Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 18 december 2020, nr. 31444746, tot wijziging van de Regeling aanstellingseisen politie 2002, de Regeling betrouwbaarheids- en geschiktheidsonderzoek politie en enkele andere rechtspositionele regelingen ter uitvoering van het Besluit van 16 juli 2020 tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie en enkele andere algemene maatregelen van bestuur in verband met de invoeging van rechtspositionele bepalingen omtrent politievrijwilligers en de intrekking van het Besluit rechtspositie vrijwillige ambtenaren van politie alsmede in verband met de regeling van een financiële vergoeding voor het niet-genoten, wettelijk verloftegoed bij ontslag (Stb. 2020, 287)

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 7, eerste lid, onderdelen b, c en d, 8c, 39, tweede lid, 47a, 55i, vijfde lid, 55u, 58, vierde lid, 67, vijfde lid en 69a, zesde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling aanstellingseisen politie 2002 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, onder 1, wordt ‘een kandidaat-aspirant, een kandidaat ambtenaar in opleiding respectievelijk een kandidaat vrijwillige ambtenaar in opleiding’ vervangen door ‘een kandidaat-aspirant, een kandidaat vrijwilliger-aspirant, een kandidaat ambtenaar in opleiding respectievelijk een kandidaat vrijwillige ambtenaar in opleiding’ en wordt ‘als aspirant, ambtenaar in opleiding respectievelijk als vrijwillige ambtenaar in opleiding’ vervangen door ‘als aspirant, vrijwilliger-aspirant, ambtenaar in opleiding respectievelijk als vrijwillige ambtenaar in opleiding’.

2. Onder verlettering van de onderdelen e tot en met i tot f tot en met j wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • e. vrijwilliger-aspirant: de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, onderdeel tt, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

3. In onderdeel f (nieuw) wordt ‘bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie’ vervangen door ‘bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel uu, van het Besluit algemene rechtspositie politie’.

4. In onderdeel g (nieuw) wordt na ‘de kandidaat-aspirant,’ ingevoegd: ‘de kandidaat vrijwilliger-aspirant,’.

B

In artikel 2, tweede lid, en artikel 10 wordt ‘vrijwillige ambtenaar in opleiding’ telkens vervangen door ‘vrijwilliger-aspirant’.

C

In artikel 3, tweede lid, artikel 6, eerste en tweede lid, artikel 7, eerste lid, artikel 8, eerste lid, artikel 9, onderdelen a en b, artikel 11, eerste, tweede en derde lid, artikel 12, eerste, vierde, vijfde en zesde lid en bijlage 4 onder het kopje ’competenties’ wordt ‘kandidaat vrijwillige ambtenaar in opleiding’ telkens vervangen door ‘kandidaat vrijwilliger-aspirant’.

D

In artikel 3, tweede lid, wordt na ‘kandidaat ambtenaar in opleiding’ ingevoegd ‘en de kandidaat vrijwillige ambtenaar in opleiding’ en wordt ‘wordt geplaatst in een functie’ vervangen door: ‘worden geplaatst in een functie’.

E

In de aanhef van hoofdstuk 3 en in artikel 7, derde lid, wordt ‘kandidaat vrijwillige ambtenaren in opleiding’ vervangen door: ‘kandidaat vrijwilliger-aspiranten’.

F

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt ‘onderscheidenlijk artikel 4a van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie’.

2. In het vijfde lid, vervalt telkens: ‘onderscheidenlijk artikel 4a van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie,’.

G

In de aanhef van hoofdstuk 4 wordt na ‘kandidaat ambtenaren in opleiding’ toegevoegd: ‘en kandidaat vrijwillige ambtenaren in opleiding’.

H

In artikel 13, artikel 14, eerste en tweede lid, artikel 15, eerste en tweede lid, en artikel 16 wordt na ‘kandidaat ambtenaar in opleiding’ telkens ingevoegd ‘of de kandidaat vrijwillige ambtenaar in opleiding’

I

In artikel 13 wordt na ‘de ambtenaar in opleiding’ ingevoegd ‘respectievelijk vrijwillige ambtenaar in opleiding’.

