen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, B. van ’t Wout