J

In de aanhef van paragraaf 2 van hoofdstuk 4, wordt na ‘kandidaat ambtenaar in opleiding’ toegevoegd ‘en kandidaat vrijwillige ambtenaar in opleiding’.

K

In artikel 14, derde lid, en artikel 16 wordt na ‘kandidaat ambtenaren in opleiding’ ingevoegd: ‘en kandidaat vrijwillige ambtenaren in opleiding’.

L

In artikel 17 wordt na ‘de ambtenaar in opleiding’ telkens ingevoegd ‘en de vrijwillige ambtenaar in opleiding’.

M

In artikel 20 vervalt: ‘en artikel 4, eerste lid, onderdelen b, c en d, van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie’.

ARTIKEL II

De Regeling betrouwbaarheids- en geschiktheidsonderzoek politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt de zinsnede ‘artikel 1, eerste lid, onderdeel k, van het Besluit algemene rechtspositie politie’ vervangen door ‘artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van het Besluit algemene rechtspositie politie’ en vervalt de zinsnede ‘en artikel 1, eerste lid onderdeel e, van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie’.

2. In onderdeel b vervalt de zinsnede ‘en de artikelen 4a en 4b van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie’

B

In artikel 3, tweede lid, vervalt de zinsnede ‘of artikel 4b, eerste lid, onder d, van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie’.

ARTIKEL III

In artikel 1, onderdeel c, van de Regeling levensloop politie wordt na ‘artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Barp’ toegevoegd: ‘, met uitzondering van de vrijwillige ambtenaar.’.

ARTIKEL IV

In artikel 1, onderdeel a, van de Regeling landelijk sociaal statuut politie wordt na ‘de vakantiewerker’ toegevoegd: ‘, en de vrijwillige ambtenaar’.

ARTIKEL V

In artikel 1, onderdeel a, van de Regeling studiefaciliteiten politie wordt na ‘de vakantiewerker’ toegevoegd: ‘, en de vrijwillige ambtenaar’.

ARTIKEL VI

In artikel 1, onderdeel a, van de Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie, vervalt de zinsnede ‘en de vrijwillig ambtenaar van politie als bedoeld in het Besluit rechtspositie vrijwillige politie’.

ARTIKEL VII

In artikel 1, onderdeel a, van de Regeling volledige schadevergoeding bij beroepsincidenten wordt na ‘artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit algemene rechtspositie politie’ toegevoegd: ‘, met uitzondering van de vrijwillige ambtenaar,’.

ARTIKEL VIII

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

Algemeen

In het Arbeidsvoorwaardenakkoord politie 2012–2014 is afgesproken het vrijwilligersbeleid te moderniseren en landelijk te stroomlijnen. Het Besluit rechtspositie vrijwillige politie (Brvp), waarin de rechtspositie van politievrijwilligers tot nu toe was geregeld, bleek niet meer goed aan te sluiten op een aantal ontwikkelingen binnen de politie en in de maatschappij. In het arbeidsvoorwaardenakkoord is daarom afgesproken dat er één rechtspositieregeling komt voor alle politievrijwilligers, ongeacht of zij de politietaak uitvoeren of daar direct ondersteunend aan zijn. In het daaropvolgende arbeidsvoorwaardenakkoord (2015–2017) is over de rechtspositie van politievrijwilligers afgesproken dat deze afspraak wordt uitgevoerd en dat de rechtspositie voor politievrijwilligers in het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp), waarin de rechtspositie voor bezoldiging politieambtenaren is geregeld, wordt opgenomen. De inbedding van de vrijwilligers in het Barp maakt het eenvoudiger de rechtspositie te onderhouden en uit te voeren. Tevens wordt hiermee de onderlinge samenhang tussen de groepen versterkt. De uitwerking hiervan heeft geleid tot het Besluit harmonisatie rechtspositie vrijwilligers van politie.

In het besluit zijn een aantal soorten ambtenaren toegevoegd aan het Barp onder de noemer ‘vrijwillige ambtenaar’. Hieronder vallen de vrijwilliger-aspirant, de vrijwillige ambtenaar in opleiding, de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie. De diverse verschijningsvormen worden nader gedefinieerd in de onderdelen tt, uu, vv, en ww van artikel 1, eerste lid, van het Barp. In artikel 1, eerste lid, onderdeel ss, van het Barp wordt het begrip vrijwillige ambtenaar gedefinieerd en dit begrip is voorts toegevoegd aan de definitie van ambtenaar in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van dat besluit. Dit gegeven heeft effect op het ambtenarenbegrip in de onderliggende regelgeving. Middels onderhavige wijziging is getracht de onderliggende regelgeving te stroomlijnen met de wijzigingen in het Barp.

Artikelsgewijs

Artikel I

Regeling aanstellingseisen 2002

In dit artikel wordt het ambtenarenbegrip aangepast aan de diverse nieuwe verschijningsvormen van vrijwillige ambtenaren in het Barp. Hieronder vallen de vrijwilliger-aspirant, de vrijwillige ambtenaar in opleiding, de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie. De vorengenoemde onderdelen ss tot en met ww van artikel 1, eerste lid, van het Barp luiden als volgt:

‘ss. vrijwillige ambtenaar: vrijwilliger-aspirant, vrijwillige ambtenaar in opleiding, vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie;

tt. vrijwilliger-aspirant: degene die door het bevoegd gezag is aangesteld als vrijwilliger-aspirant en die is toegelaten tot een krachtens artikel 2c, eerste lid, aangewezen politieopleiding;

uu. vrijwillige ambtenaar in opleiding: degene die door het bevoegd gezag is aangesteld als vrijwillige ambtenaar in opleiding en die is toegelaten tot een krachtens artikel 2c, tweede lid, aangewezen politieopleiding;

vv. vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak: de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Politiewet 2012, voor zover deze is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, met uitzondering van de vrijwilliger-aspirant gedurende het theoretische opleidingsdeel en de vrijwillige ambtenaar in opleiding gedurende het theoretisch opleidingsdeel;

ww. vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie: de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Politiewet 2012, voor zover deze is aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie.’

Artikel II en artikel VI

Regeling betrouwbaarheids- en geschiktheidsonderzoek politie en Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie

Dit betreffen technische wijzigingen. Het Besluit rechtspositie vrijwillige politie (Brvp) is per 1 september 2020 komen te vervallen. Hiermee komen de verwijzingen naar de artikelen in het Brvp in de Regeling betrouwbaarheids- en geschiktheidsonderzoek politie en de Regeling tegemoetkoming rechtskundige hulp politie tevens te vervallen en worden deze verwijderd.

Daarnaast wordt de verwijzing naar de definitie van het begrip ‘bevoegd gezag’ in artikel 1, sub a, van de Regeling betrouwbaarheids- en geschiktheidsonderzoek politie gestroomlijnd met de verlettering binnen artikel 1 van het Barp. De verwijzing naar artikel 1, onderdeel k, van het Barp, is gewijzigd naar onderdeel l.

Artikel III, IV, V en VII

Regeling levensloop politie, Regeling landelijk sociaal statuut politie, Regeling studiefaciliteiten politie en Regeling volledige schadevergoeding bij beroepsincidenten

Dit betreft een technische wijziging. De Regeling levensloop politie, de Regeling landelijk sociaal statuut politie, de Regeling studiefaciliteiten politie en de Regeling volledige schadevergoeding bij beroepsincidenten zijn niet van toepassing op de vrijwillige ambtenaar. De vrijwillige ambtenaar wordt daarom expliciet uitgezonderd in de gewijzigde artikelen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven